• No results found

Rapport van het vervolginspectiebezoek aan Stichting Ben Oude Nijhuis, locatie Ben Oude Nijhuis in Rotterdam op 11 februari 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het vervolginspectiebezoek aan Stichting Ben Oude Nijhuis, locatie Ben Oude Nijhuis in Rotterdam op 11 februari 2020"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het vervolginspectiebezoek aan Stichting Ben Oude Nijhuis,

locatie Ben Oude Nijhuis

in Rotterdam op 11 februari 2020

Utrecht, maart 2020

V2018557

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding bezoek 3

1.2 Beschrijving Ben Oude Nijhuis 3

2 Conclusie 6

2.1 Overzicht van de resultaten 6 2.2 Wat gaat goed 6

2.3 Wat kan beter 7 2.4 Wat moet beter 7 2.5 Conclusie bezoek 7

3 Wat zijn de vervolgacties 8

3.1 De vervolgactie die de inspectie van het Ben Oude Nijhuis verwacht 8 3.2 Vervolgacties van de inspectie 8

4 Resultaten 9

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 9 4.1.1 Resultaten 9

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 12 4.2.1 Resultaten 12

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 17 4.3.1 Resultaten 17

4.4 Overige bevindingen 19 4.4.1 Resultaten 19

Bijlage 1 Methode 20

Bijlage 2 Beoordeelde documenten 22

(3)

Pagina 3 van 22

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 11 februari 2020 een

onaangekondigd vervolginspectiebezoek aan Stichting Ben Oude Nijhuis, locatie Ben Oude Nijhuis in Rotterdam.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde

kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit. Als de

inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit en veiligheid en

medicatieveiligheid.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie brengt dit vervolginspectiebezoek naar aanleiding van het eerdere bezoek dat zij bracht aan deze locatie, op 4 juni 2019.

De inspectie constateerde tijdens het bezoek van 4 juni 2019, dat de geboden zorg op het Ben Oude Nijhuis nog onvoldoende voldeed aan de getoetste normen. Ben Oude Nijhuis voldeed grotendeels aan drie van de tien getoetste normen (thema persoonsgerichte zorg). Zij voldeed echter grotendeels niet aan zeven normen (thema’s deskundigheid personeel, sturen op kwaliteit en veiligheid, medicatie).

De inspectie vroeg Ben Oude Nijhuis om verbetermaatregelen te nemen en haar hierover een resultaatverslag te zenden. Dit resultaatverslag ontving de inspectie in goede orde op 20 januari 2020.

Met dit vervolgbezoek wil de inspectie de genomen verbetermaatregelen toetsen in de praktijk. Hierbij toetst de inspectie meer normen dan tijdens het vorige bezoek.

Dit rapport is niet los te zien van het rapport van het bezoek op 4 juni 2019. Zie hiervoor de website van de inspectie (www.igj.nl) onder publicaties.

1.2 Beschrijving Ben Oude Nijhuis

Stichting Ben Oude Nijhuis biedt verpleeghuiszorg, verzorging, begeleiding,

huishoudelijke hulp en dagactiviteiten. De stichting heeft één locatie in Rotterdam.

Het Ben Oude Nijhuis is bedoeld voor gezonde ouderen en ouderen met een (lichte) zorgvraag of dementie. Het Ben Oude Nijhuis richt zich op ouderen met een laag inkomen. Ben Oude Nijhuis is gevestigd in een voormalig klooster en is gestart met het inhuizen van cliënten in oktober 2017.

Het management bestaat uit een tweehoofdige raad van bestuur, een hoofd zorg en een teamleider. Stichting Ben Oude Nijhuis heeft een raad van toezicht bestaande uit drie leden.

(4)

Ben Oude Nijhuis is een locatie met afdelingen voor cliënten met (lichte) somatische problematiek en cliënten met psychogeriatrische problematiek (PG). Het Ben Oude Nijhuis werkt volgens het principe van gescheiden wonen en zorg. Daarnaast ontvangen een aantal cliënten huishoudelijke ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Het Ben Oude Nijhuis heeft plaats voor 53 bewoners en vier studenten. Ten tijde van het bezoek ontvangen veertig cliënten zorg.

De afdelingen voor PG (zware zorg) bevinden zich op de begane grond (woongroep 1 en 2) en de eerste etage (woongroep 3). Hier wonen dertig cliënten.

Daarnaast wonen er op de eerste etage tien bewoners (woongroep 4; lichte zorg) die huishoudelijke hulp ontvangen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of persoonlijke verzorging vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Een woongroep bestaat uit acht á tien cliënten. Cliënten hebben een eigen kamer met badkamer. Elke woongroep heeft een eigen woonkamer met keuken. De

woongroepen op de begane grond komen uit op een grote, besloten, binnentuin. De inspectie bezocht de afdelingen waar cliënten met PG-problematiek verblijven.

De cliënten van de PG-afdelingen ontvangen geïndiceerde (thuis)zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), gefinancierd met een volledig pakket thuis (VPT). Deze cliënten hebben een zorgzwaartepakket VV 4 of VV 5 (zonder behandeling).

De zorg wordt verleend door 43 zorgverleners (33,19 fte), waarvan twee verpleegkundigen niveau 4, dertien verzorgenden IG niveau 3, acht helpenden niveau 2+, drie helpenden niveau 2, zestien gastvrouwen/gastheren niveau 1 en een activiteitenbegeleider. Daarnaast werken in het Ben Oude Nijhuis een

coördinator activiteiten en vrijwilligers (0,67 fte), een huismeester (0,89 fte), vier interieurverzorgers (2 fte) en twee medewerkers voor het secretariaat (1,22 fte).

Ook werkt het Ben Oude Nijhuis met vrijwilligers en mantelzorgers. En sinds kort lopen er zorgverleners in opleiding stage bij Ben Oude Nijhuis. Verder bieden de vier, in het huis wonende, studenten de cliënten acht uur per week ondersteuning bij het eten of doen zij activiteiten met cliënten.

Een hoofd zorg (1 fte) stuurt de locatie samen met een teamleider (0,89 fte) aan.

De teamleidster is verpleegkundige en werkt mee in de zorg. De zorgteams zijn zelforganiserend.

De eigen huisarts van cliënten is eindverantwoordelijk voor de medische zorg. Een groot deel van de cliënten heeft dezelfde huisarts, die ook wekelijks visite loopt in Ben Oude Nijhuis. De huisarts schakelt op indicatie relevante deskundigheid in (zoals paramedici, specialist ouderengeneeskunde, psycholoog).

Ben Oude Nijhuis heeft daarnaast een samenwerkingsovereenkomst met een andere zorgorganisatie voor het leveren van een specialist ouderengeneeskunde (SO). Deze SO is elke week aanwezig op de locatie en betrokken bij de zorg aan cliënten op de PG-afdelingen. Ben Oude Nijhuis heeft afspraken met de huisartsen over de inzet en de taakverdeling van de SO. Verder zijn er afspraken met een zorgaanbieder uit de regio gemaakt voor de inzet van een ouderenpsycholoog.

Ontwikkelingen organisatie

In juni 2019 heeft het Ben Oude Nijhuis zich aangesloten bij Waardigheid & Trots op locatie (WOL). Vanaf 1 februari 2020 gaat een coach van WOL het Ben Oude Nijhuis ondersteunen bij de (hoofd)thema’s: persoonsgerichte zorg en het wonen en

welzijn, en management leiderschap en governance.

In de zomer van 2019 heeft een wisseling plaatsgevonden in het management. Het toenmalige hoofd zorg is vertrokken en per 1 september 2019 is een nieuw hoofd

(5)

Pagina 5 van 22

Verder is Ben Oude Nijhuis een erkend leerbedrijf geworden. Leerlingen van een Rotterdams ROC lopen sinds januari 2020 stage bij Ben Oude Nijhuis.

Het Ben Oude Nijhuis heeft, met goed gevolg, met het zorgkantoor gesproken over herindicatie van de cliënten die complexere, zwaardere zorg nodig hebben.

Binnenkort worden de indicaties van de betreffende cliënten omgezet in een functie

‘met behandeling’. Zodra deze indicaties in werking zijn, valt de zorg aan deze cliënten onder de (eind)verantwoordelijkheid van de SO. Zorgverleners kunnen dan zonder tussenkomst van de huisarts de SO inschakelen.

Voor het leveren van de medicatie van de cliënten heeft het Ben Oude Nijhuis nu een samenwerkingsovereenkomst met een apotheek. Het merendeel van de cliënten krijgen hun medicatie via deze apotheek. Een klein deel van de cliënten is bij de

‘eigen’ apotheek gebleven.

(6)

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Ben Oude Nijhuis. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft. In hoofdstuk 4 ziet u ook het oordeel op normniveau terug van het bezoek van 4 juni 2019.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaand diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie Ben Oude Nijhuis beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Legenda

voldoet voldoet niet

voldoet grotendeels niet getoetst voldoet grotendeels

niet

2.2 Wat gaat goed

Binnen het Ben Oude Nijhuis staat de cliënt centraal. Cliënten in Ben Oude Nijhuis krijgen persoonsgerichte, warme zorg van zeer betrokken zorgverleners.

Zorgverleners kennen de cliënten goed en betrekken hen bij het maken van afspraken.

De nieuwe locatiemanager en teamleider zijn daadkrachtig aan de slag gegaan om de kwaliteit van zorg en de deskundigheid van zorgverleners te verbeteren. Zij stimuleren een open cultuur waarin leren van elkaar en verbeteren meer vanzelfsprekend is. Ten opzichte van het vorige bezoek ziet de inspectie dat Ben Oude Nijhuis meer gericht is op het structureel verbeteren van de zorg. Ben Oude Nijhuis heeft nu ook afspraken over de inzetbaarheid en beschikbaarheid van een SO en een psycholoog.

Verder beschikt Ben Oude Nijhuis over kwaliteitsinformatie en stuurt daarmee op de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (3 normen)

Instrument Medicatieveiligheid

(8 normen)

(7)

Pagina 7 van 22

2.3 Wat kan beter

Ben Oude Nijhuis kan de meldingen over incidenten nog beter gebruiken bij het verbeteren van de zorg. Zo kan Ben Oude Nijhuis de analyses van de meldingen

bespreken tijdens het teamoverleg en de actiepunten uit de analyses beter vastleggen.

2.4 Wat moet beter

Ben Oude Nijhuis moet de (professionele) afwegingen van de zorg en afspraken over de zorg beter vastleggen in het cliëntdossier. Ook dienen de afspraken over de zorg beter aan te sluiten op de uitkomsten van de risicoanalyses. Daarnaast moeten zorgverleners het rapporteren op doelen in het cliëntdossier verbeteren.

2.5 Conclusie bezoek

In vergelijking met het vorige inspectiebezoek op 4 juni 2019, is de kwaliteit van de zorg in het Ben Oude Nijhuis verbeterd. De inspectie constateert bij het vervolgbezoek dat Ben Oude Nijhuis inmiddels (grotendeels) voldoet aan elf van de dertien getoetste normen. Met name op de geconstateerde aandachtsgebieden ‘sturen op kwaliteit en veiligheid’ en ‘medicatieveiligheid’, zag de inspectie grote verbeteringen op de locatie.

Ook constateert de inspectie dat het management van Ben Oude Nijhuis voldoende zicht heeft op de voortgang van de verbeteringen.

Ondanks verbeteringen ten opzichte van het vorige bezoek zijn er ook nog tekortkomingen zichtbaar. Deze tekortkomingen liggen met name bij de navolgbaarheid van het methodisch werken in het cliëntdossier.

De inspectie zag tijdens het bezoek dat het management en de medewerkers bij het Ben Oude Nijhuis zich open, transparant en toetsbaar opstellen. Het management kent de risico’s en de verbeterpunten en speelt hierop in. Zij staan open voor nieuwe ideeën en nemen maatregelen om leercondities te verbeteren. Dit geeft de inspectie het vertrouwen dat Ben Oude Nijhuis de verbeterpunten uit dit rapport slagvaardig zal oppakken.

(8)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk leest u wat de inspectie van het Ben Oude Nijhuis verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van het Ben Oude Nijhuis verwacht Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat u goede zorg continueert en verbetermaatregelen treft voor de normen die ‘grotendeels’ en ‘grotendeels niet’ voldoen.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie heeft met dit vervolginspectiebezoek opnieuw een beeld gekregen van de kwaliteit en veiligheid bij het Ben Oude Nijhuis. Zij gaat ervan uit dat de

bevindingen uit hoofdstuk 4 voldoende handvatten geven om aan de normen te (blijven) voldoen. Met dit rapport sluit de inspectie het bezoek af.

(9)

Pagina 9 van 22

4 Resultaten

In dit hoofdstuk staat per thema hoe de inspectie de geleverde zorg per norm tijdens het bezoek van 4 juni 2019 beoordeelde. Vervolgens ziet u hoe de inspectie de geleverde zorg per norm beoordeelt ten tijde van dit bezoek.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donker groen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij1 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal?

Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

Uit gesprekken en geraadpleegde cliëntdossiers komt naar voren dat Ben Oude Nijhuis cliënten en cliëntvertegenwoordigers betrekt bij het maken van de afspraken over de zorg. De cliënt of diens vertegenwoordiger is aanwezig bij het multidisciplinaire overleg (MDO). Daarnaast heeft de cliënt(vertegenwoordiger) sinds januari 2020 toegang tot het elektronisch cliëntdossier (ECD). Via het onderdeel ‘rapportages’ in het ECD, kan de cliënt(vertegenwoordiger) ook zelf, relevante, informatie schrijven.

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

1 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook ‘zij’.

(10)

Tijdens gesprekken en de observaties in de huiskamers hoort en ziet de inspectie dat de zorgverleners de zorgbehoefte, mogelijkheden en beperkingen van de cliënten goed kennen. Na het vorige bezoek heeft Ben Oude Nijhuis de teams gereorganiseerd. Zorgverleners werken nu in vaste teams. Een team voor

woongroep 1 en 2 en een team voor woongroep 3 en 4. Zorgverleners geven aan dat zij de cliënten hierdoor nog beter kennen dan voorheen. De zorgverleners vertellen uitgebreid over de achtergrond van de cliënten. Bijvoorbeeld over welk beroep zij vroeger hadden, uit wat voor gezin de cliënt kwam en of zij kinderen hebben en kleinkinderen. Zij weten welke zorg de cliënt nodig heeft, wat cliënten graag eten en wat zij graag doen. Zo vertellen zorgverleners over een cliënt die niet kan praten maar herhaaldelijk geluiden laat horen, wat de toon van deze geluiden betekent. Bijvoorbeeld hoe de stemming van de cliënt is, of zij naar het toilet wil, wat zij wil eten.

Zorgverleners geven aan dat familie de informatie over de cliënt invult in het ECD.

Hiervoor staan in het ECD levensloopformulieren en interesseformulieren. De inspectie ziet deze formulieren ook terug in de geraadpleegde cliëntdossiers.

Ook ziet de inspectie dat zorgverleners de dagelijkse zorg aan cliënten uitwerken op de zorgkaart. Bijvoorbeeld hoe laat iemand wil opstaan, hoe iemand verzorgd wil worden, waar iemand wil zijn gedurende de dag (eigen kamer/huiskamer).

Zorgverleners weten aan welke activiteiten een cliënt wil deelnemen. In de cliëntagenda in het ECD, schrijven zorgverleners aan welke activiteiten cliënten willen deelnemen. In de cliëntagenda staan ook zorghandelingen zoals afspraken met de huisarts, wegen of meten van bloedsuiker bij een cliënt.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

Tijdens gesprekken en bij de observaties hoort en ziet de inspectie, dat zorgverleners de eigen regie van de cliënt versterken. De inspectie ziet zorgverleners die weten wat de cliënt zelf kan en wil. Zij ondersteunen de cliënt als het nodig is of als de cliënt erom vraagt. Zo ziet de inspectie tijdens een observatie in een van de huiskamers, dat sommige cliënten hun eigen boterham smeren. Andere cliënten krijgen daar hulp bij.

Cliënten kunnen zoveel mogelijk hun eigen dag indelen. Bijvoorbeeld hoe laat zij willen opstaan, waar ze willen zijn (op de eigen kamer of in de huiskamer) en aan welke activiteit zij willen deelnemen. Zo willen sommige cliënten liever op hun eigen kamer eten en zorgverleners maken dit mogelijk.

Zorgverleners vertellen dat er activiteiten zijn waar cliënten gezamenlijk aan kunnen deelnemen (zingen, wandelen, tovertafel). Ook doen zorgverleners individuele activiteiten met cliënten (krant lezen, kleuren of een spelletje). Dit ziet de inspectie tijdens de observaties ook terug.

(11)

Pagina 11 van 22

Uit gesprekken komt ook naar voren dat zorgverleners terughoudend zijn met het toepassen van gedwongen zorg2. Binnen het Ben Oude Nijhuis zijn er cliënten met maatregelen in de vorm van (beweging)sensoren, een bedhek en gedragsmedicatie (psychofarmaca). Ook heeft het Ben Oude Nijhuis zogenaamde ‘leefcirkels’ binnen de locatie. Cliënten hebben allemaal een polsbandje waarmee de eigen kamer van de cliënt van het slot gaat. Iedereen kan zich binnen het huis vrij bewegen en de cliënten kunnen de locatie ook verlaten als zij dit willen. Bij cliënten waarbij een risico op dwalen

bestaat, gaat wel een signaal af bij zorgverleners als zij het pand verlaten of in een ruimte komen die voor hen niet geschikt is. Zorgverleners proberen de cliënt dan af te leiden of laten de cliënt, al dan niet met begeleiding, naar buiten gaan.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

Uit gesprekken en observaties blijkt dat de zorgverleners de cliënten op een persoonlijke en respectvolle manier aandacht geven. Afspraken over hoe een zorgverlener een cliënt aanspreekt (met de voornaam of ‘mevrouw’, ‘meneer’), liggen vast. De inspectie ziet regelmatig dat zorgverleners de cliënten even aanraken.

Ze geven een cliënt bijvoorbeeld even een arm bij het lopen of pakken de hand van de cliënt vast. In tegenstelling tot het vorige bezoek ziet de inspectie nu in alle huiskamers dat de zorgverleners aandacht geven aan de cliënten. Zorgverleners lopen niet meer druk heen en weer en spreken mét de cliënten. Tijdens het eten zitten zorgverleners aan tafel bij de cliënten, maken een praatje met cliënten en betrekken andere cliënten bij het gesprek. Ook cliënten die niet om aandacht vragen, krijgen aandacht van de zorgverleners. Zo ziet de inspectie een cliënt die niet meer kan spreken. Zorgverleners vergeten ook deze cliënt niet te betrekken bij de maaltijd en het gesprek.

Ook buiten de maaltijden om zijn zorgverleners met de cliënten bezig. Een zorgverlener doet een spelletje met een cliënt. In een andere huiskamer zijn cliënten aan het zingen met vrijwilligers en de zorgverleners. ’s Middags is er een activiteit met een knuffelhond in een huiskamer. Ondanks dat er veel cliënten in de huiskamer zijn, blijft er een rustige, prettige sfeer in de huiskamer. De cliënten genieten zichtbaar van de aandacht die zij krijgen. De inspectie ziet veel lachende gezichten.

Norm 1.5

Zorgverleners ondersteunen cliënten om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

Deze norm is tijdens het vorige en het vervolgbezoek niet getoetst.

2 Met gedwongen zorg wordt bedoeld onvrijwillige zorg als bedoeld in de Wet zorg en dwang of verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte ggz. Overigens bedoelt de inspectie er in dit rapport ook de vrijheidsbeperkende maatregel (VBM) mee, voor zover de Wet Bopz nog van toepassing is.

(12)

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do-Check- Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van de gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet in de cliëntdossiers dat zorgverleners risico’s wisselend in beeld brengen. De inspectie ziet risico signaleringen op diverse onderwerpen (vallen, eten/drinken, medicatie, depressie, decubitus). Deze risico’s vertalen zorgverleners echter beperkt in doelen en acties. Bijvoorbeeld bij cliënten met onbegrepen gedrag of lichamelijke beperkingen (zoals afasie). De inspectie ziet summiere zorgplannen.

Daarnaast stellen zorgverleners doelen vaak algemeen. En is het vaak niet helder welke acties de zorgverlener uit moet voeren. Bij een paar zorgplannen ziet de inspectie wel uitgewerkte acties. Maar ook dan wordt niet duidelijk wat een zorgverlener moet doen (‘meenemen naar activiteiten’, ‘stimuleren’, ‘opletten dat cliënt het eten niet in de wangzakken houdt’). Gesprekspartners geven aan dat het Ben Oude Nijhuis ervoor gekozen heeft om alleen relevante doelen en acties in het zorgplan op te nemen. Ook is de afspraak dat zorgverleners de standaard

doelen/acties die het ECD genereert, niet of beperkt aanvullen. Gesprekspartners geven verder aan dat zorgverleners de doelen en acties op de zorgkaart en in de cliëntagenda uitwerken, gericht op de individuele cliënt. De inspectie ziet in de cliëntdossiers de zorgkaarten, maar deze zijn veelal gericht op de ADL van de cliënt.

(13)

Pagina 13 van 22

Ook beperkingen van de cliënt ziet de inspectie hierin niet terugkomen. Bij twee cliënten met communicatieproblemen, ziet de inspectie bijvoorbeeld niet hoe de zorgverleners hiermee om kunnen gaan. Bij een van de cliënten, die repeterend hetzelfde geluid maakt, kunnen zorgverleners precies vertellen wat de cliënt hiermee bedoelt. Dit ziet de inspectie echter niet in het ECD terugkomen. Er zijn bijvoorbeeld geen bejegenings- of omgangsadviezen in het dossier opgenomen.

Daarnaast ziet de inspectie tijdens het bezoek een aantal cliënten met onbegrepen gedrag, zoals onrust (veel lopen). Ook voor deze cliënten ziet de inspectie geen omgangsadviezen in de geraadpleegde cliëntdossiers terug.

Evenmin ziet de inspectie bij cliënten die gedwongen zorg krijgen, een (gedrags)analyse, overwegingen over de inzet van de maatregel of welke alternatieven zijn overwogen. Zo ziet de inspectie wel welke leefcirkel een cliënt heeft, maar niet waarom gekozen is voor leefcirkel 1, 2 of 3.

Daartegenover staat, dat de inspectie wel ziet dat zorgverleners de risico’s afwegen.

Ook dat zorgverleners de risico’s en de afspraken over de zorg evalueren en in een MDO bespreken en (zo nodig) aanpassen. In het behandelplan van de SO ziet de inspectie evaluaties met overwegingen om bijvoorbeeld gedwongen zorg voort te zetten, af te bouwen of te beëindigen. Zo ziet de inspectie dat gedragsmedicatie wordt afgebouwd. En dat de inzet van een bewegingssensor en een extra laag bed is besproken op of het nog nodig is. Ook hoort en ziet de inspectie dat zorgverleners de expertise van andere disciplines inschakelen bij de zorg (zoals fysiotherapeut, ergotherapeut of SO).

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis grotendeels niet aan deze norm.

Uit de geraadpleegde cliëntdossiers komt naar voren dat zorgverleners het methodisch werken onvoldoende inzichtelijk vastleggen.

Zorgverleners schrijven veel informatie in het ECD, maar dit staat op diverse plaatsen. Zo is er een levensloopformulier met persoonlijke informatie over de cliënt, een interessekaart met informatie over de wensen en behoeften van de cliënt, een cliëntagenda met afspraken over bijvoorbeeld bloedsuiker meten en activiteiten, er is een zorgplan (met beperkte doelen/acties) en er is een

behandelplan van de SO. Gesprekspartners geven aan dat zorgverleners met name werken met de zorgkaart en de cliëntagenda. Zorgverleners moeten de zorgkaart en cliëntagenda zelf invullen (het systeem genereert dit bijvoorbeeld niet vanuit het zorgplan). Ook in deze onderdelen van het ECD ziet de inspectie echter dat zorgverleners niet alle relevante informatie over de cliënt opnemen. Het is bijvoorbeeld niet navolgbaar of en welke afspraken de zorgverlener met de cliënt maakt over activiteiten voor de cliëntagenda.

Daarnaast werken zorgverleners de risico’s beperkt uit in doelen en acties. En deze zijn vaak algemeen, niet op de individuele cliënt, geschreven (zie norm 2.1).

(14)

Doordat zorgverleners in het zorgplan beperkt doelen stellen, rapporteren zij veel bevindingen van die dag niet op een doel, maar in ‘algemene’ rapportages.

Daarnaast is het uit de rapportages vaak niet duidelijk waarom zorgverleners rapporteren. En of er opvolging is van hetgeen de zorgverlener schrijft. Zo ziet de inspectie een aantal dagen achter elkaar dat de tillift niet werkt, maar niet of hier actie op is ondernomen.

Verder ziet de inspectie in het behandelplan dat de evaluaties zich vooral richten op de medische zorg aan cliënten. Hier ziet de inspectie niet terug dat zorgverleners het welzijn en welbevinden (wensen en behoeften) evalueren.

Daartegenover staat, dat de inspectie wel ziet zorgverleners de informatie over de cliënt opnemen in het ECD (levensgeschiedenis, wensen/behoeften, ziektebeeld, beperkingen). Ook de zorgplannen en het behandelplan zijn actueel. Daarnaast vertellen zorgverleners dat zij twee keer per jaar (of vaker indien nodig) de risico’s in beeld brengen. Verder hoort en ziet de inspectie dat alle zorgplannen in een MDO zijn besproken. Verslagen van de MDO’s ziet de inspectie terug in de

behandelplannen. Bij de MDO’s zijn de SO, de contactverzorgende, de cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger en de teamleidster aanwezig. Ook andere disciplines (bijvoorbeeld fysiotherapeut) zijn op afroep betrokken bij de evaluatie. MDO’s vinden minimaal twee keer per jaar plaats. Ook ten aanzien van de gedwongen zorg ziet de inspectie dat deze geëvalueerd zijn in het MDO.

Daarnaast ziet de inspectie ook soms rapportages waarbij wel duidelijk is wat er is gebeurd, hoe de zorgverlener heeft gehandeld en wat het effect hiervan was.

Gesprekspartners vertellen verder dat zij binnenkort gaan rapporteren volgens de SOEP-methode (subjectief, objectief, evaluatie, plan). Gesprekspartners geven aan dat een aantal zorgverleners al een scholing hebben gevolgd om volgens de SOEP-methode te rapporteren. Andere zorgverleners volgen deze scholing binnenkort.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Deze norm is tijdens het vorige en het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

Deze norm is tijdens het vorige en het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

(15)

Pagina 15 van 22

In het rapport van het vorige bezoek is de beschikbaarheid en inzet van relevante disciplines, zoals de SO en de psycholoog, beoordeeld onder norm 2.5. Bij de beoordeling van deze norm baseerde de inspectie zich in haar oordeel (‘voldoet grotendeels niet’), met name op de inzet van deze disciplines. Voor het rapport van dit vervolgbezoek, beoordeelt de inspectie dit onderdeel bij norm 2.7.

Uit gesprekken met zorgverleners en documentinzage komt naar voren dat de bezetting van zorgverleners voldoende is voor de uitvoering van de dagelijkse zorg.

Zorgverleners vertellen, dat zij voldoende tijd hebben om de zorg te verlenen. Ook geven zij aan dat zij een goede balans ervaren tussen het aantal zorgverleners en het aantal cliënten. Bij afwezigheid en/of ziekte van medewerkers probeert het Ben Oude Nijhuis dit binnen de vaste zorgverleners op te lossen, of met (zoveel mogelijk vaste) uitzendkrachten. Na het vorige bezoek zijn er veel wisselingen in vast personeel geweest. Een aantal zorgverleners is vertrokken en er zijn nieuwe collega’s bijgekomen. Tegelijkertijd besloot het Ben Oude Nijhuis om twee vaste zorgteams te vormen. Een team voor woongroep 1 en 2 en een team voor

woongroep 3 en 4. Zorgverleners vertellen dat dit een verbetering voor hen is. Zo kennen zij ‘hun’ cliënten nog beter en verloopt de samenwerking tussen het vaste team goed.

Tijdens gesprekken en in documenten hoort en leest de inspectie, dat zorgverleners het afgelopen jaar scholingen hebben gevolgd. Zo hebben zorgverleners diverse scholingen op het gebied van voorbehouden en risicovolle handelingen gevolgd en scholingen met als onderwerp medicatie(veiligheid), decubitus en het werken met het nieuwe ECD.

Ongeveer één keer per maand kunnen zorgverleners een college bijwonen over dementie. Een lid van de raad van toezicht is een autoriteit op het gebied van dementie en geeft dit college aan de zorgverleners. Zorgverleners zijn nu, in

tegenstelling tot bij het vorige bezoek, verplicht om een minimum aan deze colleges te volgen. Binnenkort starten deze colleges ook voor familieleden en vrijwilligers.

Daarnaast gaan zorgverleners ook casuïstiek inbrengen tijdens deze colleges. Met name over cliënten met onbegrepen gedrag.

Verder heeft Ben Oude Nijhuis zorgverleners die aandachtvelders zijn geworden (onder andere op gebied van meldingen incidenten (MIC), decubitus, domotica, medicatieveiligheid). Deze aandachtvelders controleren of zorgverleners werken volgens afspraken en coachen zorgverleners op een specifiek onderwerp in de praktijk. Ook heeft Ben Oude Nijhuis kandidaten gesproken voor de vacature van kwaliteitsverpleegkundige.

Ben Oude Nijhuis heeft de deskundigheid van de zorgverleners in beeld. Tijdens functioneringsgesprekken worden behoeften en wensen van zorgverleners besproken.

Ben Oude Nijhuis heeft een opleidingsplan voor 2020 tot en met 2022. Hierin staat het beleid, de kerntaak en ambitie, de visie op opleiden en een opsomming van de scholingen en plannen rondom deskundigheidsbevordering. Zo staan er scholingen gepland op gebied van de Wet zorg en dwang en scholingen op specifieke

onderwerpen (rapporteren volgens SOEP-methode bijvoorbeeld, of scholingen gericht op het aandachtsgebied, zoals PRISMA-light).

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Deze norm is tijdens het vorige en het vervolgbezoek niet getoetst.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

(16)

Uit gesprekken komt naar voren, dat Ben Oude Nijhuis protocollen, richtlijnen en handreikingen in een Kwaliteitshandboek heeft opgenomen. Dit handboek is voor alle zorgverleners toegankelijk via het intranet. Zorgverleners laten de inspectie een aantal protocollen zien tijdens het vervolgbezoek. Daarnaast geven zorgverleners aan hoe zij het handboek gebruiken in de praktijk. Zo geven zorgverleners voorbeelden van hoe zij handelen bij zwachtelen en een katheter.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

In het rapport van het vorige bezoek aan Ben Oude Nijhuis, heeft de inspectie de inzet van de nodige disciplines en expertise, beoordeeld bij norm 2.5. Voor dit rapport over het vervolgbezoek beoordeeld de inspectie dit bij deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis grotendeels aan deze norm.

Bij het vorige bezoek constateerde de inspectie dat de beschikbaarheid van relevante deskundigheid binnen het Ben Oude Nijhuis, niet gegarandeerd was. De huisarts kon op indicatie een SO of psycholoog inschakelen, maar dit was in de maanden voorafgaand aan het bezoek niet gebeurd. Zorgverleners vertelden dat hier grote behoefte aan was, omdat er een aantal cliënten binnen Ben Oude Nijhuis waren met een complexe zorgvraag (Parkinson) en/of onbegrepen (en soms

agressief) gedrag.

Tijdens het vervolgbezoek geven gesprekspartners aan, dat de huisarts, één keer per week (op een vaste dag) bij het Ben Oude Nijhuis op visite komt. Deze huisarts is de behandelaar van het merendeel van de cliënten van Ben Oude Nijhuis. De andere (drie) huisartsen komen op indicatie op visite bij hun cliënten.

De huisartsen zijn, volgens zorgverleners, goed bereikbaar en er is met hen goed contact. Op indicatie schakelen de huisartsen andere disciplines, zoals fysiotherapie of ergotherapie, in.

Ben Oude Nijhuis heeft inmiddels een samenwerkingsovereenkomst met een andere zorgorganisatie voor de inzet van een SO. Met de huisartsen zijn afspraken gemaakt over de inzet en taken van de SO. De SO is nu betrokken bij de zorg aan alle

cliënten van de PG afdeling. De afgelopen tijd hebben er voor alle cliënten

zorgplanbesprekingen plaats gevonden waarbij de SO aanwezig is. De SO is één dag per week (vier uur) aanwezig bij het Ben Oude Nijhuis. Zorgverleners vertellen dat de samenwerking goed verloopt en dat zij goed contact met de SO hebben.

De SO vertelt dat zorgverleners haar (op tijd) inschakelen bij de zorg aan de cliënten. Verder geeft de SO aan dat de samenwerking met de huisarts van het merendeel van de cliënten goed verloopt. Er zijn duidelijke afspraken en er is veel overleg. De SO vertelt dat dit wel veel tijd kost en extra werk met zich meebrengt (want de huisarts is hoofdbehandelaar). Na herindicatie van de huidige cliënten (naar een indicatie met behandeling) wordt de SO de hoofdbehandelaar.

Daarnaast heeft Ben Oude Nijhuis een samenwerkingsovereenkomst gesloten met een andere zorgaanbieder uit de regio, voor de inzet van een ouderenpsycholoog.

Binnenkort start deze psycholoog met het leveren van zorg. Zij zal dan

(17)

Pagina 17 van 22

Echter, ten tijde van het vervolgbezoek is een psycholoog nog niet betrokken bij cliënten met een complexe zorgvraag.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management. Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgmedewerkers niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

Het management vertelt dat het Ben Oude Nijhuis de visie en missie het afgelopen jaar heeft herzien en aangepast. Ben Oude Nijhuis heeft een ‘algemene’ visie, een visie op zorg, wonen en welzijn en een visie op zorgteams. In de visie staat de cliënt centraal. De inspectie hoort en ziet tijdens gesprekken en de observaties dat alle betrokkenen deze visie ook in de praktijk uitvoeren.

De inspectie ziet dat zorgverleners aandacht hebben voor de veiligheid van de cliënten. Ben Oude Nijhuis stemt daarbij de leefomgeving af op de cliënten. Daarbij hoort de inspectie dat het Ben Oude Nijhuis aandacht heeft voor onderwerpen als medicatieveiligheid, decubituspreventie en preventie van ziekenhuisopname.

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis grotendeels aan deze norm.

Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat het management kwaliteitsinformatie gebruikt om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te verbeteren. Het management en zorgverleners geven aan dat het afgelopen jaar in het teken stond van het verbeterproces bij Ben Oude Nijhuis. Gesprekspartners geven aan dat er binnen het Ben Oude Nijhuis al veel verbetermaatregelen zijn ingezet. Voorbeelden daarvan zijn: een andere personeelssamenstelling, opleidingsplan en diverse scholingen en invoering van een elektronisch medicatiesysteem. Het management vertelt welke maatregelen zijn geborgd en welke maatregelen zij nog moeten borgen. De

inspectie ziet en hoort dat het management van Ben Oude Nijhuis, de kwaliteit van zorg bewaakt en stuurt met een systeem van Plan, Do, Check en Act (PDCA). Ook wil het Ben Oude Nijhuis zich certificeren voor een kwaliteitskeurmerk. In april 2020 voert een extern bedrijf hiervoor een (pré)audit uit bij Ben Oude Nijhuis.

Zorgverleners geven aan de inspectie aan dat het nieuwe management veel rust en vertrouwen brengt. Bijvoorbeeld door het reorganiseren van de zorgteams (vaste teams op de woongroepen) en het aanstellen van aandachtvelders. Zorgverleners voelen zich gehoord en betrokken bij het verbeterproces.

(18)

Uit gesprekken met het management blijkt dat zij in beeld hebben wat er binnen de locatie speelt. De lijnen zijn binnen het Ben Oude Nijhuis kort en het contact tussen bestuur, management, zorgverleners en cliënten of familie is laagdrempelig. Bestuur en Hoofd Zorg hebben frequent overleg over de stand van zaken binnen de locatie.

Van de stand van zaken maakt het management een verslag en legt afspraken vast.

Daarnaast heeft Ben Oude Nijhuis zich aangesloten bij het project van Waardigheid

& Trots op locatie (WOL). De komende tijd (vijftien maanden) ondersteunt een coach van WOL het management bij hun taken, onder andere op leiderschap en sturen op kwaliteit en veiligheid.

Zorgverleners geven aan dat zij (bijna)fouten en (bijna)incidenten (MIC) melden.

Sinds kort heeft Ben Oude Nijhuis een MIC-commissie. Deze commissie bestaat uit de teamleider en twee zorgverleners (aandachtvelders MIC). De MIC-commissie onderzoekt de melding naar (basis)oorzaken en neemt cliëntgerichte

verbetermaatregelen. De inspectie ziet de genomen (verbeter)maatregelen terug in de geraadpleegde cliëntdossiers.

Gesprekspartners geven aan dat de aandachtvelders MIC, de uitkomsten van de meldingen analyses, terugkoppelen aan de betrokken zorgverlener. Ook zijn de MIC-meldingen, een vast onderdeel van het teamoverleg.

Daarnaast heeft de MIC-commissie een start gemaakt met het analyseren van MIC-meldingen op organisatieniveau. Gesprekspartners geven aan dat uit deze (bredere) analyses ook verbetermaatregelen zijn gekomen op organisatieniveau.

Het meldingsformulier in het ECD is bijvoorbeeld aangepast. Het formulier bevat nu meer informatie over het incident. Hiermee kan de commissie beter analyseren naar basisoorzaken. Ook is vanuit een valincident het protocol om een belmat in te zetten aangepast (controles op werking). Binnenkort volgt de MIC-commissie een scholing om de MIC nog beter te gaan analyseren (PRISMA-light).

Daarentegen heeft de inspectie geen rapportages in kunnen zien van analyses op organisatieniveau. Mogelijk heeft de MIC-commissie deze rapportages nog niet op kunnen stellen, omdat de MIC-commissie nog te kort in functie is. Hierdoor is het tijdens het vervolgbezoek niet inzichtelijk, of de organisatie brede analyses eveneens tot basis oorzaken komen.

Evenmin ziet de inspectie in de geraadpleegde notulen van diverse team overleggen, dat de MIC-meldingen een vast onderdeel zijn van het teamoverleg.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis grotendeels aan deze norm.

Tijdens alle gesprekken en uit diverse documenten komt naar voren dat Ben Oude Nijhuis leren en verbeteren belangrijk vindt. In het kwaliteitsplan leest de inspectie dit ook terug. Daarnaast krijgen zorgverleners de gelegenheid om hun kennis en kunde op orde te houden of te vergroten door deel te nemen aan scholingen en trainingen. Ook cliënten en familie hebben inspraak in het verbeteren van de zorg.

(19)

Pagina 19 van 22

Het bestuur heeft regelmatig overleg met de bewonersraad. Daarnaast heeft het bestuur laagdrempelig en veelvuldig contact met cliënten en familie.

Zorgverleners geven daarnaast aan dat er een open cultuur heerst binnen Ben Oude Nijhuis, waarbij ze elkaar aanspreken.

Ben Oude Nijhuis heeft voor een lerend netwerk contact gelegd met een andere zorgorganisatie in de regio. Het lerend netwerk moet nog verder vorm krijgen.

4.4 Overige bevindingen Medicatieveiligheid 4.4.1 Resultaten

Norm 4.3

Zorgverleners beschikken over een actueel medicatieoverzicht en actuele toedienlijst van de apotheek.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

Ben Oude Nijhuis sloot in december 2019 een samenwerkingsovereenkomst met een apotheek voor het leveren van de medicatie van cliënten. Het merendeel van de cliënten krijgt de medicatie via deze apotheek. Deze apotheek werkt met een elektronisch medicatie toediensysteem. Ben Oude Nijhuis werkt sinds eind januari 2020 met dit systeem. Het systeem genereert actuele toedienlijsten en actuele medicatieoverzichten. Tijdens het vervolgbezoek ziet de inspectie dit systeem in en ziet ook actuele informatie hierin. Zorgverleners geven aan dat de apotheek

wijzigingen in medicatie direct doorvoert in het systeem en de medicatie binnen 24 uur bezorgd. Zorgverleners wijzigen de medicatie niet zelf.

Een aantal cliënten krijgt de medicatie van de ‘eigen’ apotheek. Deze apotheken leveren papieren toedienlijsten en medicatieoverzichten. Bij controle van de

medicatiemap ziet de inspectie dat ook deze toedienlijsten en medicatieoverzichten actueel zijn. Ook hier geven zorgverleners aan, dat zij binnen 24 uur kunnen beschikken over actuele lijsten bij wijziging in de medicatie.

Norm 4.8

De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en toedientijd op de toedienlijst.

Volgens de inspectie voldeed Ben Oude Nijhuis tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Ben Oude Nijhuis aan deze norm.

In het elektronisch systeem en bij controle van de papieren toedienlijsten, ziet de inspectie dat de zorgverlener de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en per toedientijdstip op de toedienlijst parafeert. De inspectie ziet dat er twee parafen staan bij medicatie die dubbel gecontroleerd moet worden. Onder andere bij toegediende insuline. Het is navolgbaar wie de controle uitvoert en op welke wijze.

Verder ziet de inspectie bij het toedienen van transdermale pleisters, dat het elektronisch systeem een plakschema genereert. Dit geeft aan waar de vorige pleister geplakt is en waar de zorgverlener de volgende moet plakken. Als het schema vol is, maakt het systeem een nieuw schema aan.

(20)

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de door Ben Oude Nijhuis geboden zorg voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen

beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Observatie van cliënten in de huiskamers van de PG afdelingen, zie uitleg over de methode hieronder;

- Gesprekken met uitvoerende medewerkers van de PG afdelingen;

- Gesprekken met de behandelaar;

- Gesprekken met het management(team);

- Cliëntdossiers;

- Documenten, genoemd in bijlage 2;

- Een rondgang door de locatie.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent.

De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de

leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende

huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(21)

Pagina 21 van 22

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(22)

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

De inspectie heeft de met * gemarkeerde documenten opgenomen in haar archief.

De overige documenten vernietigt de inspectie na vaststelling van het rapport.

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars;

- Verzuimrapportage, 12 februari 2019 t/m 10 februari 2020;

- Strategisch opleidingsplan 2020-2022;

- Diverse notulen werkoverleggen woongroepen Ben Oude Nijhuis;

- Notulen overleg bestuurder/hoofd zorg, december 2019 en januari 2020;

- Kwantitatief overzicht van MIC-meldingen, februari 2019–januari 2020;

- Missie en visie Stichting Ben Oude Nijhuis;

- Visie op persoonsgerichte zorg;

- Kwaliteitsplan 2020*;

- Plan van aanpak Waardigheid & Trots, versie 27 januari 2020;

- Resultaatverslag Ben Oude Nijhuis d.d. 20 januari 2020*.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de inspectie voldeed De Palatijn tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet De Palatijn grotendeels aan

Volgens de inspectie voldeed Cleijenborch tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolginspectiebezoek voldoet Cleijenborch aan

Mogelijk ontvangt het RBL BNO in 2021 een lagere bijdrage vanuit het Nieuwe Programma Voortijdig Schoolverlaten en Kwetsbare Jongeren (convenant 2021-2024)4. Om de gevolgen hiervan

Volgens de inspectie voldeed De Verbinding grotendeels niet aan deze norm tijdens het vorige bezoek.. Tijdens dit vervolgtoezicht voldoet De Verbinding grotendeels aan

Volgens de inspectie voldeed Aparte Zorg tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Volgens de inspectie voldoet tijdens dit bezoek Aparte Zorg grotendeels aan deze

Volgens de inspectie voldeed De Zonnestralen tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Zonnestralen grotendeels niet aan deze

Wel moet er onthouden worden bij het gebruik van het programma dat er niet met alle variabelen rekening gehouden wordt, en dat de uitzonderingen, waar mensen intuïtieve

H et nieuwe politieke jaar is. Over ruim een week rijdt de Gouden Koets weer richting Binnenhof en zullen we weten wat alle plannen van het CDA/PvdA-kabinet zijn. Het