• No results found

Maandelijkse rubriek 'Jurisprudentie' in OR-informatie 20 november

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Maandelijkse rubriek 'Jurisprudentie' in OR-informatie 20 november"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

JURISPRUDENTIE

Dezerubrieksignaleertenbehandeltdebelang·

rijkstejurisprudentie op or-gebied. De rubriek

wordt beurtelingsgeschrevendoormrädriaan

Dorresteijn (ondernemingsrecht) ennwCuus

Heerma van Voss (sociaal recht).

Medewerking man bemiddeling

In de algemene geschillenprocedure van de

WOR is het enkel inroepen van de bemiddeling

van de bedrijfscommissie niet voldoende. Vereist

is dat het verzoek voldoende serieus is en dat

des-gevraagd nadere informatie wordt verschaft.

(Kantongerecht

Eind-hoven 22 november

1990,NederlandseJu-risprudentie 1990,

nummer 700, artikel

36 WOR)

Philips Internationale Expe-ditie verstrekte in 1989 een adviesopdracht aan het or-ganisatiebureau Mc Kinsey fnet betrekking tot de logis-tiek bij de Philipsbedrijven Ui West-Europa. Volgens de °ndernemingsraad had Phi-lips daarover eerst advies dienen te vragen aan de or op grond van artikel 25 WOR. E*e ondernemingsraad stuurde een brief naar de drijfscommissie om te be-^iddelen in dit geschil. De bedrijfscommissie verzocht daarop schriftelijk om

nade-r e inlichtingen. De or

rea-geerde weer met een brief, ßiaar daarop liet de

bedrijfs-cornmissie weten dat geen

duidelijk antwoord was ge-Seven op de vraag om een be- ^chrijvingvandeomstandig-heden van het concrete

ge-val. Het was voordebedrijfs-c°rnmissie op basis van de

voorhanden gegevens daar-om niet mogelijk daar-om een an-derebeslissingtenemendan het bemiddelingsverzoek af te wijzen. Mocht de or alsnog menen dat in deze affaire een taak voor de bedrijfscom-missie was weggelegd, dan zou het zaak zijn om een en ander concreet en gedetail-leerd aan de bedrijfscom-missie voor te leggen. Hierop wendde de or zieh tot de kantonrechter. Deze ver-klaarde de or in zijn verzoek echter niet ontvankelijk. Hij deed dit ambtshalve, dat wil zeggen ook zonder dat de on-dernemer er in de procedure zelf om had gevraagd. Nu niet was gebleken dat de or alsnog aan de aanwijzing van de bedrijfscommissie gevolg had gegeven, concludeerde de kantonrechter dat het ver-zoek aan de bedrijfscommis-sie om tot de wettelijk voor-geschreven bemiddeling over te gaan niet serieus was gedaan. Het werd daarom als niet bestaand be-schouwd. Daarmee was niet voldaan aan de ontvanke-lijkheidseis, dat vooraf de bemiddeling van de bedrijfs-commissie moet worden in-geroepen.

Was in ΟR-Informatie van

28 augustus 1991 het geval aan de orde dat de kanton-rechter een verzoekschrift ont-vankelijk verklaarde zonder dat de bedrijfscommissie eerst (formeel) om bemiddeling was gevraagd, hierzien wehet om-gekeerde. In het vorige geval werd aangenomen dat, hoe-welformeel niet om bemidde-ling was gevraagd, toch wel aan de bedoeling van de wet-gever was voldaan, omdat de bedrijfscommissie wel was in-geschakeld. In deze zaak was formeel wel om bemiddeling

gevraagd, maar onvoldoende serieus en daarom niet in over-eenstemming met de bedoe-ling van de wet, omdat de be-drijfscommissie niets had kunnen doen. Daarmee zijn de beide uitspraken hoewel ogenschijnlijk tegenstrijdig, toch wel beide te begrijpen vanuitde bedoeling van dege-sch illen regeling.

Deze uitspraak maakt duide-lijk dat de ν erplichte gang naar de bedrijfscommissie meerisdan loutereenformali-teit. De ondernemingsraad moet een serieuzepoging doen om de bedrijfscommissie te la-ten bemiddelen. Daartoe be-hoort in ieder geval het aan-dragen van voldoende gege-vens. Vraagt de bedrijfscom-missie om nadere informatie

! dan doet de

ondernemings-raad er goed aan deze ook te verschaffen.

Met deze uitspraak beoogt de rechter kennelijk te voorko-men dat de ondernemings-raad zosnel mogelijk naar de rechter loopt. De bedoeling van de wet is dat het nodige voorwerk wordt gedaan door de bedrijfscommissie en dat deze eerst onderzoekt ofpar-tijen er niet zelf uit kunnen ko-men. Nu in de huldige wetge-ving de tijd voor de bedrijfs-commissie om te bemiddelen is beperkt tot twee maanden, lijkt de eis dat het bemidde-lingsverzoek voldoende is toe-gelicht nog van extra belang. De ondernemingsraad doet er goed aan zieh zo tijdig moge-lijk van voldoende deskundige ondersteuning te voorzien om een ongelukkige afloop als in dit geval te voorkomen.

p

Guus Heerma van Voss

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De termijn van een jaar acht de rechtbank van dien aard dat niet meer gesproken kan worden van een incidenteel geval waarvoor het instem- mingsrecht van de ornietzou gelden..

Daarbijpast het argu- ment van de kantonrechter dat de ondernemer zieh zelf maar tot de bedrijfscommissie had moeten wenden mijns in- ziens niet in het systeem van de wet. Guus

Volgens de Rechtbank viel het project als zodanig niet te beschou- wen als een onderdeel van de onderneming in deze zin, doch wel de groep van vier voor het project vrijgemaak-

Volgens de CFO zou de stemming in strijd zijn met de geest en de strekking van de WOR en leiden tot een niet representatieve vertegen- woordiging in de commissie.. De rechter

Hij zag niet in dat een all-round timmer- man die voor alle voorko- mende timmerwerkzaamhe- den inzetbaar is, niet in een andere ploeg of op een ander project zou kunnen

Het standpunt van de or dat de rechter slechts in uitzonder- lijke gevallen van het advies van de bedrijfscommissie mag afwijken achtte zij in elk geval in deze zaak niet juist,

Hij overweegt dat hoewel in artikel 15 WOR niet naar artikel 6 wordt verwezen, dat nog niet betekent dat aan het getals- criterium van dat artikel geen waarde dient te worden

Commentaar Hoewel deze uitspraak een Duits ondernemingsraadslid betreft, is zij toch van belang voor haar Nederlandse colle- ga 'so A I eerder werd er in deze rubriek op gewezen dat