BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40 van de Mededingingswet.
Nummer 6632/ 4
Betreft zaak: Asito - Meavita Hulp Den Haag
Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1 Openbare versie
I. VERZOEK
1. Op 20 februari 2009 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Thuiszorg Service Nederland Holding B.V., onderdeel van Asito Dienstengroep S.E. (hierna: Asito), voornemens is
zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over een deel van de onderneming van Stichting Meavitagroep (hierna: Meavita), te weten de activiteiten van Meavita op het gebied van huishoudelijke verzorging in de gemeente Den Haag en de daaraan verbonden rechten en verplichtingen (hierna: Meavita Hulp). Op gelijke datum hebben partijen een verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de
Mededingingswet ingediend.
II. ARGUMENTEN PARTIJEN
Openbare versie
2 Openbare versie 3. Volgens partijen ontstaat onherstelbare schade wanneer de transactie niet op zeer korte termijn kan worden voltooid. In dat geval is volgens partijen de kans groot dat werknemers zullen overstappen naar andere zorgaanbieders, hetgeen ertoe kan leiden dat grote groepen cliënten zonder hulp komen te zitten. Voor de werknemers die volgens het voornemen zullen overgaan naar Asito, geldt dat het gevaar bestaat dat zij in dienst zullen treden bij andere zorgaanbieders als hen niet op korte termijn zekerheid kan worden geboden over de toekomst. De ervaring heeft volgens partijen geleerd dat cliënten in de praktijk een sterke voorkeur hebben voor het behoud van hun verzorgende, waardoor de kans groot is dat cliënten en werknemers gezamenlijk zullen vertrekken. Dit zal de transactie volgens partijen teniet doen.
4. Partijen hebben in de toelichting op het verzoek aangegeven dat de gemeente Den Haag vanuit haar verantwoordelijkheid voor de levering van huishoudelijke zorg aan haar inwoners, haar bezorgdheid heeft uitgesproken over de continuïteit van de huishoudelijke verzorging door Meavita. Een vertegenwoordiger van de gemeente heeft in een mondelinge bespreking met de NMa bevestigd dat zij problemen verwacht voor een grote groep cliënten (ca. 7000). Indien Meavita als gevolg van insolventie geen zorg meer kan verlenen zal deze door andere
zorgaanbieders moeten worden geleverd. Dat kost tijd waardoor de continuïteit van zorg in het gedrang komt.
III. BEOORDELING VERZOEK
5. Artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit de mogelijkheid op verzoek van degene die een melding heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 34 van de Mededingingswet gestelde verbod indien daarvoor gewichtige redenen aanwezig zijn. Van gewichtige reden is sprake indien onherstelbare schade wordt toegebracht aan een voorgenomen concentratie, zoals bedoeld in de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 1995-96, 24707, nr.3, blz. 78) door het in acht nemen van de verplichte wachtperiode.
Openbare versie
3 Openbare versie van mening dat dit een latere doorstart van Meavita Hulp ernstig zal bemoeilijken, zo niet onmogelijk zal maken.
IV. CONCLUSIE
7. Gelet op het bovenstaande is de Raad van Bestuur van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat, wanneer de wachtperiode in acht moet worden genomen voordat de concentratie tot stand kan worden gebracht, het ontstaan van onherstelbare schade dreigt aan de voorgenomen concentratie waardoor sprake is van gewichtige redenen in de zin van artikel 40 van de Mededingingswet. Het verzoek tot ontheffing wordt derhalve toegewezen.
Datum: 27 februari 2009
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze,
w.g. R.J.P. Jansen
Lid van de Raad van Bestuur
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na dagtekening van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Directie Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH,