BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40 van de Mededingingswet.
Nummer 6679/ 6
Betreft zaak: 6679/ Stern Groep - Leidse Industrie- en Automobielmaatschappij (LIAM)
Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1 Openbare versie
I. VERZOEK
1. Op 23 april 2009 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de
Mededingingswet waarin is medegedeeld dat de ondernemingen Stern Groep N.V. (hierna: Stern) en B.V. Leidse Industrie- en Automobielmaatschappij (hierna: LIAM) (in staat van faillissement) het voornemen hebben een concentratie als bedoeld in artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet tot stand te brengen. Dit voornemen van partijen betreft de overname door Stern van onderdelen van de activa van LIAM. Op gelijke datum hebben partijen een verzoek tot ontheffing ingediend als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet.
II. ARGUMENTEN PARTIJEN
2. Partijen baseren het verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet op het feit dat LIAM op 2 april 2009 in staat van faillissement is verklaard. De voorgenomen overname heeft betrekking op de autoverkoopbedrijven van LIAM in Alphen aan den Rijn, Leiden, Haarlem, Roelofarendsveen en mogelijk Rijnsburg1 alsmede de activa van HTz
Properties B.V.2 LIAM is een dealer van personen- en bedrijfsauto’s van het merk Mercedes-Benz
en verkoopt daarnaast occasions. Om de continuïteit van de door Stern uit de boedel over te nemen bedrijfsactiviteiten mogelijk te maken, is ontheffing van de verplichte wachtperiode volgens partijen noodzakelijk.
1 Partijen geven aan dat de overname van de vestiging in Rijnsburg afhankelijk is van het verkrijgen van overeenstemming
met de verhuurder.
2 HTz Properties B.V. is een 100% dochtermaatschappij van LIAM. Vrijwel de gehele bedrijfs- en kantoorinventaris van
Openbare versie
2 Openbare versie 3. Vanwege het faillissement van LIAM zijn de bedrijfsonderdelen niet langer actief. Hierdoor komt de levering van bestelde auto’s aan klanten en de uitvoering van lopende service- en onderhoudscontracten in gevaar. Volgens partijen zijn klanten genoodzaakt om
onderhoudscontracten met concurrenten van LIAM aan te gaan en de contracten met LIAM te beëindigen. Voorts is aangegeven dat een deel van het personeel door de ontstane onzekerheid LIAM reeds heeft verlaten en een deel van het personeel dit dreigt te zullen doen. Het betreft sleutelpersoneel (automonteurs en “ after sales” medewerkers) dat essentieel is voor de
onderhoud- en reparatieactiviteiten van LIAM. Ten slotte hebben partijen aangegeven […]*. Indien
te lang wordt gewacht met de overname zal Mercedes-Benz Nederland B.V. mogelijk overgaan tot aanwijzing van een andere dealer in de rayons waar LIAM actief is.
III. BEOORDELING VERZOEK
4. Artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit de mogelijkheid op verzoek van degene die een melding heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 34 van de Mededingingswet gestelde verbod indien daarvoor gewichtige redenen aanwezig zijn. Van gewichtige reden is sprake indien onherstelbare schade wordt toegebracht aan een voorgenomen concentratie, zoals bedoeld in de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 1995-96, 24707, nr.3, blz. 78), door het in acht nemen van de verplichte wachtperiode.
5. Partijen hebben inzicht gegeven in documentatie waaruit blijkt dat LIAM in staat van faillissement is verklaard. Gelet op het betoog van partijen en de door hen overgelegde documentatie acht de Raad het aannemelijk dat er in dit specifieke geval en onder deze bijzondere omstandigheden een groot risico bestaat dat klanten van LIAM zullen overstappen naar concurrenten en dat het personeel LIAM zal verlaten. Indien deze situatie blijft voortduren, is het aannemelijk dat dit ten koste gaat van de opgebouwde goodwill en het voortbestaan van de bedrijfsactiviteiten van LIAM. Ook ligt het voor de hand dat de continuïteit van het dealerschap van LIAM in gevaar zou komen.3 Al met al zal het in acht nemen van de verplichte wachtperiode
grote risico’s opleveren voor het voortbestaan van de activiteiten van de bedrijfsonderdelen van LIAM.
* In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Weggelaten
delen zijn met vierkante haken weergegeven.
Openbare versie
3 Openbare versie
IV. CONCLUSIE
6. Gelet op het bovenstaande is de Raad van Bestuur van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat, wanneer de wachtperiode in acht moet worden genomen voordat de concentratie tot stand kan worden gebracht, het ontstaan van onherstelbare schade dreigt waardoor sprake is van gewichtige redenen in de zin van artikel 40 van de Mededingingswet. Het verzoek tot ontheffing wordt derhalve toegewezen.
Datum: 28 april 2009
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze,
w.g. P. Kalbfleisch
Voorzitter van de Raad van Bestuur