• No results found

Rapport van het vervolgbezoek aan aan Sharaida Care Thuiszorg, in Diemen, op 8 oktober 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het vervolgbezoek aan aan Sharaida Care Thuiszorg, in Diemen, op 8 oktober 2020"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het vervolgbezoek aan aan Sharaida Care Thuiszorg, in Diemen, op 8 oktober 2020

Utrecht, december 2020

V2025053

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 3 1.2 Onderzoeksmethode 3

1.3 Aanleiding bezoek 3

1.4 Schets thuiszorgorganisatie 4 1.5 Gesprek met bestuurder 5

2 Conclusie 6

2.1 Conclusie bezoek 6

3 Wat zijn de vervolgacties 8

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Sharaida verwacht 8 3.2 Vervolgacties van de inspectie 8

4 Resultaten 10

4.1 Thema 1 – cliënt centraal 10 4.2 Thema 2 – integrale zorg 11 4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis 14

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 16 4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit 17

Bijlage Geraadpleegde documenten 19

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 8 oktober 2020 een aangekondigd vervolgbezoek gebracht aan Sharaida Care Thuiszorg (hierna: Sharaida), te Diemen.

Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Sharaida levert aan cliënten thuis.

In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen van Sharaida worden verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het bezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument gebaseerd op het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’1.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. cliënt centraal 2. integrale zorg 3. veilige zorg thuis

4. professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. sturen op kwaliteit.

Het toezichtbezoek bestond uit de volgende onderdelen:

- gesprek met de bestuurder

- gesprek met de wijkverpleging en de kwaliteitsmedewerker en inzage zorgdossiers

- telefoongesprekken met cliënten en mantelzorgers - terugkoppeling van de bevindingen door de inspectie

- telefoongesprek met de bij de zorgaanbieder betrokken wijkverpleegkundige (op 14 oktober 2020).

Het is gebruikelijk dat de inspectie bij een toezichtbezoek in de thuiszorg met zorgverleners naar cliënten thuis gaat. Daar spreekt de inspectie cliënten en ziet zij dossiers in. In verband met de praktische beperkingen vanwege Covid-19 spreekt de inspectie de cliënten en mantelzorgers nu telefonisch. Dossierinzage doet de

inspectie op het kantoor van de thuiszorgorganisatie onder begeleiding van medewerkers.

1.3 Aanleiding bezoek

Dit vervolgbezoek bracht de inspectie naar aanleiding van eerdere

inspectiebezoeken aan Sharaida te Diemen, op 9 april 2018, 30 april 2018 en 28 november 2019. Uit het bezoek van 28 november 2019 kwam naar voren dat Sharaida (grotendeels) niet voldeed aan twaalf van de veertien beoordeelde

normen. Op 30 maart 2020 heeft de inspectie een bestuursgesprek gevoerd met de

1 Het toetsingskader staat op www.igj.nl.

(4)

bestuurder van Sharaida. Vervolgens stelde de inspectie Sharaida op 3 april 2020 onder verscherpt toezicht. Het verscherpt toezicht hield in dat Sharaida binnen zes maanden ten minste aan de volgende normen moest voldoen:

Binnen het thema “Cliënt centraal”:

1.1 De cliënt krijg zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Binnen het thema “Integrale zorg”:

2.1 De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

2.2 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

2.3 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Binnen het thema “Veilige zorg thuis”:

3.1 De wijkverpleging signaleert risico's in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico's met de cliënt.

3.2 De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegtechnische handelingen die ze uitvoert.

3.3 De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Binnen het thema “Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige”:

4.1 De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

4.2 De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Binnen het thema “Sturen op kwaliteit”:

5.1 De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

5.2 De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

5.3 De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Betreffende ‘de besturing van de zorgorganisatie’

De zorgaanbieder hanteert waarden en normen die passen bij de maatschappelijke positie van de zorgorganisatie. De organisatie volgt hierbij de richtlijnen van de Governancecode Zorg9 voor zover van toepassing bij kleine zorgaanbieders.

Het verscherpt toezicht verliep op 3 oktober 2020. Sharaida heeft op drie momenten tussentijds documenten toegestuurd om de voortgang van ingezette verbeteringen te tonen. Deze informatie heeft de inspectie gebruikt ter voorbereiding op het bezoek op 8 oktober 2020, en bij de beoordeling van de verschillende normen.

In dit vervolgbezoek toetst de inspectie of Sharaida voldoet aan de normen waaraan Sharaida tijdens het bezoek van 28 november 2019 (grotendeels) niet voldeed. Dit rapport is dan ook niet los te zien van het rapport van het bezoek op 28 november 2019 dat is terug te vinden op de website van de inspectie onder publicaties.

1.4 Schets thuiszorgorganisatie

Sharaida is sinds 17 februari 2016 ingeschreven als eenmansbedrijf in het

handelsregister2 onder KvK-no: 6535966 met als activiteit thuiszorg en is gevestigd in een kantoorverzamelgebouw in Diemen.

2 Datum laatste raadpleging 15 oktober 2020

(5)

De eigenaar van Sharaida functioneert bij Sharaida als bestuurder en als verzorgende-IG.

Sharaida heeft een eigen AGB3-code: 41418137 als vestiging in Amsterdam.

Daarnaast voert de eigenaar nog een andere AGB-code, te weten 91009588 als zorgverlener.

Zorgverleners en samenwerking

In de afgelopen maanden heeft Sharaida afscheid genomen van een aantal zorgverleners. Bij Sharaida werkt op het moment van het bezoek, naast de

bestuurder, één zorgverlener, als helpende niveau 2. Zij heeft een contract voor 24 uur in de week. Verder beschikt Sharaida sinds eind september 2020 over een kwaliteitsmedewerker die op projectbasis, naast haar reguliere werkzaamheden als GGZ-verpleegkundige, aan de organisatie is verbonden. Zij is aangesteld om te werken aan een kwaliteitshandboek en als coach voor de bestuurder. Ook is het de bedoeling dat zij een bijdrage levert aan het vergroten van de kennis over het cyclisch zorgproces bij Sharaida.

Sharaida werkt samen met een wijkverpleegkundige die de (her)indicaties stelt. De wijkverpleegkundige levert geen zorg namens Sharaida.

In dit rapport wordt gesproken over de ‘wijkverpleging’. Deze term heeft betrekking op één of beide zorgverleners van Sharaida.

Zorgverlening

Sharaida levert op de bezoekdag zorg aan elf cliënten. Bij vijf van hen worden ook risicovolle verpleegtechnische handelingen uitgevoerd. De risicovolle handelingen bestaan voornamelijk uit zwachtelen en laag complexe wondzorg. Bij één cliënt levert Sharaida medicatiezorg. De overige cliënten worden met name geholpen bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Alle cliënten ontvangen Zorg in Natura vanuit de Zorgverzekeringswet.

Bedrijfsvoering en governance

Sharaida heeft een WTZi-toelating (Wet toelating zorginstellingen). Sharaida heeft geen interne toezichthouder.

1.5 Gesprek met bestuurder

In navolging van het bezoek heeft de inspectie Sharaida op het kantoor van de inspectie uitgenodigd voor een gesprek. Op 14 december 2020 voerde de inspectie dit

bestuursgesprek met Sharaida om haar zorgen te delen over en verder inzicht te krijgen in de verbeterkracht en het lerend vermogen van Sharaida. Tijdens dit gesprek zijn eveneens de voorgenomen vervolgacties besproken.

3 Bron: het publieke register https://www.agbcode.nl/Webzoeker/Relaties/1488727

(6)

2 Conclusie

In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de door Sharaida geleverde thuiszorg beoordeelt. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Conclusie bezoek

De inspectie constateert dat er nog steeds grote tekortkomingen zijn op 11 normen binnen alle getoetste thema’s: cliënt centraal, integrale zorg, veilige zorg thuis, professionele autonomie van de wijkverpleegkundige, en sturen op kwaliteit.

Cliënt centraal

Sharaida Care borgt niet dat cliënten de zorg krijgen die aansluit bij de actuele zorgbehoeften. Veel cliënten hebben geen goedgekeurde indicatie. Deze krijgen niet de volledige geïndiceerde zorg. De zorgplannen van deze cliënten worden niet tijdig geëvalueerd en bijgesteld waar nodig.

Zorgverleners leveren taakgericht zorg, zonder de doelen in de zorgplannen als uitgangspunt te nemen. De zorgplannen worden onvoldoende bijgesteld naar aanleiding van veranderende zorgbehoefte van cliënten.

Integrale zorg

Sharaida borgt onvoldoende dat de cliënt integrale zorg krijgt. Het proces van afstemming is onvoldoende geborgd, en onvoldoende vastgelegd. Afspraken zijn niet navolgbaar vastgelegd. De wijkverpleging werkt onvoldoende methodisch. Het ECD ondersteunt de zorgverlening onvoldoende in het methodisch werken.

Veilige zorg

Voor de wijkverpleging is niet zichtbaar of en hoe Sharaida risico’s in beeld heeft en opvolgt. Risico’s die in beeld zijn, zijn onvoldoende vastgelegd in het dossier. Verder is de werkwijze van Sharaida met betrekking tot medicatie niet conform de veilige principes van de medicatieketen.

Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige

Sharaida heeft de rol van de wijkverpleegkundige onvoldoende geborgd binnen de organisatie. Het proces van herindiceren en bijstellen van de zorgplannen door de wijkverpleegkundige stagneert omdat indicaties langere tijd niet zijn goedgekeurd door de zorgverzekeraar. Daarnaast heeft Sharaida niet geborgd dat de

wijkverpleegkundige een bijdrage levert in de bevordering van de kwaliteit van zorg.

Sturen op kwaliteit en veiligheid

Sharaida is niet in staat gebleken de organisatie zo aan te sturen dat de

tekortkomingen verholpen konden worden. Daarnaast is de continuïteit van zorg onvoldoende geborgd, aangezien Sharaida slechts over één zorgverlener beschikt die bepaalde risicovolle handelingen bij cliënten mag uitvoeren. Sharaida heeft geen intern toezicht geregeld voor zover dat verplicht is als kleine zorgaanbieder, volgens de Governancecode en Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). Sharaida gebruikt in onvoldoende mate kwaliteitsinformatie, cliëntervaringen of incidenten om de kwaliteit van zorg te verbeteren.

(7)

Overall conclusie

De inspectie concludeert dat Sharaida na een periode van verscherpt toezicht van zes maanden, er niet in geslaagd is de noodzakelijke verbeteringen in de kwaliteit van zorg door te voeren. De inspectie constateert bij Sharaida een gebrek aan lerend en organiserend vermogen. Dit leidt tot voortdurende tekortkomingen in de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Gelet op de bevindingen van de inspectie in november 2019 en oktober 2020, en het bestuursgesprek op 14 december 2020, heeft de inspectie onvoldoende vertrouwen dat Sharaida zonder verdere intensivering van het toezicht tot een structurele verbetering van de zorgverlening zal komen. De inspectie is van oordeel dat er een vervolginterventie noodzakelijk is.

(8)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Sharaida verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Sharaida verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat de zorgaanbieder op alle normen waaraan tijdens het bezoek van 8 oktober 2020 niet werd voldaan, de noodzakelijke

verbetermaatregelen doorvoert.

Daarnaast verwacht de inspectie dat Sharaida het huidige aantal cliënten niet uitbreidt voordat de noodzakelijke verbeteringen zijn doorgevoerd voor de huidige groep cliënten.

De zorgaanbieder moet alsnog binnen vier maanden haar tekortkomingen wegnemen, en voldoen aan de volgende normen.

Binnen het thema “Cliënt centraal”:

1.1 De cliënt krijg zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Binnen het thema “Integrale zorg”:

2.1 De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

2.2 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

2.3 De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Binnen het thema “Veilige zorg thuis”:

3.1 De wijkverpleging signaleert risico's in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico's met de cliënt.

3.3 De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Binnen het thema “Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige”:

4.1 De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

4.2 De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Binnen het thema “Sturen op kwaliteit”:

5.1 De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

5.2 De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

5.3 De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren

3.2 Vervolgacties van de inspectie

Gelet op de constateringen in het rapport, concludeert de inspectie dat er sprake is van ernstige tekortkomingen in de wijze waarop Sharaida de zorg verleent en de

(9)

zorgverlening heeft georganiseerd. Sharaida handelt daarmee (onder meer) in strijd met artikel 2, 3, 7 en 9 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

De inspectie heeft bij de brief van 24 december 2020 die gelijktijdig met dit

vastgestelde rapport verzonden wordt, aangegeven dat de inspectie het voornemen heeft om een aanwijzing te geven aan Sharaida Care Thuiszorg op grond van artikel 27 van de Wkkgz. Voor de inhoud van het voornemen tot opleggen van een

aanwijzing en de onderbouwing ervan, wordt verwezen naar voormelde brief.

De inspectie zal Sharaida opnieuw bezoeken om het verbeterresultaat te toetsen. Bij onvoldoende voortgang overweegt de inspectie om verdergaande handhavende maatregelen in zetten.

(10)

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Licht groen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een ernstige bevinding. Je scoort rood om de hoge urgentie aan te geven.

Blauw: De norm is niet getoetst.

Hieronder staan de oordelen per norm en een toelichting daarop. Het oordeel geeft aan in welke mate de betreffende norm is gerealiseerd.

4.1 Thema 1 – cliënt centraal

De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.

Norm 1.1

De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet verschillende indicaties/zorgplannen in. Daarvan is de indicatie in tenminste vier gevallen op het moment van inzage verlopen.

De risico’s van cliënten zijn niet structureel vastgelegd. De bestuurder heeft voor drie cliënten een risico-inventarisatie ingevuld. Voor de overige cliënten zijn de risico’s niet vastgelegd. Volgens de ingevulde risico-inventarisaties is er bij sommige cliënten bijvoorbeeld sprake van risico op huidletsel, gewichtsverlies of depressie.

Het is voor de inspectie niet duidelijk wat de achterliggende systematiek is. De wijkverpleegkundige en de helpende zijn niet op de hoogte van de ingevulde

overzichten en de daarin benoemde risico’s. De wijkverpleegkundige heeft de risico’s dan ook niet vertaald naar doelen en acties in het zorgplan.

De zorgverlening rapporteert vooral over de (ADL-) taken die ze uitvoert. In

indicaties/zorgplannen staan, naast de zorgtaken, meer interventies beschreven. Zo leest de inspectie het stimuleren van de zelfredzaamheid van de cliënt, het

stimuleren van de intake van drinken of voeding en het voorkomen van

overbelasting van de mantelzorger. De zorgverlening rapporteert niet over deze afspraken (acties en/of doelen).

De wijkverpleging onderneemt geen actie om de zorgverlening aan te passen als de zorgbehoefte verandert. Zo hoort de inspectie van een mantelzorger dat de

zorgverlening hetzelfde is sinds de cliënt in 2019 zorg kwam. Terwijl de zorgvraag,

(11)

volgens de mantelzorger, zwaarder is geworden. De cliënt weigert namelijk in toenemende mate zorg en draait het dag en nachtritme steeds meer om.

De inspectie ziet dat de wijkverpleging in sommige gevallen de zorg in kortere tijd levert dan wat er aan zorgtijd geïndiceerd is. Volgens de indicatie/zorgplan moet er bij een cliënt minimaal 55 minuten zorg per dag worden geleverd. Volgens de mantelzorger en de wijkverpleging wordt de zorg in 10 tot 15 minuten uitgevoerd.

Bij een andere cliënt, die volgens de indicatie 40 minuten zorg moet krijgen, is de wijkverpleging volgens de cliënt 5 à 10 minuten bezig. De wijkverpleegkundige geeft in gesprek met de inspectie aan, dat bij meerdere (6) cliënten de indicatie nog niet is goedgekeurd door de verzekeraar. De inspectie ziet in één van deze indicaties dat deze dateert van juli 2020.

Ook krijgen sommige cliënten minder zorgmomenten geleverd dan de

wijkverpleegkundige indiceerde. Uit de rapportages blijkt bijvoorbeeld dat een cliënt die volgens de indicatie vier zorgmomenten per dag zou moeten krijgen, er twee krijgt. Een andere cliënt heeft een indicatie voor twee zorgmomenten per dag, maar krijgt volgens het rooster alleen in het weekend twee keer zorg. De overige dagen is de zorg op één moment ingeroosterd.

Wel hoort de inspectie van mantelzorgers en cliënten dat zij erg tevreden zijn over de geleverde zorg. Ook hoort de inspectie in gesprekken dat de wijkverpleging goed op de hoogte is van de wensen en behoeften van de verschillende cliënten in zorg.

Norm 1.2

De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek is deze norm niet getoetst.

Norm 1.3

De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek is deze norm niet getoetst.

4.2 Thema 2 – integrale zorg

De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.

Norm 2.1

De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels niet aan deze norm.

(12)

De wijkverpleging bespreekt niet structureel de belasting en mogelijke overbelasting van mantelzorgers. Sharaida heeft sinds het vorige inspectiebezoek weliswaar een mantelzorgbeleid opgesteld, maar dit is niet aantoonbaar geïmplementeerd.

Desgevraagd geeft de helpende aan niet op de hoogte te zijn van het

mantelzorgbeleid. In het beleid staat beschreven dat Sharaida afspraken maakt met mantelzorgers over welke taken zij oppakken. Ook staat er dat Sharaida bij

evaluaties van zorgplannen ook kijkt naar de belastbaarheid van de mantelzorger.

In de cliëntendossiers ziet de inspectie echter geen afspraken hierover opgenomen.

Ook staan er in de dossiers geen evaluaties met mantelzorgers. De inspectie ziet ook niet dat Sharaida op een andere manier structureel aandacht geeft aan de belastbaarheid van de mantelzorger.

Een mantelzorger geeft aan dat haar belastbaarheid niet besproken is.

Een andere mantelzorger geeft aan dat er, op zijn verzoek, wel met hem gesproken is over zijn belasting. De wijkverpleging heeft voor hem schoonmaak in huis

geregeld. In de indicatie/ zorgplan staat als doel: zorgen dat deze mantelzorger de mantelzorg aan kan. De inspectie ziet in het dossier geen rapportages of evaluaties van dit doel.

De inspectie ziet wel een voorbeeld waarbij de wijkverpleging rekening houdt met de wensen en mogelijkheden van de mantelzorger. Zo hoort de inspectie van een mantelzorger dat een cliënt een voedingssupplement gebruikt. De mantelzorger bestelde dit supplement zelf. Omdat dit voor de mantelzorger te veel werd, heeft hij de wijkverpleging gemachtigd om dit te doen. Sharaida regelt nu deze bestelling. De inspectie ziet deze afspraak echter niet terug in het dossier.

Norm 2.2

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels niet aan deze norm.

Net als tijdens het vorige bezoek ziet de inspectie niet in het elektronisch

cliëntendossier (ECD) terug dat de wijkverpleging methodisch werkt. De inspectie ziet dat de wijkverpleging moeite heeft met vinden van informatie in het ECD.

Relevante documenten, zoals het indicatie/zorgplan, zijn als pdf-document

ingescand. Deze documenten staan tussen andere documenten, zoals bijvoorbeeld oude versies van het zorgplan, een formulier beheer eigen medicatie (BEM), en uitvoeringsverzoeken. De inspectie ziet dat behalve de gescande documenten, de rapportages in het ECD staan. Verder ziet de inspectie dat de andere onderdelen van het ECD (zoals anamneses, zorgdomeinen, afspraken), niet zijn gevuld. De wijkverpleging heeft geen scholing gehad in het gebruik van het ECD.

Het ECD vormt niet de basis voor de zorgverlening door de wijkverpleging. Zo geeft de wijkverpleging aan dat zij niet in het ECD kijkt voor of tijdens de zorgverlening en uit haar hoofd weet wat zij bij die cliënt aan zorgtaken moet uitvoeren. De zorgverlening rapporteert op het uitvoeren van deze taken, maar niet op de doelen en acties. Ook vinden er geen aantoonbare evaluaties plaats op basis waarvan een zorgplan wordt bijgesteld.

(13)

De helpende geeft aan dat methodisch werken voor haar met name uit observeren en signaleren bestaat. Zo vertelt zij dat een cliënt vaak nog slaapt als zij de zorg komt verlenen en de cliënt vaak zorg weigert. Dit ziet de inspectie echter niet terug in de rapportage of evaluatie. Ook leidt dit niet tot aangepaste doelen of acties.

De overdracht gebeurt via de e-mail en via een app. De overdracht bestaat, voor zover de inspectie heeft kunnen zien, uit de tekst die de wijkverpleging in het ECD bij de rapportage heeft opgeschreven. De inspectie ziet in de app en rapportages dat er nauwelijks bijzonderheden over de gezondheidssituatie van de cliënten worden beschreven.

Norm 2.3

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels niet aan deze norm.

Sharaida heeft de samenwerking met zorgverleners van andere zorgorganisaties niet geborgd. Als Sharaida contact heeft gehad met betrokken disciplines, is dat op het moment van het inspectiebezoek niet terug te vinden in de dossiers die de inspectie inziet. Alle betrokken zorgverleners waar Sharaida mee samenwerkt hebben toegang tot het ECD. De inspectie ziet niet terug dat het ECD ook geraadpleegd of gevuld wordt door andere zorgverleners.

De helpende geeft aan dat zij nooit contact heeft met andere betrokken

zorgverleners, zoals de huisarts of ergotherapeut. De bestuurder geeft aan dat alle communicatie met andere zorgverleners via haar verloopt. De helpende weet niet welke zorgverleners betrokken zijn bij de cliënten. Ook kan zij niet in het

cliëntendossier laten zien of, en zo ja waar de gegevens van betrokken zorgverleners te vinden zijn.

Sharaida werkt in een netwerk samen met andere zorgaanbieders, zoals een grote plaatselijke GGZ-instelling, huisartsen, casemanagers, en andere disciplines.

Sharaida is aangesloten bij Sociale Kaart Amsterdam.

Wel hoort de inspectie van de bestuurder dat zij samenwerkt met zorgverleners van andere organisaties, zoals een ergotherapeut, de huisarts en de apotheek. Zo noemt zij een voorbeeld waarbij de zij signaleert dat de rem van de rollator niet meer werkt nadat een cliënt gevallen is. Hierop schakelt de bestuurder de ergotherapeut in om naar de rollator te kijken en een reparatie te regelen. Ook hoort de inspectie van de bestuurder dat zij met de huisarts bespreekt of het voor een cliënt nog veilig is om thuis te blijven wonen. De gemaakte afspraken ontbreken in het dossier.

In verklaringen van bij Sharaida betrokken huisartsen leest de inspectie dat zij tevreden zijn over de samenwerking. In samenwerking met een apotheek gebruikt Sharaida een digitaal medicatiesysteem voor het aftekenen van de medicatie.

Sharaida heeft volgens de bestuurder de afgelopen periode niet te maken gehad met coronabesmettingen bij cliënten. Sharaida had in de afgelopen periode geen contact met het RIVM en/of GGD voor het inwinnen van kennis en expertise.

(14)

4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis

De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.

Norm 3.1

De wijkverpleging signaleert tijdig risico’s in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico’s met de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels niet aan deze norm.

In het zorgdossier ziet de inspectie niet terug dat Sharaida de risico’s in de

woonomgeving samen met de cliënt signaleert en bespreekt. De inspectie ziet dat in twee ingevulde risico-inventarisaties, die de bestuurder invult, aandacht is voor losliggende kleedjes en snoeren. De inspectie ziet of hoort niet hoe Sharaida overige risico’s in de woonomgeving bij deze en andere cliënten beoordeelt.

De wijkverpleegkundige geeft aan dat zij niet bij de cliënten thuis komt vanwege Covid-19 (zie ook norm 4.1). Ook de wijkverpleegkundige signaleert en bespreekt deze risico’s niet.

Wel ziet de inspectie één ‘rapportage huisbezoek’ van een ergotherapeut waarmee Sharaida samenwerkt. Hieruit blijkt dat de ergotherapeut, naar aanleiding van dit huisbezoek, actie heeft ondernomen om de thuissituatie aan te passen. Er zijn bijvoorbeeld een bedbeugel en een douchestoel geplaatst.

Norm 3.2

De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegtechnische handelingen die ze uitvoert.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort van de bestuurder dat de wijkverpleging bevoegd en bekwaam is in de handelingen die zij uitvoert. In het gesprek met de bestuurder hoort de inspectie dat Sharaida geen nieuwe cliënten aanneemt met een te complexe zorgvraag. Sharaida heeft hiervoor geen exclusiecriteria vastgelegd.

De bestuurder verleent naast persoonlijke verzorging, ook verpleegkundige zorg en voert de risicovolle handelingen uit. De helpende verleent alleen persoonlijke verzorging aan cliënten. De inspectie ziet in een dossier dat de helpende wel een cliënt doucht die ook wondverzorging krijgt, maar dat de bestuurder vervolgens na het douchen komt voor de wondverzorging. Sharaida beschikt niet over een

verpleegkundige achterwacht. Ook is er geen contact vanuit Sharaida met de wijkverpleegkundige over de verpleegkundige zorg. De inspectie hoort van mantelzorgers dat zij tevreden zijn over de kwaliteit van zorg.

De helpende heeft een opleiding gedaan waardoor zij medicatie mag delen. Er is één cliënt waarbij de wijkverpleging medicatie aanreikt. De helpende voert deze taak ook uit.

(15)

De inspectie ziet in de dossiers uitvoeringsverzoeken van huisartsen op naam van Sharaida voor de uitvoering van risicovolle handelingen. De bestuurder heeft recent een scholing in risicovolle handelingen gevolgd. Er zijn op het moment van het bezoek vijf cliënten in zorg waarbij risicovolle handelingen nodig zijn. Over het algemeen gaat het om zwachtelen en wondverzorging. De inspectie ziet geen protocollen terug in het dossier voor deze behandelingen. Dit terwijl in een

indicatie/zorgplan van een cliënt wordt verwezen naar het protocol voor zwachtelen.

Wel ziet de inspectie in de eerder ontvangen documenten van Sharaida dat er bij een cliënt een instructie voor het aantrekken van steunkousen in het dossier is opgenomen.

De inspectie ziet tijdens het bezoek geen protocollen met betrekking tot infectiepreventie en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Norm 3.3

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat Sharaida niet werkt volgens de veilige principes in de

medicatieketen. Sharaida beschikt over een medicatiebeleid. Het medicatiebeleid dat de bestuurder toestuurt als reactie op het conceptrapport is echter niet actueel en voldoet niet volledig aan de veilige principes in de medicatieketen. Sharaida levert ten tijde van het bezoek bij één cliënt medicatiezorg. Sharaida heeft contact met één apotheek over deze medicatiezorg. Met deze apotheek werkt Sharaida samen in een medicatiesysteem. Het is niet duidelijk op welke wijze Sharaida samenwerkt met andere apotheken, wanneer Sharaida aan andere cliënten medicatiezorg levert.

De inspectie ziet in de digitale toedienlijst dat een cliënt vier toedienmomenten op een dag heeft. In een weekplanning en in rapportages ziet de inspectie dat de

wijkverpleging slechts twee keer op de dag bij cliënt komt. De bestuurder geeft aan dat zij de afspraak om twee keer op een dag medicatie toe te dienen heeft afgestemd met de apotheek en de cliëntvertegenwoordiger. Deze afspraken staan niet beschreven in het dossier. De inspectie ziet in de digitale toedienlijst dat de wijkverpleging soms medicatie aftekent, terwijl zij op dat moment niet bij de cliënt is geweest.

De inspectie ziet in het ECD een actueel medicatieoverzicht. In het dossier van de cliënt ziet de inspectie ook een BEM-formulier waarop staat dat de wijkverpleging de medicatie aanreikt. In de digitale aftekenlijst is zichtbaar of de medicatie is

afgetekend. Niet duidelijk is wie de medicatie heeft afgetekend. In de reactie op het conceptrapport geeft de bestuurder aan dat dit wel terug te zien is aan de hand van de inloggegevens.

Norm 3.4

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

(16)

Norm 3.5

De wijkverpleging past alleen onvrijwillige zorg toe onder de WGBO in noodsituaties en als voldaan wordt aan de noodzakelijke zorgvuldigheidseisen.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

Norm 4.1 4

De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet in de dossiers van cliënten indicaties/zorgplannen. Deze zijn opgesteld volgens een methodiek (PESDIE) en zijn ondertekend door de wijkverpleegkundige en de cliënt. In verband met Covid-19 stelt de

wijkverpleegkundige deze indicaties zonder dat zij de cliënt ziet. Zij doet dat op basis van telefoongesprekken met cliënten of mantelzorgers. Of, als dat niet gaat, op basis van de informatie die zij krijgt van Sharaida. Zo nodig vraagt de

wijkverpleegkundige aan de bestuurder om door haar opgestelde vragen te stellen aan de cliënt. De antwoorden hierop neemt de wijkverpleegkundige op in de

indicatie als anamnese. De wijkverpleegkundige heeft geen beeld van de voortgang van de zorg bij een cliënt. Tussentijds zijn er geen afgesproken contactmomenten tussen de wijkverpleging en de wijkverpleegkundige waarop wordt besproken hoe het gaat met zorgverlening aan de cliënt en of de indicatie aangepast moet worden.

Ook leest de wijkverpleegkundige geen rapportages. Het eerstvolgende moment dat de wijkverpleegkundige weer in beeld komt, is wanneer er een herindicatie

afgegeven moet worden. Dit doet zij dan samen met de bestuurder van Sharaida.

De wijkverpleegkundige krijgt uitsluitend door de zorgverzekeraar betaald voor het stellen van de indicatie en het opstellen van het zorgplan.

Een deel van de indicaties die de wijkverpleegkundige gesteld heeft, is nog niet goedgekeurd door de zorgverzekeraar. Dit gaat volgens de wijkverpleegkundige om de indicaties van zes cliënten. Bij deze zes (van de elf) cliënten levert Sharaida op het moment van het inspectiebezoek wel zorg. De wijkverpleegkundige doet voor deze cliënten geen herindicatie omdat de indicatie nog niet is vastgesteld. De wijkverpleegkunde heeft, ook bij deze cliënten, geen beeld van de zorg die Sharaida op dit moment levert.

Norm 4.2

De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida niet aan deze norm.

4 Norm 4.1 geldt niet voor cliënten die thuis Wlz-zorg ontvangen en vallen onder het addendum bij het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.

(17)

Uit de gesprekken met de bestuurder en de wijkverpleegkundige blijkt dat de wijkverpleegkundige geen rol heeft in het bevorderen van de kwaliteit van zorg binnen Sharaida.

4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida niet aan deze norm.

Sharaida gebruikt, net als bij het vorige bezoek, niet aantoonbaar

kwaliteitsinformatie ter verbetering van de zorgverlening. De bestuurder beschikt niet over kwaliteitsinformatie om haar beleid cyclisch te evalueren en bij te stellen.

De inspectie ziet en hoort dat de interne controle op de kwaliteit van zorg ontbreekt.

De kennis over aan welke (rand)voorwaarden een zorgaanbieder moet voldoen en aan welke voorwaarden de kwaliteit van zorg moet voldoen ontbreekt bij Sharaida.

Sinds eind september 2020 heeft Sharaida op projectbasis hiervoor een kwaliteitsmedewerker in dienst, die gaat adviseren over zaken, zoals over het werken met het ECD.

De inspectie ziet ingevulde evaluatieformulieren waarmee cliënten hun waardering voor de zorgverlening uitspreken. De inspectie ziet niet terug of, en zo ja hoe deze evaluaties gebruikt worden om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren.

Sharaida heeft geen raad van toezicht. Ook is geen medezeggenschap voor cliënten georganiseerd. Met de accountant maakt de bestuurder afspraken over de financiën.

De bestuurder geeft aan de veiligheid van cliënten de wijkverpleging in de tijd van Covid-19 te borgen door altijd te werken met mondneusmaskers en handschoenen.

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida grotendeels niet aan deze norm.

Op het moment van het bezoek zijn er twee zorgverleners om de benodigde zorg aan de elf cliënten te kunnen leveren De bestuurder werkt zeven dagen in de week en is 24/7 bereikbaar voor de cliënten. De bestuurder geeft desgevraagd aan dat ze een zzp’er kan benaderen als zij mocht uitvallen.

De bestuurder geeft aan dat zij niet zomaar nieuwe cliënten aanneemt. Zij

beoordeelt of Sharaida de zorg kan leveren. Zij kijkt hierbij naar de zorgzwaarte en ook of zij de zorg in de praktijk in zou kunnen plannen. Sharaida heeft echter

(18)

cliënten in zorg die minder zorgmomenten krijgen dan er geïndiceerd zijn. Ook ziet de inspectie dat de informatie op de website van Sharaida niet overeenkomt met de huidige situatie. Op de website staat bijvoorbeeld dat de organisatie ook palliatieve terminale zorg levert, terwijl de bestuurder aangeeft dat zij de scholing van

palliatieve terminale thuiszorg (nog) niet heeft gevolgd.

De wijkverpleging beschikt over mobiele telefoons waarop het ECD als app beschikbaar is.

De inspectie heeft geen actueel scholingsplan gezien. De bestuurder laat achteraf in reactie op het conceptrapport weten dat er wel een scholingsplan is van na het bezoek. De bestuurder heeft een scholing risicovolle handelingen gevolgd. Beide medewerkers hebben een BHV-training gevolgd.

Sharaida heeft maatregelen getroffen om de zorgverlening in coronatijd veilig te kunnen leveren (zie norm 5.1). De inspectie ziet echter geen protocollen ten aanzien van infectiepreventie. Ook heeft de zorgaanbieder geen scholing georganiseerd op het gebied van infectiepreventie en hygiënisch werken.

Norm 5.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldeed Sharaida tijdens het vorige bezoek niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Sharaida niet aan deze norm.

In de gesprekken met de wijkverpleging komt naar voren dat Sharaida geen randvoorwaarden schept voor de wijkverpleging om de kwaliteit van zorg te

verbeteren. De inspectie hoort en leest dat er sinds het vorige bezoek één keer een werkoverleg is geweest, waar praktische zaken zijn besproken. Hierbij is geen gelegenheid voor de wijkverpleging om met elkaar te reflecteren op het eigen functioneren.

Om zelf te kunnen leren, heeft de bestuurder sinds eind september 2020 een kwaliteitsmedewerker aangetrokken. Ook heeft de bestuurder contact met een zorgverlener die zij beschouwt als haar sparringpartner. De inspectie ziet nog geen concreet resultaat als gevolg hiervan.

Sharaida beschikt over formulieren voor meldingen incidenten cliënten (MIC). De zorgverlening heeft tot op heden nog geen MIC-formulier ingevuld.

Sharaida is aangesloten bij brancheorganisatie Zorgthuisnl. Als lid van Zorgthuisnl is de organisatie aangesloten bij een geschilleninstantie. Ook stelt Zorgthuisnl voor leden een externe klachtenfunctionaris en een modelklachtenregeling beschikbaar.

Niet iedere cliënt heeft deze informatie echter tot zijn beschikking. Zo geeft een mantelzorger aan dat hij sinds het digitaliseren van de dossiers geen map met informatie meer thuis heeft. De klachten- en geschillenregeling en de gegevens van de klachtenfunctionaris staan niet op de website van Sharaida.

(19)

Bijlage Geraadpleegde documenten

- www.thuiszorgsharaidacare.nl

- Uittreksel Handelsregister, KvK-nummer 65359666, d.d. 15-10-2020 - Mantelzorgbeleid Sharaida Care Thuiszorg, toegezonden door Sharaida Care

Thuiszorg op 9 oktober 2020

- Routelijst week 41, Sharaida Care Thuiszorg, toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 29 september 2020

- Zorgplannen/indicaties van meerdere cliënten in ECD tijdens bezoek, en toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 10 oktober 2020

- Risico-inventarisaties Sharaida Care Thuiszorg, toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 10 oktober 2020

- Overzicht cliënten waarbij risicovolle handelingen geïndiceerd zijn, toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 29 september 2020

- Berichten in app voor wijkverpleging, ingezien tijdens bezoek

- Brieven van huisartsen over de samenwerking met Sharaida Care Thuiszorg, d.d. 5 en 6 oktober 2020

- Resultaatverslag/verbeteringen per norm, toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 29 september 2020

- Screenshots ECD, toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 3 augustus 2020 - Rapportage huisbezoek door ergotherapeut, toegezonden door Sharaida Care

Thuiszorg op 3 augustus 2020

- Lijst declaraties afgelopen zes maanden (t/m september), toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 9 oktober 2020

- Certificaat scholing risicovolle handelingen, d.d. 27 april 2020 - Lidmaatschap Zorgthuisnl, d.d. 22 oktober 2020

- Schermprints digitale toedienlijst, toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 27 oktober 2020

- Brief van cliëntvertegenwoordiger, toegezonden door Sharaida Care Thuiszorg op 27 oktober 2020

- www.zorgthuis.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de inspectie voldeed Aparte Zorg tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Volgens de inspectie voldoet tijdens dit bezoek Aparte Zorg grotendeels aan deze

Volgens de inspectie voldeed De Zonnestralen tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Zonnestralen grotendeels niet aan deze

Volgens de inspectie voldeed De Ooijman grotendeels niet tijdens het vorige bezoek niet aan deze norm.. Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Slippens grotendeels niet aan deze norm.. De inspectie ziet dat de zorgverleners nog onvoldoende methodisch werken in het

Volgens de inspectie voldeed TVZ tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Volgens de inspectie voldoet TVZ grotendeels aan

Volgens de inspectie voldeed Hoeve Loevestein grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Hoeve Loevestein aan

Volgens de inspectie voldeed Multi Care Thuiszorg tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Multi Care Thuiszorg grotendeels aan

Volgens de inspectie voldeed Thuiszorg Olympia tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. In november 2019 constateerde de inspectie dat de