• No results found

Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorgorganisatie NiKo, locatie De Palatijn in Alkmaar op 23 september 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorgorganisatie NiKo, locatie De Palatijn in Alkmaar op 23 september 2020"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

in Alkmaar op 23 september 2020

Utrecht, oktober 2020 V2022832

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding bezoek 3 1.2 Beschrijving De Palatijn 4

2 Conclusie 6

3 Wat zijn de vervolgacties 7

4 Resultaten 9

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 9 4.1.1 Resultaten 9

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 10 4.2.1 Resultaten 10

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 15 4.3.1 Resultaten 15

Bijlage 1 Methode 19

Bijlage 2 Beoordeelde documenten 21

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: de inspectie) bracht op 23 september 2020 een aangekondigd vervolgbezoek aan Stichting Zorgorganisatie NiKo (hierna:

Stichting NiKo), verpleeghuis De Palatijn (hierna: De Palatijn) in Alkmaar. Dit

vervolgbezoek bracht de inspectie in het kader van het Verscherpt Toezicht, welke op 23 september 2019 is ingesteld.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde

kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit. Mochten de inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport. De inspectie schrijft haar rapporten in de tegenwoordige tijd. Dit doet zij om de leesbaarheid te verhogen.

De begrippen die gebruikt worden in dit rapport zijn vastgelegd in een verklarende woordenlijst.

Bij de observaties, rondleiding, het inzien van documenten en de gesprekken letten de inspecteurs op de volgende thema’s: persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

Tijdens een inspectiebezoek op 1 november 2017 aan De Palatijn bleek de geboden zorg van onvoldoende kwaliteit. Elf van de veertien beoordeelde normen voldeden

(grotendeels) niet. Dit betrof normen voor alle drie de getoetste thema’s. Op 3 oktober 2018 heeft de inspectie vervolgens een hertoetsbezoek gebracht aan De Palatijn. De inspectie concludeerde toen dat de kwaliteit van zorg niet verbeterd was ten opzichte van het bezoek op 1 november 2017. Mede door discontinuïteit in deskundigheid en capaciteit van zorgverleners en door de wisselingen in het management en bestuur was er gebrek aan sturing geweest. De inspectie had zorgen over de verbeterkracht van De Palatijn. Naar aanleiding van een bestuursgesprek concludeerde de inspectie:

dat de bestuurder en raad van toezicht op de juiste weg waren door

verbetermaatregelen direct in te zetten en gevoel voor urgentie te tonen. Dit gaf de inspectie vertrouwen dat de bestuurder en raad van toezicht transparant zijn en zich toetsbaar opstellen. De inspectie verlengde de verbetertermijn met zes maanden voor De Palatijn om alsnog te voldoen aan alle normen van de getoetste thema’s.

De inspectie ontving op 18 maart 2019 van Stichting NiKo een voortgangsrapportage en op 18 juni 2019 een resultaatsverslag. Op 1 augustus 2019 heeft de inspectie

vervolgens opnieuw een bezoek aan De Palatijn gebracht. Het doel was om te

beoordelen in hoeverre de zorg die De Palatijn bood, na de verbeteracties voldeed aan relevante wet- en regelgeving, (beroeps-)normen, richtlijnen en standaarden die risico’s bij cliënten beperken. De inspectie toetste alleen de normen die op 3 oktober 2018 als voldoet (grotendeels) niet zijn beoordeeld. De inspectie zag onvoldoende verbeteringen op de thema’s ‘Deskundige zorgverlener’ en ‘Sturen op kwaliteit en veiligheid’. De inspectie stelde daarom Stichting NiKo en de locaties De Palatijn en De Nieuwpoort per 23 september 2019 voor 6 maanden onder verscherpt toezicht.

In het kader van het verscherpt toezicht bezocht de inspectie Stichting NiKo op 9 januari 2020 nogmaals voor een tussentijds bezoek. De inspectie sprak toen met

(4)

meerdere disciplines binnen Stichting NiKo om zich een beeld te vormen van de voortgang van de verbeteringen die Stichting NiKo doorvoerde.

Op 10 april 2020 heeft de inspectie telefonisch gesproken met de bestuurder van Stichting NiKo in verband met het aflopen van het verscherpt toezicht en COVID-19. In dit gesprek is afgesproken het verscherpt toezicht te verlengen met 6 maanden, omdat de locatie fysiek niet bezocht kon worden door de lock-down en verbeteringen

vertraging opliepen door COVID-19. De inspectie ontving op 15 juli 2020 een resultaatverslag van Stichting NiKo.

De inspectie bezoekt Stichting NiKo, locatie De Palatijn, op 23 september 2020 vanwege het aflopen van het verscherpt toezicht. In het bezoek toetst zij alleen de normen die tijdens het instellen van het verscherpt toezicht op 23 september 2019 onvoldoende bevonden zijn.

Dit rapport is niet los te zien van de rapporten van de eerdere bezoeken die ook terug te vinden zijn op de website van de inspectie onder publicaties.

1.2 Beschrijving De Palatijn

De Palatijn is een zorglocatie van Stichting NiKo. Stichting NiKo biedt zorg- en dienstverlening aan ouderen in Alkmaar. Stichting NiKo heeft twee locaties. Een éénhoofdige raad van bestuur stuurt de organisatie aan. Sinds 1 augustus 2018 is er een nieuwe bestuurder bij Stichting NiKo.

Cliënten

De Palatijn is een voormalig zorghotel. Sinds 2016 is de locatie omgebouwd tot een verpleeghuislocatie. In totaal is er plaats voor 48 cliënten. Op iedere etage wonen twaalf cliënten. Tijdens het inspectiebezoek verblijven er 48 cliënten. De cliënten hebben zorgzwaartepakketten (ZZP) variërend van VV5 of VV7.

De Palatijn krijgt steeds meer cliënten met een VV7.

De Palatijn heeft zich ingeschreven in het locatieregister. Zij hebben een Wzd- functionaris verbonden aan de locatie vanuit een andere zorgaanbieder in de regio.

De Palatijn heeft de leefomgeving op de cliënten afgestemd. De kamers van de cliënten zijn ruim. Bij iedere kamerdeur hangt een herinneringskastje met specifieke spullen en/of foto’s van de cliënt. Ook hangt er een naambordje bij de kamerdeuren. De gezamenlijke huiskamer met open keuken, heeft een huiselijke sfeer. Daarnaast heeft iedere afdeling een kleinere huiskamer die prikkelarm is ingericht. De cliënten kunnen gebruik maken van de afgesloten beleeftuin op de begane grond. Ook kunnen cliënten in het restaurant eten met familie of mensen uit de buurt. Wijkbewoners maken ook gebruik van het restaurant en de Wellness ruimtes. De bedoeling hierachter is: “de buitenwereld naar binnen halen”. Op de begane grond is een kapper,

schoonheidsspecialiste en pedicure aanwezig voor de cliënten en de wijkbewoners.

Zorgverleners

Op iedere etage werkt een eigen team van zorgverleners. De meeste zorgverleners hebben functieniveau 3 en zijn verzorgende individuele gezondheidszorg (VIG). Ook werken er helpenden, sinds eind 2018 medewerkers maatschappelijke zorg en gastvrouwen en per etage werkt een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft een coördinerende rol. Een teamcoach stuurt de vier teams van De Palatijn aan. Voor de hele locatie is een hbo-verpleegkundige aanwezig. Zij werkt vijftig procent in de zorg en de andere vijftig procent aan kwaliteitsverbetering.

(5)

De Palatijn maakt gebruik van de diensten van de behandeldienst van een andere zorgaanbieder in de regio. Op de locatie is een vaste specialist ouderengeneeskunde (SO) twee dagdelen per week op de locatie aanwezig voor de cliënten. Deze SO is eindverantwoordelijk voor de medische zorg. De SO is ook aanwezig bij

multidisciplinaire overleggen en werkgroepen zoals de werkgroep over het cliëntdossier en de Wet Zorg en Dwang. Daarnaast zijn er SO’s 24/7 bereikbaar. De Palatijn maakt ook gebruik van beschikbare paramedische diensten van de externe behandeldienst, zoals de psycholoog, de fysiotherapeut, de diëtist en de ergotherapeut. De Palatijn werkt samen met één apotheek.

(6)

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over De Palatijn. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

In hoofdstuk 4 ziet u ook het oordeel op normniveau terug van het bezoek van 1 augustus 2019.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaand diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie De Palatijn beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

2.2 Wat gaat goed

De Palatijn heeft gedurende de periode van het verscherpt toezicht aantoonbaar verbeteringen doorgevoerd. Deze zijn ook grotendeels geborgd. De Palatijn werkt nu meer methodisch dan tijdens de vorige inspectiebezoeken. Er is sprake van

verantwoorde zorg die aansluit bij de zorgbehoefte van de cliënt. De zorgbehoefte is goed vastgelegd in een actueel zorgplan. De zorgverleners evalueren de

zorgplannen cyclisch met de cliënten en/of cliëntvertegenwoordigers en stellen de zorgplannen bij naar de actuele situatie. De multidisciplinaire samenwerking binnen De Palatijn loopt nu goed. De cliënten kunnen rekenen op de betrokkenheid van behandelaren, als de gezondheidssituatie van de cliënt hierom vraagt. De zorgverleners betrekken nu de behandelaren tijdig zodat de cliënt de juiste zorg krijgt.

2.3 Wat kan beter

De organisatie kan nog meer aandacht geven aan het leren en verbeteren binnen De Palatijn. De inspectie ziet dat De Palatijn stappen heeft gemaakt en verbeteringen heeft doorgevoerd, maar kan hierin nog meer cyclisch werken binnen de teams. De

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (3 normen)

Totaal (15 normen)

voldoet

voldoet grotendeels

voldoet grotendeels niet

voldoet niet

niet getoetst

(7)

meldingen incidenten cliënten (MIC) worden gebruikt om van te leren en te verbeteren, maar de organisatie kan de verbetermaatregelen nog beter evalueren op het effect voor de cliënt. De Palatijn kan deze evaluaties dan gebruiken om de zorg te verbeteren voor de cliënt.

2.4 Conclusie bezoek

De inspectie concludeert dat de door De Palatijn geboden zorg inmiddels grotendeels voldoet aan de getoetste normen. Vier van de zes getoetste normen voldoen, de overige twee getoetste normen voldoen grotendeels.

De organisatie is hard aan de slag gegaan binnen De Palatijn. De cliënten kunnen nu rekenen op goede en veilige zorg van deskundige en betrokken zorgverleners. De bestuurder stelt zich transparant en open op en toont zich lerend. Zij voert in samenspraak met zorgverleners en relevante andere (externe) partijen

verbeteringen en visieontwikkeling door. Dit geeft de inspectie vertrouwen in de koers die Stichting NiKo heeft ingezet.

De inspectie heeft vertrouwen in de verbeterkracht van de bestuurder. De inspectie ziet een opgaande lijn in de aansturing en de geboden zorg en constateert

urgentiebesef bij de bestuurder. De inspectie is daarom van mening dat het niet meer noodzakelijk is om een maatregel toe te passen.

(8)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk leest u wat de inspectie van Stichting NiKo verwacht.

Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Stichting NiKo verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en

veldnormen. De inspectie verwacht dat Stichting NiKo aandacht blijft geven aan het cyclisch leren en verbeteren. Ook verwacht de inspectie dat Stichting NiKo de verbeteringen blijft monitoren en bijstellen als dat nodig blijkt te zijn.

De inspectie verwacht dat Stichting NiKo de verbetermaatregelen ook op de andere locatie treft.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

Op basis van de bevindingen en bovenstaande conclusie ziet de inspectie op dit moment aanleiding om het verscherpt toezicht bij De Palatijn op te heffen.

Wel zal de inspectie Stichting NiKo opnieuw bezoeken om op dat moment te beoordelen of het ingezette beleid is geborgd binnen Stichting NiKo.

(9)

4 Resultaten

In dit hoofdstuk staat per thema hoe de inspectie de geleverde zorg per norm tijdens het bezoek van 3 oktober 2018 heeft beoordeeld. Vervolgens ziet u hoe de inspectie de geleverde zorg per norm beoordeelt ten tijde van dit bezoek.

De inspectie scoorde tijdens het bezoek of De Palatijn wel, deels of niet voldeed aan de normen om zo te komen tot een beoordeling per thema. Per thema zijn het oordeel, de normen en de bevindingen weergegeven. Achtereenvolgens komen alle beoordeelde thema’s aan bod.

De normen worden in een vierpuntschaal aangegeven in kleuren.

De kleuren hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen en verlangens van de cliënt.

Kent de zorgverlener de cliënt, kent hij zijn geschiedenis, weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en

respectvolle relatie tussen een cliënt en de zorgverlener? Luistert de zorgverlener goed naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen en verlangens van de cliënt centraal? Geeft de zorgverlener hier gehoor aan? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgmedewerkers.

4.1.1 Resultaten Norm 1.11

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Deze norm is tijdens het vorige inspectiebezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

Norm 1.21

Zorgverleners kennen de cliënt en zijn wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen.

Deze norm is tijdens het vorige inspectiebezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

1 Dit artikel geldt niet voor cliënten die zorg ontvangen op grond van artikel 3.3.3 Wlz (persoonsgebonden budget /PGB). Het recht op een zorgplanbespreking en een zorgplan zoals omschreven in de Wlz geldt niet voor deze groep cliënten.

(10)

Norm 1.3

Cliënten voeren binnen hun mogelijkheden zelf regie over leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek aan deze norm.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

Norm 1.5

Cliënten worden ondersteund om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige medewerkers in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de cliënten voor wie wordt gezorgd. De zorgmedewerkers zijn hiervoor voldoende deskundig. Zij weten ook wanneer hun deskundigheid niet voldoende is. Daarnaast zijn zorgmedewerkers in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor een omgeving waarin zorgmedewerkers

methodisch kunnen werken. De zorgmedewerker is in staat methodisch te werken.

Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle medewerkers. Methodisch werken houdt in dat er wordt gewerkt volgens de Plan-Do-Check-Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en plannen hoe deze kunnen worden verbeterd.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten. Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg, ondersteuning en risico’s op basis van de wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet De Palatijn grotendeels aan deze norm.

(11)

Tijdens het vorige bezoek zag de inspectie dat de zorgverleners wel risico’s vaststelden met een risicoscan, maar dat de opvolging daarop niet zichtbaar in het cliëntdossier terugkwam. De inspectie ziet tijdens dit bezoek dat de zorgverleners consequent de risicoscan afnemen bij de cliënten en deze opvolgen. Zo zijn alle risico’s opgenomen in het zorgplan van de cliënt. Bij een cliënt met een verhoogd risico op ondervoeding ziet de inspectie een doel in het zorgplan, waarbij een aantal acties zijn opgenomen. De inspectie leest dat de zorgverleners een diëtist moeten betrekken. De inspectie leest vervolgens dat de diëtist is geweest voor een intake en adviezen heeft gegeven. De inspectie leest de adviezen in het zorgplan. Ook vraagt de diëtist het effect van de adviezen te evalueren. In de rapportage op doel leest de inspectie dit terug. Bij een andere cliënt is het noodzakelijk om iedere week de bloeddruk te meten. In de

rapportage ziet de inspectie dat zorgverleners dit wekelijks doen. Ook leest de inspectie welke vervolgstappen de zorgverleners moeten ondernemen bij afwijkingen.

Tijdens het vorige bezoek zag de inspectie dat de zorgverleners een onvoldoende navolgbare afweging maakten bij het inzetten van vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM). De inspectie hoort en ziet tijdens dit vervolgbezoek dat de zorgverleners zorgvuldig afwegen om maatregelen te beperken. De inspectie hoort van gesprekspartners dat de SO en zorgverleners maandelijks alle VBM’s evalueren.

Zorgverleners onderling wegen voorafgaand alternatieven af voor de VBM en bespreken deze alternatieven vervolgens tijdens de evaluatie met de SO. Zowel de SO als

zorgverleners vertellen te streven naar het zo snel mogelijk afbouwen van VBM’s. Dit ziet de inspectie ook terug in de cliëntdossiers. Zo leest de inspectie in het cliëntdossier dat zorgverleners constateren dat een cliënt die eerder medicatie verdekt aangeboden kreeg, inmiddels geen verzet heeft tegen het onverdekt innemen van medicatie. Tijdens de eerstvolgende artsenvisite is dit besproken. De maatregel is vervolgens direct in opdracht van de SO gestopt. Ook leest de inspectie in een cliëntdossier dat de inzet van een plukpak besproken is in het multidisciplinair overleg (MDO), waarna de inzet van het plukpak is gestopt. De inspectie ziet in het cliëntdossier waarom het plukpak is gestopt en per wanneer.

Tijdens de dossierinzage ziet de inspectie dat de zorgverleners de afspraken die zij maken over de rapportage op de maatregelen nakomen. Bij een cliënt met een GPS leest de inspectie dat de zorgverleners in de artsenvisite met de SO hebben besproken dat dit geen maatregel is van onvrijwillige zorg. De wilsbekwaamheid is bepaald door de SO en de cliëntvertegenwoordiger is betrokken bij het besluit. Wel spreken de

zorgverleners af dat zij iedere maand de maatregel evalueren. De GPS is opgenomen in het zorgplan en de maandelijkse evaluatie leest de inspectie in de rapportage terug.

Gesprekspartners vertellen dat gedragsbeïnvloedende medicatie ook gezien wordt als VBM. Echter, de inspectie ziet dat bij de inzet van deze medicatie de afwegingen nog wisselend terug in het cliëntdossier. Zo leest de inspectie bij de evaluatie van een cliënt met oxazepam dat deze maatregel blijft gehandhaafd. In het gesprek met de

zorgverlener en in het cliëntdossier is niet inzichtelijk wat er besproken is, waarom de maatregel blijft bestaan en welke alternatieven er besproken zijn. In een ander cliëntdossier is deze afweging wel navolgbaar.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch, passend bij hun functieniveau. Dit hele proces wordt inzichtelijk vastgelegd in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet De Palatijn aan deze norm.

(12)

De inspectie hoort van de zorgverleners dat zij sinds het vorige inspectiebezoek nu meer vertrouwd zijn met het elektronische cliëntdossier. Tijdens de dossierinzage ziet de inspectie dat de zorgverleners vaardig zijn in het gebruik van het dossier. Zij kunnen informatie snel opzoeken en weten waar de informatie staat.

De inspectie hoort van de zorgverleners dat zij voor elke cliënt een UPP (Uw Persoonlijk Profiel) invullen. Dit document bevat uitgebreide informatie over de voorgeschiedenis van de cliënt, voorkeuren en wensen. In alle getoetste dossiers ziet de inspectie dat deze formulieren een beeld schetsen van de cliënt. De zorgverleners brengen de risico’s in kaart met een risicoscan. De inspectie hoort van de zorgverleners dat zij deze voor elk MDO herhalen en bespreken. Tijdens de dossierinzage ziet de inspectie in alle dossiers de risicoscans terug. Ook leest de inspectie de opvolging daarvan in het MDO.

In de uitgebreide verslaglegging van het MDO leest de inspectie dat de zorgverleners de risico’s bespreken met de aanwezige disciplines en familie. Hierin leest de inspectie dat de zorgverleners met elkaar afwegen of een verhoogd risico aanleiding is voor een zorgdoel in het zorgplan. De zorgverleners passen na het MDO het zorgplan aan. De inspectie ziet actuele zorgplannen met actuele doelen.

De inspectie hoort van de zorgverleners en leest dat zorgverleners nu op zorgdoelen rapporteren. De inspectie ziet dit tijdens de dossierinzage terug. De rapportages sluiten nu, anders dan tijdens van het vorige bezoek, aan bij de praktijk en zijn relevant voor de dienstverlening. De zorgverleners vertellen dat zij training hebben gekregen in het verbeteren van de rapportage. Eén van de verbeterpunten was het geven van een vervolg op wat eerder gerapporteerd is. De inspectie ziet dit terug in de cliëntdossiers.

Een ander voorbeeld is een actie van een zorgverlener om te observeren en rapporteren hoe een cliënt reageert op vragen van de zorgverleners. De inspectie leest meerdere dagen achter elkaar rapportages over hoe de cliënt reageert en de terugkoppeling daarvan aan de psycholoog. De zorgverleners vertellen dat een ander verbeterpunt uit de training het rapporteren volgens de SOAP-methode was. De inspectie ziet deze manier van rapporteren nog wisselend terug in de cliëntdossiers.

Tijdens de dossierinzage ziet de inspectie dat de zorgverleners andere disciplines inschakelen. Deze disciplines rapporteren ook allen zelf in het cliëntdossier. De inspectie ziet in meerdere cliëntdossiers acties van disciplines aan de zorgverleners. Een

voorbeeld is de vraag van een diëtist om bij te houden hoe een cliënt de extra

tussendoortjes eet. De inspectie ziet dat de zorgverleners dit vervolgens ook bijhouden in het cliëntdossier, waarna de diëtist vervolgacties neemt. De inspectie ziet dat afspraken rondom metingen worden gevolgd. De inspectie ziet samenhang in het cliëntdossier.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg voor de cliënt. Van daaruit kunnen zij verbeteringen toepassen.

Deze norm is tijdens het vorige inspectiebezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

Norm 2.4

Zorgverleners houden, passend bij hun functieniveau, relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden aan de groep cliënten waaraan ze zorg verlenen.

Deze norm is tijdens het vorige inspectiebezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

(13)

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet De Palatijn aan deze norm.

De inspectie zag tijdens het vorige bezoek nog weinig effect van de scholingen die De Palatijn aanbood aan de zorgverleners op de onderwerpen methodisch werken, dementie en agressie. Tijdens het huidige bezoek hoort de inspectie van de

gesprekspartners dat De Palatijn veel aandacht heeft besteed aan scholingen en de effecten hiervan. Zo zijn de verpleegkundigen allemaal opgeleid tot dementiecoach en hebben zij een coachende rol in het bevorderen van deskundigheid op

methodisch werken. Een zorgverlener vertelt dat zij extra coaching heeft ontvangen omdat zij meer moeite had met het vaardig worden in het elektronisch cliëntdossier.

In het scholingsoverzicht ziet de inspectie dat de scholing ‘zorgleefplan’ door veel zorgverleners is gevolgd. De inspectie merkt tijdens de dossierinzage dat de zorgverleners vaardig zijn met het elektronisch cliëntdossier (zie norm 2.2).

Ook hoort de inspectie dat de teams nu meer in actie komen bij onbegrepen gedrag en agressie. Zo heeft De Palatijn op een afdeling waar een aantal cliënten verblijven die zich agressief uiten, het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) betrokken.

Het CCE is ingeschakeld om zorgverleners te begeleiden en te scholen in hoe om te gaan met deze cliënten. Een ander voorbeeld is het inschakelen van een

ergotherapeut en de psycholoog voor een observatie bij de ADL van een cliënt.

De inspectie ziet op het scholingsoverzicht dat De Palatijn ieder jaar één specifieke E- learning verplicht stelt. Zo is voor 2020 de E-learning over de Wet Zorg en Dwang verplicht voor de zorgverleners. Daarnaast kiezen de zorgverleners twee andere E- learnings uit, deze zijn vrijwillig. De inspectie krijgt naast het scholingsoverzicht aanvullende documenten rondom de scholingen die op De Palatijn geboden worden.

Hierin leest de inspectie dat De Palatijn gestart is met een externe partij voor het project ‘Werken is leren & leren is werken’. De inspectie leest dat De Palatijn een visie op praktijkleren wil ontwikkelen en het praktijkleren anders wil vormgeven.

De zorgverleners kunnen aangeven welke scholing zij graag zouden willen volgen. In de notulen van het maandelijks verpleegkundig overleg leest de inspectie dat de

verpleegkundigen een inventarisatie hebben gemaakt welke wensen er zijn voor scholing onder de zorgverleners.

(14)

De inspectie spreekt met diverse gesprekspartners, zoals de cliëntenraad, de psycholoog en de SO. Zij geven aan dat er op De Palatijn minder verzuim is onder zorgverleners dan voorheen. Hierdoor heerst er meer rust op de afdelingen. Ook geven gesprekspartners aan dat de zorgverleners meer ruimte hebben om te rapporteren.

De gesprekspartners vertellen dat de bezetting voldoende is in relatie tot de zorgvragen van de cliënten. De teamcoach geeft aan dat zij zo min mogelijk uitzendkrachten in wil zetten. Zij zet in plaats daarvan drie vaste zorgverleners via een detacheringsbureau in, om langdurig ziekteverzuim op te vangen. De bezetting op de afdeling is altijd minstens een verzorgende niveau 3 IG, samen met een helpende. Zij krijgen ondersteuning van gastvrouwen. Bij complexere cliënten is er een zwerfdienst. De zwerfdienst verdeelt zich over twee afdelingen en kan bijspringen waar dat nodig is. De inspectie ziet dit op de dienstroosters terug. In het businessreview leest de inspectie dat de zorg op De Palatijn steeds complexer en zwaarder wordt. Op de afdelingen zijn meer cliënten die hulp van twee zorgverleners nodig zijn. De zorgverleners doen daarom steeds meer een beroep op de zwerfdienst. In het gesprek met de verpleegkundigen hoort de inspectie dat zij, door het verhogen van de indicaties, meer ruimte krijgen om extra uren in te zetten op de intensieve zorgmomenten.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

Deze norm is tijdens het vorige inspectiebezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

Norm 2.7

Zorgmedewerkers werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking worden duidelijke afspraken gemaakt wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet De Palatijn aan deze norm.

De inspectie hoort van de gesprekspartners dat de multidisciplinaire samenwerking is verbeterd. De Palatijn heeft een samenwerkingsovereenkomst met een andere zorgaanbieder in de regio. De inspectie hoort dat de disciplines en de zorgverleners afspraken hebben gemaakt waar de disciplines in het elektronische zorgdossier rapporteren. De inspectie ziet dit terug. Disciplines rapporteren onder het kopje medisch. In de cliëntdossiers die de inspectie ziet tijdens de dossierinzage zijn diverse disciplines betrokken. Zo ziet de inspectie onder andere rapportages van de psycholoog, de fysiotherapeut en de tandarts. Ook ziet de inspectie dat de

zorgverleners opvolging geven aan acties die de disciplines uitzetten (zie norm 2.1 en 2.2).

De zorgverleners vertellen dat zij cliënten met onbegrepen gedrag of agressie kunnen bespreken in het gedragsspreekuur samen met de psycholoog en de SO. De psycholoog geeft aan dat zij verbetering ziet in de voorbereiding van het

gedragsspreekuur. Voor de voorbereiding is binnen De Palatijn een formulier ontwikkeld door de zorgverleners samen met de psycholoog. De inspectie ziet in de zorgdossiers diverse rapportages van gedragsspreekuren.

De inspectie ziet dat, ten opzichte van het vorige inspectiebezoek, de multidisciplinaire samenwerking bij vrijheidsbeperkende maatregelen is verbeterd. Tijdens de

(15)

dossierinzage ziet de inspectie dat de maatregelen die ingezet zijn, maandelijks worden geëvalueerd door de SO en de zorgverleners. De inspectie hoort van de SO dat de zorgverleners hem actief benaderen voor de maandelijkse evaluatie. De inspectie hoort en ziet dat de zorgverleners multidisciplinair naar maatregelen kijken en deze afbouwen (zie norm 2.1).

In het businessreview leest de inspectie dat de zorgzwaarte en complexiteit toeneemt binnen De Palatijn. De inspectie leest in het businessreview dat de zorgverleners externe hulp van het CCE inschakelen voor begeleiding. De inspectie hoort van de gesprekspartners dat het hele team betrokken is bij de begeleiding van het CCE.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze goed houden begint bij een goed management. Managers sturen op de kwaliteit van zorg en coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer.

Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgmedewerkers niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.11

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet De Palatijn aan deze norm.

Stichting NiKo heeft een visie beschreven, waarin de cliënt de baas is en de regie voert.

De visie van Stichting NiKo baseert zich op de vraag: ‘Wat heeft de cliënt eraan?’. De inspectie zag tijdens haar vorige bezoek al dat Stichting NiKo bezig was dit meer te laten zien in de praktijk. Maar de inspectie zag dat de zorgverleners nog meer aandacht voor de eigen regie en het welzijn van de cliënt konden hebben. De inspectie hoort tijdens gesprekken tijdens het huidige bezoek dat de zorgverleners nu meer aandacht hebben voor de eigen regie van de cliënten. Zo hoort en ziet de inspectie dat er een noodoplossing (een traplift) is bedacht voor de lift, zodat cliënten de eigen regie kunnen blijven nemen. Ook hoort de inspectie in gesprekken met de zorgverleners dat zij bewuster nadenken over de eigen regie van de cliënten.

Tijdens dit bezoek hoort de inspectie dat het management bezig is om verder invulling te geven aan de visie van Stichting NiKo. Zij krijgen hiervoor begeleiding vanuit

Waardigheid & Trots. Om de visie te herijken, betrekt Stichting NiKo ook zorgverleners.

Het management vertelt hiervoor een aftrap in het AZ-stadion te hebben gedaan, waarbij de input van de zorgverleners is gevraagd. De inspectie leest in de notulen van het verpleegkundig overleg dat zij gevraagd zijn om mee te denken over de visie.

Naast de zorgverleners betrekt Stichting NiKo ook de cliëntenraad. De inspectie hoort dat zij betrokken worden bij het ontwikkelen van beleid binnen De Palatijn. Een voorbeeld is de betrokkenheid van de cliëntenraad bij het ontwikkelen van het kwaliteitsplan voor 2021. Daarnaast betrekt Stichting NiKo de cliëntenraad en andere adviesraden actief bij het beleid op besmettingen met COVID-19. De voorzitter van de cliëntenraad geeft aan dat de bestuurder aanpassingen deed in het crisisplan naar aanleiding van adviezen van de cliëntenraad.

De inspectie hoort van gesprekspartners dat zij gestart zijn een commissie Wzd om de Wet Zorg en Dwang vorm te geven binnen De Palatijn. In de notulen van de commissie leest de inspectie dat zij bezig is het beleid te vernieuwen. In het scholingsoverzicht en in de gesprekken met het management ziet en hoort de inspectie dat de scholingen

(16)

rondom de Wzd gepland zijn. In de diverse notulen van werkoverleggen van zorgverleners ziet de inspectie dat de ontwikkelingen van de Wzd onderwerp op de agenda is.

Norm 3.2

De zorgaanbieder gebruikt (bijna)incidenten, (bijna)fouten en klachten voor de verbetering van de zorg.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet De Palatijn grotendeels aan deze norm.

De inspectie spreekt de teamcoach en de verpleegkundigen over de veranderingen rondom de Meldingen Incidenten Cliënten (MIC) meldingen. De gesprekspartners vertellen dat de beleidsmedewerker kwaliteit nu deelneemt aan de MIC-commissie.

Hierdoor zijn bepaalde processen duidelijker geworden, geven de gesprekspartners aan.

Zo bleken er frequent meldingen te zijn rondom medicatiefouten. Samen met de beleidsmedewerker kwaliteit hebben de verpleegkundigen vervolgens de afspraak gemaakt om een extra controle toe te voegen in het medicatieproces. Het aantal

medicatiemeldingen rondom ‘vergeten aftekenen van medicatie’ is hierdoor verminderd, hoort de inspectie.

De verpleegkundigen analyseren de meldingen maandelijks en bespreken deze vervolgens in het teamoverleg. Daarnaast bespreekt de teamcoach de meldingen in grote lijn in de MIC-commissie. De MIC-commissie is Stichting NiKo breed en twee verpleegkundigen van De Palatijn hebben ook zitting hierin. Bovenstaande werkwijze is bekend bij alle gesprekspartners.

De inspectie ziet meerdere notulen in van werkoverleggen tijdens documentanalyse. De inspectie leest hierin wisselend terug wat er is besproken ten aanzien van de MIC en welke verbeteringen zijn ingevoerd. Zo leest de inspectie in enkele notulen een uitgebreide bespreking van een aantal individuele MIC, met acties voor de zorgverleners. In andere notulen leest de inspectie alleen dat de MIC-meldingen besproken is en dat zorgverleners het maandoverzicht gemaild krijgen.

In de halfjaaroverzichten van de MIC-meldingen ziet de inspectie dat voor een aantal afdelingen de analyse (onder het kopje opmerkingen) meer uitgediept is dan voor andere afdelingen. Het overzicht laat zien dat de agressiemeldingen in de maand april voor twee afdelingen aanzienlijk hoger waren dan de andere maanden. Het overzicht maakt niet duidelijk waarom dit is en geeft geen andere informatie dan de aantallen. Op andere meldingen, zoals medicatiemeldingen, leest de inspectie wel de concrete

verbetermaatregelen. Het is de inspectie niet duidelijk waarom sommige verbetermaatregelen wel in het halfjaaroverzicht zijn opgenomen, en andere

verbetermaatregelen niet. In de notulen van de MIC-commissie leest de inspectie wel aanvullende informatie over de agressiemeldingen van de maand april. Zo leest de inspectie dat het CCE betrokken is.

De inspectie leest ook in de notulen van de MIC-commissie dat de veiligheid om te melden in sommige teams nog niet altijd gevoeld wordt. In de notulen van de

daaropvolgende bijeenkomst van de MIC-commissie leest de inspectie geen opvolging over hoe de zorgverleners dit nu ervaren. Daarentegen leest de inspectie ook dat er in andere gevallen wel concrete acties volgen vanuit de MIC-commissie. Een voorbeeld is het inschakelen van een verpleegkundige bij een valincident voor extra beoordeling hoe het met een cliënt gaat.

(17)

Norm 3.3

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet De Palatijn grotendeels aan deze norm.

De Palatijn brengt kwaliteitsinformatie elk kwartaal in beeld in een businessreview. Dit betreft informatie over het ziekteverzuim, klachten, MIC-meldingen, vacatures en interne audits. De Palatijn bespreekt deze informatie in een businessreviewoverleg met de bestuurder, de controller en de teamcoach van het ondersteuningsbureau. De uitkosten van alle businessreviews binnen NiKo worden in het kwaliteitsoverleg

besproken. Aan het kwaliteitsoverleg nemen de teamcoach, de controller, de bestuurder en de kwaliteitsmedewerker deel. De functie kwaliteitsmedewerker bestaat sinds

september 2019. In de notulen van het kwaliteitsoverleg leest de inspectie de stand van zaken op de onderwerpen uit het businessreview en daaropopvolgend concrete acties.

De Palatijn heeft verder een zorgvragerscommissie, waarin een vertegenwoordiging van de cliënten/cliëntvertegenwoordiging zitting heeft. Zij bespreekt eens per twee

maanden met het management de stand van zaken op de locatie. Hierbij is ook aandacht voor de stand van zaken van het kwaliteitsplan van het lopende jaar van de locatie. De zorgvragerscommissie vertelt zich gehoord en gezien te voelen door De Palatijn.

De teamcoach vertelt dat De Palatijn naast de informatie uit de businessreview ook interne en externe audits uitvoert. De focus van recente interne audits lag op de cliëntdossiers. De inspectie hoort dat een vast team auditoren de interne audits

uitvoert. Zorgverleners van beide locaties nemen hieraan deel. In de audits van mei en augustus ziet de inspectie dat de audit volgens een vaste methode is uitgevoerd. Ook ziet de inspectie dat het auditteam bij de herhaalde audit de PDCA-cyclus rond maakt, door de resultaten en acties uit de audit van mei te evalueren. De resultaten uit de audit, ziet de inspectie terug tijdens de dossierinzage.

De inspectie ziet tijdens de documentinzage een externe auditrapportage in. De Palatijn heeft een audit laten uitvoeren op infectiepreventie. De inspectie leest dat De Palatijn verbeteringen heeft doorgevoerd en dat bij een herhaalde audit de hygiëne van redelijk naar goed is gegaan. Ook staan er in de audit nog aandachtspunten voor verbeteringen binnen De Palatijn. In het businessreview leest de inspectie dat het een goed rapport was. In het businessreview is een beperkte toelichting van de resultaten uit de audit.

Hoe de verbeterpunten uit de audit een vervolg krijgen binnen De Palatijn is de inspectie niet duidelijk.

De Palatijn kan nog meer leren en verbeteren van de MIC-meldingen (zie norm 3.2). De inspectie ziet dat er stappen zijn gezet in de MIC-analyse om verbeteringen door te voeren. De inspectie ziet echter dat de evaluatie op het effect van de

verbetermaatregelen niet altijd wordt uitgevoerd.

Norm 3.4

De zorgaanbieder schept binnen de locatie en het team van zorgverleners voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Deze norm is tijdens het vorige inspectiebezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

(18)

Norm 3.51

Zorgverleners handelen naar de gemaakte afspraken om tot een evenwichtig samenspel te komen tussen zorgverlener, cliënt en informeel netwerk om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen leveren.

Deze norm is tijdens het vorige inspectiebezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolginspectiebezoek niet getoetst.

(19)

Bijlage 1 Methode

De inspectie toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. Door de informatie uit deze bronnen te vergelijken en te wegen, beoordeelt de inspectie of de door De Palatijn geboden zorg voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de inspecteurs met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats waardoor de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgmedewerkers.

Daarna zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgmedewerkers. Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgmedewerkers de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgmedewerkers is.

Verder kijken de inspecteurs waarom vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet.

Wat valt op en waar hebben de inspecteurs vragen over?

De inspecteurs voeren door de dag heen gesprekken met zorgmedewerkers, behandelaren, cliëntvertegenwoordigers en cliëntenraadleden. Ook worden cliëntdossiers en documenten ingezien.

Overlegvormen kunnen bijgewoond worden zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Een gesprek met een cliëntvertegenwoordiger;

- Observatie van meerdere cliënten, zie uitleg over de methode hieronder;

- Gesprekken met acht uitvoerende medewerkers van verschillende afdelingen;

- Gesprekken met een behandelaar;

- Gesprekken met het management(-team);

- Vijf cliëntdossiers;

- Documenten, genoemd in bijlage 2;

- Een rondgang door de locatie.

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgmedewerker de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

(20)

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgmedewerkers reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de

zorgmedewerkers activiteiten voor cliënten? Wordt met de cliënten gepraat, een liedje gezongen, een spelletje gedaan, gewandeld? Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgmedewerkers waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(21)

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

Verslag audit mei 2020 Verslag audit augustus 2020

Dienstroosters De Palatijn – augustus 2020 Dienstroosters De Palatijn – september 2020 Opiatencontrole 2019 verslag

Opiatencontrole 2020 verslag

Overzicht e-learning medewerkers De Palatijn Rapportage audit infectiepreventie 2020

Bijlage bij rapportage audit infectiepreventie 2020 Notulen WZD commissie – 13.07.2020

Notulen WZD commissie – 21.09.2020 Businessreview De Palatijn – Q1 en Q2 2020 Notulen Bloemen – 3 augustus 2020

Notulen Bloemen – 2 september 2020 Notulen Koeien – 19 augustus 2020 Notulen Koeien – 16 september 2020 Notulen Molen – juli 2020

Notulen Molen – augustus 2020 Notulen Zee – 7 juli 2020

Notulen Zee – 1 september 2020 Notulen MIC-commissie 30.04.2020 Notulen MIC-commissie 27.07.2020 Procedure MIC-meldingen – januari 2020 Halfjaaroverzicht Q1-Q2-PG

Uitkomsten MIC-commissie – mail

Verslag kwaliteitsoverleg 10 augustus 2020 Bericht n.a.v. MIC-commissie

Rooster VPK – september 2020

Notulen VPK overleg – 11 augustus 2020 Notulen VPK overleg – 15 september 2020 Rooster MMZ – augustus/september 2020 Rooster MMZ – september/oktober 2020 Notulen MMZ overleg – 28 januari 2020 Notulen MMZ overleg – 10 juni 2020

Notulen gastvrouwen overleg – 7 september 2020 Eerste halfjaarverslag 2020 – Wet zorg en dwang IGJ verantwoording deskundigheidsbevordering Bijeenkomst NiKo 9 juni 2020

Bijeenkomst verslag 18 augustus 2020 NiKo Initiatief WLLW werkbegeleiders in hun kracht Verslag 1e bijeenkomst werkbegeleiders NiKo Voorstel taakbeschrijving werkbegeleiders NiKo Planning EVV opleiding 2020-2021

Lesgroep 1 helpende plus 2021 Lesgroep 2 helpende plus 2021

Namen verdeling lesgroep 1 en 2 helpende

Presentielijst 2019 aftoetsen bevoegd en bekwaam Presentielijst 2020 aftoetsen bevoegd en bekwaam

Overzicht deelnemers De Palatijn training onbegrepen gedrag 2020 Overzicht verdiepende scholing onbegrepen gedrag 2020 – De Palatijn Aanwezigheidslijst klinische les rapporteren in SOAP 2019 – De Palatijn

(22)

Aanwezigheidslijst ontruimingsoefening 2019 – De Palatijn Aanwezigheidslijsten BOPZ training 2019 – De Palatijn

Aanwezigheidslijsten preventietraining Interflame 2018, 2019 en 2020 – De Palatijn Aanwezigheidslijsten weerbaarheidstraining 2019 en 2020 – De Palatijn

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de inspectie voldeed De Wijngaard grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.. Tijdens het vorige bezoek zag de inspectie dat zorgverleners cliënten in

Volgens de inspectie voldeed de locatie Oogstlaan tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet de locatie Oogstlaan aan

Volgens de inspectie voldeed De Ooijman grotendeels niet tijdens het vorige bezoek niet aan deze norm.. Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst

Volgens de inspectie voldeed TVZ tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Volgens de inspectie voldoet TVZ grotendeels aan

Volgens de inspectie voldeed Hoeve Loevestein grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Hoeve Loevestein aan

Volgens de inspectie voldeed Multi Care Thuiszorg tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Multi Care Thuiszorg grotendeels aan

stierf, verhuisde Octavianus naar het huis van zijn moeder en stiefvader, maar hij bleef aan zijn beroemde oudoom den- ken.. Naar verluidt wilde hij zich in

Volgens de inspectie voldeed Thuiszorg Olympia tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. In november 2019 constateerde de inspectie dat de