• No results found

BIBLIOGRAFISCH VERSLAG BIBLIOGRAPHIC RECORD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BIBLIOGRAFISCH VERSLAG BIBLIOGRAPHIC RECORD"

Copied!
109
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MMETA093

IlIB : J 2000 16 mrn

co

amcra-opt'ratcurI Camera operator:

Film:oortI SÎ';.e oflUm :

Be I<Jplaat. ingI/magi' p/acemellt:

Reductie mocdertilm I Retlllctioll master film:

Startdatum, crfilmingI Datejilmillg begall :

• ignatllllr" an origineel / SllClf numbcr (lf originalc0J>~:

1 ce 1481

• ign.ltuur mie! ()\ nrm / Iu:lf numher mieroform:

I • IEr 09~

Krienen, Ch.

Twee echte jo..gen .. / door Ch. Krienen ; met" i r ilJutruti vanM.L.

:\-liddelhoek; lom lagillu trutie van O.A. Bueno de \le quitaj. - Se dr. - c\lkmaar : Gehr. Kluitman, 119261. - 174 p. : ,w. ilJ. ; 21 cm. - (In de

"ae'lntie) lcd ... : jl)()5.

Geb.

BIBLIOGRAFISCH VERSLAG BIBLIOGRAPHIC RECORD

I

1 169L-OOOg

f

• •

SIG AT MI

SHELFNUMBE

MICROFO M:

(2)

ALKMAAR - GEBR. KL

(3)

III/lIII!IIIJII~I~))~~/ÏI]~~II~ijl~

00715175

111111111

J

.. CHARlESdeVRIES.

_'ti i I lem de Zwygecstc.30

(4)
(5)

ALKMAAR - GEBR. KLUITMA

(Leeftijd 8-12 jaar.)

-

-

VIJFDE DRUK

Serie A - Jongensboeken

TWEE ECHTE JONGENS

DOOR

CH. KRIENEN

MET VIER ILLUSTRATIES VAN

M. L. MIDDELHOEK

Mllx greep ('en klap. Brnst hert. (Bb:. 29.)

(6)

(Leeftijd 8-12 jaar.)

VIJFDE DRUK MET VIER ILLUSTRATIES VAN

M.

L.

MIDDELHOEK

ALKM AR - GEBR. KLUITMA

Serie A - Jongensboeken

TWEE ECHTE JONGEN

DOOR

CH. KRIENEN

},fax grr('p e('ll~kt:lp, F.1·n~t h('lt. Blz. ~9.)

(7)

CH. !tRIENEN:

Ing. il.f 1.50, geb. à. f2.25.

(Lrrftijd !l-14 jaar) UIT DE JEUGD VAN KEES KOL- VING, 2e druk, geil!. door W. K. DE

BRC~.

Ing. Af 1.-, geb. l f1.75.

(Leeftijd -12 jaar.) KABEL VERMEER, 40druk, oïllustr.

door W. K. DE BR I .

DE AVONTUREN VAN VIERPRET- MAKERS, 50 druk, g ïI1ustr erd door

JOn. BRA KEN'LEK.

TWEE ECHTE JONGENS,5cdr.,geïll.

door M. L. MIDDELHOEK.

DE JOLIGE DUINPAN. G i1I. door D. A. BUENO DE M.E QUITA.

PRETTIGE DAGEN.Gei1lustrt'ord door J. G. KE LER.

Ing. à f0.75, geb. à f 1.20.

FRANK VRIJDAG. Geillustreerd door J.G. KEBLER.

J.

Het was ongewoon druk cn roezig dien morgen in de school. Of mee ter al waarschuwde met zijn oogen en dreigde met den vinger, het was den goedeI man onmogelijk, de kinderen tot opmerkzaam zien, tot nauwlettend toeluisteren te brengen.

Kees Derksen had al een half uur in den hoek ge~

staan n zich a dien tijd vermaakt met het trekken an kringetjes op den vochtigen muur, en deze vcr~

makelijke bezigheid, die Kees met zjjn neus verrichtte, had de aandacht getrokken van Frans Bastiaans, die een papiertje naar Kee wierp, waarop hij geschreven had:

Als mijnheer zijn neu fri ch is,

I 't zeker, dat mijnheer zoo gezond als een viseh is.

Ongelukkig wa dit briefje niet in Kees, maar in meester. handen terccht gekomen, met het gevol!!, dat Frans een ~educ tc bestraffing opliep, die bestond in een uur na lij en cn \. ijfhondcrd trafrege ..

DIrk Braams l.ad een mei je op de bank voor zich aan 't oor getro -ken: het mei je had, harder dan noodig was, "au" ~esclreeuwd, e~ toen waren alle jongens en mei jes in lachen uitgebar. ten. Meester werd toen heel driftig en t;:af een zóó he'i~enklap0

de bank, dat de mec. tcr r rood cn dc kinderen er

ban~ yan werd n.

En daarna was er geruim n tijd een ang tige stilte in 't vertrek ~ewcest.

(8)

6

Hoc 't kwam, dat de jongens en mei je dien mor~

gen zoo lastid, zoo druk en ongezeggelijk waren?

H t w.a de wind die z had opge tookt, de fri ~ sche, p~ikkelende, opw kkende wind, die kwam uit

~ t waaIend woud in de verte. Hij had de jongen in t Oor geblazen, toen ze' morgens buiten kwamen

~~t zc ondeugcnd moe ten zijn cn la tig en onaezeg;

ItJk. ~e moesten nict stil zijn n bedaard en kalm, nu hiJ, de groote wind, schudde de boomkruinen en

!let, riet dced buigen, dat haar pluimen zich drenkten m. t golvende watervlak. En dc jongens hadden ge~

lUl. terd. naar de~ wind, ze hadden g hoord naar zijn

·te~n, dIe ma htlg en verleidelijk wa in hun oor n.

bn de mee ter ~n ook de jongens waren blij, toen d~ toren~lok van t ka teel haar twaalf lagen bomde, the de .wmd droeg op zijn brecde wiekcn h t school.

lokaal m.

lee ter gaf cen Ii ht n tik op de bank. Daar .ton~

d~n ze, de gehoorzamen, l' eht op. Een minuut latcr gmgcn ze achter Ikaar 't vertrek uit en de Clan"

door naar buiten. En hier, waar de wind hen wachtte:

~~r.tte hun met mo it bedwongcn Ie, en lu t 10 in e n oorv rdoovcnd "hoera," at as een vrijh id kreet klonk door het dorp.

,.Kom. ~u gauw. naar hui' en 'au\, terug," riep hee den Jongen m zijn na ijheid toe.

En met een "ja over een half uur," werd zijn

\ oorstcl aangenomen.

"Rrrrt:.:" vlogen n~ d jongen den. teenw g o\er

p hun tiUlzen aan, dlC lang de laan of in de dorp.~ straat tonden.

Ernst Holmer en Ke Derk en draafden naa t eh kanuer voort.

7

Toen de eerste bij zijn woning was, sprong hij over dc. rails, wipte het perk begonia' over, stiet de vo?r~

deur open, holde de gang door en de voo.~kamcr m.

En hijgend vicl hij neer op een toel biJ de, tafel, wischte zich met de ja mouw het zweet van t ge~

zicht en ricp tot moeder, die jui t binnen kwam:

?"

"Moeder - daI moeder - wat ten \ e.

" i1de huzaar," lachte moeder. ,,1 dat loopen? Het zweet druipt van je hoofd." .. ..

Ja moeder maar ik moet vroeg bIJ chool zIJn. I 't

'~t~n

al

kla~r?"

" 1iddageten is cr niet, Ern t. Je vader blijft op de hut. Wc eten om vijf uur."

"Zooveel te beter moeder," zei Ern t. " 1.ag ik dan gauw mijn boterhammcn?" "

Ze staan klaar, jongen, in de ka t.

\Veg wa Ernst en in een ommezien wa. hij terug en in een ommezien had hij de ier dikke boterhammen naar binnen gewerkt.

"Dag moeder; ik ga."

"Dag, Ernst, om vijf uur thui , hoor.'

"Ja, moeder."

Weg wa Ern.t. Hij draafde de decIocr tot p het bleekveld.

Daar zat zijn kleine zu je 0 r in den kinder toeI.

Die moest Ernst cyen kussen cn even in zijn armen nero n en ven ronddra~en in galop den tuin door.

En toen ze weer zat in 't kinder toeltje, boog Ernst P k . '?"

zich tot de kleine over en vroe~: , a mten 1 • Dora sloe~ haar armpje. om Ern t nek cn ku te hem."Dag, Zu ke," ri p Ern t, en hij gaf de kleine een krleepj~ in de wang cn draafde hen.

(9)

Vrouw Brink, de waseh rouw, stond aan de waseh~

tobbe bij de pomp.

"Dag vrouw Brink."

"Dag, Ern t."

Toen met en paar pron~cn wa Ern t h t hui voorbij, n teigerend draafde hIj de speelplaats op.

Het p in wa no~ leeg.

Ern t liet zich yallen onder den grooten kastanje- boom en trek te zich in een "emakkelijke houding op 't zand uit.

Hè, hij was zoo warm; nu va lde hij 't eerst. \\'at wa het hier nu heerlijk. Roven hem in den blader.

dichten b om zong een vink zijn lied, dat hoog s~.halde boven den vind. Voor hem in de groene haag SjIlpten mus. hen; op den met kastanjebloesem als bezaaiden grond hipte heel kittig cen kwikstaartje rond. In de vertc, tus chen de laagste takken van den boom en de he~ door, blonk 't blauw van den hcmel.

Daar kJon en c;temmen. De nienden waren in aan tocht: K Cs en Fran. n Dirk. Die waren toch altijd

p hun po t. Echte .ion~ n.! .TU waren zc naast de s hooI. •'ag een oo,gen ik, en ze za!:cn Ems lanqui

Iigg n ond r den oom. .

"Dat had je niet qed t. h ." riep dc/.e, opsprin~

gende. ,.Ik lig hier I meer dan een ecu v te \'ac,.

ten."

"Dat zal 'I{ 1 waar zijn," zei Fran..., 'e1ukki~ '0 r je, i 't hier wel uit te houden .• 1aar zeg. wat Sp" en

?"

wc.

Ze t nden in den kring, de hoofden di ht bij elkaar, en p in den en dacht n, elkaar aanziende met vertrouwelijke oog n, die laehten van Ic" n lust n chalks hheid en -- toen kwam w er de sch lros t:

wind n bli s K es Derksen een plan in 't hoofd.

"Gcvonden," riep hij en hij sprong hoog op, en d.e wind vI og blijde over het chooldak de hooge kr~lI~

nen der beuken in. die chudden van louter baldadlg~

h id. .

Dc vier vrienden gingen naar den winkel van RlI1b

~cn en ze ko hten ieder en pijp n amen een d osj lucikrs en l n on. tabak, en en oogenblik later laj:!en ze om d n kastanjeboom met de ruggen er tegen en de beenen vooruit, en ze bliezen de blauwe rook 'alkjes in den wind. .

Er kwamen jonflens en meisje bij, en ze gmgen om Je ier roohrs staan. en de een \'oorspeldc. dat ze misselijk zouden word n en de ander dat mee. ter het merk n zou, cn de vier helden dedl:ll, alsof dIe voor~

spclIingln hun niet aangingen, Zij rookten het cene pijpje 1a hct andere, tot een waar h~wend: "Daar heb je mee. tel'," de jongens deed opsprmgen en weg·

loopen n. ar den hoek "an 't plein. .

D 1i,ilj "aren Ic gerookt, \}, el:, nu 111 d~ zak~cn,

1:0 a s alc r niets rlebeurd. peelden d vier vnen·

den een vroolijk Iaa je~over met de andere schooh makker:s.

, sc 001 iJ:" aan.

le 'traic' c'" rlcziehten ..in en de ier jongens, tu~.chen de and re kinderen in, de ehool bin?en en ze ~;a n ni t n~ ru,'t. want de meester had Immers

Die. gemerkt? .

• laar lange Gijs had ov r de ho fden van al1,~ km~

d ren heen de rooken c jon 'en lezi n en hl] ",as chui 'end langs den muur tot voor ehool geloop n n tlJcn meest r in de handen I ad ~eklapt, ten tt: ken, d,t de kinderen binnen moe ten kome , had

(10)

"Begrijp je dat cr, Ern t?"

Een uurroode blo, tc 'kende zich plot ling af op Ernsts van woede yerbleekt gezicht.

Dat mo t lange ij yerklapt hebben, lange Gij, de slungel bijgenaamd. Ja, hij, 11 niemand anders.

Geen der andere kinderen zou hct kunnen doen.

En nu zette hij een he 1 onn00zcl en onschuldig gezieht, als begreep hij niet van dit alle.. De valsch.

aard, de laffe aanbrenger!

En zonder d gevolgen t bedenken, die zijn daad hebb n kon, gaf Ern t den lungel een klap om de oor n.

,.Daar," iste h t tu sehen zijn van woede en verf ontwaardiging trillende lippen.

,,0," riepen de kind ren.

u!" schreeuwd Gij" di teru1W ek.

ee ter hrikte even.

"Ern t, kom hier," zei hij.

Ern t kwam. Daar tond hij, de oogen vol tranen, een hoogro de kleur op de wangen.

u moe ten de drie andere jong n ook komen.

"Geef me d pijpen, de taba - en d lucifers," b val meester.

D jongen deden gehoorzaam wat mee ter ei ehte.

Al 't haantje, pas den dop ontkropen, la meester.

11

't I piepen, si sen, hijgen, blazen Of krijschen met eens kuikens kraeht Wat kippekoppen mocht verbazen,

Doch waar een wijze haan om lacht.

10

hij zijn klikkend n vinger opgestoken en meester de misdaad erteld.

'leester had h t rooken bij de school tcn stren te verboden.

Dat wi 't lange ijs.

Er zou voor cl jongen wat op7,ittcn~

En lange lijs verkneuterde zich van inwendige pr t ov r 't blije vooruitzicht.

De hoog -te kla, e rekende; de vijfde maakte een opst 1.

1eestcr zette een bord op den ezel, kecrde dczcn met den rug naar de banken, en toen sehreef meester wel een kwartier lang.

Wat chrecf mecster? De kind ren wi. tcn het nirt en waren h l . til.

Het wa een kwartier voor 't indige11 van dcn chooltijd.

De leicn en griffel cn sehriften en penn n werden op mee ter' b 'vcl opgeborgen.

til zaten de kinderen, hun nag nde en wa htende 00 en op mce t r, die niet. zei.

Meneer ging naar den zeI, draaide d z n om, cn alle oog 11 vlogc,n um den enen naar den anderen r gel, om vlug t lange ver te lez n, door mee ter ge ehreven.

\\" at beduidde dat g di ht?

DL jond~en , die gerookt hadden, wisten het w I.

"ee ft gedicht, Ern t."

Iw~t haa~tje, pa d n dop ontkrol n.

11 kraaIen, ev nal papa,

Dan do~t het w 1zijn bekje open, Maar t kraaien doet het hem niet na.

(11)

r n

veel moeite zou kost n; "veeg dit bord choon en ga heen. Fran moe eigenlijk nog een uur nablijven, je weet wel, voor van morgen, Maar.,.

1\1 estcr glimlachte.

Een oogenblik lat r waren de jongens buit n en de wind chudde heftiger de boomenkruinen en schudde en ekster af, die lachend wegvloog ov r het veld naar 't wuivende bo h.

Meester was n g in school en hij mompelde:

"Echte jongens toch! hoe mooi \ 'as eil;lenlijk die woede van Ernst! En wat zoo mooi i in dien jongen:

wrek n zal hij zich niet. Hij zal dien Gijs niet hin&

deren."

D laatste tond al lang bij zijn moeder in de keuken, en hij vert lde van de rookhi torie, echter verzwijgende de mooie rol, die hij zelf erin had ge~

peeld.

De vier vrienden hadden afgesproken om half ze op h t plein voor de dorpsherberg te zijn, de gewone verzamelplaats van de jongens. En zij waren alle ier present en redeneerden druk met de andere dorpS&

genooten over de plannen van dien avond.

V at zouden ze spelen?

De wind, die breed uitwoei in de hooge kruinen d r beukeboomen lang de laan, zeide het hen, de fiere wind, die de weerloozc takken dinend golven li t op zijn ad m.

"Kom," w· ifden de boomen, "kom hier, hoog in de wiegelende takk n, kom hier, hoog in de waaiende kruinen van gro n."

"I de veldwachter thui?" vroeg Ernst een klaps.

" een," verzekerde Koos Bloemer. , "vast niet. Hij 12

"Begrijp je dat ~edicht, Ern t?"

"Ja mecster, ja, maar .... '

"R.oo~cn lijkt oroot, maar i klein," \'iel mee ter in.

"Klem I het, omdat het naäperij en nadoenerij i van de groote men hen. Begr pen?"

Ern t oo~ n, die naar dnbrond gericht varen,

z~<1en op, z~gen op tegen 't lange lichaam van Gij., die mee mliJlde.

"Ja me ster, maar u hebt nl ngs zelf gezegd, dat klikken leelijk cn klein is, en dat aanbrengen, .. en, ..

en ... GijS ...H

Ernst barstte in huilen 10.

Een zacht ~em mpcl ging door de kla .

D,e kinderen keken Gijs aan, die nu verlegen draai~

de 111 cl bank.

1 ,,',t 1~ tij~~" z~i de me ster. Opstaan, kinderen.

. ulbe v~er blijft Iller en schrijft dit gedicht op."

De kmderen gingen met mee ter heen. En toen de la t, te .bllite~ \ oor het schoolgebouw ton, kwamen

\ ersche d n J ngCI S 11 misje naar I m toe en ze s~akl.n hun vingers op, en allen verklaarden, dat 't n~ct ~'a om mce ter tc plag n en dat 't maar 'n aar&

dl h ld was, en dat ie Gij, altijd en a e ig' brek pel en een klikker wa .

En mees r hoc r e al ie ki lach zwijg nd aan.

1laar to n hij in s 'hooI "a t ru~q eerd, af ij aan de vrienden d~n raad, nooit m r zó6 i · hiJ'

school te ( en. l~

"Ik \\il h ,t 1kt h b cnoeg zijn."

,.Tracht ;ijs ongemoeid te aten," be 10 t In eter, als greep ij, dat dit den Hiendcn c vo ral Em, t

(12)

14

is daarnet de dorpsstraat doorgekomen. Ik zag hem zelf. Hij had 'den stok in de hand."

"Zooveel te beter," ging Ern t voort. "Jongen , in dien boom, dien eersten. daar vlak vOor h t huis van den veldwachter, daar moeten we in. og nooit heb- ben we daarin gezeten."

Dat leek den jongens.

,,1:om, vooruit," riepen ze en ze vlogen naar d n boom.

"Eerst de kleintjes," z i Fran en hij ging staan met den rug tegen den boom, schoof de ingers van beide handen zóó in Ikaar, dat de handen in elkaars verlengde één vlak vormden, zette zich choor en riep:

"Instappen, wie mec wil, vooruit."

De kleinste jongens, zij, die springcnde den eersten tak niet konden bereikcn, stapten op Fran ' handen, en daar ging het, de een na den ander den boom in.

In een ommezien zaten allen, de een hier, de ander daar, verspreid op de wi gelende takken.

Kees en Ernst zaten h t hoogst.

" iets zeggen," riep Kees tot Ernst. "Zoostraks, als de groote men chen op h t plein staan, beginnen we gelijk te zingen."

"Goed," zei Ernst: "ik zal het te ken geven," en hij vertelde Kee ' voor tel aan Koos, deze aan Frans en het bev I ging van oor tot oor.

Dus zaten all jongen zwijgend in de wiegclt:nde takken, en ge n d r groote menschen, alleng op het plein verschen n, wist, w Ik een familie de boom in hun onmiddellijke nabijheid v rborgen hi ld.

"Wat is het stil van avond," zei de ka tIein; "waar zitten de jongens?"

15

"Zeker in 't bosch of in de wei," zei Braams, de bakker, die niemand ander dan Dirk vad r was.

,,'t Zijn me bazen. Die beste van mij kwam gis- terenavond kletsnat thui . Tot aan zijn n k had hij in 't water gezeten."

"Nou," zei Holmer , Ern ts vader, "de mijne lijdt ook niet aan watervrees. 't Is een wonder, al. hij met droge beenen thuis komt."

De dorpsmen chen, wier aantal al grooter en grooter werd, spraken door, zonder eenig vermoeden, dat in hun onmiddellijke nabijheid, de bazen, die 't onderwerp van hun gesprek uitmaakten, verscholen zaten.

Eensklaps schrok de groep voor de herberg op.

Daar klonk plotseling uit wel vijftien kelen hoog boven den wind uit:

Over de zee, over de zee oert de wind ons zingen mee.

en de golvende melodie, door den wind voortge.

dragen, klonk een eind de dorpsstraat in.

De men eh n keken op, deden een paar passen naar den boom toe, en zagen de h lden. En deze, zich opgemerkt wetende, kropen al v rder en verder naar 't uiteinde der takken, die al dieper en dieper bogen, tot groote vreugde der knapen en tot hevigen angst der toe chouwers.

Daar vers henen eensklap op den hoog ten tak, aan de herb rgzijde, twee jongens. De een was Ke s, de ander Ernst. Ze chreeuwden en zwaaiden met hun hoeden.

,,0," gilde de kasteleinsvrouw, die ook gekomen

(13)

17

7 .

I 'T

":_gt<..

"

,

.

, ".'\

En de mensehen vonden, dat die Holmer een rare vader was.

Thuisgekomen vertelde Holmers zijn vrouw alles.

En deze zei: "Ja, man, hij durft, onze jongen. Ik ben alleen maar bang, dat hij wel en al te gevaar.

Iijke kun tstukken kan uithalen. Laten wc toch v or.

al die waaghalzaijen nict aanm edigen."

" een, aanmoedigen zal ik ze niet. Ik zal hem van a ond, als hij thui is, waarschuwen, ik zal hem op 't gevaarlijke van zijn waaghalzerijen wijzen. Maar, weet je, waarom ik hem zoo moeilijk die jongensgrappen en jongensstr ken kan v rbied n'? Je begrijpt dat wel, vrouw. 1k heb nooit e n jeugd gehad. Dat voel ik nu als cen g mis, als een <sroot gemis. 0, ouder moesten aan alle kinderen jeugd geven, jcugd en vroolijkheid.

Je weet, dat ik als jong~n van twaalf jaar naar de hut ging. Mijn vader en moedcr waren ,gestorven:

mijn tante, alleen denkende aan den daalder, dien ik Zaterdagsavonds thuis bracht, stuurde mij er heen. En vrouw - als ik dan zomersm rgcns do r de dennen.

bos ehen liep en ik hoorde in d wuivende toppen den iok.laan en ik zag h t zonli ht zoo glanzen op 't mos, en al ik dan li p gind , door de landerijen, en ik zag hoog b ven mij den blauwen hemel en de zon en die bloemen naa t mij op de b rmen, dan - dan - ja vrouw, dan k",'am n mij dik" ijl de tranen in de oogen. Dan dacht ik: daar ga je w er naar de vunzige, rookerige hut, waar de muren zwart zien van 't roet, daar ga je w cr naar de poetskamer, waarin nooit de zon hijnt, waar de klcine, magere hut te- jongens ni t me r lach n, alleen maar kauwen met hun hongerigc monden op de zwar tabak. Dan we~d ik we r, rouw, voor ec..n h len dag opg borgen 111

Twee echte JOUiCUIi. ~

16

~as, .cn zij hield haar beide handen op het hart, ,0,

zIe die twee, z vallen, ze vall n," cn al vrec de zij, haar voorspelling bewaarheid te zicn, la g ze angstig naar binnen.

" ehud ze de vuist toe, Holmers," riep de kastelein,

"en jij ook, Derk en, ze vallen zoo traks mor dood op straat."

Holmer zei niets, hij deed nog en paar schreden in de richting van den boom, nam toen zijn pct van 't hoofd, zwaaide er mede den jongens toe en riep:

"Bravo, bravo!"

"Hol mer. , b n je gek ,geworden?" chreeuwde de bakker.

Holm rs zei niets dan: "Kom, naar binncn. Als we

WC~ zijn, is de aardigheid voor hen cr af."

En de mcnsehcn volgden Ernst's vader de gelaa.

kamer in.

Toen ze allen binnen waren, kropen dc jongens den boom uit. De aardigh id wa cr w rkclijk af, nu niemand hun h Idcndadcn me r aan houwde.

Een oogenblik latcr stond n d jongen weer va r dc h rberg, en tie groote mcnschen k~amcn ook naar buiten, en de meeste jongcn kre~en van hun vader een welverdiende berisping.

"Vader." zei Em. t, "wat zatcn K e n ik h o~,

hè; hooger dan een \'an de andere jon ens.

En toen Ern t dit z ide, kc k hij zijn vadel' aan met oog n, die hitterdcn van v rrukking en ~rots.

H t wa ook zoo mooi en zoo heerlijk de hoogste te zijn gewee t in d n waaienden boom, vond Ernst.

Vader zei niets. Hij keek zijn jong neen oogen$

hlik in zijn schitterende oogen en knikte hem toe.

(14)

2 •

Enk Ie dag n na 't boven mee edeelde, zaten moeder en Erost om de tafel in de huiskamer, welks raam uitzag op den tecnwe~. Kl ine Doortje zat in den kinderstoel n crma' kt, zich.

Eensklaps riep Em.t, terwijl hij met zijn inger wees in de ri hting van de fabriek: "Moeder, kijk een. Zie de huttekerels een loopen. Wat zou er te doen zijn?"

Moeder chrok, dacht natuurlijk direct aan vader, aan de mogelijkheid, dat hem een ongeluk wa over.

komen, en riep: "Blijf bij zus, Ern t: ik ga hooren."

In de v rte bij de bewaar cho I kwamen eenige huttemann n aanhollen. De enkele \'oorbijganger op den w g bied. taan, \'T eg, wat er !.!aande wa , kreeg een kort, haa. tig g uit antwoord van den hutt man, di wecr voor th Ide.

"Po t,' riep Ernst. moeder den e r ten hutt man toe. "Po t, wat i: er, 0 h nict met mijn man?"

" an den Heuyel - dood," riep d huttcman n snelde voort, met vij:.h. pas en an zijn kromgewerkte b nen.

\ an cl n Heuvel \\ a cn van het tw tal fabriek..

heeren, voor wi r gczamenlijk r kening de hut wcrd

g dre\' n.

"Moeder," ri p Ern t, di aan de deur wa. ge.

kom n, ,.moed r, \'at i r?"

Moeder liep t rug naar haar hui cn vert Ide Ernst, wnt er gebeurd was.

Il.

,

18

de stoffige, roo~erige hut, terwijl mijn longen hunker.

den naar ~e fr~~sche dennenlucht. 0, vrouw, al ik nog aa~ dIen tiJd denk, dat ik nooit lachte, dat ik

~en klem, mager mannetje wa , ik jongen van 12-13 Jaar. En wat ik niet heb gehad, zal mijn jongen h b~

ben: Jeugd en blijheid en vroolijkheid."

Even zweeg Holmers, en taarde VOOr zich uit.

..Toen vervolgde hij: "Ja, later, toen ik op de mede~

rIJ kwam, werd het goed. Toen leerde ik een ambacht en .klom heel langzaam op, tot ik werkbaas werd. En - Ik ben tevreden. Ik klaag ook niet over wat ik nu heb. Maar - 0 die jongenstijd!"

"Man," zei vrouw Holmers en ze legde haar hand op Holmer's scl--mder, "je hebt gelijk - onze jongen moet zijn jeugd hebben. Maar toch laten we hem voorzichtigheid aanradenI" ,

,,0, ja, zeker, vrouw, ik zal hem vanavond waar~

schuwen. Maar 0, al je hem daar gezien had boven op ~ien scho!,"melenden tak midden tu schen 't groen - Je hadt t ook mooi gevond n. Je hadt ook je hart va tgehouden, n t al. ik. laar - ik kon hem toen niet den chrik op 't lijf jagen! Dan was hij zeker gevallen. En toen hij daar la ter bij on. . tond met zijn schitt rende oogen, to n knik h m in h t bijzijn van al die mens hen ni t beknorrcn. laar, als hij thuiskomt, zal ik hem zeker voorzi htigheid aan.

raden. En - gehoorzaam is hij; hij zal z ker naar mij lui teren en nadenken over wat ik zal Zt'ggcn."

(15)

21

grijzen baard een woord nm huk c en de lneming en achting. prak aan 't ~copend <:.!raf. stonden tranen in de oO"en van vele hut emannen. De he r an den Heuvel wa en gocd men. ch g'W es .

De e~rs e dagen werd n cr he I wat gi ingen ge.

maakt met b trekkin ' tot d zal-. n d'r fabriek. De een me nde, dat mijnheer I Iarberts tic fabriek zou overdoen, een tweede ver preidde oe Job tijding, dat de oude fabri k voor afbraak zou worden verkocht en dat Harberts rustig ging wonen, terwijl eindelijk een derde verzekerde, dat hij zich had gea socieerd met een Indischman, die pas uit de Oost was terug.

gekeerd en sedert een paar maanden in Amstl;;rdam woonde.

Dit geru ht, dat veel malen was tegengesproken, werd eindelijk beve tigd door de mcdedeeling van den fabrieksheer, dat mijnheer Huberfeld, die in Indië een plantage had, in de pI aa . zou treden van den overledene.

De tuinman van den dominee wi. t er ,poedig bij te voegen, dat de lnoi ehman, die w duwnaar wa, zijn tw c zoons zou meebrengen. en dat ze alle dri kwamen in 'onen 1ij den clomin e.

Dilt ~af . tof tot wel gepraat onder de dorpelingen, on cr de jongen' zoowel a s onder de groote men.

seh n.

Op een morgen tonden de ecrs en bij de chool en hadden h t natuurlijk

uru -

over de gr ote zaak.

,.Hij moet . chatrijk zj~n," zei de een.

"Of hij," vcrzc 'crde cen ander.

"En bruin," vo gde een cl rde er bij.

"Bruinl AI een koffieboon:' verzekerde Fran Bas.

tiaans.

I Iolmers, n kundig zou ..Ou - vader i goed," zei Ernst gerustgesteld, ..ik ga even kijken, moeder."

"Goed Ern t, en al je wat ander. hoort kom je mij dat zegg n, hè?"

"Ja, moeder.'

Weg was Ern t..Op den weg liepen al veel groote men ehen n veel Jongen, en de een wist dit en de ander dàt te \" rtellen van de groote gebeurtenis, die zoo onverwacht had plaat gegrep n.

T n de menigte de hut had bereikt war n z poedig op de hoogte d r zaak. Ernsts vader, die met h t gro pje sn ed n v or de d ur der smid e stond, deelde nadere bijzonderheden mee.

De oude fa ri k hetr was dien morgen op 't ge.

wone ~';Ir in de med rij gckOlTIl.n, had IJ klaagd over ho~fdplJn, wa. na een kortstondig verblijf in de smldsw 'rkplaats gegaan naar de gieterij, waar de hoogoven is; had hier h tieten van d~ groote pot.

ten gadegeslagen, wa toen en klap in elkaar ge.

zakt en - dood opgenomen. 0 dorpsdokter was af.

wezig; de huttemann n vann naar alle kanten g J

zonden, om hem te zoek n; l:r was etelefoneerd om den st41dsdokter, do h tot heden wa nog geen der gene sheeren v r eh 'n n.

.,·t I n la \ or de familie," cindi • ..en een la. voor de fa riek. Hij wa.

man en een 'o'd men 'ho .1eni:.:e arme 'an zijn goedheid I-.unnen v rtel en."

Drie da 'cn lakI \' rd de udc beer :m d n H u'cl b l.ran:n, cn .11 de huttcm41nn n CP huttejon.

Cl s volgde . I ailr naar dl.n leit cn I eu\ l. waar.

op het dorpsk ·rl-.je stoml, tus' hen hoo"e olnen En tOl'n de oude fahri k·arb~ider. ~~n man' met

20

(16)

22 De jon~ens lachten.

..Een goeie naam voor hem," riep Jan Vels uit.

,.jongens, wij doop en hem va t. " 1ijnheer Koffieboon zal hij heeten."

\\ iJ) Ol Bunk vond het lang ni t eerbiedig, dat de

jongen zoo durfden ~preken ver den nieuwen fabriek heer, die toch bij d n domin c kwam in.

wonen, in wien hof \\ iIlem vader tuinman wa . Will m keek dan 00' alles ehalvc vriendelijk, maar 'on niet verhind ren, d.\t de jongens al luider en luider riepen:

,,'u oq;,m0'1 P 0'\01 tJUtl1"

"En de koffieboontjes," vulde Ernst aan, daarmede de tw e zoon , die ook zouden meckomen, aanduh ,I.'1C!e.

H t was Zaterdag, den .'iden Augustus.

I Iet plein voor dc dorpsherberg wa vol jongen.

Er zou iet bijzonder gebeuren. De vr emde In.

di chman, de lan~ verwachte koffie oon, zou met zijn

tw c jonge koffi hoont je. arriveeren.

De dominee en zijn vrou \' liepen arm in arm over h t plein tus chen de mensehen n jongcn. door.

Daar kwam in d "crt Fran Ba tiaan aan. \i at had hij om zijn pct? De jongen . ziende wat hJ ge.

daan had, "log n hem m t luide kreten tegemoet.

De ehalk had om zijn hoofdde's I een papier g • wikkcld, waarop hij met Qrootc, zw ute 1tt l'S had t!csehr "en:

"Lang leven de koffi boonen."

o

jongen tiJd n Fran op, hi ld n hem in de hoogte en droeg n hem het plein ov r. reeht aan op den dominee.

:\1aar - zoo\'er kw;!TI n ze niet.

23

"Au," riep Fran eensklaps en omkijkende, zagen ze den veldwachter, die ten tweeden male zijn dikken tok ophief, om frans een aevoeligen slag toe te dienen.

Maar Fran wachtte den tweeden slag niet af. Ge.

zwind prang hij uit de handen der jongens op den grond.

"Geef hier," bromde de veldwachter en met rukte hij Fran diens pet van het hoofd. Doch, toen de goede man het papier met een ruk wilde aftrekken, riep hij ook "au!" De speld toch, waarmee Frans het papier had vastgezet, tak den armen veldwachter in den vinger.

" u," riep hij nod eens en hij stopte den vinger in zijn mond.

, Rrrrtt ..." waren de jongens weg.

Op eenigen afstand bleven ze staan en taken gelijktijdig een vinger in den mond. De veldwachter deed, of hij niet za1 en stak 't papier in den zak.

In de verte floot de tram. De jongen legden hun oren op de rail , om den afstand te bepalen, waarop de tram zich bevond, maar de veldwachter en de lange kastelein joegen hen er af.

Eindelijk - daar tond de tram stil.

ieuwsgierig drongen de groote menschen en de jongen zich op naar de tram, zonder eerbied voor den dominee, die beproefde vooraan te komen.

De Indi he mijnheer stapte uit, op den voet ge.

volgd door zijn zoons en den heer Harbert , die de nieuwelingen aan het poor.station had opgehaald.

De veldwacht r maakte met een barsch: "Uit den weg, op zijl" ruimte. de heeren en de jongens staken den weg over en begaven zich, na wederzijdsche

(17)

24

begroeting, met den dominee en dien" vrouw naar de pastorie.

En toen de zware deur, met den ~r oten, koperen knop erop, was dicht gevallen, -aren de nicuwelingen aan 't oog der nieuw ~icri~en onttrokkcn en \ as de ple htigheid afgcloopen.

,,'t Is wat bijzonder. ," riepen de jongen, tcleurge.

steld, daar noch de nieuwe hecr, noch zijn zoons, op d n naam koffieboon aanspraak konden maken.

Hun gelaat, toch, minder blank natuurlijk dan dat der Gelder ehe jongens, had niet de kleur. die den naam koffieboon kon rechtvaardigen.

En dat viel den jongen geducht tegen!

De Indische jongens, zoo wa het plan, zouden eerst de dorps~chool bezoeken, inmiddel. privaat.

lessen krijgen \'an het dorpsschoolhoofd, om dan het toelatingsexam n te doen in de stad.

Geen der dorpsjongens ha het uitgc prok 11, maar ieder van h n vond toc1 ...,'el iet hijzonder", i ts ei lenaardi!-!s aan d heide 00 tersch jongen, zooilIs ze voortaan genoemd verd n. Zc ha den zwart haar en donk re oo~en. en fcl 'cn in dit opzi ht in 't geheel niet op de dorp jon~cns. die, als cchte a', crs, blauw oogcn en blond haar adden.

Dit had de aandacht \ an de jongen. getrokken, d ed hen ~·Iooyen. dat die 0 ter 1 Jongens ge.

h el ander" mo tcn zijn clan zij, n deed h n vcr.

langen met hen kcnnL te maken.

I it .rlang n werd v<'rgr ot. ooroat zij wisten, da die jongen, kwamen uit h t vreemde verr land, waar de apen wonen in groote, ondoordringbare wouden, waar de tijger loert, ineengedoken, in 't hooge gras wanr tie sI ng chuif lt onder de brcede

25

blar n. Ja, ze waren wel belangwekkend die Ooster.

che jongen, die mis chien wel eens ja ht hadden gemaakt op wilde dieren, die zij, Gclder che jongens, slechts kenden uit hun boeken over aardrijkskunde, en waarvoor zij een eerbiedigen .re. hadden. Ja, die jongen, waarvan de grootste ravenzwartc harcn en 0 gen had, mo ,tcn wel ~eheel andere ervaringen h bben dan zij. vreedzamc jongen uit den Gelder~

s hen ch erho 'k. Daarbij k\ 'am nog het wetcn, dat dil. heidc jo ~ens rijk waren, schatrijk, zooals 't ge.

rucht ycrzckerde, en dat hcvestigd werd door hun mooie klceren en fijne ehoenen, en hun inwonen bij cl n deftigen dominee. En, al ze omgang hadden met de 0 stcrs h jongens, zoudcn ze mi sehien wcl een in de kamer komen van dominee's hui, mi schien wel eens koHiedrin 'cn in de deftige kamer, waar ook dc dominee zat. En 'teltig zouden ze in dominee's

~rooten tuin In gen komen en roeien m t dc 00 ter.

5che jongen, in de mooie, ~el boot, die de dominee reed. yoor h n had laten maken.

Zóó of ongevcer zoo dachten alle jongen , al zeiden te 't nict. En in hen allen I cfde de heimelijke hoop, de vriend te worden en de vertrouweling van die rijke, vreemde jongens.

De vol 'ende 11aandag \ as eer,> e chooldag voor d beide knapen.

De dorp jonden waren vroeger dan gewoonlijk bij de C 1001, nieuw. gierig wa htend op de komst der h ide 00 "crIingen.

Daa wamen ze aan uit domin e's hui '. 1a', de oud te \oorop, dan IIem:, dc jongste.

Ja, hij was wel een flinke jongcn, die Max, zooals hij daar k vam aan appen, de hor. t vooruit, het

(18)

26

hoofd een weinig achterover op de breedc, vierkante chouder '. Hij droe'I enk rte bl'O 'k, waaronder de rechte, met zwarte kousen omgeven beenen flink, stevig uitkwamen.

Zijn witte troohocd tand een \ cinig 'chc f op de lange, zwarte har n,

Henr' vertoonde op 't oog weinig belangw kk nds.

Hij wa wat minder donker dan zijn bl'O r, liep niet zoo kranig reehtop en keek een weinig ter zijde uit, terwijl hij dikker wa dan de veel grootere Max en daardoor meer den indruk maakte van een klein. dik, verwend rijk lui jongetje.

De meeste jongen gaapten nieuw gierig de kOll1cn~

den aan.

Dat hinderde Ernst, dat hinderde Kee Derk 'cn, dat hinderde Frans Bastiaan en nog een paar andere jongen, die altijd ue he vondering hadden gewekt bij hun makker door hun kracht en hun moeu en hun durf.

" tà to h ni t zoo te gapen" zei Kees, "is 't :tOO' veel bijzonder 7"

Lange Gij tond v rop, wijd open zijn reeds wijd n mond.

"Lange Gij vergaapt zich," riep Dirk Braam , ,.je zult het zien. Zoo strak. kan hij zijn lippen niet meer op elkaar kfljgell."

laar, terwijl d jongen dit z id n, keken ze hei.

melijk naar de Indis he knapen, die b daaru ~tartcn

naa t het ehoolhoofd ov r den steem eg.

Het . hoolhoofd z i z keT iet grappigs. want de jongens lachten. ommige der dorp. knapen lachten eveneen naar d jongen toe, hopende hierdoor de aandacht te trekken, en tus ehen zich en de Ooster~

27

Hngen een zekere er tandhouding in 't leven te roepen.

De chool ~ing aan, en onder tggaap van alle s holieren gingen lax en lIenry naar binnen.

Al poedig bleek het, dat de vreemdeling n met weinig kennis war n toederu t. Dit wa dan ook de reden, dat m . ter h n niet in d hoog te. maar in de vijfd klas e plaatste. laar mee t r verzekerde hen, dat ze wel . poedig zouden verhoo d worden, al ze maar hun best deden, én in chool én op de bijzonder les en, di hij ze geven zou.

"Ze SIelen onder één hoedje," fluistcrue ijs tot Ern t.

Doch deze ant voordue niet. Hij ke'k d n preker minachtend aan n dacht: "Dat moet jij vooral zeg.

gen."

Om half If gmgLll Je kinderen nJar buiten en meester zei tot Max n Henry:

" u maar aan 't spelen met de jongen', dan wen jullie {lauw aan elkaar."

De jong ns gin~en de speel plaat. p. Op voor tel

\ an Fran Bastiaan werd be loten vang. pel te doen.

"Ik zal \\' 1 't rst," riep Frans.

Hij plaat te zich in 't midden "an 't plein, dicht bij den ka tanjeboom. De jon!!en. begaven zich naar een der . malI zijden van ue re hthoekige 'peelplaat , en het spel b gon. Het 10·1 was de tcgenover!:!e telde zijde te bereiken, door in ~ewcIdige aart aan den jongen die vangen mo~ t, te ntkomcn.

Wa h t wonder, dat Fran. h·t 't c r t op de beide Indische jon~en had cl munt? Die het eer t te grijpen, dat leek h m.

De jongens stoyc.n aan. Fran hi ld 1.1X in 't oog.

(19)

28

die met b ide handen vooruit k vam aan nellen.

Fran zette zich schrap, . pram! op \a' toc, maar deze in zijn vaart ~af fral s een uw, zoodat hij ter zijde choof, waardoor lax kon on komen.

"Dromme. ," dacht frans, "die he ,ft stcvid knuL~

ten," en ter luik str ek hij zich ovcr de borst, die ann d linkcrzijde pijn deed.

De jong n, nu aan den teg no erge telden kant an den eerst n keer, zetten zich weer rechtop, namen een sprong en daar tormden ze op Frans in.

D ze had than. Henry in 't 0 g, liep op hem toe, greep hem va t, stevig "va t in zijn kraag en drukte hem, toen hij pogingen tot ontkomen deed, mct kracht op den grond.

Daar lag Henry. Doch dadelijk sprong hij op, cn zich omke rende, gaf hij Frans, die ach er hem tand, een lag in 't gezicht.

Een oogenblik bleef de aangevallene betcu crd taan, nie bef,!rijpend, vaar m hij werd ge lagen, doch ook een oogcllblik slechh.

.Met een: \Vat is dat nou'? pronl! hij op den 00 terschen jongen toe, greep hem krachtig in zijn bor t en tra htte hem op d n grond te ,,·erpen. De jo gens liepen toe, maar vóór ze de t\. e vcehtenden hadden bereikt, lag Henry op den grond door Fran tevige armen vast ehouden.

Dat wa alle zoo onven 'a 'h s gegaan, da de jon~

g ns niet rl. ht begrepen, w~t er eigenlijk gaand \va.

Doch tIJen Henrv chr eu'\'dc: ,.Laat me los, bocren~

kinkelI" en fran·, die zijn knie op lIenry' borst had gelegd, l'en klap in 't gezicht gaf, b grepen zc, dat 't

me nens wa., en ze varen nieuwsgierig, hoe dat zou afloopen.

29

u, hun nieuwsgierigheid zou poedig bevredigd worden.

Eensklaps pron~ een derde op 't gevechtsterrein.

Di derde was 'lax.

Hij gr cp Frans bij dien schouder en rukte, om hem 10 te krijgen. Do h ziende, dat h m dit maar niet zoo gemakkelijk zou gelukkcn, pakte hij Frans bij n van zijn beenen cn trok, tr k ...

En zóó zou hij Fran wedgerukt hcbb n, al hem de tijd daarvoor wa gelaten.

Doch - nu prang Ernst te voor ehijn,

"Blijf af van hem," riep hij Max toe, ..of je krijgt met mij te doen" en met gre p hij Frans' aanvaller beet.

I Iet gevecht wcrd nu onder de vi cr jongens ver.

deeld, doordien Max - Fran la liet n zich tegen Ern t kecrd .

Frans had den spartclencl~n Henry stevig vast, zoo~

Jat deze zich niet kon loswerken.

Aller aandacht wa nu voor Ern. t en Max. Daar stond n ze: Je vuurroode j:!ezichten, \'aarin de woede.

oogen flikk rden, dreigend lak bij elkaar.

l"lax greep Ernst eensklaps beet. laar deze, die n vierkante. ste\ igc jong n was m t flinke armen en benige knuL'ten ycrzette zi h, rukte zich los en -loog to 'n op zijn tegenpartij aan. E n wor teling ontstond. \ ï zou 0\ rwinnaar w rden?

Ad moa., met kloppend hart, z\ 'ijgend en ol spanning \olgdcn de ander jongcns i cl re bew ging, zllowd van Ern t al an den lndbch n jongen. u 'l'n (.l'loofde Il1L.n dat è.T1,~t. dan \ 'cer dat lax 't ndcr;pit zou d lven. Plots ling kwam aan die on·

z 'k 'rh id ccn eindc. ,h:t de uit r te krachtsinspan~

(20)

30

ning wierp Ern t zijn weerpartij van zich af. die, niet bedacht op een direct h rllieuwden aan al, door Ern t werd Cfegrep n 'n op den Cfr nd r.:eworp n.

Brullend van woed\; lag :\1ax daar: zijn rav nzwarte lange haren hingen over zijn gezicht, dat half in 't zand werd !.!cdrukt: 'en eind ac1,h..·· hl;111 lac zijn hoed; zijn blou e uit zijn 1l' k naar boven gc choten, hing tot over zijn knieën; zijn kraagje wa 10 geraakt en hing met eenc zijde op zijn chouder '.

Ernst zag cr niet minder g havend uit; zijn ja.

wa ge cheurd; zijn neu, die e n stomp had ge:

kregen, wa gezwollen, n over zijn ~ezicht liepen een paar vurige chramm n.

En zoo vond meter, door een paar meisjes ge- roepen, on viertal.

" ta op," riep hij, n toen alle vier over ind waren, vervolgde hij: "Sluit jelui z· ó vriend chap? br. eh, de chool in."

En onmiddellijk gingen dl: jongen. naar binnen, op d n vO t door me ter ge olgd.

De jong n , die a~ht rblev n, meenden, dat l' voor Fran n Ern t wat zou opzitten, n ommigen g - loofden, dat z' wel door me' ter ,"an school zouden worden gejaagd, omdat ze de rijke Indische jongen, die inwoond n bij cl n d ftigcn domin', hadden weerstaan en ge,lag n.

laar op e n nk Ie uitzondering na. waren ze' blij in hun hart, dat hun makk r en hun dorpsgenoot, de held en de ov rw in naar wa. ~ewe ,. , al kondl:n ze aan d n Indi h n jongen moed en kracht ni tont- zeggen.

Ons viertal zat inmid cl. in cl . hooI en onderging een eherp, crhoor van den me st r, dat in 't kort

31

aldus luidt: "Max, waarom heb jij met Ernst ge::

vochten?"

"Omdat hij mijn broer aanviel."

"Ernst, waarom heb jij gevochten?"

"Omdat hij mijn vriend aanviel."

"Frans, waarom heb jij gevochten?"

"Omdat hij mij aanviel."

"Henry, waarom heb jij gevochten?"

Geen antwoord. En toen meester tot driemaal toe zijn vraag herhaalde en geen antwoord kreeg, was hij overtuigd dat de oorzaak van den twi t, de aan::

leiding er toc, in een of andere handeling van IIenry school.

"Frans, hoe is de twist tusschen jou en Henry ontstaan?"

En nu vertelde Fran , dat hij had moeten vangen dat hij Henry had legrepen, dat dez op den grond wa gevallen Ot opge prongen, hem een . lag ha'd I!e::

geven in 't gezicht.

1 eter zwc geen oogenblik n vroeg toeo. "En waarom, Henry, loeg jij Frans?"

"Hij decd mij pijn,' luidde het korte antw ord.

"En kun jij geen pijn verdrag n?"

"Ik wil ni t pijn gedaan worden door zóó een,"

antwoordde de Indi che jongen bit en smal nd en mina ht nd.

"Zoo - i het dat'" riep me tcr uit, en hij prong op.

" u, hoor een, Hcnry! Al jij met deze jongen . pelen wilt, zul jij je e'l' tens , at moetcn schikkcn naar die jongen. En tw cden moet je we) " ten dat deze jongen volkomen, gehe I volkom n

verst~

je, aan jou g lijk zijn. En weet dit wel,

d~t

hier,

(21)

l~rans en n beiden en nobe.

33

het in je eigen belang nooit, dat de Geldersche jon..

gens vrije knapen zijn, die zich niet traffeloos laten beleedigen, zich niet laaf ov rgeven aan de wille.

keur an een and r. ersta je dat go d? Ik herhaal:

"Vrijheid - blijheid," hi l' in Holland, en de vrijheid zit den Holland r in het bloed, en ik verzeker je, dat deze twe jong n, di volkomen in hun recht waren dezen morg 'n, nimmer jelui naar de oogen zullen zi n, al ha 1 je all, schatten van Java op je rug."

Max en Henry keken . til voor zich, doch Ernst zagen mee ter vlak in d oogen- voelden ze den rechtvaardigen. den e rlijken Jen man lief te hebben.

Toen om t\'aalf uur de s hooi uit ging, verdrongen alle jongens zich om Ernst n Frans, om te ver.

nemen, wat meester had gezegd en - gedaan.

En toen ze in en groep op den steenweg stonden, cn allen nieuwsgieri~ hun halzen rekten en vol pan.

nin~ Ernst aankeken, zei deze ni t dan: ,Jon2ens, wat mee ter alzoo eze d heeft, k mt er niet op aan. Dat h or j lui later w I een. Maar - jongens, ik zeg jelui, en hier Fran weet 't ook: Onze mees~

ter, die ma ons lij en, ons allemaal, en ..."

En toen liep Ernst plot. eling we~. want hij voelde iets vo htig komen in zijn oog n.

En Frans draafde liKt hem mee en nog enkele an.

dere jongen, en die bleven staan, da ht n, dat ze door Ernst voor d n ek w rden gehouden, en de mee ten geloofden, dat hIj cn Fran er duchtig van langs hadden gehad en daarom niet wilden vertellen.

Maar allen, zonder uitzondering, bleven 't geval belangrijk vinden, en velen "roegen zich af: "Hoe zou

TI\" e rbt~ .Tonr~n ;:

32

Ernst en Fran , en de jongens buiten, zich geen haar minder achten dan jou. Dat moet je goed begrijpen.

En we t, dat niet mijn jongen zich naar jou alleen, maar jij alleen je naar mijn jong ns hebt te ·chik.

ken. De Holland' he jon n is e n vrije jongen, die niets ge ft, die wat lacht om mooi kleeren en geld."

Ernst en Fran kek n mee ter aan en hun oogen chitterden den mee ter tegen. die zóó had gesproken.

Als ze 't gedurfd hadden, al 't ni t zoo geheel in strijd wa g wec:;t met hun gansche natuur, dan had.

den ze meester hand gegr 'pen Lil gezegd: .,Dank u, meester, dank \I."

i\ ailr ze zeid n ui tso /.. k ken m ster ann met oogen, die glan. den van achting <.:n dankbaarh id.. 'u voelden ze, voelden ze di 'P, dat m ter hen, een.

voudige d rp jongens, liefhad, cn dat hij nooit zou gedoogen, dat ze werden \'ernedcrd of g mina 'ht.

"En waarom \ax," ging mee. ter \ oort, "sloeg jij Fran ?"

"Omdat hij mijn broer loeg."

"Die hulp aan jouw broer bewezen, zou recht.

vaardigen zijn, 1ax, al jouw broer onverdiend door Fran was geslag n. Maar - jouw broer was ni t de aan evallen, hij was de aanva1r, di vol 'omen buiten het recht \\ as tot aanvallen."

" 1aar in Indië," vi I H nry in, "als Ja 'aansche jongen niet geh orzam n wou. ol •

" ,zoo," riep m 'st r uit. "Dat da ht i'

h bt oaar in Indië de kne htjes van je ol r naar will k ur geka tijd, al je vader 't nÎL:t mrrkte na.

tuurlijk, z behandeld naar je eigen welbeha len en goed inden, maar laat ik je dit zeggen, I~n 'cr eet

(22)

111.

De dominee, zijn vrouwen mijnheer Huberfeld zat n om de koffi tafel en \\ achtten de J...om t der beide jon~ens af.

E n paar minuten over twaalf trad n deze de kamer binnen, groetten hun vad r, den dominee en me.

vrouw, en namen plaats op de voor hen gereed ge- zette stoelen.

"En i 't jullie goed bevallen den eer ten morgen op de school?" vroeg papa.

,,'t Gaat nog al," antwoordde Henry, die een lichte kleur kreef.l.

" it je antwoord leid ik af, dat 't niet bijster is meef.levallen," zei mijnheer Huberfeld lachend, en ter zijde keek hij naar '1ax, die reeds gretig hapte in de boterham, dik met vleesch belegd.

"En onze Max zwijgt," vervolgde papa. "die is zeker in 't geh 1 niet tevreden."

"Och, pa, 't is mij be t bevallen, heel be t."

De he r Huberfeld keek verrast zijn zoon aan, merk nde aan de heftigh id van den toon, waur 11

1ax 'prak, dat cr iet bijzonders omging in den jongen.

De dominee' -vrouw had al dien tijd gezwegen en opmerkzaam Max van top tot teen gadegeslagen. En ziende, dat zijn blou e, die hij dien morgen choon gewasschen en net gestr ken had aangetrokken, vuil wa en gekreukt, en meer andere onregelmatigheden aan zijn kleeding b merkende, vroeg ze: "Max, wat

3 •

34

Ernst 't verder maken én met de Indische jongens én met den mee ter èn met den dominee èn met den fabrieksheer, met wien Ern s vader dagelijks in aan- raking kwam.

Dat dit mui je nog en taartje zou h bben, stond va t, en ook, dat Ernst nooit d... vriend zou worden van di n grooten en mo digen Max.

(23)

37

Maar - ik heb h m weer geholpen, doch nu is het voor 't laatst. Als hij weer wat verdient, steek ik mijn handen niet voor hem uit."

Max was opaewond n; de toon van zijn spreken was driftig; zijn lippen be fden, zijn neusvleugels tril, den, en met een zekere medelijdende minachting zag hij zijn broer aan.

"Vechten is geen deugd," zei de dominee.

" een, om," antwoordde Max; "maar dadelijk boos worden en niets k.unnen verdragen, ook niet."

Een oogenblik was er stilte in 't vertrek.

"Ik hoop," zei de heer Huberfeld, "dat 't jelui ge.

lukken mag met de dorpsjongens goede vrienden te word n. En verder zullen we niet over deze zaak spreken."

Toen de jongens naar school waren, zeide dominee:

"Die Ernst is de zoon van den werkbaas op de smederij. Je zult dien welleeren kennen, als een degelijk en kundig werkman en - als een mensch van karakter. Ik mag dien Holmers graag. 't I een man naar mijn hart. En die Ernstl Vlug is hij en bij de hand, en wat meer L, hij is eerlijk en rondborstig.

Het zou me pij ten, a s de jongens en Ernst elkaar niet begrepen; ik zou graag zien, dat ze vrienden werden."

I heel vroeg was Ern t dien middag bij de choot, en staand onder de hooge boomen lang den steen$

weg, keek hij naar dominee's huis en dacht na, over wat geb urd wa. en over dien 1ax.

fran Ba. Haans kwam en Kees Derk cn en nog veel meer jongens n ook lange Gijs.

Ze hadden het natuurlijk druk over wat gebeurd wa , en ze luisterden vol belangstellini naar Pram, die 36

i er gebeurd? Je ziet er zoo gehavend uit, jongenl Heb je gevochten?"

"Ja tante," antwoordde lax Yrijmoedig.

Mevrouw had bij de kom t der jongen te kennen 2egeven, dat de meer vertrouw iijke naam "tante"

door haar verkozen werd boven het stijve en deftige

"mevrouw."

"Zoo, heb je gevochten," zei mijnheer Huberfeld,

"dat is en mooi be lin hoor'"

Max antwoordde niet. Vrijmoedig keek hij de groote menschen in de vragende oogen, terwijl hij smakelijk at van zijn boterham.

"En met wien kon je 't den eersten morgen niet stellen, Max?" vroeg de dominee.

"Ik heb gevochten met Ern t lIolmer , oom."

"Met Ern t?" herhaalde de dominee, "hij i anders een flinke jongen."

"Dat is ie," zei Max, "en ik ben blij, dat ik met hem gevochten heb; hij i sterk n moedig."

Met een zweem van trots keek mijnh er Huber$

feld zijn jongen aan. Ja, dat was hij weer, zijn echte Max, die meermalen had getoond, flinke n moedige jongens op prijs te steIl n. Hij had een h k I aan gluiperds en lafaards en vleiers.

"En heb jij ook gevochten, Henry?"

"Ja oom ik met Fran Ba tiaan ."

"Zoo, zoo," z i de domin e, "jelui hebt ni t den minsten van de jongen tot je tegenpartij I kozen.

Di n Fran' ma" ik ook go d lijd n."

"En hoe i de twi tont taan?" vroeg papa.

"Och, door Henry," z i Max haa tig; ,,'t '\ as Henry zijn schuld. Hij kan niet verdragen, hij wordt direct boos. Eigenlijk had hij een flink pak slaag verdiend.

(24)

moe tcn cl nzelfden kant jongen.

., 'ooruit dan, ga staan."

Een oogenblik . tonden lux en Ilenr' op d rij.

en terwijl alle jongcn' I robeerd 'n mct heftige chob bewegingen den springenden hèC') van hun ruI te werpcn, dacht n velen: ,.Die Ern t i een rare; je kunt niet op hem aan. Van morgen vocht hij me die twec, en nu i hij de cr tc, die hen raagt om te spelen."

Ruim een half uur haclcll:11 de jon~en ge peeld, toen meester' handg klap hen naar binn n riep.

De jonf!Cn' cn m i jes dron,gen op naar de deur.

En in 't gedrang wa lax onzen 'rost op zij ge- kom n.

,Ern ·t," fluisterde hij IJ 111 haastig in 'I or, "kom je vanavond bij mc in den tuin'?"

Ernst keck la' aan, vlak in de pen ogen en antwoordde: "Ik kom."

En toen de kindcr n t.czctcn war 11, ket" Ern~tvan de ,oorstc bank. schuin ae1 ' ( 1 zi h naar lax, die hcm Cy n toekniktl.

B ide jongen. haduen Ikaar lct:repen. Ze voelden, dat ze vri nden zouden worden.

Toen de school om hal vier ultgm, liepen 1ax

1 Ern t, tot !.Ir ot v rbazinrT van de jongen cn mei ·je. en tot 'roote t v cl nheid "a1 den mee ter, naast elkaar ,oort to aan en l:cn >,·ct:!. En ze waren in druk gesprek.

"Ik zal komen,' zei Ern , "om zc' n uur, maar Fran Ba. tiaans m c ook meckolTIen."

"Goed, bI' ng hem mee," antwoordde .Max, "ik wacht je."

Ernst en Frans en K e op met nog enk I andere 38 39

1Hl, meer op zijn gemak dan om twaalf uur, om tan.

dilJ vertelde, wat mee ter had gczegd.

Toen hij had uitgcsproken, zei ijs: "Hij heeft cr van langs gehad," en om Ernst te vleien. vo gd hij crbij: ,,\ at had je hcm er onder, Em. t! IIè, jij durft toch maar - tegen zulke rijke jongen.. "

Minachtend keerde Ern t den vi ier d n rug toc en vrocg: "Kom, jong n ,wat pelcn we'?"

De een wilde dit, de ander dat. maar indelijk na.

veel gl.schreeuw en g kibb I \\' rd bc 'oten, "Bobsta.

va t!" te pelcn.

De jongcns logen naar de spcclplaat. Dirk de l'ort plaatste zich tegen den muur en zette zich schrap, terwijl hij de handen incengcslagen voor zijn buik hield.

Gebogen nam J n Ra' VOor hun plaats, stijf zijn hoofd drukkend tegen Jan buik cn zich met zijn handen stcunend op zijn kni ën.

u kwam Pi t Vo, to n Jan Vd, en zóó aUc jongen , di nu met d rugg n in clkaar ,'r1 n!Jdc, cen soort van brug vormden bovcn de pe Iplaats.

Kc D rk n bleef 0\ I' n zou juit zijn . prong nemen m klauter 'ud 0\"1' al die ruggcn den voor;

man te bereik n, toen hij J tw e lndi'c1 jongen

<j waar werd, di' om een hock va.n de chool

kwamen.

.,Daar heb je ze ' nep hij.

De jongenslijven gin:;!cn op. Een ieder zag de twee aankomen ...

i\lax en Henry bleven op l.cni en aF:.tand . taan.

Een klap hoot Ern t op de twee jongen tOt:.

"Doe je mee'?" roeg hij.

En toen Max zei: "Ja, Traag, hoor!" riep Ernst:

(25)

40

Voor de deur van Ern ts hui gekomen, vroeg Ernst aan Fran en Kec , of ze meegingen.

"Goed," antwoordden beidcn, en volgden Ernst naar diens woning.

De and re jon.g ns licpl..n t! or.

" an avond OJl de ou e piaat.?' l'iC\l eeu uit de groep de drie jongen. t e.

" lisschien wel:' riep Ernst terug.

o

jongen, die ,crd r ginq n, waren niet jaloersch op Kee n Fran,. Ze wist n w I, dat zij van alle jongens den mee ten omgang I'ael en met Ernst.

Toen de dri jong~ns in de hui. kamer war n, zei Ernst: "Zeg een, Frans, hoe vindt jij dien llax?"

,,'t Lijkt me een flinke jonf!cn," antwoordde Frans.

"Hij kijkt je zoo reeht aan, zi je, en hij is moedig en sterk."

"Zoo de k ik cr ook over," z i Ernst. ,Hij heeft mij gevraagd, of ik vanavond bii hem in den tuin kom. Ik ga - en jij gaat mec. Ik' heb 't hem gezegd.

Doe je dat?"

"Goed," antwoordde hans. nicu "sgierig, wat die Max wel te "crt ll~n zcti h bben.

"Kee ," zei Ern t, ,.W' verte len j w I wat "c be~

sproken hebben."

"Dat komt er eht." zei e . die "ol tr kt niet jaloersch wa , "ik zal lor en op 't plcin voor dc her;

berg te zijn, want daar z I hcel wat verhandeld wor~

den. Ik heb van middan al en ·...le jongen. hooren z ggen, dat jij e 11 "J ier I n: ln een ltlfaard. n weet ik wat al me r, omdat j' nd .la.' h bt e proken.

laar - lat n z oppass n."

"Doe ge n mo 'ite, hoor," z i Ern t lachend, "als ze wat te zcggen h bb n, dan in mijn czieht."

41

"Dat doen ze jui t niet," verzekerde Kees. "Maar als ze in mijn gezicht kwaad spreken van jou, zullen ze 't ook weten."

helden dud gecn zeer, aor, ll'j mien slaot, Dan slao 'k ow weer."

neuriede Frans.

"Maar vooruit," riep Kees, "ik moet er van door.

Ik moet vader nog in den tuin helpen. juus - tot morgen. Van avond zie ik jelui niet."

Kees n Fran. gingen heen, nadat de laatste en Ernst hadden afge proken, om half zcven bij elkaar te komen bij de keet.

loeder. die met kleine Doortje den tuin was in geweest, kwam binnen. Dadelijk nam Ernst zijn zusje uit moed rs armen en Ja ste met haar dc kamer rond, tot groote vreugde van de kleine, di kraaide van plezier.

Ernst wi t niet, ho 't kwam, maar in hem was en groote blijd ehap en een groo e tevred nheid.

" loeder," z i hij, toen hij met zu, je (lP zijn knie tegenov r zijn moeder aan de tafel zat, ..moeder. ik mo t u eens wat vert 11 n. Ik heb ~evochten van morgen, eht. flink gevochten, en daardoor heb ik een vriend gekregen."

,,200," zei moeder lachend, "dat is wel een bijzon"

cl re manier om vriend n t krijgen. En met wien heb je gevochten, Ernst?"

","'let lax Huberfeld, moeder."

" at. let den zoon van den oieuwen fabrieksheer?

Je bent er roeg bij, Ernst; de jon 'en i pas in 't

(26)

43

sloeg de oprijlaan naar de fabriek in.

Hi I' aang kom n. opende hij de deur van dc smidse n tapte binnen niet weinig verrast. tocn hij bij de bank, tegen den achtermuur, mijnhc I' Huberfeld in druk <1espr k vond met zijn vader.

Eerst w rd Ern.t Doch door zijn \'ader. noch door

uen

fabriek, h er opgemerkt, maar door cn onwille"

keuriC1e b wcging. die deze met zijn hoofd maakte.

zag hij Ern t.

"Wie i die jongen?" vroeg mijnneer Huberf ld.

"Dat i mijn jont! n," antwoordde Holm r .

Een ev n "Zoo," vi I an de lippen van mijnheer I Juberfcld, en al wa~ hij niet met Holmer in ge- ,prck, bIe f hij den jon~cn aandachtig aanzien. die naar 't werk keek van een der knecht..

Met zichtbaar welgevallen beke k mijnheer Huber"

fel den jongen. die èn door Max èn door den domiT'C.e reeds b langwckkend \ as t!emaakt.

"Een flinkc jongen." mompelde de fabriek heer, t oen hij eenige ogen blikken opmerkzaam den knaap had aangezien, 11et zijn br -de borst. zijn ierkante schoud r.. zijn 'Iroote. h1au\\-e oogen nder het hoog -!~\\elf(1L \ oorhoof . "Een . tevige baa I Holmer '. die jon 'cn van jou."

.Ja," z i Ho111 r~ eenv udi!!.

" Vat moet cr van hem <lroeien?"

" at zal de tijd leeren," antwoordde de mid, "de meester zet!t dat Iii t!oed leert. aar hij i- pas dertien,"

De heer I lub 'rfcld d cd CloD paar pas. en naar de deur en Ern t, di d n fa rieksheer naderen zag.

kleurde e\' n.

"Zou hij cr 'an \ 'eten'?,' dacht Ern t.

42

dorp. laar vcrtel me een, wat er tu s h n jullie is voorgevallen."

1u deed Erno;t een !,!eregeld \'erhaal van 't voor"

gevallene. niet verzwijC1ende. welk aande I mee ter er in had gehad. En toen hij alle. verteld had, \Vi t hij goed. waard r hij nu zoo opgeruimd en zoo tevreden was.

Hij was tcvreden onr zichz lf en blij. dat ook do r zijn optreel n d twist tot vriendschap zou leiden.

"Hct doet me ple:licr, dat alles zóó i afgeloopen,"

z i moeder, •.ook 111 je vader. Ven~eet niet. daf mijnheer Ilu rf ld de fabriek baas is."

"Maar, daarmee wilt u toch niet zeg,qen, moeder ..."

Ernst zwceg. vreezende den zin te voleindcn.

"Ik weet, wat je zeggen wilt." zei m eder.

" een Ern t, zóó bedoel ik 't niet. Je weet dat je vader en ik beiden, nimmcr zuil n dwingen Hi n 1- ,chap te veinzen uit te yaren berekend v orde 1.

Boven alle, zo als je vader altijd zeeft: ,,'ara ·ter n waarh id."

Ernst k ek zijn moeder diep in ha,lr 'arme, ~loccl"

volle oogen en op taande, ~af hij zijn moeder een zoen.

Ta n zette hij Doortje vlu!! op mo del'S ehoot 11 liep de kamer ui .

De groote. moedi e jon~en was ~ccklarti!! en erlegen nu.

Dik vijl • als Ern t

f:

en 1ijzondere afspraak met de kameraden had. of zijn hulp do r mo d I' nid "cr verlangd. ging hij tegen halfzlo naar tic mederij, waar zijn vadcr verktc.

Dezen avond. op denzelfden tijd. staptc hij de deur uit, ging den steenweg op tot bij de bewaar chool en

(27)

In schijn van naar 't w rk te kijken van d n smid, bij wien ook Ernst stond, bleef de fabriek heer staan.

a een oogenblik zei hij: "Zoo, vent, jij bent Ernst Holmers, hè?"

"Ja, mijnheer," antwoordd Ern t.

"Ga dan een met me mee," ging de fabriek heer voort, "ik moet je pr ken."

Even na dit kort be\'cl, klopte Ernsts hart hoog in de ke I, do hook e\'en lechts. Zi h bewu t niet te hebben gedaan, waarvoor hij zich s hamen moest.

volgde hij den heer naar buit n.

Voor de smidse gekomen, bIc f mijnl eer Huberfeld staan en Ernst vlak in de oogen kijkend, vrocg hij:

"Jij hebt met mijn jongen geva hten, niet waar?"

Hoewel die vraag he I onverwacht werd gedaan, antwoordde Ern t vrijmoedig: ..Ja, mijnheer. I lij viel mijn vriend Bastiaan aan, en die had niet gedaan."

"En nu heb je zeker een ra te h keI aan ax, i 't niet?"

" een, mijnheer, helemaal niet," antwoordde Ern t haasti.

"Dat doe me pleizier.' ven"ol jde de fabriekshe r.

"i' wa a bang, dat mijn jongen nu 'oor goed bij zijn nieuwe kenni sen had afrfe aan."

E\'en zweeg mijnhc r Hubcrfeld. Toen sprak hij:

"Ik hoop, dat 't niet weer gebeurt; liever heb ik, dat jullie vrienden dan vijanden zijn,"

To n keerde de fabri 'k h r zi h om en liep de mederij in.

"Bohoer ," zei hij, ..heb je gehoord van den twis

\ an dezen morgen'?" n toen Holmer . zijn heer vraC1end aanke'k n nnt\\' ordde:

" een mijnheer; twist, ik we t van e n twi t,"

vertelde mijnheer Huberfeld alles.

Bolmer z i niets. AI gewoonlijk, wanneer hij Da:

dacht Q\'er een zaak, die hem helangstelling inbo",zem:

de, ke k hij voor zich, zijn oogen al verloren in de verte.

"De dominee roemde jouw jongen, en hoopt~ d~t

hij de vriend vaD lax zou worden. En - nu Ik Je JODgen h b gezien en gesprokeD hoop ik dat ook.

Do h ik vree dat er nog heel wat water door de zee zalloopen, eer 't zoover i, want, zooal ik zei, ze h bb n pas vaDmorgen ruzie gehad," En lachend voegde hij erbij: "Je weet Holmers, van vijand tot

riend is een lange weg."

Terwijl dit gesprek plaats had, was Frans reed bij de keet aangekomen. Toen Ernst hem had vertel~

van zijn ontmoeting met mijnheer Hub rfeld, erbIj voeg nde, dat deze de smederij we r was ingegaan, zek r om aan vader alles te vertellen, loegen de jongeDs het malle vo tpad iD dat lang h t riviert~e

leidd naar dominee's tuin, die aan het str ompJe grensde.

Op ~en kleinen afstand van de heg, die dominee' tuin van dien van Klotsman cheidde, bleef Ern t

taan en fran volgde zijn voorbe ld.

Het zal DOg wel wat vroeg zijn," zei Ern t. " 1ax zei: ,Om half zeven en zoo laat is 't nog niet." "

.,'t Is daar net ze uur ge lagen op het ka teel, zei Fran. "Lat n ... e maar wat gaan liggen, daar onder den wilgeboom."

o

twee jongen ginC1en op 't gra 1iIgen onder den wilgeboom, die zijn s heefgegrocide takken in 't

\ at r boog.

't \Vns een zoele avond. Hoog welfde zich de donker.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ja ng m ala~nken maksoednja m embantras sadja lorang-oran g pra mpoean seka rang p oenja tindakan. Sa ja tida sangka djoega jang ito e orang-orang toewa ada poen ja ke pa ndean dal

Cia mbarnja jang dibiki n dr atas plaat basah, bo ekan sadja ada amat terangnja, tetapi bajangannja poen ada lebih tcdas hitamnja daripada bajangan di atas plait kering, ja ng

, BagiD da ira tsoe itoe m'Dtri-mautri jaDg printah teeken itoe kaart soedab bDto. marika tida printah teeken tempat-tempaijaD fil'lo llwar bi a. , bllDja ditllekeo dengaD bi••

la poenja iboe, Ho Si, jaitoe ada satoe prempoean ' jang mengarti djoega sedikit ilmoc, laloe kasl ke- tr ngan pada Poei Heng, itoe siloeman nanti djadi mara kaloe ia orang

Baroe-baroe ini akoe telah dioendang dan tinggal sampe tiga hari lamanja sama Siangyang- Ong di astananja, dari itoe radja moeda sendiri akoe dapet kterangan dan kterangan itoe

T api sekarang eigenaar soedah dateng bersama Iima alawa an em orang laen, roepanja marika denger soeara riboet-riboet. la itoe merianja ada oeroesan apa, apa iapoenja djongos

..Akoe kasi kaoe ampoen, Ouwpatbak ,&#34; Dan T iie Li angbener-bener tiada mernboeroe, kerna le bi siang ia soedah kasi tanda-mata pada i toe doe pendjahat, jalah doea batang

Oeij Kocn liat tida ada ol'a'n'g lagi jr.1 ' g mao e L j oba n aek, ma ka ia lalltes sa dj a ma dj oe ka depali', di ma n;. ltoe kepala pembrontak kli at an soeda sa nget kepa