JURISPRUDENTIE
Dezenibrieksignaleertenbehandeltdebelang-rykstejurisprudentie op or-gebied. Derubriek
wordtbewtelingsgeschrevendoormrÄdriaan
Dorresteijn (ondernemingsrecht) en mr Guus
Heerma van Voss (sociaai recht).
Reiskosten en instemmingsrecht
Een regeling van reiskostenvergoeding vormt in
dit geval geen reglement, maar een verwijzing
haar een cao-bepaling. Instemming van de or is
dan niet nodig bij wijziging, zo oordeelde de
rechtbank. Aansluiting van
reiskostenvergoe-ding van or-leden bij die van andere werknemers
•s redelijk.
(Kantongerecht
Ter-»euzen 1 maart 1991,
Rechtbank
Middel-
hurgl0julil991,arti-kel 22 en 27 WOR)
'-*e Ziekenhuisgroep Zee-JjWsch- Viaanderen heeft een "andboek voorpersoneels-aken dat na overleg tussen e werkgever en de centrale Olldernemingsraad tot stand Is gekomen. Het deel over de e'skosten werd door de di-rectie gewijzigd. In de uit de
^o-uitvoeringsregeiing °vergenomen bepaling
, tond dat extra reizen in
ver-^nd met overlegsituaties ^°als werkoverleg,
team-^'erleg worden vergoed op
Usis van een laag tarief l0Penbaar vervoer of 22 cent
,er kilometer in plaats van
I? gebruikelijke 64 cent per ''°meter). Door de
wijzi-l^g Werden hieraan com-lssiewerk en (c)or
toege-jlne8d. Dit werd overigens
tot de hoofdstand-i naar andere lo! e n
cities werd volgens het
ho-^ ho-^rief vergoed.
tje c°r beriep zieh op de
nie-^"eid van dit besluit, om-^ het handboek een
regle-n t zou zijn dat niet kan
worden gewijzigd zonder de instemming van de onderne-mingsraad. De kantonrech-ter benaderde dit als volgt: de werkgever heeft de bin-ding aan het handboek niet bereikt door er in de indivi-duele arbeidsovereenkom-sten naar te verwijzen. Der-halve zijn de werknemers hieraan gebonden omdat het een reglement is in de zin van de wet. Daarom heeft de on-dernemingsraad instem-mingsrecht. Het wijzigings-besluit werd dus nietig ver-klaard.
In hoger beroep dacht de rechtbank daar anders over. Volgens de rechtbank zijn al-leen die onderdelen van het handboek een reglement, die niet slechts informatie be-vatten. De omstreden rege-ling was wel bedoeld als in-formatie voor de betrokke-nen. Het handboek verwijst naar de cao-uitvoerings-maatregelen waarin een en ander is geregeld en eindigt met een instruetie hoe decla-raties moeten worden inge-diend. Daarnaast onder-zocht de rechtbank in hoe-verre er sprake is van een be-loningssysteem dat valt on-der het instemmingsrecht. Daaronder valt volgens de
rechtbank geen vergoeding van (reele) kosten.
Tenslotte Het de rechtbank zieh nog uit over de vraag of de kostenvergoeding van or-leden op grond van de WO R niet gesteld moest worden op 64 cent per kilometer. De rechtbank acht het in dit ver-band redelijk dat de onkos-tenvergoeding van or-leden aansluit bij de vergoeding die wordt betaald aan werk-nemers die overleg voeren in het kader van hun gewone werkzaamheden.
In dit geval was de vraag voor-al in hoeverre het reglement een zelfstandige regeling was of slechts informatie over.de cao bevatte. Door de begrip-pen van de cao nader in te
vul-len, heeft de directieuiteraard een nadere keuze gemaakt. Het lijkt ech t er dat deze keuze goed aansluit bij de bedoeling van de cao. Het standpuntvan de rechtbank dat hierover geen instemmingsrecht be-stond is dus wel te begrijpen.
Mijns inziens ishet echter niet zo dat daarom geen sprake meer is van een reglement. Een reglement kan ookdatge-neherhalen watalin decao is geregeld. De or heeft geen in-stemmingsrecht met zulke re-glementsbepalingen omdat de kwestie in de cao al inhoude- Hjkisgeregeld(artikel27,der-de lid WOR). Door Hjkisgeregeld(artikel27,der-de kwestie toe te spitsen op de vraag ofde
kwestie reeds inhoudelijk is geregeld, had de rechtbank zieh ook de beschouwing over het arbeidsreglement kunnen besparen. Hetzelfde geldt voor de vraag ofer sprake is van een beoordelingssysteem. Het laatstepunt betreff de vraag ofde vergoeding van de kosten van de ondernemings-raad mag worden aangepast aan de in de ondernemingge-bruikelijke kostenvergoedin-gen van werknemers. Gesteld zou kunnen worden dat de on-dernemer alle kosten moet vergoeden, ook als die meer bedragen dan een läge vergoe-ding voor overige werkne-mers. De wet spreekt van de kosten die 'redelijkerwijze' noodzakelijk zijn. De recht-bank meende dat de werkge-ver redelijkerwijze mochtaan-sluiten bij de gangbare rege-lingen om onderscheid tussen werknemers die aan verschil-lende vormen van overleg deelnemen te vermijden. Het lijkt mij dat dat anders zou lig-gen indien de kosten van die andere werknemers in het ge-heel niet ofonredelijk laag zouden worden vergoed.
Guus Heerma van Voss