JURISPRUDENTIE
Kandidatenlijst
te
laat
De conclusie: bijformaliteiten rond verkiezingen moet de grootst mogelijke zorgvuldig-heidin acht worden genomen. Zorg dat kandidatenlijsten ruim tevoren worden inge-diend, zodat geen tijdgebrek kan ontstaan. De ruimte die de wet biedt om fouten op dit punt te herstellen is minimaal.
Guus Heerma van Voss niet het zware middel van het volledig overdoen van de ver-kiezingen rechtvaardigt. Interessant is ten slotte de overweging van de rechterdat het belang van de VHPook ge-ring is, omdat haar aanhang slechts beperkt is. Dit zou erop kunnen duiden dat de rechter een 'gaatje' wil openlaten om anders te beslissen als het gaat om een grote vakorgani-satie met veel leden in de on-derneming. Als die niet aan de verkiezingen kan deelnemen, zou de or niet representatief zijn samengesteld. Maar de argumenten blijven. En zou een grote organisatie er niet nog eerder in moeten slagen om tijdig de kandidatenlijst in te dienen?
landers niet erg formeel inge-steld. Het is verrassend als dat een keer wel het geval is. Bij procedures als verkiezingen moeten er echter duidelijke re-gels zijn, waar de hand aan wordt gehouden. Zou het de vakbond VHPzijn toegestaan om iets later dan voorgeschre-ven een kandidatenlijst in te dienen, dan haddit meerpro-blemen geschapen dan opge-lost. Kan dan een volgende keer niet iedere indiener van een kandidatenlijst rustig te laat komen met het argument dat de regel nu eenmaal niet formeel wordt uitgelegd?
Waar zou dan de grens moe-ten worden gelegd? Bij
die-zeifdedagofzelfsnogeenvo~
gen de dag ofnog later? Wat zou er moeten gebeuren met iemand die ook te laat was met het indienen van een kandida-tenlijst, maar er toen vanaf heeft gezien omdat hij wist dat de termijn was verstreken?Of als iemand nog snel zijn lijst wil veranderen als de andere kandidaten al bekend zijn? Allemaal vragen die voorko-men worden als voorko-men zichfor-meel aan de regels houdt. Dit incident leert de betrokkenen eens en voor goed op tijd te zijn. Daarom wordt aan pro-cedures rond verkiezingen en aan termijnen zo strikt de hand gehouden.
In dit geval was de voorlich-ting niet geheel duidelijk ge-weest. De tijd van 12.00 uur was wel bekendgemaakt, maar in één geval niet in de briefzelfmaar in een bijlage. De rechter concludeert dat het hierdoor opgeroepen misver-stand wel is te betreuren, maar In het algemeen zijn
Neder-toegewezen als omtrent de gegrondheid moeilijk van mening kan worden ver-schild. In dit geval achtte de
President het standpunt van de ondernemingsraad juist, dat elke andere beslissing willekeurig zou zijn en de deur zou openen voortal van discussies en waarderings-verschillen die men nu juist beoogt te voorkomen door het stellen van precieze re-gels. De onvolledige aanwij-zing van de sluiting van de kandidaatstelling in de brief is weliswaar te betreuren, maar leidt niet tot een ander oordeel. Andere en eerdere informatie was juist op het punt van het tijdstip wel dui-delijk.
Op de achtergrond speelt volgens de President nog een rol dat het belang van de VHP om aan de verkiezingen deel te nemen relatiefgering is. Haar aanhang onder de werknemers van Unitcentre is, zoals ter terechtzitting werd toegegeven, gering tot zeer gering. De VHP werd niet alleen de gevraagde voorziening geweigerd, maar ook veroordeeld om de kosten van de procedure en van de advokaat van de on-dernemingsraad te dragen.
Commentaar
Dezerubrieksignaleertenbehandeltdebelang-rijkstejurisprudentie op or-gebied. De rubriek
wordtbeurtelingsgeschreven door nuJldriaan
Dorresteijn (ondememingsrecht) en nu Guus
Heerma van Voss (sociaal recht).
De vordering datdeverkiezingen worden
overge-daan behoort alleen te worden toegewezen als
omtrent de gegrondheid moeilijk van mening
kan worden verschild.
(President Rechtbank
Rotterdam 17
novem-ber 1992, artikel 10
WOR)
De Vereniging voor Hoger Personeel (VHP) had willen deelnemen aan de verkiezin-gen voor de ondernemings-raad van Unitcentre bv. De kandidatenlijsten moesten zijn ingediend op maandag 21 september 1992 om 12.00 uur. VHPwasenkeleurente laat. VHP verzocht in kort geding aan de rechter om te bepalen dat de verkiezingen moesten worden overge-daan. Ze voerde aan, dat het hier ging om een kleine for-mele tekortkoming die haar deelneming niet in de weg behoorde te staan. Boven-dien was in een brief van de secretaris van de onderne-mingsraad sprake van 21 september 1992, zonder ver-dere tijdsaanduiding. Het tijdstip was aangegeven in een bijlage die bij de brief hoorde. De ondernemings-raad voerde aan dat men zich strikt aan de termijnen en an-dere formaliteiten wilde houden, omdat dat in het verleden ook was gebeurd en om precedentwerking te voorkomen.
De president van de recht-bank weigerde de gevraagde voorziening. Hij overwoog dat een verkiezing een zeer ingrijpende voorziening is die alleen behoort te worden