• No results found

Maandelijkse rubriek 'Jurisprudentie' in OR-informatie 27 maart

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Maandelijkse rubriek 'Jurisprudentie' in OR-informatie 27 maart"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

JURISPRUDENTIE

Dezeruhrieksignaleertenbehandeltdebelang-rijksteJurisprudentie op or-gebied. Deruhriek

wordt beurteüngsgeschrevendoormrRdriaan

Dorresteif η (ondernemingsrecht) en mr Guus

Heerma van Voss (sociaal recht).

Fmciliteiten or-lid

Een or-voorzitter met lange reistijden heef t geen

fecht op dezelfde vergoeding als een gewone

^erknemer. Noch de cao, noch de

faciliteitenre-geling voorzien in deze situatie.

(Kantonrechter

Heer-len, 30 november

1990, artikel 17

WOR)

Kurt Franssen is werkzaam bij PTT-Post in Heerlen. Hij 's voorzitter van de or van de r egio Zuid-Oost en van de °nderdeelcommissie van het °nderdeel Heerlen. Van bei-de Organen is hij voorzitter e r i om deze reden is hij volle-·% vrijgesteld van zijn nor-male werkzaamheden. De ondernemingsraad is geves-%d te 's-Hertogenbosch.

öeze stad ligt op zo grote af-stand van zijn woonplaats Kerkrade, dat een bezoek hem vijf uur reistijd per dag kost.

Franssen stelde dat hij voor 2ijn werkzaamheden als voorzitter drie dagen per Week die reis moest maken. iJaarom claimde hij een ver-goeding voor wachttijdover-eenkomstig de eisen van de PTT-cao in geval de werktijd en reistijd samen de in de cao genoemde grens over-schrijdt.

De werkgever stelde dat de betreffende cao-bepaling niet van toepassing was, om-dat deze alleen betrekking zou hebben op reizen in op-dracht van de werkgever, ter-wijl hij in deze situatie geen

enkele invloed zou hebben op de hoeveelheid reizen die zouden worden gemaakt. De kantonrechter achtte de cao-bepaling naar de letter wel van toepassing, maaruit het vervolg van de bepaling bleek dat deze toch bedoeld was voor de bedongen ar-beid ingevolge opdrachten van de werkgever. Boven-dien erkende hij het bezwaar dat de werkgever geen in-vloed kon hebben op het ge-bruik van de voorziening. Daarnaast verwees hij naar de met de werkgever over-eengekomen faciliteitenre-geling. Indien deze onvol-doende was moest worden getracht deze te verruimen in onderling overleg of middels de geschillenregeling van de WOR.

Artikel 17, derde lid WOR geeft ααη het or-lid recht op

behoud van loon gedurende het bijwonen van vergaderin-gen. In dit gevalging het ech-ter om een faciliteitenregeling voor werk dat meerdan alleen het vergaderen betrof. De wet voorziet hierin niet, doch het ligt voordehanddat indien is overeengekomen dat het loon wordt betaald gedurende die

activiteiten, dat op dezelfde wijze gebeurt als wanneer de werknemer gewerkt zou heb-ben. De wet voorziet niet in de vraag of extra kosten die in die tijd zijn gemaakt en extra inspanningen die zijn gedaan -zoals in dit geval het maken van lange reistijden ~ op de-zelfde wijze moeten worden vergoed als voor andere werk-nemers.

De kantonrechter beperkt zieh ertoeom vast te stellen dat bij de betreffende cao-bepaling niet aan deze situatie is ge-dacht en dat ook de facilitei-tenregeling er niet in voorziet. Hij wijst op de mogelijkheden van overleghieroveren debe-roepsprocedure in het kader van de WOR. Daarmee gaat hij de vraag uit de weg ofook niet reeds zonder zo 'n af-spraak het betreffende recht bestaat. Men zou zieh op basis van het Burgerlijk Wetboek kunnen afvragen voor wiens risico deze zaak komt. In het algemeen ligt het naar analo-gie van de overige regelingen in de WOR voor de hand, dat het loon overeenkomstig de cao wordt toegepast. Het gaat hier immers om werkzaamhe-den voordeonderneming. Dit betekent dat iets niet alleen voor rekening van de werkge-ver komt als hij dat volledig in de hand heeft, maar ook in-dien het ontstaan van de vor-dering hem als werkgever be-treft. Met or-werkzaamheden is dat in beginsel het geval. Mocht een or-lid reizen ma-ken die redelijkerwijze niet no-digzijn, dan kan de werkgever

op die grond stellen dat dit buiten het domein van artikel 17 WOR valt. Dit geldt mijns inziens ook in een geval als dit waarin iemand volledig is vrij-gesteld, nu immers niet nader is bepaald welk deel van de werktijd in Den Bosch moet worden vervuld.

De verwijzing van de kanton-rechter naar een aanpassing van de faciliteitenregeling is aflrankelijk van de bereidheid tot medewerking van de on-dernemeren de geschillenpro-cedure van de WOR betekent dat längs een omweg opnieuw

een procedure bij de kanton-rechter moet worden gestart. Almetalblijfthetzaakzoveel mogelijk sluitende afspraken te maken met de ondernemer om dit soort conflicten te ver-mijden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Acties van een aparte de Stichting die een fusie coördineert worden toegerekend aan de besturen van de twee f userende ondernemingen. Het inde- len van werknemers in functies in

De termijn van een jaar acht de rechtbank van dien aard dat niet meer gesproken kan worden van een incidenteel geval waarvoor het instem- mingsrecht van de ornietzou gelden..

Daarbijpast het argu- ment van de kantonrechter dat de ondernemer zieh zelf maar tot de bedrijfscommissie had moeten wenden mijns in- ziens niet in het systeem van de wet. Guus

Volgens de Rechtbank viel het project als zodanig niet te beschou- wen als een onderdeel van de onderneming in deze zin, doch wel de groep van vier voor het project vrijgemaak-

Volgens de CFO zou de stemming in strijd zijn met de geest en de strekking van de WOR en leiden tot een niet representatieve vertegen- woordiging in de commissie.. De rechter

Hij zag niet in dat een all-round timmer- man die voor alle voorko- mende timmerwerkzaamhe- den inzetbaar is, niet in een andere ploeg of op een ander project zou kunnen

Hij overweegt dat hoewel in artikel 15 WOR niet naar artikel 6 wordt verwezen, dat nog niet betekent dat aan het getals- criterium van dat artikel geen waarde dient te worden

Commentaar Hoewel deze uitspraak een Duits ondernemingsraadslid betreft, is zij toch van belang voor haar Nederlandse colle- ga 'so A I eerder werd er in deze rubriek op gewezen dat