• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg De Goede Hoop in Den Haag op 20 november 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg De Goede Hoop in Den Haag op 20 november 2020"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg De Goede Hoop in Den Haag op 20 november 2020

Utrecht, december 2020 V2026107

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 3 1.2 Onderzoeksmethode 3

1.3 Aanleiding bezoek 3

1.4 Schets thuiszorgorganisatie 4

2 Conclusie 6

2.1 Wat moet beter 6 2.2 Conclusie bezoek 6

3 Wat zijn de vervolgacties 7

3.1 De vervolgactie die de inspectie van De Goede Hoop verwacht 7 3.2 Vervolgacties van de inspectie 7

4 Resultaten 8

4.1 Thema 1 – cliënt centraal 8 4.2 Thema 2 – integrale zorg 10 4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis 11

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 13 4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit 15

Bijlage Geraadpleegde documenten 18

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 20 november 2020 een

aangekondigd bezoek gebracht aan Thuiszorg De Goede Hoop (hierna: De Goede Hoop) te Den Haag.

Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die De Goede Hoop levert aan cliënten thuis.

In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen van De Goede Hoop worden verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument gebaseerd op het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’1.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. cliënt centraal 2. integrale zorg 3. veilige zorg thuis

4. professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. sturen op kwaliteit.

Het inspectiebezoek was van tevoren aangekondigd en bestond uit de volgende onderdelen:

- gesprek met de bestuurder;

- gesprek met het zorgteam;

- gesprekken met cliënten (en hun mantelzorgers) en inzage zorgdossiers;

- terugkoppeling van de bevindingen door de inspectie.

De inspectie sprak op 26 november 2020 telefonisch met de wijkverpleegkundige.

1.3 Aanleiding bezoek

Aanleiding voor het inspectiebezoek aan deze locatie is dat de inspectie een beeld wil vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving. De inspectie bezocht De Goede Hoop eerder op 1 april 2019 om de (basis)randvoorwaarden voor veilige en goede zorg te toetsen. Bij dit bezoek voldeden tien van de vijftien

getoetste normen (grotendeels) niet. De inspectie verzocht De Goede Hoop te voldoen aan alle randvoorwaarden en de inspectie hierover te informeren en

documenten toe te sturen. Ondanks een herhaald verzoek ontving de inspectie geen reactie van De Goede Hoop.

1 Het toetsingskader staat op www.igj.nl.

(4)

1.4 Schets thuiszorgorganisatie

Thuiszorg De Goede Hoop is opgericht op 1 augustus 2018 en staat in de Kamer van Koophandel (KvK) geregistreerd onder nummer 72264896. In september 2018 startte De Goede Hoop de zorgverlening.

In de KvK staat een rechtspersoon als bestuurder, de holding Zorg De Goede Hoop B.V.

De bestuurder van Zorg De Goede Hoop is een natuurlijk persoon en tevens enig aandeelhouder van de B.V. De dagelijkse leiding is in handen van de bestuurder. De bestuurder heeft geen zorgachtergrond.

In de KvK is te zien dat op het adres van De Goede Hoop nog een organisatie ingeschreven staat, namelijk Rochayda Care, een eenmanszaak opgericht op 23 juni 2020. Volgens de KvK levert deze eenmanszaak thuiszorg. De bestuurder is voornemens te stoppen met De Goede Hoop, omdat hij De Goede Hoop is gestart samen met een andere bestuurder. De andere bestuurder is uit de organisatie gestapt.

De huidige bestuurder wil voor zichzelf een organisatie starten en niet doorgaan in deze organisatie die hij met een ander heeft opgericht. De bestuurder licht toe dat hij van plan is om vanaf 1 januari 2021 vanuit Rochayda Care zorg te gaan leveren. De bestuurder is voornemens per 1 januari 2021 te stoppen met het leveren van zorg vanuit De Goede Hoop. De cliënten van De Goede Hoop zullen ondergebracht worden bij Rochayda Care.

De Goede Hoop biedt zorg in Den Haag. Volgens de KvK levert Thuiszorg De Goede Hoop ‘Thuiszorg’, met daarbij de toelichting ‘het verlenen van zorg aan ouderen (thuiszorg)’. De Goede Hoop heeft een WTZi-toelating voor de functies verpleging, persoonlijke verzorging en begeleiding.

De Goede Hoop heeft volgens de bestuurder geen intern toezichthouder (raad van toezicht of raad van commissarissen). De bestuurder vertelt dat er bij de oprichting een commissaris was. In de KvK-gegevens, geraadpleegd op 29 november 2020, staat dat de commissaris 29 maart 2019 uit functie getreden is. De commissaris is vanwege drukke werkzaamheden gestopt. Daarna is geen nieuwe toezichthouder/commissaris aangetreden. De Goede Hoop heeft geen cliëntenraad.

De Goede Hoop heeft geen contracten met de zorgverzekeraars. De Goede Hoop werkt niet als hoofd- of onderaannemer. Voorafgaand aan het inspectiebezoek ontvangt de inspectie een overzicht van cliënten. Hierop staat vermeld dat De Goede Hoop aan vier cliënten niet-gecontracteerde zorg levert op basis van de zorgverzekeringswet (Zvw). De zorgverlening betreft persoonlijke verzorging en verpleegzorg. Deze zorg declareert De Goede Hoop namens cliënten bij de

zorgverzekering. De Goede Hoop levert ten tijde van het bezoek geen zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) en geen hulp op basis van de Wet

maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De vier cliënten die zorg ontvangen van De Goede Hoop zijn geboren in respectievelijk 1947,1963, 1971 en 1980.

Voorafgaand aan het toezichtbezoek ontvangt de inspectie een overzicht van het aantal zorgverleners van De Goede Hoop. Op het overzicht is te zien dat De Goede Hoop in totaal vier medewerkers inzet, één verzorgende IG niveau 3, één helpende in opleiding tot verzorgende IG niveau 3, één stagiaire in opleiding voor

verzorgende IG niveau 3 en één wijkverpleegkundige hbo-v niveau 6. Op het overzicht staat dat de wijkverpleegkundige ‘enkel indiceerder’ is. De

wijkverpleegkundige en verzorgende IG zijn als zzp’er betrokken bij De Goede Hoop.

Regelmatig huurt De Goede Hoop van een andere zorgaanbieder een stagiaire in opleiding voor niveau 3 in. De verzorgende IG die als zzp’er betrokken is bij De Goede Hoop begeleidt tevens deze stagiaire.

(5)

COVID-19

De Goede Hoop heeft tot nu toe geen besmettingen van cliënten of zorgverleners gehad. Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn er voldoende. De organisatie heeft geen protocollen, maar heeft de zorgverleners mondeling geïnformeerd.

(6)

2 Conclusie

In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de door De Goede Hoop geleverde thuiszorg beoordeelt. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Wat moet beter

De cliënten moeten zorg krijgen die aansluit bij de actuele zorgbehoeften. De

zorgverleners moeten de wensen, behoeften en de risico’s van de cliënt vastleggen in het cliëntdossier. Ook moeten de zorgverleners meer aandacht besteden aan de mantelzorgers en eventuele overbelasting.

De zorgverleners moeten op een methodische wijze in het cliëntdossier werken. De Goede Hoop moet zorgen dat de zorgplannen actueel zijn en deze tijdig evalueren. De afspraken die zorgverleners maken met de cliënt moeten zorgverleners nakomen.

De cliënten moeten op een veilige manier medicatie krijgen. Hierbij moet De Goede Hoop ervoor zorgen dat zorgverleners medicatie toedienen en aanreiken volgens de Veilige Principes in de Medicatieketen.

De cliënten moeten kunnen rekenen op goede en veilige zorg. De Goede Hoop moet de kwaliteit van zorg systematisch bewaken, beheersen en verbeteren. Ook moeten de zorgverleners incidenten melden en hiervan leren. De Goede Hoop moet zorgen voor de analyse van meldingen. Ook moet De Goede Hoop passende verbeteringen doorvoeren naar aanleiding van de meldingen. De Goede Hoop dient te zorgen voor een ordelijke administratie en bedrijfsvoering.

De Goede Hoop moet zorgen dat de inzet van zorgverleners past bij de zorgvraag van de cliënten. Bevoegde en bekwame zorgverleners moeten de zorg verlenen. Cliënten moeten erop kunnen rekenen dat een wijkverpleegkundige de zorg indiceert en herindiceert. De Goede Hoop moet zorgen dat zij een wijkverpleegkundige hiervoor betrekt. Deze wijkverpleegkundige moet de rol als kwaliteitsbevorderaar binnen De Goede Hoop op zich nemen.

2.2 Conclusie bezoek

Op basis van de bevindingen concludeert de inspectie dat de kwaliteit en veiligheid van zorg (grotendeels) niet voldoet. Van de vijftien getoetste normen voldoen acht normen niet en zeven normen grotendeels niet. De normen betreffen alle thema’s.

De Goede Hoop monitort en stuurt onvoldoende op de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De inspectie is van mening dat De Goede Hoop tijdens het doorlopen van het inspectietraject onvoldoende inzicht, urgentiebesef en organiserend vermogen heeft laten zien. De geconstateerde normafwijkingen laten zien dat de kwaliteit en

veiligheid van zorg onvoldoende is geborgd. Naar aanleiding van het toezichttraject heeft de inspectie onvoldoende vertrouwen in de verbeterkracht van De Goede Hoop.

(7)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van De Goede Hoop verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van De Goede Hoop verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat De Goede Hoop binnen 1 maand na het vaststellen van het rapport voldoet uiterlijk op 28 januari 2021 aan de volgende normen:

- norm 2.2 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt;

- norm 2.3 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties;

- norm 3.3 De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt;

- norm 4.1 De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie;

- norm 4.2. De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

De inspectie verwacht dat de zorgaanbieder binnen zes maanden op alle onderdelen zodanig verbetert dat deze aan de normen voldoen.

Daarnaast verwacht de inspectie dat de bestuurder de inspectie informeert wanneer de bestuurder wijzigingen doorvoert in de organisatie, zoals het starten met de zorgverlening bij Rochayda Care of wanneer de bestuurder stopt met zorg verlenen vanuit De Goede Hoop.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

Op basis van de bevindingen en bovenstaande conclusie zal de inspectie opnieuw een bezoek brengen aan uw organisatie. De inspectie verwacht dat de zorgaanbieder voldoet aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader. Het kan zijn dat de inspectie tijdens een volgend bezoek andere normen toetst.

(8)

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema 1 – cliënt centraal

De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.

Norm 1.1

De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.

De zorgverleners geven aan dat geen van de cliënten specifieke behoeften en/of wensen hebben. De inspectie ziet vier papieren zorgdossiers in. Een van de

zorgdossiers bevat geen risicosignalering en het zorgplan ontbreekt in dit dossier. In de andere papieren zorgdossiers ziet de inspectie actuele ingevulde

risicosignaleringen. De inspectie ziet bijvoorbeeld dat een cliënt risico’s heeft op ondervoeding, eenzaamheid, pijn en vallen. In het zorgplan zijn de risico’s pijn, ondervoeding en vallen opgenomen. In het zorgplan zijn geen doelen opgenomen met betrekking tot eenzaamheid.

Eén cliënt geeft aan depressief te zijn en hiervoor medicatie te gebruiken. De inspectie ziet niet terug in het zorgdossier of in de rapportage of en hoe de zorgverleners hier aandacht voor hebben.

Norm 1.2

De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.

Het is voor de cliënten niet inzichtelijk hoe laat en welke zorgverleners de zorg gaan leveren. De Goede Hoop heeft dit niet inzichtelijk gemaakt door bijvoorbeeld het gebruik van een rooster. De tijden voor het verlenen van zorg bij de cliënten van De Goede Hoop worden bepaald door de roosters van de zzp’ers bij andere

zorgaanbieders waar zij werken. De zorgverleners gaan langs tussen 08.00 uur en 11.00 uur. De zorgverleners vertellen dat zij dit ook aan de cliënten hebben aangegeven. De cliënten die de inspectie spreekt geven aan dat de zorgverleners altijd rond hetzelfde tijdstip langskomen. De zorgverleners regelen onderling via de telefoon en WhatsApp wie en hoe laat ze naar de cliënten gaan.

(9)

De zorgverleners vertellen met de tijden te schuiven, als bijvoorbeeld één van de cliënten naar het ziekenhuis moet. De cliënten worden allemaal voor 11.00 uur geholpen, geven de zorgverleners aan. De cliënten geven aan tevreden te zijn over de tijden waarop de zorgverleners langskomen. Zo nodig zet De Goede Hoop een stagiaire in van een andere zorgaanbieder, zie ook norm 5.2. De cliënten noemen deze stagiaire niet als zorgverlener die bij hen langskomt.

De zorgverleners leggen niet vast wanneer en hoelang zij bij een cliënt geweest zijn.

De bestuurder en de zorgverleners kunnen geen verantwoording van de uren laten zien. De bestuurder geeft aan geen zicht te hebben op het aantal geleverde uren.

Hij vertelt dat de uren zoals deze geïndiceerd zijn en in het zorgplan staan, verdeeld zijn over twee of drie zorgmomenten, zie norm 5.2. Zorgverleners verantwoorden het leveren van de zorg door te rapporteren en te paraferen in het zorgdossier. In één van de zorgdossiers ziet de inspectie geen parafen staan. Het is niet inzichtelijk welke zorgverleners de zorg hebben geleverd.

De zorgverleners geven aan dat de wijkverpleegkundige hen heeft gewezen op de zelfredzaamheid van de cliënten. Zo hebben zij nu meer aandacht voor de

zelfredzaamheid van de cliënten door bijvoorbeeld de cliënt zelf zijn of haar bovenlijf te laten wassen.

De cliënten krijgen zorg van een klein, vast team. Bij een cliënt die de Nederlandse taal niet beheerst, zet De Goede Hoop, als de planning dat toelaat, zorgverleners in die haar taal spreken. Het komt ook voor dat De Goede Hoop zorgverleners inzet die haar taal niet spreken. De cliënten geven aan dat dit voorkomt. Ook geven ze aan dan contact op te kunnen nemen met zorgverleners die haar taal wel spreken om te vertalen.

Norm 1.3

De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.

Cliënten kunnen eventueel inkijken in het elektronisch cliëntdossier (ECD), maar geen van de cliënten maakt hiervan gebruik. De bestuurder vertelt dat het papieren zorgdossier bij de cliënt thuis ligt. Cliënten beheersen niet allemaal de Nederlandse taal. De inspectie ziet geen aangepaste of vertaalde informatie in het papieren zorgdossier. De cliënten geven aan dat de zorgdossiers Nederlands zijn en daarom er niet in te kijken.

De zorgverleners vertellen dat er een evaluatie van de zorgplannen plaatsvindt. Dit gebeurt volgens de zorgverleners eens in de zes maanden. Deze evaluatie is niet vastgelegd. Het is hierdoor niet navolgbaar wie aanwezig zijn bij de evaluatie en of de cliënten inspraak hebben.

In het papieren zorgdossier ziet de inspectie een klachtenreglement van

9 september 2018. Hierin verwijst de bestuurder de cliënt naar Klachten Portaal Zorg. Tijdens het inspectiebezoek ontvangt de inspectie documenten, waaronder een klachtenreglement met een versiedatum van 12 mei 2019. Deze versie ziet de inspectie niet in het zorgdossier.

In het klachtenreglement van 12 mei 2019 verwijst de bestuurder de cliënt bij een geschil naar Stichting Zorggeschil, waar De Goede Hoop via de branchevereniging Zorgthuis.nl aan aangesloten is. De inspectie ziet op de website van Zorgthuis.nl niet dat De Goede Hoop hierbij aangesloten is.

(10)

4.2 Thema 2 – integrale zorg

De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.

Norm 2.1

De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

De norm is niet getoetst.

In het gesprek met de wijkverpleegkundige hoort de inspectie dat zij bij de cliënten die zij indiceerde het sociale netwerk in kaart brengt. De zorgverleners vertellen ook dat er geen of weinig mantelzorgers betrokken zijn.

Norm 2.2

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop niet aan deze norm.

De Goede Hoop werkt zowel met een ECD als met een papieren cliëntdossier. In de vier ECD’s ziet de inspectie van drie cliënten een zorgplan en van één cliënt niet.

Ook in het papieren cliëntdossier ontbreekt van die laatste cliënt het zorgplan. In het ECD staat het aantal geïndiceerde uren vermeld. Het ECD gebruikt de

bestuurder voor de declaratie van de zorg. Zorgverleners kunnen niet allemaal in het ECD.

De rapportages doen de zorgverleners alleen in het papieren dossier. De bestuurder vertelt dat de zorgverleners na ieder zorgmoment moeten rapporteren en de

bijzonderheden erbij moeten vermelden. De zorgverleners rapporteren alleen taakgericht. In de papieren rapportage leest de inspectie rapportages zoals ‘ADL- dhr. gedoucht geholpen bij kleden’ en ‘mevr. kreeg de nodige avondzorg.’ Van één cliënt ziet de inspectie de rapportages tot en met 7 oktober 2019. Na deze datum ontbreken de rapportages.

De inspectie leest geen opvolging van zorgdoelen. Zo leest de inspectie een zorgdoel

‘mw laat binnen drie maanden zien structuur te hebben gecreëerd met betrekking tot het innemen van medicatie middels het inzetten van de juiste hulpmiddel’. In de rapportage en in het zorgplan leest de inspectie niet of dit doel inmiddels bereikt is.

Ook leest de inspectie geen rapportages op de andere twee zorgdoelen van de cliënt.

Bij een cliënt moet dagelijks de pijnscore afgenomen worden. In de rapportages leest de inspectie niet dat dit is gebeurd. In een ander zorgplan leest de inspectie als doel: ‘dhr. laat zien dat er binnen zes maanden sprake is van gewichtstoename’.

Zorgverleners rapporteren niet op dit doel en wegen de cliënt niet standaard om te monitoren of de cliënt in gewicht toeneemt.

De inspectie ziet zowel in de papieren cliëntdossiers als in het ECD geen evaluaties van de zorgplannen en zorgdoelen terug. De zorgverlener geeft aan dat er na drie maanden een evaluatie heeft plaatsgevonden door de zorgverlener niveau 3, maar deze evaluatie is niet vastgelegd. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners zorgdoelen niet aanpassen, nadat deze zorgdoelen wijzigen. Zo vertelt een zorgverlener dat zorgverleners bij een cliënt nu wel medicatie toedienen. Deze aanpassing is niet in het zorgplan gedaan.

(11)

Een zorgverlener vertelt dat zorgverleners onderling de planning afstemmen. Ook vertellen zorgverleners dat zij op informele momenten de zorg voor de cliënten met elkaar afstemmen. Dit leggen zij niet vast.

Norm 2.3

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop niet aan deze norm.

In het zorgplan leest de inspectie welke disciplines betrokken zijn. Welke specialist betrokken is, staat niet vermeld. Afstemming met specialisten of andere

zorgverleners vindt niet plaats. De inspectie leest bijvoorbeeld in een zorgplan dat een fysiotherapeut en een ergotherapeut ingeschakeld moeten worden. Het is in de rapportages niet navolgbaar of dit heeft plaatsgevonden. De zorgverlener geeft aan hierop geen zicht te hebben.

De bestuurder geeft aan nauw samen te werken met andere Haagse

thuiszorgaanbieders. Daarbij raadpleegt hij andere wijkverpleegkundigen van die zorgaanbieders ad hoc voor advies omtrent de zorg. De bestuurder heeft geen notulen van deze overleggen.

De Goede Hoop zet geen externe expertise in met betrekking tot infectiepreventie voor de coronamaatregelen die zij treft. De bestuurder geeft aan dat de

wijkverpleegkundige daar wel bij betrokken is. De wijkverpleegkundige geeft aan alleen te indiceren en verder geen betrokkenheid te hebben, bijvoorbeeld als het gaat om advisering rondom infectiepreventie t.a.v. COVID-19.

4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis

De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.

Norm 3.1

De wijkverpleging signaleert tijdig risico’s in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico’s met de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.

Zorgverleners geven aan de risico’s in de woonomgeving te bespreken tijdens de intake. De inspectie ziet dit in een van de cliëntdossiers terug. Afhankelijk van deze risico’s vinden er aanpassingen in de woning plaats, bijvoorbeeld in de badkamer. In het cliëntdossier is niet navolgbaar welke aanpassingen er hebben plaatsgevonden op basis van risico’s.

De bestuurder en de zorgverleners geven aan geen onvrijwillige zorg toe te passen.

Dit is niet vastgelegd in de in- en exclusiecriteria.

Norm 3.2

De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegkundige handelingen die ze uitvoert.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.

Een zorgverlener vertelt dat zij bevoegd en bekwaam is voor het uitvoeren van voorbehouden en risicovolle handelingen.

(12)

De inspectie ontvangt een certificaat van de verzorgende IG, van een deelname aan een nascholing over voorbehouden en risicovolle handelingen. Bij het certificaat laat de zorgverlener een overzicht zien van de kennistoetsen en tot wanneer behaalde handelingen geldig zijn. De stagiaires leren de handelingen in de opleiding. De Goede Hoop faciliteert niet dat toetsingen plaatsvinden en houdt zelf niet bij welke zorgverleners waarvoor en tot wanneer bevoegd en bekwaam zijn.

Zorgverleners vertellen dat zij gebruik maken van zorgprotocollen van Vilans. In het papieren zorgdossier zijn geen uitgeprinte versies van zorgprotocollen beschikbaar.

De inspectie ziet in zowel de papieren als de elektronische cliëntdossiers geen uitvoeringsverzoeken voor de voorbehouden handeling. De inspectie hoort van een zorgverlener dat De Goede Hoop nu geen cliënten heeft bij wie zij voorbehouden en risicovolle handelingen uitvoeren. De inspectie ziet in de zorgdossiers niet dat er voorbehouden en risicovolle handelingen plaatsvinden. De bestuurder vertelt dat bij een cliënt de insuline net gestopt is. Hiervoor declareert De Goede Hoop twee uur verpleegkundige zorg. De inspectie ziet in het cliëntdossier en in rapportages die beschikbaar zijn geen informatie over het toedienen van insuline.

Norm 3.3

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop niet aan deze norm.

De Goede Hoop heeft een handboek medicatie. In het gesprek met de zorgverleners van De Goede Hoop hoort de inspectie echter dat er geen medicatiebeleid is dat is toegepast op de eigen situatie. Zorgverleners zijn niet bekend met een beleid, protocollen of werkinstructies specifiek van De Goede Hoop.

De zorgverleners vertellen dat zij bij één cliënt medicatie aanreiken. In het zorgdossier van deze cliënt ziet de inspectie geen actuele medicatielijsten of toedienlijsten. In een ander zorgplan van een cliënt staat dat zorgverleners medicatie aanreiken volgens voorschrift. In het betreffende zorgdoel staat dat de zorgverleners moeten aanreiken en aftekenen op de toedienlijst. De inspectie ziet geen toedienlijst en geen actueel medicatieoverzicht. Daarnaast ziet de inspectie ook geen rapportages over het aanreiken van de medicatie. De zorgverlener geeft aan niet te weten dat dit als doel was opgenomen in het zorgplan.

In het medicatieprotocol staat niet beschreven welke afspraken De Goede Hoop heeft gemaakt over het uitvoeren van de dubbele controle op risicovolle medicatie.

Norm 3.4

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop niet aan deze norm.

De ‘Leidraad Veilige Zorgrelatie’ kennen de zorgverleners niet. De Goede Hoop heeft geen document waarin beschreven staat hoe De Goede Hoop de Leidraad vertaalt naar de eigen situatie.

De zorgverleners vertellen dat ze weten dat er een meldcode huiselijk geweld bestaat, maar kennen het document van Thuiszorg De Goede Hoop niet. De gesprekspartners beschrijven niet de procedure zoals deze beschreven staat in de werkinstructie ‘Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling’.

(13)

De gesprekspartners vertellen dat de documenten niet in een teamoverleg aan de orde zijn gekomen.

Norm 3.5

De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige/verplichte zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige/verplichte zorg zorgvuldig en veilig uit.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.

De Goede Hoop levert volgens de bestuurder en zorgverleners geen onvrijwillige zorg. Dit is echter niet vastgelegd in de in- en exclusiecriteria. De inspectie ziet niet terug in de dossiers dat deze onvrijwillige zorg geleverd wordt.

De Wet zorg en dwang (Wzd) is niet ingevoerd in de organisatie. Wel leest de inspectie een protocol Vrijheidsbeperkende maatregelen van 8 mei 2019. Hierin staat dat De Goede Hoop alleen in uitzonderingen een vrijheidsbeperkende

maatregel inzet. Hoe De Goede Hoop exact omgaat in een specifieke situatie of wat de uitzonderingen zijn, staat niet beschreven. De verantwoordelijkheden en het toepassen van het stappenplan, de vereiste disciplines, inclusief het uitvoeren van evaluaties staan eveneens niet beschreven.

De zorgverleners hebben geen scholing gehad op het gebied van onvrijwillige zorg.

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

Norm 4.1 2

De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop niet aan deze norm.

De wijkverpleegkundige bij De Goede Hoop werkt op zzp-basis. In het gesprek met de wijkverpleegkundige hoort de inspectie dat zij drie cliënten van De Goede Hoop geïndiceerd heeft. De inspectie ziet dat van deze cliënten de zorgplannen

geaccordeerd zijn door de wijkverpleegkundige.

De wijkverpleegkundige vertelt, buiten het stellen van de indicatie bij de drie cliënten, niet te werken bij De Goede Hoop. Zij vertelt ook niet betrokken te zijn geweest bij indicatiestelling van andere of eventuele nieuwe cliënten.

Het vierde dossier was niet beschikbaar tijdens het bezoek. Desgevraagd stuurt de bestuurder dit cliëntdossier na. In het cliëntdossier ziet de inspectie een

zorgovereenkomst tussen De Goede Hoop en de cliënt. Hierin staat dat de zorgverlening start op 10 september 2018. De inspectie ziet bij de overeenkomst een indicatiestellingformulier. De indicatie is gesteld door een wijkverpleegkundige van een andere thuiszorgorganisatie. Deze indicatie loopt van 15 januari 2018 tot en met 15 januari 2019. Het formulier is op 24 januari 2018 ondertekend. Op dit

formulier leest de inspectie tevens dat cliënt heeft besproken om de zorg in te kopen bij de thuiszorgorganisatie waar de wijkverpleegkundige aan verbonden is. De Goede Hoop wordt op dit formulier niet genoemd. De bestuurder bevestigt tijdens het inspectiebezoek dat voor deze cliënt er geen nieuwe indicatie is gesteld.

2 Norm 4.1 geldt niet voor cliënten die thuis Wlz-zorg ontvangen en vallen onder het addendum bij het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.

(14)

Bij tussentijdse bijstelling van de zorgplannen en vraag om herindicering verwacht de wijkverpleegkundige dat de zorgverleners haar informeren. De

wijkverpleegkundige vertelt dat ze mag vertrouwen op de expertise van de zorgverleners. In het afgelopen half jaar is de wijkverpleegkundige niet

geïnformeerd over benodigde wijzigingen. De zorgverleners geven aan een wijziging bij een cliënt door te hebben gegeven aan de wijkverpleegkundige. De

wijkverpleegkundige is echter niet betrokken bij deze cliënt.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij bij het indiceren bij de twee cliënten op bezoek is geweest. Ze brengt tijdens dit bezoek de zorgbehoefte in kaart. Daarnaast brengt ze het sociale netwerk en de woonsituatie in kaart. Ook bepaalt zij de BEM (Beoordeling Eigen beheer van Medicatie).

In twee zorgdossiers ziet de inspectie dat binnenkort de evaluatie en herindicatie moet plaatsvinden. De bestuurder vertelt dat de wijkverpleegkundige dit gaat doen.

Maar hij vertelt ook dat door persoonlijke omstandigheden de wijkverpleegkundige niet kan werken voor De Goede Hoop. De wijkverpleegkundige bevestigt dit. De bestuurder heeft nog geen afspraken gemaakt over herindiceren en heeft ook nog geen andere wijkverpleegkundige benaderd.

De gesprekspartners die de inspectie gesproken heeft geven een andere beschikbaarheid en inzet van de wijkverpleegkundige aan. De zorgverleners vertellen dat de wijkverpleegkundige regelmatig op kantoor komt. De bestuurder bespreekt dan cliëntsituaties met de wijkverpleegkundige. De inspectie ziet geen verslagen of aantekeningen van gesprekken tussen bestuurder en

wijkverpleegkundige over de cliënten, in de cliëntdossiers. De wijkverpleegkundige vertelt niet fysiek op kantoor te komen, maar alleen de zorg van de twee cliënten te hebben geïndiceerd.

De inspectie ziet in een elektronisch cliëntdossier wel één indicatieformulier.

Norm 4.2

De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop niet aan deze norm.

De wijkverpleegkundige licht toe niet betrokken te zijn bij de zorgverlening door De Goede Hoop. Ze heeft geen afspraken over de kwaliteitsbevorderende taak en geeft aan deze rol niet te vervullen. Ze is niet op de hoogte van de personele

samenstelling, namelijk een verzorgende IG en twee stagiaires die de zorg verlenen.

De zorgverleners in opleiding hebben ook geen opleiding gerelateerd contact met de wijkverpleegkundige.

De wijkverpleegkundige vertelt dat De Goede Hoop met vier cliënten te klein is om de wijkverpleegkundige voor meer uren in te huren.

De zorgverleners vertellen tweemaal een teamoverleg te hebben gehad in

aanwezigheid van de wijkverpleegkundige. Hiervan zijn geen notulen beschikbaar.

(15)

4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop niet aan deze norm.

De bestuurder vertelt dat De Goede Hoop geen systeem heeft voor het bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg. De bestuurder vertelt dat hij extern advies heeft ingeschakeld om te ondersteunen bij het opzetten van een HKZ- systeem. De inspectie ziet een e-mail dat vanuit Rochayda Care aan deze externe partij de opdracht is gegeven hierbij te ondersteunen.

De inspectie hoort van de bestuurder dat De Goede Hoop op dit moment niet systematisch werkt aan de ontwikkeling van de kwaliteit van zorg. De bestuurder legt niet vast welke verbeteringen hij doorvoert in de organisatie. Ook vertellen zij dat zij geen audits uitvoeren. Er is wel een format voor een verbeterregister aanwezig, vertelt de bestuurder, maar hij gebruikt deze niet.

De bestuurder vertelt om persoonlijke redenen om de dag afwezig te zijn. Tijdens deze dagen heeft de bestuurder geen waarneming, maar is telefonisch bereikbaar.

Hij voert zijn werkzaamheden dan uit via zijn laptop.

De bestuurder bezoekt zelf regelmatig cliënten. Hij vertelt dat zij alles tegen hem kunnen zeggen en dat hij cliënten informeel benadert. In deze gespreken hoort de bestuurder of cliënten tevreden zijn. Hiervan maakt de bestuurder geen notities of verslag. Tijdens het inspectiebezoek vertelt de bestuurder ook dat een cliënt bijvoorbeeld alleen Turks spreekt. De bestuurder spreekt met deze cliënt alleen in aanwezigheid van een zorgverlener die deze taal spreekt.

De bestuurder betrekt de zorgverleners en/of de cliënten niet structureel bij de totstandkoming en bijstelling van de visie en het beleid op de kwaliteit van zorg.

De bestuurder vertelt dat hij met name informatie haalt uit het netwerk van een aantal thuiszorgorganisaties waar hij mee samenwerkt. Hij houdt zich niet op een andere manier op de hoogte van de ontwikkelingen binnen de thuiszorg.

De bestuurder vertelt dat hij geen tegenspraak in de organisatie geregeld heeft. Zo heeft De Goede Hoop geen interne toezichthouder meer. De commissaris is indertijd gestopt wegens andere werkzaamheden. Ook heeft De Goede Hoop geen

cliëntenraad (CR).

De bestuurder geeft aan dat de zorgverleners mondeling geïnformeerd zijn over het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals mondkapjes,

handschoenen en schorten. De Goede Hoop gebruikt bij alle cliënten een

mondkapje, handschoenen en een schort. Dit doen zij preventief. Deze afspraken liggen niet vast. De Goede Hoop kan geen hygiëne- en infectieprotocollen laten zien die aangepast zijn aan de situatie bij De Goede Hoop. De verzorgende IG is naast haar werk bij De Goede Hoop ook werkzaam als zzp’er op een COVID-afdeling van een andere zorgaanbieder. De kennis en ervaring gebruikt ze bij De Goede Hoop. De bestuurder vertelt geen externe expertise te hebben ingeschakeld met kennis van hygiëne- en infectiepreventie. De bestuurder gaat uit van de expertise van de zorgverleners.

(16)

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort dat De Goede Hoop geen rooster of planning maakt, zie ook norm 1.2. De zorgverleners stemmen onderling af naar wie ze toe gaan, via WhatsApp. De enige verantwoording die de zorgverleners vastleggen is de rapportage, vertellen de zorgverleners en de bestuurder.

De bestuurder levert voorafgaand aan het inspectiebezoek een

medewerkersoverzicht aan. Tijdens het bezoek blijkt dat niet alle zorgverleners die werkzaam zijn voor De Goede Hoop op dit overzicht staan. Er ontbreekt één

zorgverlener die de bestuurder regelmatig als zzp’er inhuurt. Deze zorgverlener is een stagiaire bij een andere zorgaanbieder, in opleiding voor verzorgende IG, zie ook paragraaf 1.4 en norm 1.2.

De stagiaires werken onder toezicht van de verzorgende IG bij De Goede Hoop.

Deze verzorgende IG werkt ook voor andere organisaties, waaronder op een COVID- afdeling bij een andere zorgaanbieder. Volgens de stagiaires kunnen zij de

verzorgende IG altijd bellen bij vragen. De bestuurder licht toe dat als de verzorgende IG niet beschikbaar is, hij in zijn netwerk wel een andere

verpleegkundige kan raadplegen. De zorgverleners bellen in een dergelijk geval de bestuurder. De bestuurder zoekt dan naar een verpleegkundige die bereikbaar is.

Deze afspraken liggen niet vast. Welke verpleegkundigen bereikbaar zijn in het netwerk, is onduidelijk.

De inspectie ziet dat De Goede Hoop uitsluitingscriteria heeft. De inspectie hoort dat De Goede Hoop deze criteria niet hanteert. Zo leest de inspectie dat een van de uitsluitingscriteria is ‘cliënten met een zorgvraag korter dan 30 minuten per

zorgmoment, zodat zorg niet beperkt blijft tot taakgerichte zorg’. Uit de gesprekken komt naar voren dat de drie cliënten een zorgvraag hebben van 45 minuten

verdeeld over twee momenten. Het zorgmoment in de middag bij drie cliënten betreft een zorgmoment van 15 minuten. De zorgverleners kennen het document uitsluitingscriteria niet. Zij vertellen bijvoorbeeld geen bedlegerige mensen te verplegen en geen kinderen. Deze uitsluitingscriteria leest de inspectie niet in het document.

De bestuurder vertelt dat hij geen scholingsplan heeft. In de documenten ontvangt de inspectie een opleidingsplan 2019/2020. De bestuurder kan geen overzicht overhandigen van gegeven scholingen in het afgelopen jaar.

De bestuurder vertelt dat de financiële situatie zodanig is dat de bestuurder achter loopt met de uitbetaling van de salarissen aan de zorgverleners. Sinds juni 2020 zijn er geen betalingen gedaan. De reden hiervoor is dat de bestuurder, zo vertelt hij, investeringen heeft moeten doen voor de inrichting van het nieuwe kantoor en het opzetten van de nieuwe thuiszorgorganisatie Rochayda Care. Hij benoemt

bijvoorbeeld de aanschaf van zorgdomein.

In december 2020 verwacht hij meer financiële ruimte te hebben en zal hij de zorgverleners uitbetalen. Tijdens het bezoek ziet en hoort de inspectie dat er geen urenregistratie gedaan wordt. De bestuurder vertelt dat hij uitbetaald op basis van het feit dat een zorgverlener een rapportage gedaan heeft. De bestuurder vertelt verder dat de verzorgende IG deel gaat nemen in de nieuwe organisatie, Rochayda Care.

(17)

De stagiaires richten samen een nieuwe thuiszorgorganisatie op. De bestuurder helpt hen hierbij. Gesprekspartners zien deze diensten als een compensatie voor het niet uitbetalen van de salarissen.

De Goede Hoop faciliteert zorgverleners niet in mobiele telefoons of andere

hulpmiddelen. Zorgverleners moeten hun eigen mobiele telefoon gebruiken om met collega’s te kunnen communiceren. Het ECD kunnen de zorgverleners niet inzien op hun telefoon. De Goede Hoop komt zorgverleners die problemen hebben met het gebruik van de app op hun eigen telefoon niet tegemoet.

Norm 5.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop niet aan deze norm.

De zorgaanbieder schept geen randvoorwaarden voor de wijkverpleging om bij te kunnen dragen aan kwaliteitsontwikkeling van de zorg. De zorgverleners werken taakgericht bij de cliënt. De zorgverleners vertellen dat teamoverleggen

plaatsvonden, maar dat hier geen notulen van gemaakt zijn.

De zorgaanbieder kan niet aantonen dat zij de zorgverleners stimuleert en faciliteert om te reflecteren op het eigen functioneren. De inspectie hoort van

gesprekspartners dat zij geen gestructureerd overleg hebben. Er vinden geen structurele cliëntbesprekingen plaats.

De zorgaanbieder benut (bijna)incidenten, (bijna)fouten en klachten niet om de zorg te verbeteren. De bestuurder vertelt dat de zorgverleners geen meldingen van incidenten, fouten en klachten doen. De inspectie ziet geen meldingen in het ECD staan.

(18)

Bijlage Geraadpleegde documenten

- Cliëntenoverzicht;

- Protocol vrijheidsbeperkende maatregelen 8 mei 2019;

- Formulier meldingen incidenten medewerker 22 mei 2018 (leeg);

- Procedure Melding, registratie en onderzoek (bijna) ongevallen 21 mei 2019;

- Procedure Melding incidenten medewerker;

- Formulier Veilig melden incidenten 22 mei 2019 (leeg);

- Protocol ongewenste omgangsvormen 18 mei 2019;

- Protocol omgaan met agressie en geweld;

- Formulier registratie bevoegd en bekwaam 21 april 2019 (leeg);

- Procedure Beoordeling kwaliteitsmanagementsysteem 1 juni 2019;

- Procedure opleiding en kwalificatie medewerkers 29 april 2019;

- Protocol Klachtenreglement Thuiszorg de Goede Hoop B.V. 12 mei 2019;

- Werkinstructie Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling 23 mei 2019;

- Handboek Medicatie 2 mei 2019;

- Procedure Uitsluitingscriteria 18 mei 2019.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

-Wanden geïsoleerd , binnenzijde voorzien van osb beplating -Dak, balklaag voorzien van underlayment en geïsoleerd dakbedekking -Hemelwater en riolering afgevoerd richting

De inspectie hoort van een zorgverlener dat nog niet alle zorgverleners werken volgens de beoogde presentiebenadering en op een persoonsgerichte wijze met de cliënten omgaan..

Dan kunnen wij in deze donkere en koude dagen ook Zegen en Licht zijn voor onze naasten,. in het bijzonder voor onze medemensen

[r]

Maar U richtte op, liet mij de ware aard zien van een man. title: All

[r]

Ongeacht tot welke parochie je hoort, kan je ook altijd telefonisch contact opnemen met de pastorie van Vilvoorde Centrum: 02/251 06 79. Contactgegevens van

Het aantal starters lijkt ook in de coronacrisis af te nemen, maar snel weer te stijgen. In figuur 6 is te zien dat in 2020 in kwartaal twee en kwartaal drie het aantal starters