• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag, locatie mr. L.E. Visserhuis in Den Haag op 24 november 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag, locatie mr. L.E. Visserhuis in Den Haag op 24 november 2020"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Utrecht, maart 2021 V2026495

(2)

Pagina 2 van 23

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding bezoek 3

1.2 Beschrijving Mr. Visserhuis 3

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz 5

2 Conclusie 7

2.1 Overzicht van de resultaten 7 2.2 Wat gaat goed 7

2.3 Wat kan beter 7 2.4 Wat moet beter 7 2.5 Conclusie bezoek 8

3 Wat zijn de vervolgacties 9

3.1 De vervolgactie die de inspectie van het Mr. Visserhuis verwacht 9 3.2 Vervolgacties van de inspectie 9

4 Resultaten 10

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 10 4.1.1 Resultaten 10

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 12 4.2.1 Resultaten 13

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 17 4.3.1 Resultaten 18

Bijlage 1 Methode 21

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten 23

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 24 november 2020 een aangekondigd bezoek aan Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag, locatie mr. L.E. Visserhuis (hierna: Mr. Visserhuis) in Den Haag.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit. Als de inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te

onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie bezocht het Mr. Visserhuis op 8 maart 2018. Het Mr. Visserhuis voldeed niet aan tien van de dertien getoetste normen op de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid. De inspectie sprak naar aanleiding van de bevindingen met de raad van bestuur van het Mr. Visserhuis. Dit gesprek gaf de inspectie vertrouwen dat het Mr. Visserhuis maatregelen zou nemen om de kwaliteit van zorg te

verbeteren. De inspectie vroeg om een resultaatverslag. Op

3 december 2018 ontving de inspectie dit resultaatverslag. Op basis van de resultaten in het verslag had de inspectie het vertrouwen dat het Mr. Visserhuis (grotendeels) zou gaan voldoen aan de normen.

De inspectie bezoekt het Mr. Visserhuis om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet en regelgeving. Ook kijkt de inspectie of de resultaten uit het resultaatverslag geborgd zijn. De inspectie beoordeelt tijdens dit bezoek alle normen opnieuw.

1.2 Beschrijving Mr. Visserhuis

Het Mr. Visserhuis is een joods woonzorgcentrum in het Benoordenhout in Den Haag, op loopafstand van een winkelcentrum en park Clingendael. Er is een bushalte voor de deur.

Het verpleeghuis bestaat uit zeven woongroepen voor psychogeriatrische bewoners, drie groepen voor zeven cliënten en vier groepen voor zes cliënten.

Elke bewoner beschikt over een eigen kamer met een badkamer. Er is een huiskamer voor zes of zeven bewoners, waar cliënten gezamenlijk koffiedrinken en de maaltijden nuttigen of waar activiteiten plaatsvinden.

De organisatie biedt zorg en behandeling aan intramurale cliënten en zorg aan cliënten in appartementen op basis van een ‘volledig pakket thuis’. De locatie heeft een uitnodigende entree met een restaurant en beschikt over een ruime binnentuin.

(4)

Pagina 4 van 23

In 36 andere appartementen wonen cliënten met een ZZP 1 t/m 6 met een VPT.

Cliënten

Cliënten in het Mr. Visserhuis hebben overwegend een zorgprofiel VV 5 en enkelen een VV 7. In totaal wonen op de woongroepen 43 cliënten met een zorgprofiel VV 5 met behandeling, vier cliënten met een zorgprofiel VV 7, met behandeling, zeven cliënten met een zorgprofiel VV 4 en vier cliënten met een zorgprofiel VV 6.

De cliënten komen uit het hele land. Veel van de cliënten hebben familie die elders in het land of in het buitenland woont.

Personeel

Binnen iedere woongroep werkt in de ochtenddienst een zorgverlener niveau 2, 3 of 4 of een verpleegkundige niveau 4 of 5, aangevuld met een zorgverlener niveau 1. Verspreid over alle woongroepen zijn er altijd minimaal vier zorgverleners niveau 3 of hoger in de dagdienst.

In de middag is er een zorgverlener niveau 3 en/of vrijwilliger of stagiaire

aanwezig. In het Mr. Visserhuis werken 29 medewerkers (20 fte) niveau 1, 22 (19 fte) zorgverleners niveau 2, 26 (18 fte) zorgverleners niveau 3, 10 (7 fte)

verpleegkundigen niveau 4, vijf (4 fte) verpleegkundigen en 2 (0,5 fte)

verpleegkundigen niveau 6. Deze formatie is inclusief de activiteitenbegeleiding.

In de avond werken zestien zorgverleners verspreid over de woongroepen.

Hiervan zijn minimaal drie of vier zorgverleners van niveau 3, 4 of 5. Er is een bereikbare achterwacht niveau 3 of 4. In de nacht werken twee zorgverleners, een niveau 2-plus en een niveau 3.

De dagelijkse leiding is in handen van een hoofd zorg. Naast het hoofd zorg werken twee assistenten hoofd zorg.

Behandelaren

Het Mr. Visserhuis heeft een eigen arts in dienst, die werkt onder supervisie van een Specialist Ouderengeneeskunde (SO) van een externe behandeldienst. Het Mr. Visserhuis huurt een Wzd (Wet zorg en dwang) -arts in van een externe organisatie. Het Mr. Visserhuis huurt ook de bereikbaarheidsdienst, evenals de paramedici, in van een externe behandeldienst.

Identiteit

Het Mr. Visserhuis is er voor joodse ouderen en andere ouderen mits die laatsten de identiteit van het Mr. Visserhuis respecteren. Het Mr. Visserhuis heeft een landelijke functie voor joodse ouderen. Cliënten kunnen koosjer eten (O.R.T.) of in het restaurant "koosjer style" dineren. Er is aandacht voor de speciale joodse feestdagen. Tevens worden er regelmatig ‘sjoel diensten’ gehouden.

Organisatieontwikkeling

Het Mr. Visserhuis vervangt in het eerste kwartaal van 2021 de hele

infrastructuur van de ICT. In januari komt een aanpassing van het elektronisch dossier (ECD) omdat de huidige versie niet langer ondersteund wordt omdat het Mr. Visserhuis zelfstandig doorgaat met het huidige ECD( los van de organisatie waar het Mr. Visserhuis mee samenwerkte). In 2021 zoekt het Mr. Visserhuis een nieuw ECD.

De implementatie van het project voor de persoonsgerichte zorg volgens de presentiebenadering heeft vertraging opgelopen door de coronacrisis.

(5)

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz

Het Mr. Visserhuis heeft de BOPZ-aanmerkingen die tot 1 januari 2020 van toepassing waren, in het openbaar locatieregister ingeschreven als Wet zorg en dwang (Wzd)-accommodaties en locaties.

Het Mr. Visserhuis zegt binnen persoonsgerichte zorg ook aandacht te hebben voor onvrijwillige zorg en/of onvrijwillig verblijf onder de Wzd. De organisatie is bezig met de introductie van leefcirkels en andere domotica om de

bewegingsvrijheid van de cliënten te vergroten.

Het Mr. Visserhuis geeft aan geen problemen te ervaren bij het invullen van de rollen die nodig zijn om het stappenplan te kunnen toepassen. De SO vanuit een externe organisatie vervult de rol van Wzd-functionaris. Het Mr. Visserhuis heeft naast de al in dienst zijnde vertrouwenspersoon een cliëntvertrouwenspersoon aangesteld voor de Wzd. De eerstverantwoordelijk verzorgende (EVV’er) heeft de rol van zorgverantwoordelijke.

Het beleidsplan is in concept gereed. Zorgverleners zijn geschoold met behulp van een klinische les door de psycholoog. Zorgverleners hebben ook een e- learning gevolgd en deze e-learning afgesloten met een toets.

Tussen de Wzd-functionaris en de arts van het Mr. Visserhuis vindt Wzd-overleg plaats. De arts stemt vervolgens zonodig af met de SO (van wie de arts

supervisie ontvangt).

Als een externe deskundige nodig is, regelt het Mr. Visserhuis dit via de externe ingehuurde behandeldienst. Als interne deskundige voor de Wzd functioneert de kwaliteitsfunctionaris.

Corona

Het Mr. Visserhuis heeft niet te maken gehad met besmettingen van COVID-19 van cliënten en/of zorgverleners tijdens de eerste golf dit voorjaar. In deze periode was de benedenverdieping ingericht als cohortafdeling. Hiervan heeft het Mr. Visserhuis geen gebruik hoeven te maken. Vanaf het begin van de eerste golf heeft het Mr. Visserhuis zorgverleners en andere medewerkers verplicht tot het dragen van een mondkapje.

Tijdens deze tweede golf zijn er wel besmettingen van cliënten en zorgverleners.

Deze afdelingen zijn nu nog gesloten. De verwachting is dat deze woongroepen binnen een paar dagen weer open kunnen gaan omdat er geen COVID-19 meer geconstateerd is bij cliënten. Op de afdelingen met besmettingen mogen twee vaste bezoekers per cliënt komen. Zij bezoeken hun familie in beschermende kleding. Zorgverleners geven de bezoekers instructie en zien toe op juist gebruik van de persoonlijke beschermingsmaatregelen (PBM).

De organisatie werkt samen met een externe infectiepreventiedeskundige en de GGD.

Verder is het beleid en de uitvoer van dit beleid afgestemd met de SO van een externe organisatie.

Zorgverleners zijn extra geschoold in het werken met PBM. Het hoofd zorg heeft deze scholing verzorgd. Zij is op haar beurt geschoold door de externe

infectiedeskundige. Deze deskundige heeft ook een check gedaan in de

organisatie op het juiste gebruik van PBM en het juist opslaan en omgaan met desinfecterende middelen.

De monitoring of zorgverleners op de juiste manier omgaan met PBM, vindt plaats door coaching on the job van de assistenten hoofd zorg en het hoofd zorg.

(6)

Pagina 6 van 23

Bestuursgesprek op 12 februari 2021 met de raad van bestuur en de raad van toezicht.

De inspectie besprak het conceptrapport met de raad van bestuur en de raad van toezicht.

Beiden gaven aan zich te herkennen in de bevindingen en teveel te zijn afgegaan op de uitkomsten van externe audits die goede resultaten lieten zien. De

bestuurder vertelde verder dat zij te weinig daadwerkelijk gecontroleerd heeft of de zorg conform de afspraken is geleverd. Zij is teveel afgegaan op wat zij hoorde van zorgverleners en het management.

Deels verklaart de bestuurder dit door de coronacrisis maar zij vindt dit geen excuus.

Raad van toezicht en raad van bestuur presenteren een verbeterplan waarbij zij aangeven strak te gaan sturen op de uitkomsten hiervan. Het Mr. Visserhuis heeft verder een aantal organisatieveranderingen doorgevoerd die moeten bijdragen aan de noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen.

De bestuurder verwacht dat in september 2021 het Mr. Visserhuis (grotendeels) aan de normen voldoet.

De inspectie geeft aan dat zij hoort dat de raad van bestuur en de raad van toezicht reflecteren op hun handelen en de noodzaak zien om op korte termijn zorg te dragen voor een kwaliteitsslag. De inspectie geeft verder aan dat als het Mr. Visserhuis bij een volgend bezoek niet (grotendeels) voldoet aan de normen er handhavingsmaatregelen zullen volgen.

(7)

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Mr. Visserhuis. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaande diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie het

Mr. Visserhuis beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Oordeel Thema 1 Thema 2 Thema 3

voldoet 0 0 1

voldoet grotendeels 1 1 1

voldoet grotendeels niet 0 5 1

voldoet niet 0 0 0

niet getoetst 3 1 0

2.2 Wat gaat goed

Zorgverleners kennen de cliënten en hun behoeften. De inspectie ziet dat het Mr. Visserhuis de zorg verder verbetert met de inzet van Waardigheid en Trots.

Binnen het Mr. Visserhuis is een open cultuur over wat goed gaat en wat beter kan.

2.3 Wat kan beter

Het omgaan in het werken met protocollen kan beter. Dan kunnen cliënten ervan uitgaan dat zorgverleners allemaal op een veilige manier werken.

2.4 Wat moet beter

Het thema sturen op kwaliteit en veiligheid van zorg heeft weliswaar alle

aandacht van het Mr. Visserhuis sinds het vorige bezoek maar hier moet nog een kwaliteitsslag gemaakt worden. Het Mr. Visserhuis moet een duidelijk herkenbare PDCA-cyclus opzetten waarin ook de analyses en verbetermaatregelen vanuit de meldingen een plaats krijgen.

Ook het opzetten, uitvoeren en monitoren van audits vraagt net als tijdens het vorige bezoek, nog aandacht.

Zorgverleners moeten meer aandacht besteden aan het omgaan met onbegrepen gedrag zodat cliënten een bejegening krijgen die helemaal is afgestemd op hun persoonlijke situatie. Het verbeteren van de persoonsgerichte zorg die in gang is

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (4 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (3 normen)

(8)

Pagina 8 van 23

gezet moet verder ontwikkelen. Het effectief scholen van medewerkers is dan ook essentieel in de verbeterslag die het Mr. Visserhuis moet maken. Zorgverleners dienen de professionele afwegingen die zij maken, beter vast te leggen evenals het rapporteren op doelen. Hierdoor verkleinen zij het risico dat cliënten niet de juiste en meest passende zorg krijgen.

Het omgaan met onvrijwillige zorg moet verbeteren. Cliënten moeten erop kunnen rekenen dat zorgverleners en behandelaren onvrijwillige zorg, zeker als er sprake is van dwang, zorgvuldig afwegen. Ook moet het management beter sturen op het omgaan met onbegrepen gedrag en het opvolgen van afspraken door zorgverleners binnen de verschillende teams.

2.5 Conclusie bezoek

Tijdens het vorige bezoek was de bestuurder zich bewust dat het Mr. Visserhuis een slag moest maken als het gaat over persoons- en belevingsgerichte zorg en het sturen op kwaliteit en veiligheid. De inspectie had na het bestuursgesprek en het resultaatsverslag vertrouwen in de aanpak omdat de bestuurder zich bewust was van de tekorten en wist wat er moest gebeuren. Tijdens het tweede

bestuursgesprek van 12 februari 2021 werd duidelijk dat het Mr. Visserhuis zich te veel heeft laten leiden door de positieve uitkomsten van externe audits. De bestuurder en de raad van toezicht geven aan hier nu veel kritischer naar te kijken.

Tijdens dit bezoek voldoet het Mr. Visserhuis (grotendeels) niet aan vijf van de tien getoetste normen (de inspectie kon vanwege de coronacrisis drie van de vorige keer beoordeelde normen niet beoordelen).

De inspectie ziet en hoort dat het Mr. Visserhuis ingezet heeft op het verbeteren van de kwaliteit. Maar dit komt onvoldoende tot uiting in de beoordeling van de normen.

Het ontbreken aan sturing op de verschillen in de teams in het omgaan met onbegrepen gedrag en het opvolgen van de afspraken in het dossier baart de inspectie zorgen.

De inspectie ziet ook dat in het maken van professionele afwegingen, het methodisch werken en het sturen op kwaliteit en veiligheid er onvoldoende adequaat is bijgestuurd. Het ontbreekt bij het Mr. Visserhuis nog steeds aan een samenhangend beleid, actieplan en monitoring volgens een PDCA-cyclus. De inspectie constateert wel dat het Mr. Visserhuis open en transparant is in het delen van informatie en zich lerend opstelt. De inspectie zit dit ook terug in het feit dat het Mr. Visserhuis Waardigheid en Trots op locatie (WOL) inschakelt voor verdere verbeteringen.

Het gesprek met de raad van bestuur en de raad van toezicht laten zien dat het Mr. Visserhuis reflecteert op de bevindingen en zich serieus inzet om

(grotendeels) te gaan voldoen aan de normen. De inspectie heeft er vertrouwen in dat het Mr. Visserhuis met het in gang gezette verbetertraject en de

ondersteuning van WOL in staat zal zijn de noodzakelijke verbeteringen door te voeren en te borgen.

(9)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van het Mr. Visserhuis verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van het Mr. Visserhuis verwacht Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie verwacht dat u uiterlijk op 1 september 2021 (grotendeels) aan de normen voldoet.

De inspectie verwacht dat u verbeteringen doorvoert op de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid.

De inspectie verwacht dat u het verbeterplan zoals gepresenteerd in het

bestuursgesprek van 12 februari 2021 uitvoert en aantoonbaar monitort hoe het verbeterproces verloopt.

Tevens verwacht de inspectie dat na afronding van de kwaliteitsscan door WOL, u de inspectie de resultaten toestuurt.

Tot slot verwacht de inspectie van u een resultaatverslag, uiterlijk 1 september 2021.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie heeft met dit bezoek een beeld gekregen van de kwaliteit en veiligheid bij het Mr. Visserhuis. Zij gaat er vanuit dat de bevindingen uit hoofdstuk 4 voldoende handvatten geven om aan de normen te voldoen. Gezien de geconstateerde risico’s zal een (on)aangekondigd vervolgbezoek plaatsvinden.

(10)

Pagina 10 van 23

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij1 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal? Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldoet het Mr. Visserhuis grotendeels

a

an deze norm.

Het hoofd zorg beheert de wachtlijst en doet de eerste intake met nieuwe

cliënten. Cliënten en/of vertegenwoordigers vullen een vragenlijst in over wensen en behoeften en de levensgeschiedenis. Het is niet altijd mogelijk om met familie en of vertegenwoordigers te overleggen omdat deze elders in het land of in het buitenland wonen. Met behulp van videobellen lukt het nu vaak wel om met vertegenwoordigers te spreken. Om de inspraak zo goed mogelijk te laten

verlopen plant het Mr. Visserhuis bijvoorbeeld gesprekken rondom het tijdstip dat een familielid in Nederland is. In de elektronische cliëntdossiers (ECD) ziet de inspectie in de ‘behoeftebloem’ uitvoerige informatie over de wensen en behoeften van de cliënt. Van de vertegenwoordigers hoort de inspectie dat zij betrokken zijn bij de afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning. De inspectie hoort wel van vertegenwoordigers dat zij niet betrokken zijn bij de besluitvorming over de inzet van vrijheidsbeperking.

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

De norm is niet getoetst.

1 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook ‘zij’.

(11)

De inspectie heeft over deze norm te weinig informatie kunnen verzamelen om de norm zorgvuldig te kunnen te beoordelen omdat observaties niet mogelijk waren tijdens dit bezoek. De bevindingen die wel zijn verzameld, heeft de inspectie hieronder opgenomen.

Elke cliënt heeft een vaste Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (EVV’er). De zorgverleners vertellen dat zij hun cliënten goed kennen. Velen van hen werken al jaren in het Mr. Visserhuis. Zorgverleners vertellen bijzonderheden over hun cliënten en hun levensgeschiedenis.

Van vertegenwoordigers hoort de inspectie dat zorgverleners hun familielid kennen en bijzonderheden over de cliënt weten. Een van de vertegenwoordigers vertelt dat zorgverleners cola en ook drop voor de cliënt halen omdat zij dit lekker vindt. Een andere vertegenwoordiger vertelt dat in het zorgplan dat zij ontvangen heeft herkenbare informatie over haar familielid beschreven staat.

De inspectie vindt informatie over de levensgeschiedenis in de dossiers die zij inziet. De informatie staat wel verspreid over verschillende plaatsen in het dossier. De informatie staat onder de tab levensgeschiedenis, bewoners- karakteristiek alsook op de zogenoemde ‘leefroutekaart’ en onder de

behoeftebloem. Onder deze laatste tab staat de meest uitvoerige informatie over de cliënt samengevat.

Uit een audit blijkt dat de informatie over de levensloop en bewonerskarakteristiek niet in alle dossiers compleet is.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

De norm is niet getoetst.

De inspectie heeft over deze norm te weinig informatie kunnen verzamelen om de norm zorgvuldig te beoordelen omdat observaties niet mogelijk waren tijdens dit bezoek. De bevindingen die wel zijn verzameld, heeft de inspectie hieronder opgenomen.

Het stimuleren van de eigen regie en het persoonsgericht werken heeft na het vorige inspectiebezoek aandacht gehad. Het Mr. Visserhuis heeft er voor gekozen om te werken met de presentiebenadering. Zorgverleners vertellen dat zij nu veel meer aandacht hebben voor de wensen en behoeften en eigen regie van de cliënten. De inspectie hoort dat cliënten in tegenstelling tot het vorige bezoek de mogelijkheid hebben om zelf te kunnen kiezen wat zij willen eten van de

lunchtafel, in plaats van dat zorgverleners hun brood klaarmaken. De inspectie hoort echter ook van een zorgverlener dat dit niet altijd gebeurt.

Een zorgverlener vertelt dat zij iedere dag aan een andere bewoner vraagt wat deze voor extra’s bij de lunch wil hebben; een gebakken ei of een pannenkoek bijvoorbeeld.

Een zorgverlener vertelt over een cliënt die graag erg laat naar bed gaat. Deze wens respecteren zorgverleners.

De inspectie hoort dat nog niet bij alle zorgverleners persoonsgericht werken vanzelfsprekend is. Sommige zorgverleners hebben moeite om hun manier van werken aan te passen aan de nieuwe benaderingswijze, zo hoort de inspectie van verschillende gesprekspartners. Ook hoort de inspectie van verschillende

gesprekspartners dat de presentiescholing nog niet door alle zorgverleners is gevolgd. Door corona zijn sommige scholingen uitgesteld.

(12)

Pagina 12 van 23

Een vertegenwoordiger van een cliënt vertelt dat er bij haar familielid

onvrijwillige zorg plaatsvindt. De zorgverlener heeft de voorgestelde maatregel wel met haar besproken, maar zij is niet betrokken bij de uiteindelijke

besluitvorming. Zij geeft aan dat dit mogelijk komt door de coronacrisis waardoor fysiek overleg op de locatie niet plaats kon vinden. Van een andere

vertegenwoordiger hoort de inspectie dat de cliënt een sensor heeft. Zij kan zich niet herinneren dat zij bij de besluitvorming is betrokken. De zorgverlener heeft haar wel verteld dat de sensor noodzakelijk is.

Uit de audit komt naar voren dat zorgverleners nog kunnen werken aan het stimuleren van de eigen regie.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

De norm is niet getoetst.

De inspectie heeft over deze norm te weinig informatie kunnen verzamelen om de norm te beoordelen omdat observaties niet mogelijk waren tijdens dit bezoek. De bevindingen die zijn verzameld, heeft de inspectie hieronder wel opgenomen.

De inspectie hoort van vertegenwoordigers dat zorgverleners hun familielid met respect bejegenen en geduld hebben met het soms onbegrepen gedrag van hun familielid.

Uit de audit komt naar voren dat zorgverleners liefdevol omgaan met de cliënten.

Verbetering is echter nog mogelijk, zo leest de inspectie in het verslag: er valt winst te behalen op het aankondigen van handelingen door de zorgmedewerkers.

Een voorbeeld is dat een zorgverlener een bewoner de huiskamer binnenbrengt in de rolstoel en aan de tafel zet. De zorgmedewerker loopt meteen weg om een andere bewoner te gaan helpen.

De inspectie leest in dossiers dat zorgverleners schrijven in oordelen, zoals ‘cliënt heeft claimend gedrag’ of ‘mevrouw kan een loopje met je nemen’, in plaats van te beschrijven hoe de cliënt handelt. In een ander dossier leest de inspectie wel waarnemingen. Zoals: ‘mevrouw loopt veel heen en weer’, en ‘mevrouw wil meteen geholpen worden als zij iets vraagt’.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do-Check- Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

(13)

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet het Mr. Visserhuis grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet onvoldoende professionele afwegingen over de ingezette zorg terug in het cliëntdossier. In een cliëntdossier leest de inspectie bijvoorbeeld dat een cliënt minimaal een keer per week moet douchen onder dwang. De inspectie leest dat andere gedragsinterventies geen effect hebben gehad om het verzet tegen het douchen te voorkomen. Welke gedragsinterventies dit zijn geweest en wat de effecten waren, is niet terug te vinden in het cliëntdossier. De interventie die gekozen is, is opgesteld door een psycholoog. De inspectie kan niet terugvinden of een arts betrokken is geweest bij de afwegingen om onder dwang te douchen. In het stappenplan Wzd van het Mr. Visserhuis, leest de inspectie terug dat zorgverleners alternatieven moeten onderzoeken. Dit ziet de inspectie niet terug in de dossiers. Zo zijn er geen aantoonbare afwegingen gemaakt om de cliënt niet te douchen of om te onderzoeken om de cliënt op een andere manier te wassen. De inspectie leest eveneens niet dat deze dwangbehandeling gemeld is bij de inspectie.

Een vertegenwoordiger vertelt dat er bij haar familielid onvrijwillige zorg

plaatsvindt (norm 1.3). De vertegenwoordiger weet niet of bij de besluitvorming en de afwegingen een arts en psycholoog betrokken is geweest. Ook weet zij niet of er alternatieven zijn uitgeprobeerd om de onvrijwillige zorg te voorkomen. Wel is zij geïnformeerd over de onvrijwillige zorg maar niet betrokken bij de

uiteindelijke besluitvorming. Van een andere vertegenwoordiger hoort de inspectie dat deze niet betrokken is bij het besluit tot de inzet van een sensor.

Zorgverleners moeten halfjaarlijks risico-inventarisaties maken. Van een vertegenwoordiger hoort de inspectie dat deze ziet dat in het zorgplan risico’s staan beschreven zoals bijvoorbeeld een risico op vallen. In het verbeterplan naar aanleiding van de audit op de dossiers, leest de inspectie dat dit punt verbetering behoeft.

Bij een andere cliënt die voortdurend gewicht verliest, leest de inspectie dat er wel professionele afwegingen zijn gemaakt. De inspectie leest in het dossier dat het risico op afvallen geaccepteerd is. Zorgverleners stimuleren de cliënt niet meer om te eten. De inspectie leest dat de afwegingen gemaakt zijn met de vertegenwoordiger en de arts.

Van een vertegenwoordiger hoort de inspectie dat bij opname van zijn familielid de voorgeschreven medicatie is afgebouwd. Het verminderen van de medicatie heeft een positief effect op de cliënt. Zij is nu beter aanspreekbaar.

De inspectie hoort dat voor een andere cliënt het consultatiecentrum voor expertise (CCE) is betrokken om het onbegrepen gedrag van een cliënt nader te onderzoeken.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet het

Mr. Visserhuis

grotendeels niet aan deze norm.

(14)

Pagina 14 van 23

Tijdens het vorige bezoek ondersteunde de dossiervoering de zorgverleners onvoldoende in het methodisch werken. De nieuwe versie van het ECD

ondersteunt de zorgverleners echter ook niet bij het methodisch werken. Tijdens de inzage in de dossiers kan de ervaren zorgverlener met wie de inspectie de dossiers inkijkt, met moeite de gevraagde informatie vinden. Zorgverleners moeten op diverse plekken in het dossier informatie verzamelen over de zorg die de cliënt nodig heeft.

De zorgverlener opent veel tabbladen om de informatie te vinden. Zo moet bijvoorbeeld per apart geformuleerd doel het achterliggende tabblad geopend worden. Vervolgens staat de actie bij het doel onder een ander tabblad. Het is niet in een oogopslag te zien wat het zorgplan is of hoe de leefroute van de cliënt eruitziet. Zorgverleners vertellen dat het dossier niet prettig werkt.

De omgangsadviezen voor cliënten kan de inspectie samen met de zorgverlener met moeite vinden in het dossier. Het omgangsadvies is ook niet vertaald naar de leefroute. Zorgverleners rapporteren niet op het omgangsadvies. Zij beschrijven dat een cliënt rustig is, boos of vrolijk. De inspectie leest niet terug hoe de zorgverlener het advies in de praktijk brengt en hoe de cliënt daarop reageert. Ook in de andere dossiers ziet de inspectie dat zorgverleners weinig op gedrag rapporteren. Daarnaast ziet de inspectie geen rapportages terug over welzijn. Rapportages van de

sfeermakers (zo heten de gastvrouwen/heren in de woonkamers) ziet de inspectie niet terug. De inspectie hoort van verschillende gesprekspartners een verschillend antwoord terug of ‘sfeermakers’ moeten rapporteren in het dossier.

Aantoonbare observaties en afwegingen voordat zorgverleners overgaan tot toepassing van onvrijwillige zorg ziet de inspectie ook niet terug in de dossiers.

Uit de eigen interne audit op de dossiers komt ook naar voren dat het methodisch werken moet verbeteren.

De inspectie ziet een cliëntdossier in van een cliënt met lichamelijke klachten. Het is goed te volgen welke acties zorgverleners hebben uitgevoerd. De cliënt bleek besmet met COVID-19. Het zorgproces is navolgbaar vastgelegd in het dossier.

Evaluatieverslagen van multidisciplinaire overleggen (MDO’s) zijn aanwezig in het dossier. De inspectie ziet echter dat niet alle middelen en maatregelen besproken zijn of dat risico’s besproken zijn.

Ten opzichte van het vorige bezoek ziet de inspectie wel dat zorgverleners vaker rapporteren. Sommige rapportages staan volgens de SOAP-methode beschreven, dit gebeurt echter niet consequent.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldoet het

Mr. Visserhuis

grotendeels aan deze norm.

Het persoonsgericht werken heeft de aandacht gehad in de vorm van de introductie van het werken volgens de presentiebenadering. Naast enkele zorgverleners zijn ook sommige andere medewerkers en het management hierin geschoold, voordat Corona kwam. Binnen dit traject is aandacht voor reflectie op het eigen handelen van de zorgverleners. Door corona is dit scholingstraject verder uitgesteld.

Daarnaast vinden bewonersbesprekingen plaats waar zorgverleners casuïstiek met elkaar bespreken. Ook reflecteren zorgverleners dan op hun eigen handelen en de gevolgen hiervan voor de cliënt, zo hoort de inspectie. Deze gesprekken vinden plaats onder begeleiding van de psycholoog, zo hoort de inspectie van verschillende gesprekspartners.

(15)

Binnen het Mr. Visserhuis is er een werkoverleg en een EVV-overleg. Vanwege corona hebben na half maart geen plenaire bijeenkomsten plaatsgevonden. Overleg met zorgmedewerkers vond plaats per team/woongroep door het hoofd zorg en/of assistent hoofd zorg met als onderwerpen corona, maatregelen, regelingen en voortgang algemene zaken. Daarvan is geen verslaglegging.

Van de verslagen die de inspectie inziet van de periode voor de corona gaat het over praktische zaken rondom de uitvoering van de werkzaamheden.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

De norm is niet getoetst.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet

het Mr Visserhuis

grotendeels niet aan deze norm.

Deskundigheid personeel

De inspectie hoort van een zorgverlener dat nog niet alle zorgverleners werken volgens de beoogde presentiebenadering en op een persoonsgerichte wijze met de cliënten omgaan. De inspectie ziet hiervan een voorbeeld terug in het ECD bij een cliënt waarbij in het benaderingsadvies van de psycholoog staat aangegeven dat zorgverleners cliënt rustig moeten benaderen. Bij onbegrepen gedrag leest de inspectie dat deze cliënt ‘krachtig tot de orde’ is geroepen. De rapportage is volgens de SOAP-methode gerapporteerd en onder de P van plan staat dat dit conform het plan is.

Ook hoort de inspectie dat een zorgverlener een handeling doorzet, ook al wil de cliënt dit niet. Cliëntvertegenwoordigers geven ook aan dat zorgverleners

onbegrepen gedrag, zoals boosheid van cliënten, moeilijk vinden om mee om te gaan. De inspectie hoort dat het omgaan met onbegrepen gedrag afhangt van de zorgverlener die op dat moment aanwezig is. De inspectie hoort ook van

vertegenwoordigers dat het personeel betrokken en voorkomend is voor de cliënten.

De inspectie hoort tegelijkertijd ook van een andere zorgverlener dat de

deskundigheid in het persoonsgericht werken wel is toegenomen. Zij dekken nu bijvoorbeeld altijd de tafel en stimuleren de cliënten om zelfstandig te eten. Ook vertelt de zorgverlener dat zij nu soms naast een cliënt gaat zitten en haar hand vasthoudt of de cliënt een koptelefoon geeft met haar favoriete muziek.

In 2019 is het Mr. Visserhuis gestart met het trainen van zorgverleners over de presentie methode. Allereerst zijn twaalf zorgverleners uit alle afdelingen in de organisatie als koplopers geschoold. Daarna was het de bedoeling dat alle teams een scholing zouden krijgen. Stichting Presentie zou zeven leerbijeenkomsten

organiseren voor elke woongroep. Iedere woongroep krijgt ook begeleiding van een coach. Twee vaste teams van twee woongroepen hebben deze scholing nu gevolgd.

(16)

Pagina 16 van 23

Het vervolg kon door de corona niet doorgaan. Het project ‘Persoonsgerichte zorg volgens de presentiebenadering’ loopt door tot en met 2021. Naast de

leerbijeenkomsten persoonsgerichte zorg door de Stichting Presentie is er ook aandacht voor ervaringsleren bij Oudtopia. Hier is mee gestart in 2019. Oudtopia is een simulatietraining into D’mentia. Bij deze vorm van ervaringsleren ervaren zorgmedewerkers wat het hebben van dementie betekent. Zij worden dan op de trainingslocatie als het ware ‘opgenomen’ in een verpleeghuis.

In het vierde kwartaal van 2019 heeft een scholing aan alle zorgmedewerkers en aan de behandelaren plaatsgevonden rondom rapporteren én methodisch werken. Vanaf maart 2020 zijn deze scholingen gestopt in verband met de corona uitbraak.

De inspectie ziet een overzicht over de voorbehouden handelingen. In dit overzicht staat bijvoorbeeld een aantal voorbehouden handelingen van zestien zorgverleners niveau 3. Uit de contextinformatie die de inspectie heeft ontvangen, staat echter dat er 26 niveau 3 zorgverleners zijn. De aantallen voor de andere groepen zorgverleners die scholing hebben gehad voor enkele voorbehouden handelingen, komen ook niet overeen met de aantallen zorgverleners die in dienst zijn.

Voldoende personeel

Na het vorige bezoek heeft het Mr. Visserhuis de formatie op de woongroepen uitgebreid, zodat de hele dag een zorgverlener op de woonkamer is. Tijdens iedere dienst is dit een niveau 2 of 3 ondersteunt door een medewerker niveau 1.

Deze laatste heten bij het Mr. Visserhuis ‘sfeermakers’ en hebben als

belangrijkste taak om activiteiten te doen met de cliënten, zo hoort de inspectie.

De activiteitenbegeleider helpt deze medewerkers bij het organiseren van activiteiten. Zij lezen bijvoorbeeld de krant met de cliënten of spelen een spelletje. Verder is er altijd een niveau 4 of 5 tijdens de dag- en avonddiensten aanwezig.

De inspectie hoort van vertegenwoordigers dat zij de indruk hebben dat er voldoende zorgverleners werken in het Mr. Visserhuis.

De inspectie hoort van zorgverleners dat de werkdruk soms ‘best pittig’ is.

EVV’ers komen niet altijd toe aan hun taken zoals het bijhouden van alle dossiers, zo hoort de inspectie. De inspectie hoort ook terug dat zij deze tijd zelf moeten inplannen en dat deze tijd niet structureel is ingeroosterd. Wel hoort de inspectie dat als EVV’ers vragen om een dag aan dit soort taken te mogen werken, dit mag van de leidinggevende. Tegelijkertijd leest de inspectie bij de analyses van de MIC-meldingen, dat een van de oorzaken van een melding voortkomt uit een tekort aan toezicht op de woonkamer.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Volgens de inspectie voldoet het

Mr. Visserhuis

grotendeels niet aan deze norm.

De kwaliteitsmedewerker vertelt dat zij steeds zorgt voor een update van nieuwe protocollen zoals over de protocollen hygiëne en infectiepreventie. Zorgverleners worden geacht daar kennis van te nemen. De inspectie hoort dat er geen expliciete aandacht is voor de introductie van deze protocollen en het toetsen van de naleving ervan. De inspectie ziet enkele mails die aan zorgverleners zijn gestuurd. Deze gaan over het aantrekken van beschermende kleding in geval van besmettingen en over de bezoekregeling. In het protocol over het aan en uitrekken van beschermende kleding mist informatie over waar zorgverleners deze kleding aan moeten trekken en waar zij deze uit moeten trekken. De inspectie ziet verder protocollen over gebruik van het juiste type mondmaskers, handhygiëne en omgaan met desinfectans en een verwijzing naar diverse websites. Zorgverleners vertellen dat zij collega’s wel

(17)

aanspreken als zij zich niet houden aan de richtlijnen maar dat hierover niets formeel is vastgelegd met betrekking tot de eindverantwoordelijkheid op de woongroepen.

Zorgverleners werken met de Vilans-protocollen. De zorgverleners vertellen waar zij deze kunnen vinden.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet het Mr.

Visserhuis

grotendeels niet aan deze norm.

Het Mr. Visserhuis heeft een arts in dienst die onder supervisie werkt van een SO van een externe organisatie. De dwangbehandeling zoals beschreven onder norm 2.1 is niet gemeld bij de inspectie. Er zijn geen afspraken met de SO of arts wie deze dwangbehandelingen moet melden bij de inspectie.

Het Mr. Visserhuis huurt de Wzd-functionaris in van een externe organisatie. De psycholoog komt eveneens van een externe organisatie. Sinds 1 november 2020 is er een vacature voor een psycholoog ( voor 16 uur bij de externe organisatie waar het Mr. Visserhuis de psycholoog van inhuurt. Op dit moment werkt er tijdelijk een psycholoog van deze externe organisatie bij het Mr. Visserhuis. Zij werkt echter minder uren, en is alleen inzetbaar voor spoedzaken. Door de vacature zijn er in de afgelopen periode ook geen casusbesprekingen geweest, zo hoort de inspectie van de behandelaar. Ook is de psycholoog hierdoor op dit moment niet betrokken bij de MDO’s. De inspectie leest een notitie van april 2020 met adviezen voor zorgverleners van de psycholoog over het omgaan met

cliënten tijdens de coronacrisis. De inspectie heeft geen informatie hoe deze adviezen zijn ingezet op cliëntniveau en wie verantwoordelijk is voor de uitvoer van deze adviezen.

Het is de afspraak in het Mr. Visserhuis dat voor iedere cliënt tweemaal per jaar een MDO plaatsvindt of vaker indien nodig. De inspectie ziet dit terug in een dossier. De inspectie ziet echter ook dat er een MDO geweest is waarbij geen arts en psycholoog betrokken zijn. De bestuurder geeft in reactie op het

conceptrapport aan dat de corona uitbraak hiervan de oorzaak is geweest.

De inspectie hoort van de zorgverlener dat het echter vaker voorkomt dat de arts niet aanwezig is of kan zijn. Zij laat het MDO dan wel doorgaan omdat de familie al bekend is met het tijdstip van het MDO. Van de bestuurder hoort de inspectie dat het bekend is wanneer de arts afwezig is. De inspectie hoort dat de EVV’er alle betrokken disciplines uitnodigt voor het MDO.

Van een vertegenwoordiger hoort de inspectie dat een MDO niet doorging omdat de EVV’er afwezig was, een nieuw MDO is daarna nog niet gepland. Zij geeft aan dat dit mogelijk komt door de coronacrisis.

Alle disciplines die betrokken zijn, kunnen in het ECD rapporteren. Dit hoort de inspectie terug van de gesprekspartners. De inspectie ziet dit wisselend terug.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management.

Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgverleners niet altijd kunnen voorkomen.

(18)

Pagina 18 van 23

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet

het Mr. Visserhuis

grotendeels aan deze norm.

In het resultaatverslag, op de website, in het gesprek met het management en de zorgverleners hoort en ziet de inspectie dat persoonsgerichte zorg veel aandacht krijgt binnen het Mr. Visserhuis. In de visie op de website leest de inspectie ook terug dat integrale en persoonsgerichte zorgverlening centraal staat. Zoals eerder genoemd onder andere normen is er veel aandacht voor scholing over dit

onderwerp. Vergeleken met het vorige bezoek is er nu veel meer kennis over persoonsgerichte zorg binnen alle lagen in de organisatie.

De inspectie hoort en ziet dat het Mr. Visserhuis de veiligheid van de cliënten borgt met betrekking tot het coronavirus. Zo hoort de inspectie dat het Mr.

Visserhuis zorgvuldig omgaat met (mogelijke) coronabesmettingen. De inspectie hoort dit ook van de cliëntenraad. Het Mr. Visserhuis onderneemt direct actie binnen een woongroep, zodra een zorgverlener of cliënt klachten ontwikkelt die mogelijk passen bij het coronavirus. Ook hoort de inspectie dat het Mr. Visserhuis de bezoekregeling flexibel aanpast, naarmate er meer of minder besmettingen zijn in het

Mr. Visserhuis. Ook begrijpt de inspectie uit de gesprekken met het management en de cliëntenraad dat bijvoorbeeld bezoekafspraken in overleg gaan met de cliëntenraad. Ook hoort de inspectie terug dat aanpassen van de bezoekregeling in overleg mogelijk is. Het instrueren van medewerkers in het werken met infectie- en hygiëneprotocollen kan echter beter (zie norm 2.6.).

Van vertegenwoordigers hoort de inspectie dat het Mr. Visserhuis strikt omgaat met de coronamaatregelen, zij vinden het streng maar zeer begrijpelijk.

De inspectie hoort van gesprekspartners dat, ondanks de aandacht voor

persoonsgericht werken, de zorgverleners nog niet altijd volgens deze methodiek werken (zie ook norm 2.5).

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet het

Mr. Visserhuis grotendeels

niet aan deze norm.

In vergelijking met het bezoek van maart 2018 aan het Mr. Visserhuis zet de organisatie zich in om de kwaliteit van de persoonsgerichte zorg te verbeteren.

Het Mr. Visserhuis doet dit onder andere met behulp van een externe organisatie.

Ook werkt het Mr. Visserhuis aan het verbeteren van het methodisch werken.

Het Mr. Visserhuis gebruikt meerdere bronnen om te sturen op de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Dit hoort de inspectie van het management en ziet de inspectie terug in het kwaliteitsplan 2020. Zo zijn er diverse audits, zowel intern als extern. Bij sommige van de audits, zo hoort de inspectie, is een lid van de raad van toezicht ook auditor. De inspectie ziet de uitkomsten van diverse audits in. De inspectie ziet in deze verschillende audits terug dat verbeteracties staan beschreven. De inspectie ziet echter bij auditrapporten niet terug op welke wijze het Mr. Visserhuis de verbeteringen systematisch, volgens een PDCA-cyclus oppakt. Ook ziet de inspectie niet altijd terug wat de gewenste uitkomsten zijn, waar een auditor naar moet kijken. De inspectie leest bijvoorbeeld een

(19)

samenvatting van een audit over het werken met het cliëntdossier. In de audit is gekeken naar de diverse onderdelen van het dossier (zoals indicatie, zorgplan etc.) of deze juist zijn ingevuld. In de audit is geen aandacht besteed aan de samenhang tussen de verschillende onderdelen in het dossier. Zo ziet de inspectie dat er geen aandacht is voor de relatie tussen bijvoorbeeld risicosignaleringen en de zorgdoelen en of de evaluaties zijn uitgevoerd gerelateerd aan het zorgplan. De inspectie leest niet in de audit of de juiste deskundigen zijn betrokken bij de cliënt. Het Mr. Visserhuis benoemt vervolgens verbeterpunten. De verbeterpunten staan niet smart geformuleerd in een PDCA- cyclus. De inspectie hoort van het management dat het hoofd zorg ook

regelmatig dossiers inkijkt om te kijken of de dossiers volledig zijn. Hierover zijn geen rapportages beschikbaar.

Ook voerde het Mr. Visserhuis een onderzoek uit naar de cliënttevredenheid.

De inspectie ziet diverse andere uitgevoerde audits. De inspectie ziet bijvoorbeeld een audit over persoonsgerichte zorg. Deze is uitgevoerd door een externe

organisatie. De audit is uitgevoerd met behulp van observaties en is beschrijvend van aard. Een smart geformuleerd verbeterplan ziet de inspectie niet.

De medicatie-audit van 4 september 2020 op de medicijnwagen laat zien welke punten de aandacht verdienen. Het is niet op te maken op welke punten de audit zich richtte en waarom de audit alleen op dit onderdeel is uitgevoerd. Vervolgens is een plan van aanpak gemaakt met een doorlooptijd tot eind november 2020.

Het plan is niet opgesteld volgens een duidelijke PDCA-cyclus.

Corona

Met betrekking tot het coronabeleid heeft het Mr. Visserhuis deskundigen betrokken. De extern deskundige heeft zorgverleners geïnstrueerd over het werken met protocollen. De inspectie ziet verschillende mails en notities met richtlijnen en instructies. Het ontbreekt aan een samenhangend beleid waarbij scholing van zorgverleners en de monitoring van de uitvoering in de praktijk staan beschreven. De inspectie ziet ook geen evaluatie van het gevoerde beleid tot nu toe.

Het overzicht bevoegd en bekwaam geeft geen duidelijk overzicht van alle zorgverleners met betrekking tot hun bevoegd en bekwaamheden.

Meldingen incidenten

Binnen het Mr. Visserhuis functioneert een geneesmiddelencommissie en een MIC- commissie. Beide commissies analyseren incidenten, ziet de inspectie in de documenten. De MIC-commissie komt vier keer per jaar bij elkaar. De inspectie hoort dat zij met elkaar proberen te komen tot basisoorzaken van meldingen. De inspectie hoort bijvoorbeeld over een incident van een cliënt die veelvuldig valt.

De commissie komt erachter dat de vloer voor het bed van deze cliënt glad was.

Dit is verholpen en zorgverleners hebben het huis gecheckt op gladde vloeren. De inspectie ziet de meldingen in de overzichten beschreven staan met een mogelijk basisoorzaak en de acties. Het ontbreekt aan een analyse naar meerdere

basisoorzaken. Bij medicatie-incidenten staat regelmatig ‘vergeten’. De reden voor vergeten ziet de inspectie niet terug in de analyses. Bij cliënten die vallen, is als actie diverse keren direct een sensor ingezet. Tegelijk ziet de inspectie in een totaaloverzicht ook dat onjuist gebruik van de sensor regelmatig een oorzaak is van het vallen. De oplossing hiervoor, zo leest de inspectie, zoekt het Mr.

Visserhuis nog in het nog op te stellen beleid/gebruiksaanwijzing voor de sensor.

Een analyse ontbreekt.

Bij meerdere agressie-incidenten is geen analyse gemaakt. De actie is meestal de inzet van de psycholoog of analyse medicatie door apotheek.

(20)

Pagina 20 van 23

De zogenoemde subcommissie MIC (een commissie met daarin de

kwaliteitsmedewerker, en twee zorgverleners) bespreekt maandelijks de incidenten (val- geneesmiddelen- en andere) die gemeld zijn. Indien daar aanleiding voor is, bespreekt de subcommissie de incidenten eerder met betrokkenen en/of

leidinggevenden. De inspectie hoort terug van het management dat er op woongroepniveau geen terugkoppeling plaatsvindt over de trends van de MIC- meldingen. Incidenteel koppelt de MIC-commissie wel successen terug. Ook spreekt de MIC-commissie altijd met de melder.

De geneesmiddelencommissie staat stil bij de medicatie-incidenten en maakt ook een analyse van deze incidenten. De inspectie ziet hier overzichten van en acties die zijn ondernomen. De medicatie-incidenten zijn niet geanalyseerd naar basisoorzaken terwijl het incident daar wel aanleiding toe geeft. Bijvoorbeeld bij drie keer achter elkaar dezelfde fout.

De bestuurder heeft tweewekelijks overleg met (para)medici en andere zorgprofessionals. En vindt maandelijks overleg met het MT en de

kwaliteitsfunctionaris plaats. Met deze laatste heeft de bestuurder ook tweewekelijks overleg. De bestuurder heeft ieder kwartaal overleg met de Raad van Toezicht. De kwaliteitsfunctionaris sluit desgewenst aan bij dit overleg.

Het Mr. Visserhuis heeft sinds 2019 ingezet op het versterken en verbeteren van de persoonsgerichte zorg. Door de corona is dit project eerst stil komen te liggen. Het Mr. Visserhuis heeft een kwaliteitsjaarplan voor 2020. In februari 2021 gaat Waardigheid en Trots op locatie van start in het Mr. Visserhuis.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet het

Mr. Visserhuis

aan deze norm.

Het Mr. Visserhuis maakt onderdeel uit van een lerend netwerk, zo hoort en leest de inspectie. Binnen dit netwerk is er een opleidingsschool, met onder andere ook een skills lab. De kwaliteitsfunctionaris overlegt ook met collega’s uit dit netwerk.

De intentie was er om binnen het netwerk audits te gaan doen. Door corona is dit nu uitgesteld. De bestuurder vertelt dat zij onderdeel uitmaakt van een

intervisiegroep met andere bestuurders. Zorgverleners zijn gestart met het project persoonsgerichte zorg. De inspectie ziet dat het Mr. Visserhuis leert van fouten en incidenten en de zorg verder verbetert met de inzet van Waardigheid en Trots (norm 3.2). Management en zorgverleners zijn zich bewust dat er rondom het methodisch werken nog veel winst te behalen valt. De cultuur in het Mr. Visserhuis is open over wat goed gaat en wat beter kan.

(21)

Bijlage 1 Methode

De methode zoals hieronder beschreven heeft de inspectie deels gevolgd in verband met de coronacrisis. De inspectie heeft geen observaties uitgevoerd en geen rondgang uitgevoerd door de locatie.

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde

kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de geboden zorg door het Mr. Visserhuis voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Gesprekken met aantal cliënten van afdeling;

- Gesprekken met vier cliëntvertegenwoordigers van afdeling;

- Gesprekken met twee uitvoerende medewerkers van afdeling;

- Gesprek met behandelaar. De inspectie sprak kort met de psycholoog die sinds een maand in dienst is en oproepbaar is bij complexe situaties.

- Gesprekken met het management(team); de bestuurder, twee assistent hoofden zorg, kwaliteitsfunctionaris;

- Drie cliëntdossiers van afdeling;

- Documenten, genoemd in bijlage 2.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent.

De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en

cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(22)

Pagina 22 van 23

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short

Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de

Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(23)

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten

- EVV-overleg dinsdag 7-1-2020.docx;

- Notulen werkbespreking donderdag 19-12-2019;

- Overleg zorg donderdag 2-1-2020;

- 2020-03-12 bericht van deskundige infectiepreventie;

- 2020-03-12 berichten corona;

- 2020-04-06 adviezen psycholoog;

- 2020-04-06 Coronacrisis adviezen;

- 2020-04-16 aan- en uitkleed instructies;

- 2020-04-16 aan- en uitkleedinstructies pbm, april 2020;

- 2020-04-20 werkinstructie apotheek;

- 2020-07-22 mail bezoekregeling cliëntenraad;

- 2020-07-23 brief familie versoepeling bezoekersregeling juli 2020;

- 2020-08-04 instructie afname test COVID-19 cliënt;

- 2020-08-04 inzet en testbeleid medewerkers RIVM en GGD Haaglanden;

- 2020-08-13 instructie afname techniek;

- 2020-08-22 inzet en testbeleid;

- 2020-10-14 corona vanaf 15-10;

- 2020-10-14 e-mail bericht maatregelen;

- 2020-01-01 scholingsagenda 2020;

- 2020-12-01 MIC-protocol in mazzeltopics;

- 2020-12-01 protocol MIC;

- vragenlijst context locatie;

- 2020-03-16 protocol benodigde materialen;

- 2020-03-16 protocol isolatie bij COVID19 19;

- 2020-06-23 het tweede kwartaal 2020 nieuw juni docx (2);

- 2020-07-09 verslag MIC-commissie;

- 2020-07-14 notulen Geneesmiddelencommissie;

- 2020-10-06 MIC meldingen kwartaal;

- 2020-10-13 implementatie Wzd;

- 2020-10-13 JBC Wzd beleidsnotitie versie 7;

- 2020-10-13 notulen geneesmiddelencommissie;

- 2020-10-13 verslag stuurgroep Wzd;

- 2020-10-28 stappenplan protocol isolatie bij COVID-19;

- 2020-11-01 VBM-overzicht 3e kwartaal 2020 Grafiek;

- MIC MED 2020 2de Kwartaal;

- MIC MED 2020 3E kwartaal MIC-medicijnen;

- Overzicht voorbehouden en risicovolle handelingen 2018;

- 2019-04-28 verslag Mr. Visserhuis Den Haag audit 5-4-19 Definitief;

- 2019-11-07 verslag Audit persoonsgerichte zorg;

- 2020-08-07 dossieraudit mei-juni 2020 samenvatting;

- 2020-08-07 verbeterplan na dossieraudit en individuele training EVV Mr. Visserhuis;

- 2020-09-04 audit medicijn wagens;

- 2020-10-12 plan van aanpak audit medicijn wagens;

- 2020-11-24 auditschema 2020.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners. Volgens de inspectie voldoet Evita Zorg aan deze norm.

Het bestuur heeft ten doel het vermogen aan te wenden voor het doen van uitkeringen in geld aan instellingen die het algemeen nut beogen. Daartoe wordt door het bestuur minimaal

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.. De zorgverleners geven aan dat geen van de cliënten specifieke behoeften en/of

De inspectie hoort dat dit aantal bewust is verminderd zodat de manager thuiszorg meer tijd heeft voor het opbouwen van netwerken, onder andere in de wijk Bouwlust &

Volgens de inspectie voldeed het Visserhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet het Visserhuis grotendeels niet aan

De Raad van Toezicht van Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag heeft de jaarrekening 2020 goedgekeurd in de vergadering van 10 mei

De activiteiten worden met ingang van voornoemde datum / respectievelijk eerdere datum gedreven voor rekening en risico van de besloten vennootschap Stichting Blijf Vrouw...

Veel cliënten maken gebruik van het meubilair dat Bosch en Duin aanbiedt, maar de inspectie ziet ook een kamer waar de cliënt bijvoorbeeld naar eigen keus gordijnen heeft