• No results found

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag, locatie mr. L.E. Visserhuis in Den Haag op 14 december 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag, locatie mr. L.E. Visserhuis in Den Haag op 14 december 2021"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag, locatie mr. L.E. Visserhuis in

Den Haag op 14 december 2021

Utrecht, februari 2022 V2036165

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding bezoek 4

1.2 Beschrijving mr. L.E. Visserhuis 5

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz 6 2 Conclusie en vervolgacties 8

2.1 Overzicht van de resultaten 8 2.2 Wat gaat goed 8

2.3 Wat kan beter 8 2.4 Wat moet beter 9 2.5 Conclusie bezoek 9

3 Resultaten 10

3.1 Thema Persoonsgerichte zorg 10 3.1.1 Resultaten 10

3.2 Thema Deskundige zorgverlener 13 3.2.1 Resultaten 13

3.2.2 Resultaten 18 Bijlage 1 Methode 20

Bijlage 2 Beoordeelde documenten 22

(4)

Pagina 4 van 23

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 14 december 2021 een aangekondigd vervolgbezoek aan Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag, locatie mr. L.E. Visserhuis (Visserhuis) in Den Haag. De inspectie kondigde het bezoek aan voor 30 november 2021. De inspectie stelde het bezoek uit,

vanwege een COVID-19 uitbraak, naar 14 december 2021. De inspectie voerde op 3 december 2021 online een gesprek met de bestuurder, de specialist ouderengeneeskunde (SO) en de coach van Waardigheid en Trots (WOL). De inspectie verwerkt de bevindingen uit dat gesprek in dit rapport.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is

voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit. De inspectie toetste de normen die tijdens het vorige bezoek

(grotendeels) niet voldeden.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het lezen van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie bezocht het Visserhuis op 8 maart 2018. Het Visserhuis voldeed (grotendeels) niet aan tien van de dertien getoetste normen. Dit waren normen op de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid. De inspectie sprak over de bevindingen met de raad van bestuur van het Visserhuis. Dit gesprek gaf de inspectie het vertrouwen dat het Visserhuis maatregelen zou nemen om de kwaliteit van zorg te verbeteren. De inspectie vroeg om een resultaatverslag. Op 3 december 2018 ontving de inspectie dit resultaatverslag. Op basis van de resultaten in het verslag had de inspectie het vertrouwen dat het Visserhuis (grotendeels) zou gaan voldoen aan de normen.

Het volgende bezoek vond vanwege de COVID-19 crisis plaats op 24 november 2020 in plaats van in 2019. Tijdens dit bezoek voldeed het Visserhuis

(grotendeels) niet aan vijf van de tien getoetste normen De inspectie kon vanwege COVID-19 drie van de vorige keer beoordeelde normen niet beoordelen.

De inspectie besprak het conceptrapport met de raad van bestuur en de raad van toezicht op 12 februari 2021. Beiden gaven aan zich te herkennen in de bevindingen. Zij vertelden dat zij teveel zijn afgegaan op de uitkomsten van externe audits. Deze audits lieten namelijk goede resultaten zien. De bestuurder vertelde verder dat zij te weinig in de praktijk gecontroleerd had of

zorgverleners de zorg gaven volgens de afspraken.

De inspectie zag en hoorde tijdens het inspectiebezoek van 24 november 2020 dat het Visserhuis maatregelen nam om de kwaliteit van zorg te verbeteren.

Deze kwamen echter onvoldoende tot uiting in de beoordeling van de normen.

(5)

De inspectie maakte zich zorgen omdat de inspectie constateerde dat er verschillen waren in het omgaan met onbegrepen gedrag. Ook volgden de zorgverleners de afspraken in het dossier niet goed op. De raad van toezicht en raad van bestuur presenteerden tijdens het gesprek een verbeterplan. Zij vertelden voortaan strak te sturen op de uitkomsten hiervan. Het Visserhuis voerde verder een aantal organisatieveranderingen door die moesten helpen bij de kwaliteitsverbeteringen.

De bestuurder verwachtte dat in september 2021 het Visserhuis (grotendeels) aan de normen zou voldoen. Het Visserhuis schakelde in 2020 WOL in om hen te ondersteunen bij het verbeteringsproces. Vanwege Corona is WOL gestart in 2021

Tijdens het bezoek van 14 december 2021 bezocht de inspectie de woongroepen Levi en Naftaly.

Dit rapport is niet los te zien van het rapport van het bezoek op 24 november 2020. Zie hiervoor de website van de inspectie (www.igj.nl) onder publicaties.

1.2 Beschrijving mr. L.E. Visserhuis

Het Visserhuis is een joods woonzorgcentrum in het Benoordenhout in Den Haag.

Het Visserhuis ligt op loopafstand van een winkelcentrum en park Clingendael.

Daarnaast is er een bushalte voor de deur.

Het verpleeghuis bestaat uit zeven woongroepen voor psychogeriatrische bewoners, drie groepen voor zeven cliënten en vier groepen voor zes cliënten.

Elke bewoner heeft een eigen kamer met een badkamer. In elke woongroep is een huiskamer voor zes of zeven bewoners. In de huiskamers drinken en eten de cliënten samen. Ook vinden hier activiteiten plaats.

De organisatie biedt zorg en behandeling aan intramurale cliënten en zorg aan cliënten in appartementen op basis van een ‘volledig pakket thuis’ (VPT). De locatie heeft naast de entree een restaurant. Het Visserhuis heeft een binnentuin voor de cliënten.

In 36 appartementen die naast het Visserhuis liggen, wonen cliënten met een ZZP 1 t/m 6, ook met een VPT.

Cliënten

Cliënten in het Visserhuis hebben een zorgprofiel VV 5, VV 6 en een VV 7. In totaal wonen op de woongroepen 37 cliënten met een zorgprofiel VV 5 met behandeling, drie cliënten met een zorgprofiel VV 7 met behandeling en vijf cliënten met een zorgprofiel VV 6, ook met behandeling.

De cliënten komen uit het hele land. Veel van de cliënten hebben familie die ergens anders in het land of in het buitenland wonen.

Personeel

In het Visserhuis werken 42 medewerkers, inclusief activiteitenbegeleiders, (20 fte) niveau 0/1, 37 (22 fte) zorgverleners deskundigheidsniveau 2, 22 (13 fte)

zorgverleners niveau 3, elf (9 fte) verpleegkundigen deskundigheidsniveau 4, drie (2 fte) verpleegkundigen deskundigheidsniveau niveau 5 en 1 (1 fte) verpleegkundige deskundigheidsniveau 6 (kwaliteitsverpleegkundige).

In de ochtenddienst werkt in elke woongroep een zorgverlener met deskundigheids- niveau 2, 3 of 4 of een verpleegkundige niveau 4 of 5, aangevuld met een

zorgverlener niveau 1. Er zijn altijd minimaal vier zorgverleners niveau 3 of hoger in de dagdienst. Deze zorgverleners werken voor alle woongroepen.

(6)

Pagina 6 van 23

In de middag is er een zorgverlener deskundigheidsniveau 3 en/of vrijwilliger of stagiaire aanwezig.

In de avond werken vijftien zorgverleners verspreid over alle woongroepen. Hiervan zijn minimaal drie of vier zorgverleners van niveau 3, 4 of 5. Een bereikbare achterwacht niveau 3 of 4 is aanwezig. In de nacht werken twee zorgverleners, waarvan een zorgverlener met minimaal deskundigheidsniveau 3.

De dagelijkse leiding is in handen van een hoofd zorg. Naast het hoofd werken er vier teamleiders. Deze teamleiders hebben allemaal deskundigheidsniveau verpleegkundige 4 of 5.

Het Visserhuis heeft een eigen arts in dienst tot halverwege 2022. De arts werkt onder supervisie van de SO van een externe behandeldienst. Verder werkt er een basisarts vanuit de externe behandeldienst, ook onder supervisie van de SO. De SO is eindverantwoordelijke voor de medische zorg. Andere behandelaren betrekt het Visserhuis ook van de externe behandeldienst. Vanaf 1 januari 2022 begint een nieuwe Wzd-functionaris binnen het Visserhuis.

Identiteit

Het Visserhuis is er voor joodse ouderen en andere ouderen mits die laatsten de identiteit van het Visserhuis respecteren. Het Visserhuis heeft een landelijke functie voor joodse ouderen. Cliënten kunnen koosjer eten (O.R.T.) of in het restaurant

‘koosjer style’ eten. Er is aandacht voor de speciale joodse feestdagen. Daarbij organiseren medewerkers regelmatig ‘sjoeldiensten’.

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz

Het Visserhuis heeft de BOPZ-aanmerkingen die tot 1 januari 2020 van toepassing waren, in het openbaar locatieregister ingeschreven als Wet zorg en dwang (Wzd)- accommodaties en locaties.

Het Visserhuis zegt binnen persoonsgerichte zorg ook aandacht te hebben voor onvrijwillige zorg en/of onvrijwillig verblijf onder de Wzd. De organisatie is bezig met de introductie van leefcirkels en andere domotica om de bewegingsvrijheid van de cliënten te vergroten.

Het Visserhuis geeft aan geen problemen te ervaren bij het invullen van de rollen die nodig zijn om het stappenplan te kunnen toepassen. De SO vanuit een externe organisatie vervult de rol van Wzd-functionaris. Het Visserhuis heeft naast de al in dienst zijnde vertrouwenspersoon een cliëntvertrouwenspersoon aangesteld voor de Wzd. De eerstverantwoordelijk verzorgende (evv’er) heeft de rol van

zorgverantwoordelijke.

De SO schoolde de zorgverleners in 2021. Zij gaf hun een klinische les over de Wzd.

Zorgverleners volgden ook een e-learning. De zorgverleners sloten deze e-learning af met een toets.

Tussen de Wzd-functionaris en de arts van het Visserhuis vindt Wzd-overleg plaats.

De arts stemt vervolgens zo nodig af met de SO. Als een externe deskundige nodig is, regelt het Visserhuis dit via de externe ingehuurde behandeldienst. Als interne deskundige voor de Wzd functioneert de kwaliteitsfunctionaris.

Per 1 januari 2022 huurt het Visserhuis een Wzd-functionaris in van een externe behandeldienst.

Het Visserhuis heeft de afdelingsdeuren nog niet geopend. De inspectie hoort dat het gebouw beperkingen kent. Het is de bedoeling dat het Visserhuis met leefcirkels gaat werken.

(7)

COVID-19

Het geplande bezoek van 30 november 2021 kon geen niet doorgaan omdat er een verdenking was van COVID-19 besmettingen op twee woongroepen. De inspectie hoort van de bestuurder tijdens het gesprek op 3 december 2021 dat er op twee woongroepen besmettingen zijn. Deze afdelingen zijn in quarantaine.

Tijdens het bezoek van 14 december 2021 zijn er geen besmettingen meer. De inspectie hoort dat drie cliënten door COVID-19 zijn overleden.

(8)

Pagina 8 van 23

2 Conclusie en vervolgacties

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Het Visserhuis. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft. In hoofdstuk 4 ziet u ook het oordeel op normniveau terug van het bezoek van 24 november 2020.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaande diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie Het Visserhuis beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Oordeel Thema 1 Thema 2 Thema 3 Thema 4

voldoet 2 0 0

voldoet grotendeels 1 4 1

voldoet grotendeels niet 0 1 0

voldoet niet 0 0 0

niet getoetst 1 2 2

2.2 Wat gaat goed

Cliënten kunnen erop rekenen dat zorgverleners hun wensen en behoeften kennen. Zorgverleners geven van daaruit warme zorg met alle aandacht voor de cliënten. Het kennen van de levensloop van de cliënten draagt daaraan bij.

Verder stimuleren de zorgverleners tijdens de zorg de eigen regie van cliënten, zodat cliënten zo lang mogelijk handelingen zelf kunnen uitvoeren.

2.3 Wat kan beter

De bewegingsvrijheid van de cliënten kan beter. Het invoeren van de leef cirkels zoals het Visserhuis dat voornemens is, kan daar een bijdrage aan leveren. Zo hebben cliënten meer bewegingsvrijheid.

Zorgverleners kunnen nog beter methodisch werken. Het zorg en behandelplan kunnen zorgverleners dan nog gerichter bijstellen op de zorgvraag van de cliënt.

Zorgverleners kunnen nog beter sturen op de gemaakte zorgafspraken naar aanleiding van een multidisciplinair overleg. Ook kan de organisatie nog meer aandacht hebben voor de scholingen over het omgaan met onbegrepen gedrag.

De inzet van vaste zorgverleners verdient aandacht, vooral tijdens de zorg aan het begin van de avond.

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (4 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (3 normen)

(9)

Verder kan de organisatie beter monitoren op het werken volgens richtlijnen en protocollen.

2.4 Wat moet beter

Het maken van professionele afwegingen in relatie tot vrijheidsbeperking moet beter. Cliënten moeten erop kunnen rekenen dat zorgverleners afwegingen zorgvuldig maken. Ook als zij geen verzet tegen de maatregel vertonen moeten zorgverleners dit vastleggen. Daarnaast moeten vertegenwoordigers actief betrokken zijn bij de besluitvorming over de inzet van vrijheidbeperkende maatregelen.

2.5 Conclusie bezoek

Het Visserhuis voldeed tijdens het vorige bezoek (grotendeels) niet aan vijf van de tien getoetste normen. Tijdens dit bezoek voldoet het Visserhuis aan acht van de negen getoetste normen. De inspectie ziet dat het Visserhuis met de

ondersteuning van WOL en de doorgevoerde organisatieverandering de kwaliteit van zorg verbetert. De organisatie laat zien dat zij nu aantoonbaar stuurt op de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Het Visserhuis laat zien dat er lerend

vermogen in de organisatie aanwezig is. De organisatie toont zich transparant in wat zij nog wil verbeteren. Zoals bijvoorbeeld met de geplande inzet leefcirkels.

De inspectie heeft er vertrouwen in dat het Visserhuis de behaalde resultaten borgt.

(10)

Pagina 10 van 23

3 Resultaten

In dit hoofdstuk staat per thema hoe de inspectie de geleverde zorg per norm tijdens het bezoek van 24 november 2020 beoordeelde. Vervolgens ziet u hoe de inspectie de geleverde zorg per norm beoordeelt ten tijde van dit bezoek.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

3.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij1 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal? Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

3.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis aan deze norm.

De inspectie verzamelde tijdens het vorige bezoek te weinig informatie om deze norm te kunnen beoordelen. De inspectie kon namelijk niet observeren op de woongroepen.

1 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook

‘zij’.

(11)

De inspectie ziet tijdens de observaties dat zorgverleners de wensen en behoeften van de cliënt kennen. De inspectie ziet op de huiskamers dat zorgverleners cliënten aanspreken met hun naam. Zorgverleners weten wat cliënten graag eten en drinken. De inspectie ziet dat een cliënt thee krijgt in plaats van koffie. In het dossier van deze cliënt leest de inspectie dat deze cliënt alleen thee drinkt.

Een zorgverlener zegt tegen een cliënt als deze de hagenslag pakt: ‘dat vindt u lekker he’? De cliënt reageert met een glimlach.

De inspectie hoort in de gesprekken tussen een zorgverlener en cliënten dat zij de cliënten kent. De inspectie hoort dat zij de namen van familieleden kent en weet wanneer deze op bezoek komen.

In de dossiers die de inspectie bekijkt leest zij informatie over voorkeuren en wensen van cliënten. Deze informatie staat vanuit het perspectief van de cliënt beschreven. De inspectie leest voorkeuren over de tijd wanneer de cliënt naar bed wil, de hobby’s en welke kleren de cliënt graag draagt. Verder leest de inspectie voorkeuren voor eten en drinken en een omschrijving van de

bijzonderheden van de cliënt. Zo leest de inspectie: ‘ik ben een echte huismus’.

In een ander dossier leest de inspectie dat een cliënt graag koffie met slagroom drinkt. Tijdens de observatie ziet de inspectie dit ook terug. Ook hoort de inspectie dat een cliënt van een bepaald televisieprogramma houdt. Dit leest de inspectie ook terug in het ecd. Een andere cliënt houdt van Disney. De inspectie leest de voorkeur voor Disney terug in het ecd van deze cliënt. De inspectie ziet in de activiteitenplanning dat de zorgverleners rekening houden met de

voorkeuren van de cliënten. Verder ziet de inspectie ook in de ecd’s de levensgeschiedenis van de cliënten.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis grotendeels aan deze norm.

De inspectie verzamelde tijdens het vorige bezoek te weinig informatie om deze norm te kunnen beoordelen. De inspectie kon niet observeren op de

woongroepen.

De inspectie ziet bij dit bezoek tijdens de observaties op twee huiskamers dat zorgverleners de eigen regie zoveel mogelijk aanmoedigen. De inspectie leest dit ook in de ecd’s. De inspectie leest bijvoorbeeld bij een onderwerp: ‘ik wil het zelf doen’. In de rapportage leest de inspectie dat de zorgverlener vraagt aan cliënt of zij hulp nodig heeft. De zorgverlener rapporteert dat zij de cliënt alleen ondersteunt bij het aankleden waar dat echt nodig is.

De inspectie ziet tijdens de observatie in een huiskamer een cliënt die geen koffie wil. De cliënt wil ook geen taart. De zorgverlener dringt niet aan en respecteert de keuze van de cliënt.

Cliënten kunnen zelf bepalen wanneer zij opstaan en willen ontbijten. De

inspectie ziet tijdens de observatie drie cliënten zitten aan de tafel. Zij zijn bezig met hun ontbijt. Daarna komen een paar cliënten binnen die beginnen aan hun ontbijt. De inspectie hoort van zorgverleners dat het tijdstip van opstaan per dag kan verschillen. De gewoonte of wens over het opstaan staat in het dossier. De inspectie leest in een dossier dat een cliënt gewoonlijk om zes uur wil opstaan.

(12)

Pagina 12 van 23

Andere voorkeuren van cliënten staan ook beschreven in de ecd’s. De inspectie leest in het ecd bijvoorbeeld over een cliënt die graag slaapt met haar bril op.

In een ander ecd leest de inspectie dat een cliënt op een andere woongroep wil blijven. Zij heeft namelijk op deze woongroep meegegeten. Zorgverleners respecteren deze wens van de cliënt.

De inspectie ziet en hoort dat in het Visserhuis de deuren van de afdelingen nog gesloten zijn. Cliënten kunnen niet zelfstandig van de woongroep af. De

inspectie hoort dat Visserhuis cliënten in 2022 meer bewegingsvrijheid wil bieden. Het Visserhuis wil dit bereiken met de inzet van domotica. De inspectie hoort van de bestuurder dat er echter wel beperkingen zijn in het gebouw. De inspectie hoort van de bestuurder dat aanleggen en toepassen van domotica in het pand lastig is om bouwkundige redenen. Verder hoort de inspectie van de SO dat het Visserhuis veel gebruikt maakt van sensoren. Volgens de SO is het gebruik van deze sensoren niet noodzakelijk (zie norm 2.1).

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis aan deze norm.

De inspectie heeft tijdens het vorige bezoek over deze norm te weinig informatie kunnen verzamelen om de norm te beoordelen. De inspectie kon niet observeren op de woongroepen.

De inspectie ziet tijdens de observaties dat zorgverleners de cliënten met aandacht benaderen. De inspectie ziet dat zorgverleners oogcontact maken met de cliënten. De zorgverlener buigt zich naar voren en slaat een arm om de cliënt heen. Daarna kijkt zij eerst de cliënt aan voordat zij een vraag stelt. De

inspectie hoort dat zorgverleners hun vragen stellen op een rustige manier en wachten op het antwoord.

De inspectie ziet dat een zorgverlener een cliënt die de woongroep binnenkomt, helpt te gaan zitten in de stoel. Zij kondigt aan dat zij de stoel even verschuift om de cliënt goed aan de tafel te zetten. Zij wacht om de stoel aan te schuiven totdat de cliënt instemt.

Een zorgverlener vraagt aan een andere cliënt die aan tafel zit of zij tv kijkt. De cliënt knikt. De zorgverlener zegt dat zij de stoel gaat verschuiven zodat de cliënt recht voor de tv zit. Opnieuw knikt de cliënt. Daarna verschuift de zorgverlener de stoel.

Ook ziet de inspectie dat alle aanwezige cliënten aandacht krijgen. De inspectie hoort dat bij één cliënt kortgeleden een omgangsadvies is gegeven. De inspectie ziet dat deze cliënt veel geluid maakte. Zorgverleners geven hier geen aandacht aan. De inspectie leest dit ook terug in het omgangsadvies.

Zorgverleners hebben kennis van de culturele achtergrond van de cliënten.

Zorgverleners vertellen dat zij allemaal een training volgen om kennis op te doen over de joodse cultuur en tradities. De inspectie ziet dit terug in het scholingsoverzicht.

(13)

3.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do- Check-Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze te kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

3.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van de gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie zag tijdens het vorige bezoek in het ecd dat zorgverleners onvoldoende professionele afwegingen maakte over de ingezette zorg.

De inspectie hoorde van een cliëntvertegenwoordiger dat zij wel geïnformeerd was over de inzet van een sensor. De cliëntvertegenwoordiger gaf aan dat zij niet was betrokken bij de besluitvorming.

De inspectie hoort tijdens dit bezoek en leest in de ecd’s dat er voor verschillende cliënten sensoren zijn ingezet. In het ecd staat dat de

cliënt(vertegenwoordiger) instemt. De inspectie leest geen rapportages waaruit deze instemming blijkt. De inspectie hoort ook van een zorgverlener dat het voorkomt dat een cliënt met de sensor gaat ‘lopen’. De zorgverlener vertelt dat de sensor dan op een andere plek moet worden neergezet. De inspectie hoort, als zij daarnaar vraagt, niet of er is nagegaan of ‘het lopen’ onderzocht is als vorm van verzet tegen de sensor. De inspectie hoort van de SO dat zij bezig is om het gebruik van de inzet van sensoren af te bouwen. De inspectie hoorde van een cliëntvertegenwoordiger dat zij wel geïnformeerd was over de inzet van een sensor. De cliëntvertegenwoordiger geeft aan dat de toestemming van de inzet hiervan niet nadrukkelijk ter sprake is gekomen tijdens het overleg. De inspectie ziet niet in de dossiers dat voor het gebruik van maatregelen die de vrijheid beperken van de cliënt het stappenplan van de Wzd is gevolgd (zie norm 1.3).

(14)

Pagina 14 van 23

De inspectie leest geen individuele afwegingen voor het sluiten van de deuren van de afdelingen.

De inspectie vraagt hoe vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet. Een zorgverlener vertelt dat zij bij de inzet van mogelijke vrijheidsbeperking eerst de alternatievenbundel gebruikt om een andere interventie in te zetten. Ook

overlegt zij de mogelijke interventie met de kwaliteitsverpleegkundige.

Zorgverleners maken andere professionele afwegingen over de zorg en ondersteuning op basis van risico’s wensen en behoeften van de cliënt.

Zorgverleners vertellen over de risico’s bij de cliënten. De inspectie leest de genoemde risico’s in het ecd van deze cliënten. Zorgverleners vertellen dat zij de risico’s gebruiken als zij het zorgplan maken.

De inspectie hoort dat per woongroep een keer per twee weken een

omgangsoverleg is met de psycholoog. Zorgverleners bespreken dan met de psycholoog hoe zij het beste kunnen omgaan met onbegrepen gedrag.

De inspectie hoort een voorbeeld waarbij een cliënt een risico heeft op vallen.

Voor deze cliënt hebben zorgverleners antislipsokken in gebruik. Sinds de cliënt deze sokken gebruikt valt zij niet meer in de nacht.

De inspectie leest in een ander dossier dat bij een cliënt die psychofarmaca gebruikt een afbouwschema is opgesteld.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis grotendeels aan deze norm.

Tijdens het vorige bezoek van 2018 ondersteunde de dossiervoering de zorgverleners onvoldoende in het methodisch werken. Tijdens het bezoek van 2020 ondersteunde de nieuwe versie van het ecd de zorgverleners ook niet bij het methodisch werken

Zorgverleners werken sinds half oktober 2021 met een nieuw ecd. De inspectie hoort tijdens dit bezoek van gesprekspartners dat zorgverleners geschoold zijn in het werken met het nieuwe dossier. Van de SO hoort de inspectie dat rapportages van de arts in het dossier komen via een ‘link’. De inspectie ziet deze rapportages terug in het ecd.

De inspectie hoort van de zorgverlener dat het nieuwe ecd een grote verbetering is in vergelijking met het vorige ecd.

De inspectie ziet en hoort dat zorgverleners gemakkelijk om kunnen gaan met het nieuwe ecd.

De inspectie ziet in de ecd’s een uitgebreide beschrijving van de zorgproblemen risico-inventarisaties en zorgdoelen. De levensloop en wensen en behoeften staan uitvoerig beschreven vanuit het cliëntperspectief. De inspectie ziet

rapportages op doelen. De inspectie kijkt in een dossier van een cliënt met risico op ondervoeding. De inspectie ziet dat zorgverleners de cliënt maandelijks wegen. Zorgverleners weten dat zij beneden een bepaald gewicht de arts in moeten schakelen. Dit staat in het dossier.

Zorgverleners moeten volgens het beleid rapporteren volgens de SOEP-methode (Subjectief, Objectief, Evaluatie en Plan). De inspectie ziet daarvan uitgewerkte voorbeelden. De inspectie ziet ook dat niet alle zorgverleners volgens deze methode rapporteren. De inspectie ziet gedeeltelijke rapportages ingevuld

(15)

volgens de methodiek onder de kopjes subjectief of objectief. Onder de kopjes evaluatie en plan staat niets gerapporteerd.

De inspectie leest voorbeelden waarbij het gedrag van de cliënt staat beschreven. De inspectie leest wat de cliënt zegt en hoe de zorgverlener vervolgens heeft gereageerd. Anderzijds staat in andere dossiers niet

beschreven wat het effect is van het omgangsadvies. De inspectie hoort van de psycholoog dat dit punt inderdaad moet worden verbeterd. Ook ziet de inspectie een nieuw omgangsadvies van een cliënt. De zorgverleners hebben nog niet de mogelijkheid gehad om hierop te rapporteren. Het advies was namelijk een dag daarvoor ingevoerd in het ecd.

Verder ziet de inspectie in een aantal dossiers voorbeelden van ‘episodes’ over de inzet van sensoren. De zorgverleners rapporteren niet regelmatig op deze episoden om het verloop van deze inzet te monitoren. (Zie norm 2.1).

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoorde tijdens het vorige bezoek van een zorgverlener dat nog niet alle zorgverleners werkten volgens de ‘presentiebenadering’.

De inspectie hoorde ook van de zorgverlener dat niet alle collega’s op een persoonsgerichte wijze met de cliënten omgingen. De inspectie hoorde van zorgverleners dat de werkdruk soms ‘best pittig’ is. Evv’ers kwamen niet altijd toe aan hun taken zoals het bijhouden van alle dossiers, zo hoorde de inspectie.

De inspectie hoorde ook terug dat zij de tijd die zij besteden aan het bijhouden van de dossiers zelf moesten inplannen. De inspectie hoorde verder dat deze tijd niet structureel was ingeroosterd.

De inspectie hoort tijdens dit bezoek van zorgverleners dat zij overdag voldoende tijd hebben om de zorg te verlenen. De inspectie hoort dat met de komst van de vier teamleiders er meer rust in de organisatie is. Deze

teamleiders coachen de zorgverleners. Ook werken zij deels mee in de zorg. De inspectie hoort van twee teamleiders dat zij op deze manier goed weten wat er op de werkvloer speelt.

(16)

Pagina 16 van 23

De inspectie hoort dat de vier teamleiders zelf coaching ontvangen van de coach van WOL.

De inspectie hoort van de bestuurder en een huiskamerbegeleider dat

huiskamerbegeleiders scholing hebben ontvangen over dementie. Ook hebben de huiskamerbegeleiders scholing gekregen over het aanbieden van activiteiten in de huiskamer aan de cliënten. Huiskamerbegeleiders kunnen ook in het ecd evenals zzp’ers en stagiaires.

De inspectie hoort van zorgverleners dat zij geschoold zijn in het werken met het nieuwe ecd. De inspectie ziet in een overzicht dat zorgverleners een bijscholing hebben gevolgd over dementie. Zorgverleners hebben ook een

veiligheidstraining gevolgd met een acteur. Deze training is gericht op het omgaan met agressie van cliënten. De inspectie hoort van de bestuurder dat een aantal van de scholingen, zoals de transfertraining en/of farmacotherapie, niet doorgingen vanwege COVID-19.

Ondanks de positieve ontwikkelingen hoort de inspectie echter ook van de bestuurder en de coach van WOL dat zij vinden dat de deskundigheid van zorgverleners nog niet op orde is. Zorgverleners moeten nog meer kennis opdoen over het omgaan met onbegrepen gedrag.

Uit de audit van WOL van september 2021 blijkt verder dat het moeilijk is om voldoende deskundige zorgverleners van niveau 3 en 4 aan te trekken. De inspectie hoort ook terug van de cliëntvertegenwoordiger dat de afgelopen tijd veel uitzendkrachten werkzaam waren vanwege vertrek van zorgverleners. De inspectie leest in het document over de formatie dat er wegens het vertrek van deze zorgverleners er inzet is van dertien zzp’ers. Vooral aan het begin van de avond is de druk hoog voor zorgverleners. De cliëntvertegenwoordiger geeft aan dat de cliëntenraad dit punt van zorg ook bij de organisatie heeft aangegeven.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis grotendeels aan deze norm.

De kwaliteitsmedewerker vertelde tijdens het vorige bezoek dat zij steeds zorgt voor een update van nieuwe protocollen zoals over de protocollen hygiëne en infectiepreventie. Zorgverleners werden geacht daar kennis van te nemen. De inspectie hoorde dat er geen extra aandacht is voor de introductie van deze protocollen. Ook was er geen aandacht voor het toetsen van de naleving van de protocollen.

De inspectie hoort dat tijdens dit bezoek dat tijdens de laatste COVID-19-

uitbraak direct in december 2021 een externe deskundige is betrokken om na te gaan wat er nodig is voor hygiëne en infectiepreventie.

De inspectie ziet in het Visserhuis op de afdelingen richtlijnen hangen voor de juiste handhygiëne. De inspectie ziet dat zorgverleners geen sieraden dragen.

De inspectie ziet dat zorgverleners de mondneusmaskers op de juiste manier dragen.

De inspectie hoort van zorgverleners dat zij gemakkelijk gebruik kunnen maken van de protocollen en deze makkelijk kunnen vinden. De protocollen zijn

beschikbaar via een online platform. Desgevraagd vertellen de zorgverleners dat het niet voorkomt dat zij van de protocollen afwijken. Verder ziet de inspectie dat het Visserhuis gebruik maakt van richtlijnen hoe zorgverleners moeten

(17)

omgaan met sensoren. De inspectie ziet tijdens de rondgang dat deze richtlijnen beschikbaar zijn op elke woonkamer.

Uit de eerste scan van WOL van maart 2021 blijkt dat zorgverleners toegang hebben tot de protocollen en richtlijnen (via het intern platform). De inspectie leest verder dat dit platform niet door alle zorgverleners als ondersteunend wordt ervaren. Zorgverleners maken hier ook niet altijd gebruik van. In de scan van WOL van oktober 2021 van de twee bezochte woongroepen leest de

inspectie dat ‘De praktijk laat zien dat het nodig is dat er gemonitord wordt op het werken volgens de richtlijnen en protocollen omdat er niet altijd volgens protocol wordt gewerkt’

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze

samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis grotendeels aan deze norm.

Tijdens het vorige bezoek was er onvoldoende inzet van een psycholoog. Dit kwam door het vertrek van de psycholoog en de inzet van tijdelijke psychologen.

Het MDO (Multi Disciplinair Overleg) functioneerde niet zoals afgesproken, zo was de psycholoog niet altijd betrokken. De inspectie hoorde dat het ook voorkwam dat de arts niet betrokken was.

Tijdens het gesprek op 3 december 2021 hoort de inspectie dat sinds 1

november 2021 een SO samen met twee basisartsen verantwoordelijk is voor de medische zorg aan de cliënten. De Wzd-functionaris is vanaf 1 januari 2022 in dienst. De inspectie hoort dat deze samenwerking in de nieuwe opzet nog vorm moet krijgen.

De inspectie hoort van de SO dat er wekelijks een artsenvisite is, en een keer per twee weken een omgangoverleg met de psycholoog.

De SO vertelt dat zij sinds haar komst een schema heeft opgestelde opgesteld voor het MDO. Voor iedere cliënt is een half uur beschikbaar. De inspectie ziet tijdens dit bezoek het schema met de MDO-planning. Voor elke cliënt vindt twee keer per jaar een MDO plaats. Op basis van wijzigingen in de behandeling organiseren zorgverleners en behandelaren een extra MDO. Bij een wijziging is het ook mogelijk dat er een gesprek plaats vindt met het behandelteam en/of de behandelaar. De cliënt (indien mogelijk) en de eerste contactpersoon zijn betrokken bij deze gesprekken.

De psycholoog vertelt tijdens het bezoek dat zij negen uur beschikbaar heeft voor de locatie. Dit vindt zij eigenlijk te weinig. De bestuurder geeft echter aan dat hiervoor 14 uren beschikbaar zijn. Verder geeft de psycholoog aan dat de teamleiders en zorgverleners actief naar de psycholoog toekomen voor een omgangsadvies. De psycholoog is ook bij het MDO. Zij is daar aanwezig als zij een medebehandelaar is van de cliënt. De SO en psycholoog stemmen

regelmatig af, maar hebben hiervoor geen vaste werkafspraken. De inspectie ziet in diverse zorgdossiers dat de SO en psycholoog rapporteren. Ook ziet zij in een ecd dat zij samen op gedragsvisite zijn geweest. De psycholoog vertelt dat het rapporteren door zorgverleners op de omgangsadviezen beter kan.

(18)

Pagina 18 van 23

De evv’ers houden de zorgafspraken en zorgdoelen naar aanleiding van het multidisciplinair overleg bij in het ecd. De teamleiders begeleiden de evv’ers hierin. In de scan van Wol leest de inspectie dat zorgverleners de doelen en zorgafspraken nog niet altijd nakomen.

Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management.

Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgmedewerkers niet altijd kunnen voorkomen.

3.2.2 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis grotendeels aan deze norm.

De inspectie zag tijdens het vorige bezoek bij auditrapporten niet terug op welke manier het Visserhuis de verbeteringen systematisch, volgens een PDCA-cyclus oppakt. Ook zag de inspectie niet altijd terug wat de gewenste uitkomsten zijn, en waar een auditor naar moest kijken.

WOL startte in april 2021 met een kwaliteitsscan. Op basis van deze scan stelde WOL en de bestuurder een plan van aanpak op. Binnen de teams werken

zorgverleners met teamkwaliteitsplannen. Iedere maand voeren zij overleg over dit plan. Aan de hand van de doorgevoerde verbeteringen passen zorgverleners het plan aan. Daarnaast voeren zorgverleners zogenaamde zelfchecks uit. De inspectie ontving van de bestuurder een resultaatsverslag van 26 augustus 2021. De inspectie ziet ook de auditsscans van de twee bezochte woongroepen van september 2021. De audits voerde de coach van WOL uit samen met zorgverleners. De inspectie ziet in deze audits dat het Visserhuis een PDCA- cyclus volgt.

De inspectie ontvangt een aantal overzichten van MIC-meldingen. Het overzicht van het derde kwartaal laat zien dat het Visserhuis meer complexe meldingen analyseert. Dit doen zorgverleners sinds kort met de zogenaamde

Visgraatmethode. Tot nu toe maakte zorgverleners samen met de coach van WOL twee analyses volgens deze methode. De inspectie ziet deze twee analyses waar een aantal basisoorzaken zijn benoemd. Op basis van deze analyses voerde het Visserhuis verbeteringen door. Andere meldingen voeren zorgverleners uit volgens de prismalightmethode. Dit doen zij ook onder leiding van de coach van WOL. Zorgverleners ontwikkelden met elkaar een nieuwe werkinstructie voor het uitvoeren van de dubbele controle

(19)

De inspectie leest dat er verschillende medicatiemeldingen zijn. De inspectie ziet geen analyse naar trends van deze meldingen of een analyse op

organisatieniveau. De behandeling van alle meldingen doet de subcommissie MIC-meldingen. Zorgverleners of andere medewerkers zijn nog niet geschoold in het werken met de ‘Visgraatmethode’. De inspectie ziet in de notulen van de MIC-commissie dat de deelnemers wel de trends bespreken. De teamleiders zijn hier ook bij betrokken.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek aan deze norm.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

(20)

Pagina 20 van 23

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de door het Visserhuis geboden zorg voldoet aan relevante wetten, veldnormen,

professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

(pas de lijst aan al naar gelang wat van toepassing was)

- Gesprekken met een vertegenwoordiger van de cliëntenraad;

- Observatie van elf cliënten op afdeling, zie uitleg over de methode hieronder;

- Gesprekken met vijf uitvoerende medewerkers van afdeling;

- Gesprekken met twee behandelaars;

- Gesprekken met de bestuurder, kwaliteitsmedewerker en hoofd zorg;

- Vier cliëntdossiers van afdeling Levi en afdeling Naftaly;

- Documenten, genoemd in bijlage 2;

- Een rondgang door de afdelingen.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent. De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de

inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en

cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(21)

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short

Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de

Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(22)

Pagina 22 van 23

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

- Overzicht van de zorgprofielen van cliënten van de te bezoeken locatie;

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars op de bezochte locatie;

- Overzicht van ziekteverzuim en personeelsverloop van de te bezoeken locatie van de laatste twaalf maanden;

- Overzicht van scholing in de afgelopen twee jaar aan de medewerkers van deze locatie en de planning voor het lopende jaar;

- Visie en kernwaarden van de zorgaanbieder;

- Visie op persoonsgerichte zorg;

- Kwaliteitsplan (V&V);

- Notulen actielijst MVH teamkwaliteitsplan;

- WOL-audit Levi mr. L.E. Visserhuis;.

- WOL-audit Naphtali mr. L.E. Visserhuis;

- Eten en drinken zelfevaluatie - MIC en MIM zelfevaluatie;

- 2021 gevolgde scholing;

- MIC Q1, Q2, Q3;

- Visgraat analyse Insuline en visgraat analyse sensoren;

- Resultaatsverslag mr. L.E. Visserhuis IGJ rapport Q3;

- Contextvragen op locatieniveau;

- MIC Medicatie over drie kwartalen - Overzicht voorbehouden en risicovolle handelingen;

- Verslagen geneesmiddelen commissie;

- Verslagen MIC-commissie;

- Analyse Wzd Visserhuis 1e helft 2021;

- Schema vergaderingen overzicht;

- Schema opname MDO;

- Teamleidersoverleg verslag.

(23)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels niet aan

Volgens de inspectie voldeed Huize Plantage tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Huize Plantage grotendeels aan deze

Volgens de inspectie voldeed De Wijngaard grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.. Tijdens het vorige bezoek zag de inspectie dat zorgverleners cliënten in

Volgens de inspectie voldeed de locatie Oogstlaan tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet de locatie Oogstlaan aan

Veel cliënten maken gebruik van het meubilair dat Bosch en Duin aanbiedt, maar de inspectie ziet ook een kamer waar de cliënt bijvoorbeeld naar eigen keus gordijnen heeft

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis grotendeels

Volgens de inspectie voldeed Hoeve Loevestein grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Hoeve Loevestein aan

Volgens de inspectie voldeed Multi Care Thuiszorg tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Multi Care Thuiszorg grotendeels aan