• No results found

beschouwing over gezelschaps en hobbydieren In dit hoofdstuk nemen we het welzijn van gezelschapsdieren en hobbydieren

5.1 Een verrijking van ons leven

Deze beschouwing gaat over de dieren die wij houden voor gezelschap of als hobby. Naast de dieren die bij ons in huis wonen, scharen we ook grotere dieren zoals paarden en pony’s in deze categorie. Het betreft dus een rijke schakering aan soorten in een veelkleurig palet van contexten. Onze relatie met deze dieren is de afgelopen 25 jaar sterk veranderd en verandert nog steeds. Dat hangt samen met een scala aan factoren, waaronder urbanisatie (natuur op afstand) en wel- vaartsgroei (meer geld, meer vrije tijd). Uit onze publieksenquête1 blijkt dat veel

Nederlanders de liefde, warmte en gezelligheid die dieren geven als hun belang- rijkste raison d’être beschouwen – 82% noemde dit als een van de belangrijkste positieve kanten aan onze omgang met dieren (zie ook De Cock Buning et al.2).

Het gezegde ‘Je treft de hemel op aard, op de rug van een paard’ illustreert hoe de omgang met dieren gelukzalige ervaringen op kan leveren.

Veel respondenten in onze publieksenquête vonden dat dieren belangrijk zijn voor de emotionele ontwikkeling van kinderen – 58% noemde dit als een van de belangrijkste positieve kanten aan onze omgang met dieren. Het is dan ook geen wonder dat de meeste huisdieren worden gehouden in gezinnen met kinderen. Driekwart van de respondenten vond eveneens dat een respectvolle omgang met dieren ervoor zorgt dat we stilstaan bij waarden die belangrijk zijn voor relaties

helemaal oneens oneens

niet eens, niet oneens eens

helemaal eens Als eigenaar van een ziek hobby- of gezelschapsdier moet je altijd een

maximale inspanning leveren om het leven van dit dier te redden, wat het je ook kost.

Weinig tijd is nooit een excuus om honden of paarden onvoldoende afleiding of beweging te geven.

Een paard zou nooit alléén in een stal of wei mogen staan.

Het is niet acceptabel om vanwege schoonheidsredenen de tastharen op de neus bij paarden te knippen.

Als je van je gezonde hond of kat af wil, zou je naar de dierenarts moeten kunnen gaan voor euthanasie van je huisdier.

Als er voor een dier in een dierentuin, asiel of opvangcentrum geen plek meer is, is het aanvaardbaar dit dier te doden indien er binnen een half jaar geen goede bestemming voor kan worden gevonden.

Als wij dierentuindieren niet de mogelijkheden kunnen geven om hun natuurlijk gedrag uit te voeren, dan is die soort niet geschikt om in

dierentuinen te worden gehouden.

Ik verwacht bij een bezoek aan de dierentuin alle dieren te kunnen zien, ook dieren die zich liever verstoppen.

Met het oog op vleesvermindering is het een goed idee om voor vleeseters als honden en katten een uitsluitend vegetarisch

voer te ontwikkelen.

Dierentuinen zouden in Nederland verboden moeten worden; wilde dieren horen niet achter tralies.

0 20% 40% 60% 80% 100%

Enquêteresul

ta

ten

W

at vindt het Nederlandse publiek van de staat van recreatiedieren?

6% 42% 53% 3% 38% 60% 3% 27% 70% 15% 42% 43% 7% 36% 57% 20% 48% 32%

Als inwoner van Nederland ben ik de laatste 10 jaar aanzienlijk beter geïnformeerd over het welzijn van de recreatiedieren. Het welzijn van de recreatiedieren is de afgelopen 10 jaar sterk

verbeterd.

De recreatiedieren hebben het in Nederland veel beter dan in andere Europese landen.

Organisaties die zich beroepshalve met de recreatiedieren bezig houden, doen echt hun best om het welzijn van hun dieren te verbeteren.

De Nederlandse overheid doet wat nodig is om het welzijn van de recreatiedieren te waarborgen.

Houders en verzorgers van de recreatiedieren doen het maximale

om het welzijn van hun dieren te waarborgen.

Nu volgt een aantal stellingen. Geef aan in hoeverre u het hiermee oneens of eens bent. Basis: helft respondenten (n=circa 1.000)

Recreatiedieren: dieren die thuis gehou- den worden of op andere locaties (bijvoor- beeld op: maneges, kinderboerderijen of dierentuinen) voor vrijetijdsbesteding van mensen: gezelschapsdieren, hobbydieren en dierentuindieren.

Nederlanders zouden eerder een hond kopen bij een asiel dan bij een fokker

Er is gevraagd waar Nederlanders een hond zouden aanschaffen in het hypo- thetische geval dat ze dat zouden willen. Het meest gegeven antwoord is het dierenasiel: 45%

Asiel in Nederland Rashondenfokker Fokker van kruisingen zonder stamboom Maakt me niet uit zolang deze niet te duur is Zwerfdierenasiel in het buitenland Internet Anders

0 10% 20% 30% 40% 50%

tussen mensen, zoals inlevingsvermogen en mededogen. Huisdieren hebben dus voor mensen een belangrijke gevoelswaarde, dicht bij die van onze naasten en met vergelijkbare aspecten van intimiteit. In Nederland werden in 2018 ongeveer 25 miljoen gezelschapsdieren gehouden (zie Figuur 1 op de volgende pagina). Vanwege hun ondersteunende, verrijkende werking groeit ook de waardering voor honden en paarden in de rol van co-therapeut of ondersteuner bij mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen. In 2016 waren er maar liefst 652 actieve combinaties van KNGF-geleidehonden met cliënten in Nederland4 en 3.300 kin-

dertherapiesessies met honden5. Wekelijks rijden bovendien 6.000 verstandelijk

en/of fysiek beperkte ruiters bij maneges aangesloten bij de Federatie Paardrijden Gehandicapten6 en de opmars van paardencoaches7 lijkt niet meer te stoppen.

Het zou niet gek zijn als het beleid met betrekking tot de positieve rol van gezel- schaps- en hobbydieren bij sport, welzijn en gezondheid meer aandacht zou krij- gen (ook bijvoorbeeld bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

Wij verwachten dat gezelschaps- en hobbydieren ook een positieve invloed op onze

algehele gezondheid hebben, met name bij ouderen.8 Mensen met een hond bewe-

gen meer, komen vaker buiten, knopen gemakkelijker een praatje aan en worden daarmee uit een eventueel isolement gehaald, waardoor het gevoel van eenzaam- heid vermindert. Bovendien geeft de zorg voor een huisdier mensen het prettige gevoel nuttig te zijn – er is ‘iemand’ die je nodig heeft. Gedegen onderzoek op dit terrein is echter schaars omdat mensen met en mensen zonder huisdieren in veel socio-demografische variabelen verschillen – zoals geslacht, leeftijd, ras, woonsi- tuatie, inkomen en werkstatus. Deze verschillen houden eveneens verband met hun gezondheid, waardoor de zuivere effecten van huisdierbezit op gezondheid zich uitermate lastig laten vaststellen.9

Figuur 1: In 2018 hielden 4,3 miljoen huishoudens ongeveer 25 miljoen gezel-

schapsdieren, onderverdeeld in de getoonde diersoorten. Bron: jaarlijks onderzoek onder 7.500 huishoudens in opdracht van Dibevo3.