• No results found

(2) Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor den verdachte gunstigste

bepalingen toegepast.

0. C. ART. 1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van eene daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.

Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor den verdachte gunstigste bepalingen toegepast.

0. R. en G. 0. R. ART. 1 = art. 1 van het wetboek.

Toelichting.

ART. 1 = art. 1 Ned. W. v. S.

32 A R Ï T . 1, 2.

Advies van den Raad van Nederlandsen-Indië.

De leden van artikelen, welke uit meer dan een lid bestaan, zijn in het ontwerp niet genummerd.

Dit is in overeenstemming met het Nederlandsch Wetboek van Straf-recht maar verre van practisch, waar het ontwerp tal van lange artikelen bevat waarbij niet met een oogopslag is te zien wat bijv. het derde of vierde lid is, zie bijv. de artikelen 327, 360, 537 [332, 365, 543].

Nummering der leden, welke trouwens ook bij den' Nederlandschen wetgever ingang begint te vinden, zooals o.m. kan blijken uit het wets-ontwerp tot regeling en wijziging van het hooger, middelbaar en lager onderwijs (Bijlage Handelingen 1912-1913, 333-2) ware alsnog aan te

brengen-Voordracht aan de Koningin.

Ten tweede ben ik met den Eaad van Indië van oordeel, dat de leden van artikelen, welke uit meer dan één lid bestaan, behooren te worden genummerd.

A r t . 2 .

De NederlandBch-Indische wettelijke strafbepalingen zijn toe-passelijk op ieder die zich binnen Nederlandsch-Indië aan eenig strafbaar feit schuldig maakt.

0. C, 0. R. en G. 0. R. ART. 2 = art. 2 van het Wetboek.

Toelichting.

Art 2 = art. 2 Ned. W. v. S., behoudens de verandering van „Neder-andsche strafwet" in „Nederlandsen-Indische wettelijke strafbepalingen"

(zie de toelichting op het opschrift van dezen titel), en van „het rijk in Europa" m „Nederlandsch-Indië", welke laatste wijziging geene toelichting vereischt.

Ondanks de veel omvattende redactie is dit artikel in Nederlandsch-Indië met zoo onbeperkt toe te passen als wel schijnt.

Behalve door de ook in art. 8 Ned. W. v. S. voorkomende restrictie van art. 9 van dit ontwerp wordt de toepasselijkheid van dit artikel nog be-perkt door het bepaalde bij het tweede lid van art. 27 van het Kegeerings-reglement, volgens hetwelk de algemeene verordeningen op die gedeelten van Nederlandsch-Indië, alwaar het recht van zelfbestuur aan de Inlandsche vorsten en volken is gelaten, slechts in zoover toepasselijk zijn, als met dat recht bestaanbaar is. Dat recht van zelfbestuur is geregeld bij con-tracten, krachtens art. 44 Eegeeringsreglement door den Gouverneur-Generaal gesloten. Met opzicht tot de rechtspraak is bij die contracten bepaald, dat de in de zelfbesturende landschappen gevestigde of aanwezige Europeanen en Vreemde Oosterlingen als onderdanen van het gouverne-ment worden beschouwd, zoodat dezen aan de Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen onderworpen zijn. Daarentegen zijn de in die landschappen gevestigde personen, die tot de inheemsche bevolking daarvan behooren, aan de rechtspraak van den vorst en de rijksgrooten

A R T . 2. 33 onderworpen, bij welke rechtspraak de in liet landschap bestaande „wetten en landsinstellingen'- gevolgd worden. Op dezen regel zijn echter weer uitzonderingen gemaakt. Martelende en verminkende straffen mogen niet worden opgelegd en met betrekking tot de doodstraf en verbanning zijn enkele beperkende bepalingen gemaakt. Voorts zullen in geval van eenige bepaald aangeduide misdrijven of overtredingen, zoomede ingeval onder-danen van het zelfbestuur te zamen met gouvernementsonderonder-danen zich aan misdrijven of overtredingen schuldig maken, de eerstgenoemden ook voor de gouvernementsrechtbanken en rechters terechtstaan en de Neder-landsen-Indische strafbepalingen op hen toepasselijk zijn ').

Gevallen waarin door de bestuurders van een zelfbesturend landschap is^ verordend dat het Strafwetboek voor Inlanders in hun gebied zal gelden, zijn in Nederlandsch-Indië nog niet voorgekomen, hoewel soortgelijke gevallen in Britsch-Indië niet ongewoon zijn 2).

Daarentegen is bij Ind. Stbl. 1911 no. 569, nadat de betrokken Inlandsche zelfbestuurders daarmede badden ingestemd, bepaald dat door de gouver-nementsrechtbanken en -rechters in de residentiën Soerakarta en Djokja-karta ten aanzien van de onderhoorigen der Inlandsche zelfbestuurders onder meer zullen worden toegepast het bij algemeene verordeningen vastgesteld algemeen strafrecht voor Inlanders en de strafbepalingen voorkomende in andere algemeene verordeningen, voor zoover die in Soera-karta en DjokjaSoera-karta op de onderhoorigen der zelfbesturen toepasselijk zijn

Voorts zullen do Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen in den regel ook niet toepasselijk zijn in die gedeelten van Nederlandsen-Indië waar en voor zoover de Inlandsche bevolking, alhoewel onder direct bestuur, m het genot van hare eigene rechtspleging is gelaten. Ook deze eigene rechtspleging is beperkt tot de zuiver inheemsche bevolking In die streken waar zij min of meer wettelijk geregeld is. zijn echter"ver-schillende nader aangeduide misdrijven en overtredingen aan de kennis-neming van de inheemsche rechtbanken en rechters onttrokken hetgeen insgelijks is geschied met die strafbare feiten, welke gepleegd zijn door personen, behoorende tot de inheemsche bevolking, tezamen en in ver-eemging met personen aan de gouvernementsrechtspraak onderworpen In deze gevallen zullen de Nederlandsch-Indische wettelijke strafbepalingen weder toegepast moeten worden S).

I

en 63 vvgL M r' H' J' S P I T' D<J M i S C h e b i j s t u r e n d e landschappen, blz. 42 vv., 46 vv.

2) Dr. H. S. GOUK, The penal law of India, Calcutta, dl. I, biz. 3.

Wh? ,an! b i j Y- ™ °r G™ f - ^ j e h , de artt. 15 en 16 van Ind. Stbl. 1881 no. 83, gew. b« Ind.

1 1 n \ r , ^ e \ °7 n° ' 4 7 7 ; V 0 0 r d e a f^ » ^ 0 ^ - h o o r igh e d e n v a n A t j e h e n d e Gajo- en Alaslanden, de artt. 16 en 17 van Ind. Stbl. 1904 no. 473 en 1907 no. 477: voor de adeehngen Boeleleng en lyembrana en de onderafdelingen Badocng en Tabanan, de artt. 17 en 18 van Ind Stbl. 1882 no. 143, gew. bij Ind. Stbl. 1908 no. 90; voor Lombok de r f v.n J d ItJTJ S t b I- 1 8 9 ä n 0- m' S6W- b« I n d- 8 t b l- 1 9 0 S D°- « 0 ™ de artt. 17 en IS van Ind. Stbl. 189o no. 186, gew. bij Ind. Stbl. 1903 no. 430.

S

34 A R Î T . 3, 4.

A r t . 3 . » De Nederlandsen-Indische wettelijke strafbepalingen zijn

toe-passelijk op ieder die zich buiten Nederlandsch-Indië aan boord

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN