BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40 van de Mededingingswet.
Nummer 7150 / 10
Betreft zaak: Ballast Nedam - Heddes Bouwgroep
Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1
Openbare versie
I. VERZOEK1. Op 3 maart 2011 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Ballast Nedam Tau B.V. (hierna: Ballast Nedam), onderdeel van Ballast Nedam N.V., voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over bepaalde activa van Heddes Bouwgroep B.V. (in staat van faillissement) (hierna: Heddes Bouwgroep), en een deel van de voormalige werknemers van Heddes Bouwgroep B.V. een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden. Tevens hebben Ballast Nedam en Heddes Bouwgroep (hierna gezamenlijk: partijen) op dezelfde datum een verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de
Mededingingswet, ingediend.
II. ARGUMENTEN PARTIJEN
2. Partijen baseren het verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet, op het feit dat Heddes Bouwgroep en haar dochterondernemingen Heddes Bouw B.V., Heddes KleinBouw B.V., Hoornse Timmerfabriek B.V., Teerenstra Beheer B.V. en Heddes Vastgoed B.V. op 16 februari 2011 in staat van faillissement zijn verklaard. Partijen hebben in de - onder de voorwaarde van instemming van de NMa overeengekomen - Activa overeenkomst vastgelegd op welke activa de voorgenomen overname betrekking heeft. Ballast Nedam zal enkele onroerende en roerende zaken, materieel, zestien lopende projecten, vorderingen op projectgebonden debiteuren, intellectuele eigendomsrechten, een deel van de orderportefeuille, een deel van het klantenbestand, goodwill en boedelbijdragen van Heddes Bouwgroep overnemen. Tevens zal Ballast Nedam een deel van de (voormalige) werknemers van Heddes Bouwgroep een arbeidsovereenkomst aanbieden.
Openbare versie
2
Openbare versie
faillissement van de Heddes Bouwgroep stil zijn komen te liggen en dat de schade en de risico’s voor de continuïteit van deze bouwprojecten groter worden naarmate de periode waarin deze stilliggen langer duurt. Daarnaast zal vertraging van deze projecten leiden tot contractuele boetes van de opdrachtgevers. Ten tweede geven partijen aan dat opdrachtgevers, vanwege het
uitgesproken faillissement van de Heddes Bouwgroep, de mogelijkheid hebben om de opdracht in te trekken danwel met een andere partij in zee te gaan. Op dit moment hebben reeds
verschillende opdrachtgevers aangegeven de overeenkomst vanwege het faillissement van Heddes Bouwgroep te willen beëindigen. Op basis van het bepaalde in artikel 37 van de Faillissementswet heeft de curator zich aan een termijn gebonden binnen welke hij uitsluitsel dient te geven omtrent het gestand doen van de betreffende overeenkomsten. Deze termijn loopt af op 4 maart 2011. Het in acht nemen van de standstill termijn van artikel 34 Mededingingswet zou ten gevolge hebben dat deze termijn overschreden zou worden en dat verscheidene opdrachtgevers de opdrachten terug zouden trekken.
III. BEOORDELING VERZOEK
4. Artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit de mogelijkheid op verzoek van degene die een melding heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 34 van de Mededingingswet gestelde verbod indien daarvoor gewichtige redenen aanwezig zijn. Van gewichtige redenen is sprake indien onherstelbare schade wordt toegebracht aan een voorgenomen concentratie, zoals bedoeld in de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 1995-96, 24707, nr. 3, blz. 78) door het in acht nemen van de verplichte wachtperiode.
Openbare versie
3
Openbare versie
IV. CONCLUSIE7. Gelet op het bovenstaande is de Raad van Bestuur van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat er voldoende indicatie is van het ontstaan van onherstelbare schade waardoor sprake is van gewichtige redenen in de zin van artikel 40 van de Mededingingswet. Het verzoek tot ontheffing wordt derhalve toegewezen.
Datum: 4 maart 2011
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze,
w.g. F.J.H. Don
Lid van de Raad van Bestuur
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na dagtekening van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Directie Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH,