• No results found

[Uitzending nr.112: Exodus 16:1 t/m 36]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Uitzending nr.112: Exodus 16:1 t/m 36]"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending nr.112: Exodus 16:1 t/m 36]

De Israëlieten hebben geweldige dingen mogen meemaken, sinds ze zijn ver- trokken uit Egypte. Hoogtepunten die in de categorie van 1 Korintiërs 2:9 liggen: Wat niemand heeft gezien, niemand heeft gehoord en wat nie- mand ooit heeft bedacht, dat heeft God allemaal klaar voor hen die Hem liefhebben. In de voorgaande hoofdstukken van Exodus hebben we gezien hoe de Here Zijn volk op een wonderlijke manier heeft bevrijd uit Egypte.

De Israëlieten waren slaven in Egypte maar hebben het land als rijken verla- ten. Op bevel van Mozes hadden zij de Egyptenaren om goud, zilver en kleren gevraagd. De Here had ervoor gezorgd dat de Egyptenaren hen gunstig

gezind waren en al hun eisen inwilligden. Het Egyptische volk bleef berooid achter (Ex.12:35 en 36). Op weg in de woestijn wees de Here Zijn volk over- dag de weg door middel van een wolk en ’s nachts door middel van een zuil van vuur. Toch zijn er ook dieptepunten.

Als de Israëlieten merken dat ze achtervolgd worden klinkt al heel snel het verwijt aan het adres van Mozes: Waarom hebt u ons uit Egypte wegge- leid? (Ex.14:11). Maar Mozes kalmeerde het volk. De Egyptenaren die daar aankomen, zult u nooit meer zien! (Ex.14:13). Later zingt Mozes ervan – na de doortocht door de Rietzee, in Ex.15:1, De Here heeft een machtige over- winning behaald! Maar als ze daarna drie dagen door de woestijn zijn ge- trokken zonder water te vinden dan gaat het weer mis. Het volk keerde zich als één man tegen Mozes en zei: Waar halen wij nu water vandaan?

(Ex.15:24).

Het bittere van Mara overheerst. Toch geeft de Here heerlijk drinkwater en daarna de overvloed van Elim. In het algemeen kunnen we zeggen dat, voor- dat de Israëlieten bij de berg Sinaï aankomen, zij door zeven beproevingen heen moeten die overeen komen met ervaringen die gelovigen óók vandaag kunnen hebben.

Elim is een beeld van geestelijke overvloed en vruchtbaarheid. Een plaats overvloeiende van melk en honig. Een plaats waar een gelovige de zegen van de Here mag ontvangen en beleven. Maar na Elim komt weer een woestijn.

(2)

Exodus 16 vers 1 t/m 3:

Na het vertrek uit Elim kwamen de Israëlieten in de woestijn Sin tussen Elim en de Sinaï. Dat was zes weken na hun vertrek uit Egypte. In die woestijn beklaagden de Israëlieten zich tegenover Mozes en Aäron en zeiden: Waarom heeft de HERE ons niet gewoon in Egypte laten sterven!

Daar waren de vleespotten vol en hadden we in elk geval genoeg te eten, maar in deze woestijn zullen we allemaal verhongeren.

De reis – die in deze verzen wordt genoemd – vindt anderhalve maand na de uittocht plaats. Het is voor het eerst, sinds de uittocht, dat er melding wordt gemaakt van een tijdstip. Het is gedaan met het oog op de datering van latere gebeurtenissen. Het hoogtepunt van de vermeldingen van deze tijdstippen vinden we in de verbondssluiting. Volgens Ex.19:1, 3 maanden na de uittocht.

Wanneer de Israëlieten in de woestijn Sin rondreizen, dringt het steeds beter tot hen door dat er maar weinig voedsel te vinden is. Enige tijd eerder hadden ze gemopperd vanwege gebrek aan water. Nu is er weer iets anders om over te mopperen: het gebrek aan voedsel. Voordat wij nu ons hoofd beginnen te schudden over de Israëlieten die steeds weer wat anders te zeuren hebben, is het goed om ons te realiseren dat er – óók in deze verzen – een door en door menselijke reactie zichtbaar wordt. De tekorten of moeite van het moment hebben tot gevolg dat de wonderen uit het verleden niet meer worden gezien of zelfs, vergeten. In de menselijke beleving is dan alles negatief.

In hun boosheid en ergernis doen de Israëlieten krasse uitspraken: ze waren liever in Egypte gestorven. Wat gebeurt hier? De Israëlieten idealiseren het verleden door te beweren dat er in Egypte voldoende voedsel was. Daar wa- ren de vleespotten vol en hadden we in elk geval genoeg te eten.

Op zichzelf is deze uitspraak juist. Mensen in agrarische gebieden eten af en toe vlees, terwijl nomaden zelden vlees eten. Het probleem is dat de Israëlie- ten niet meer zien, dat hun verblijf in de woestijn een daad van de Here God is. Zij houden Mozes en Aäron verantwoordelijk voor de erbarmelijke toestand, waarin ze zich nu bevinden. Mozes en Aäron zijn hen voorgegaan op een reis die tot hun ondergang leidt. Ook bij gelovigen komt deze houding regelmatig voor. Mensen die gered zijn uit de slavernij van de zonde, en daarna dreigen terug te vallen in hun oude leven.

(3)

Luisteraar, herkent u de verleiding van de oude vleespotten van vroeger?

Zegt u vandaag: ik keek terug naar de oude vleespotten maar nu, dank ik de Here, ik verlang er niet meer naar. De Here heeft niet de bedoeling om Zijn kinderen te laten verhongeren. Zijn plan was om hen door de woestijn te lei- den, en daarbij: Hij heeft beloofd voor hen te zorgen. Exodus 16 vers 4 t/m 7:

Toen zei de HERE tegen Mozes: Luister, Ik zal voor hen brood uit de hemel laten regenen. Iedereen mag elke dag net zoveel eten verzamelen als hij die dag nodig heeft. Ik zal hen daarmee op de proef stellen om te zien of zij Mijn opdrachten uitvoeren. Zeg hun dat zij de zesde dag van de week tweemaal zoveel eten verzamelen als op de andere dagen.

Mozes en Aäron riepen de Israëlieten bijeen en zeiden: Vanavond zullen jullie merken dat het de HERE was, Die ons uit Egypte heeft bevrijd. En morgenochtend zullen jullie nog meer van Zijn glorie zien. Hij heeft jullie klachten tegen Hem gehoord. Hij weet dat jullie niet tegen ons klagen, want wie zijn wij tenslotte?

In vers 4 vinden we geen onmiddellijke reactie van Mozes. De tekst begint direct met de reactie van de HERE op het gemor van de Israëlieten. De Here zegt toe dat brood zal neerkomen op de Israëlieten. Hij geeft hierbij een op- dracht: dagelijks moet het volk een portie voedsel verzamelen. Hiermee wil de Here zien of het volk in staat én bereid is om zich aan Zijn voorschriften te houden. Het einddoel is dat het volk op de Here leert te vertrouwen.

Nadat Mozes de boodschap van de Here heeft gehoord roept hij samen met Aäron het volk bijeen. Zij geven aan, dat de Israëlieten ‘s avonds zullen weten dat de HERE hen uit Egypte heeft geleid. De hele gebeurtenis is dus geen initiatief van Mozes en Aäron geweest. Exodus 16 vers 8:

De HERE zal jullie ’s avonds vlees en ’s morgens brood te eten geven.

In de ochtend zullen de Israëlieten de heerlijkheid van de HERE aanschou- wen.

Blijkens het vervolg zal Gods heerlijkheid zichtbaar worden, doordat brood uit de hemel neerdaalt. In de tekst wordt met nadruk aangegeven dat het gemor gericht is tegen de HERE en niet zozeer tegen Mozes en Aäron. Mozes en Aäron maken hun eerdere opmerkingen specifieker. Ze kondigen aan dat de HERE in de avond vlees zal geven en dat Hij op de volgende ochtend brood zal geven.

(4)

Ze relativeren hun eigen belang door uit te roepen: wie zijn wij tenslotte? In deze toezegging van voedsel blijkt Gods genade: ondanks het verzet van het volk blijft Hij zich over hen ontfermen. Exodus 16 vers 9 t/m 13:

Kom nu voor de HERE staan en luister naar Zijn antwoord op jullie klach- ten. Aäron riep iedereen samen en terwijl hij nog sprak, werd aller blik getrokken naar de woestijn, want daar verscheen de heerlijkheid van de HERE vanuit de wolk die hen leidde. Toen sprak de HERE met Mozes en zei: Ik heb de klachten van de Israëlieten gehoord. Zeg tegen hen:

’s Avonds zult u vlees eten en ’s morgens kunt u worden verzadigd met brood. Dan zult u erkennen dat Ik, de HERE, uw God ben. Die avond kwam een grote zwerm kwartels uit de lucht en bedekte het kamp en ’s morgens lag er een laag dauw rond het kamp.

Mozes vraagt aan Aäron om het woord te richten tot het volk. Zij moeten na- deren als zondaren, die hebben gemopperd tegen God. Terwijl Aäron spreekt met het volk, richten zij hun blik af van het tentenkamp en kijken in de richting van de woestijn. Daar zien zij de verschijning van de heerlijkheid van de HERE. Het is de wolkkolom, die eerder is verschenen (Ex.13:22).

Wanneer de heerlijkheid van God zichtbaar is, spreekt de HERE tot Mozes.

De Here God zegt dat Hij het getier van de Israëlieten heeft gehoord. Hij kon- digt aan dat ze in de avondschemering vlees zullen eten en in de morgen brood. In een slotzin onderstreept de Here wat het doel van dit alles is: Dan zult u erkennen dat Ik, de HERE, uw God ben.

Exodus 16 vers 14 t/m 16:

Toen de dauw was opgetrokken, bleef er een dunne, schilferachtige laag op de woestijnbodem achter. De Israëlieten vroegen zich verwonderd af wat dat kon zijn. Mozes verklaarde het raadsel: Dit is het brood dat de HERE u als voedsel geeft. De HERE heeft gezegd dat iedereen het naar behoefte mag verzamelen; neem voor iedere tentgenoot 2,2 liter mee.

De Israëlieten mochten alleen voor één dag manna voor zichzelf verzamelen.

Wanneer de avond aanbreekt, komen zwermen kwakkels opzetten, die het kamp van de Israëlieten overdekken. Wat zijn nu precies kwakkels? De ge- bruikte uitdrukking voor kwakkels (in vers 13) staat in het enkelvoud, maar er is een collectief bedoeld. De kwakkel is een vogel die heen en weer trekt tus- sen Europa en Afrika.

(5)

De vogel is ongeveer 20 cm groot en heeft het uiterlijk van een kleine patrijs.

Uitleggers geven aan dat de geschiedenis van de kwakkels plaats moet heb- ben gevonden rond april of mei. Dit is de tijd dat zij trekken van Afrika naar de Balkan. Deze tijd komt overeen met de datering in vers 1. De vogels hebben zich volgegeten en zijn vet. Ze nemen rust voordat ze het water moeten over- steken. Ze wachten totdat er een gunstige wind komt opzetten. Dat is gelijk een verklaring voor het feit dat er grote aantallen op het kamp van Israël neer- komen. De Romeinse schrijver Plinius vertelt dat er voorbeelden bekend zijn van grote aantallen kwakkels die rust zoeken op een schip en vanwege het to- taal gewicht, het schip laten zinken.

Als de ochtend aanbreekt, ligt er dauw rond het kamp. Wanneer de zon op- komt en het heter wordt, verdampt de dauw. Als dit is gebeurd, blijft een merkwaardige substantie op de grond achter. Het is dun en schilferachtig, en ligt als rijp verspreid over de aarde. De Israëlieten verbazen zich over dit ver- schijnsel en vragen zich af wat er op de grond ligt.

Veel uitleggers geven een natuurlijke verklaring voor het ontstaan van het manna. De productie van manna begint bij een insect, genaamd de cicade.

Maar, moet er een natuurwetenschappelijke verklaring worden gevonden?

Aanvaart het manna als een wonder van de Here God. Voor Hem is niets te wonderlijk!

Mozes maakt duidelijk dat het manna en de kwakkels het door de HERE God gegeven voedsel is. Tegelijkertijd met het verschaffen van voedsel openbaart de Here Zijn heerlijkheid en weet Israël dat de reis door de woestijn Zijn werk is. Dan volgen er verdere instructies. De instructies tot het verzamelen van het manna zijn gericht tot de familiehoofden: per tent wordt bepaald hoeveel nodig is. Exodus 16 vers 17 en 18:

De Israëlieten verlieten het kamp en verzamelden het brood. Toen zij het afmaten, bleek dat er precies genoeg was voor iedereen! Wie veel had verzameld, hield niets over, en wie weinig had verzameld, kwam niets te kort.

(6)

De Israëlieten doen zoals is afgesproken. Om te voorkomen dat de één meer krijgt dan de ander wordt het manna afgemeten in een inhoudsmaat van één gomer. De apostel Paulus verwijst naar deze tekst in 2 Kor.8:15 wanneer hij een oproep doet voor een collecte voor de gemeente in Jeruzalem. In aanslui- ting op de tekst in Exodus pleit hij voor de gedachte dat ieder lid van de ge- meente bezit heeft naar behoefte. Dat werkt hij op het gebied van geven uit:

Wie veel had verzameld, hield niets over, en wie weinig had verzameld, kwam niets te kort. Exodus 16 vers 19 t/m 21:

Mozes zei tegen hen: U mag het niet tot de volgende dag bewaren. Maar sommigen geloofden hem niet en bewaarden toch een deel tot de vol- gende dag, maar toen kropen de wormen eruit en het stonk. Mozes werd boos omdat zij niet hadden geluisterd. Iedereen verzamelde elke morgen zoveel als hij nodig had. En wanneer de zon meer kracht kreeg, smolt het weg. Wanneer het manna is bijeengeraapt, geeft Mozes een nieuw voor- schrift: het is niet toegestaan het manna te bewaren tot de volgende morgen.

Maar, er is blijkbaar altijd een groep mensen die niet gehoorzamen. Zij bewa- ren toch manna tot de volgende morgen. Maar, dat gaat stinken en komt vol wormen te zitten. Deze dingen zeggen iets over de wijze waarop de Israëlie- ten zich tegenover de HERE moeten gedragen. Zij moeten leren om te ver- trouwen op Zijn voorzienigheid en zorg. Zij dienen hun dagelijkse brood van Hem te verwachten. Zij mogen ervaren dat Hij iedere dag voldoende schenkt.

Op dezelfde wijze mag een christen leven in afhankelijkheid van de Here Jezus, die als levend brood is neergedaald uit de hemelen (Joh.6). Ik ben het levende brood dat uit de hemel is gekomen. Wie van dit brood eet, zal altijd blijven leven. Hij, die alle macht in hemel en op aarde ontvangen heeft en zijn kinderen tot aan de voleinding der wereld begeleidt, schenkt ook dage- lijks wat nodig is. Ook het manna moet iedere ochtend verzameld worden.

Iedereen moest het verzamelen.

(7)

Exodus 16 vers 22 t/m 24:

Op de zesde dag verzamelden zij tweemaal zoveel brood als gewoonlijk:

4.4 liter per persoon. De leiders van het volk kwamen Mozes echter vra- gen waarom zij tweemaal zoveel moesten verzamelen. Hij legde het hun uit. Dit heeft de HERE mij gezegd: Morgen is het een rustdag, een heilige sabbat voor de HERE, kook of bak zoveel als nodig is en bewaar dat voor de volgende dag. Zij lieten het eten tot de volgende morgen liggen, zoals Mozes had gezegd, er zaten geen wormen in en het stonk ook niet.

God zou van dag tot dag voorzien, maar vóór de sabbatdag moesten ze ge- noeg verzamelen voor twee dagen.

In Deuteronomium 8:4 lezen we dat in de veertig jaar dat de Israëlieten in de woestijn rondtrokken hun voeten niet opzwollen. In het Oosten is één van de oorzaken van gezwollen voeten een gebrek aan vitaminen. Het is interessant dat het manna al de vitaminen bevatte die de Israëlieten nodig hadden om hun voeten niet te laten opzwellen, toen ze door de woestijn trokken.

Exodus 16 vers 25 en 26:

Mozes zei verder: Dit is uw eten voor vandaag, want het is de sabbat van de HERE en vandaag zal er geen brood op de grond te vinden zijn. Zes dagen kunt u het verzamelen, maar op de zevende dag niet, dan is het een rustdag. Ondanks deze waarschuwing besluiten sommige Israëlieten er- toe om toch op de sabbat naar buiten te gaan om manna te verzamelen.

Zij ontdekken dat er geen manna is te vinden. Door hun daden gaan zij in tegen het gebod van de HERE. Dit is de reden waarom de HERE Mozes aan- spreekt als leider en vertegenwoordiger van het volk. Hij vraagt Mozes hoe lang de Israëlieten door zullen gaan met overtredingen tegen zijn geboden en instellingen. Hier in Ex.16 ten aanzien van de sabbat. De overtreding van het sabbatsgebod heeft tot gevolg dat niet Mozes maar de HERE boos wordt.

Er lijkt een grens bereikt. De overtreding van het sabbatsgebod geldt als een ernstige zonde. Het volk wordt opgeroepen om gedurende de sabbat zijn woning of plaats niet te verlaten. Hiermee wordt waarschijnlijk bedoeld dat Israël de legerplaats niet mag verlaten. Alleen dingen die absoluut noodzake- lijk zijn worden verricht. In de latere Joodse traditie is deze instelling uitge- werkt tot de instelling van de sabbatsreis. Het is een beperkte afstand die op een sabbat mag worden afgelegd.

(8)

De meest orthodoxe Joden (de Karaïeten, een stroming die de Talmoed ver- werpt en zich uitsluitend beroept op het OT) hebben het gebod zo opgevat dat ze gedurende de sabbat zelfs hun kamer niet mogen verlaten. Na de indrin- gende boodschap van de Here (Ex.16:27 t/m 30) gehoorzaamt het volk: het volk rustte op de zevende dag.

Exodus 16 vers 31:

Zij noemden het brood ‘manna’ (dat betekent: Wat is het?). Het was wit als korianderzaad en smaakte naar honingkoek.

Hoe zou je manna beschrijven? Zoals we al eerder zagen is het moeilijk uit te leggen. Het is wonderlijk voedsel. Het bevat alle voedingstoffen die een mens nodig heeft. Numeri 11:4 en 5 vermeldt een voorval dat ons helpt om het manna beter te begrijpen. Toen begonnen de vreemdelingen die waren meegekomen met de uittocht, terug te verlangen naar het goede leven in Egypte. Zij staken daarmee de Israëlieten aan en die begonnen te

jammeren: Och, als we maar wat vlees te eten hadden! Denk eens aan die heerlijke vis die we in Egypte konden eten, aan die komkommers en meloenen, aan dat look, die uien en dat heerlijke knoflook.’

Dit is wat ze in de woestijn misten, ver van de vleespotten van Egypte.

De lijst met voedsel die zij misten bevat ook veel kruiden. Kruiden zijn belang- rijk voor de smaak maar hebben weinig voedingswaarde.

Numeri 11:8 vertelt over het manna: De mensen raapten het van de grond en vermaalden het dan in een handmolen of stampten het fijn met een vijzel. Daarna kookten zij het en bakten er koeken van, die net zo smaak- ten als in olie gebakken koeken. Manna kon op vele manieren worden be- reid. Exodus 16 vers 32 t/m 36:

Toen gaf Mozes het volk nog een opdracht van de HERE: zij moesten 2.2 liter van het manna bewaren, zodat latere generaties het brood konden zien, waarmee de HERE Zijn volk in de woestijn voedde toen zij uit Egyp- te waren weggetrokken. Mozes zei tegen Aäron: Haal een kruik, doe daar 2,2 liter manna in en bewaar het op de plaats waar de Here aanwezig is.

Veertig jaar lang aten de Israëlieten het manna, totdat zij in het land Kanaän aankwamen.

(9)

Voor het afmeten van het manna gebruikte men een vaste maat, een vat van 22 ½ kilo.

Manna was niet de enige voedingsbron. De Israëlieten zijn als nomaden ook in het bezit van vee (Ex.10:9). Daarnaast zullen ze ook oases zijn gepasseerd, in oases groeien vaak vruchten die ook gegeten kunnen worden. Het manna wijst vandaag naar de Here Jezus Christus. Hij zegt in Johannes 6:

Ik ben het levende brood dat uit de hemel is gekomen. Wie van dit brood eet, zal altijd blijven leven. Het brood dat Ik voor het leven van de wereld zal geven, is Mijn lichaam.

Luisteraar, heeft u al van dit brood gegeten?

In de volgende uitzending komt Ex.17 aan de orde.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar, wanneer duidelijk wordt dat de motieven niet zijn ingegeven uit ongeloof en dat ook de strijders uit Ruben en Gad zullen meevechten om het beloofde land in bezit te nemen,

Daarbij is niet alleen gedacht aan de gebo- den die in de voorgaande verzen gegeven zijn, maar zoals vers 23 laat zien gaat het om alle geboden die de Israëlieten al ontvangen

debijbelopen .nl digitaal De plagen van Egypte Exodus 5 Mozes en Aäron naar farao. Mozes De Here, de God van Israël zegt: een feest vieren in

De consequentie van het door Paulus gestelde onderscheid tussen man en vrouw is, dat de man deze ‘afspiegeling’ of ‘eer’ niet moet verbergen door het hoofd te bedekken in

In vers 18 brengt Jakobus naar voren, dat God ons heeft voortgebracht om ‘de eerste vruchten van Zijn nieuwe schepping’ te zijn.. Dit vormt met elkaar een

Hij laat zien dat het gezag van Jezus uitkomt in Zijn onderwijs en in Zijn macht over de boze geesten.. Jezus en Zijn metgezellen kwamen in

Het is Mijn eeuwigdurende wet dat u deze dag van generatie op generatie zult vieren De Here God geeft de reden erbij: juist wanneer ze dit voedsel bereiden, doet Hij de

Toen de Farao de Israëlieten had laten gaan, voerde God het volk niet door het land van de Filistijnen, wat de kortste weg naar het beloofde land was.. Want God zei: Het volk