• No results found

Beatrijs Van der Aa (INBO)

5. V RAAG - ANALYSE VAN DE HOUTPRODUCTIE

5.1. Stakeholder analyse (vragende partijen en belanghebbenden)

De belangrijkste stakeholders zijn eigenaars, rechthebbenden en eindgebruikers (Kissling-Näf, 2002). Om de vraagzijde voor houtproductie te beschrijven, beschikken we over weinig volledige en recente gegevens. Reden hiervan is o.a. de verscheidenheid binnen de ‘bedrijfskolom hout’, waar een verticale integratie, in tegenstelling tot de buurlanden, zelden voorkomt.

Figuur 6.2: Schematische weergave van de Belgische houtkolom met de positie van de sectorfederaties en andere groepen bedrijven (uit: Oldenburger et al.2009)

Volgend overzicht werd overgenomen uit: Vansteenkiste, D. et al. (2008).

De industriële sector van rondhoutverwerking is vooral lokaal, familiale KMO’s die actief zijn in bosexploitatie, zagerijen en meubelproductie. De zagerijsector in Vlaanderen heeft vooral een KMO-karakter, de fineersector is zeer beperkt in België. De pulp- en papierindustrie is vertegenwoordigd door hun federatie COBELPA. Zij publiceren regelmatige overzichten over hun productie.

Deze verwerkingsbedrijven vragen een adequate beschikbaarheid aan voldoende grondstof. De productie van de grondstof hout in Vlaanderen is echter vrij beperkt in verhouding tot de omvang van de verwerkende industrie: het te verwerken hout, wordt voor 90% ingevoerd, ofwel rechtstreeks, ofwel via houtimportbedrijven (Febelhout 2001). De houtkolom benadrukt eveneens de noodzaak van streven van een aandeel kwaliteitshout. Doorstroming en verwerking van resthout en minder kwalitatief hout zal steeds gegarandeerd blijven door de grotere bulktoepassingen (pulp, spaanplaat,…). Kwaliteitshout uit het eigen bos is eveneens belangrijk voor de vele kleine familiebedrijven (schrijnwerk, meubel,…).

5.2. Discussie over geschikte indicatoren voor de houtvraag

In de set van MCPFE-indicatoren zijn er enkele opgenomen die een idee kunnen geven over de houtvraag:

6,7 Houtverbruik: consumptie van hout en houtproducten per kop. 6,8 Handel in hout: import en export van hout en houtige producten

De indicator 6.7 geeft in combinatie met 6.8 een idee van de mogelijkheid om te voorzien in hout. Er zijn echter weinig gegevens voorhanden voor deze indicatoren. Daarom trachten we een idee te krijgen van de hoeveelheid hout, de afmetingen en mogelijk ook de kwaliteit die door de verschillende industrieën gevraagd wordt.

5.3. Kwantificatie

Voor enkele houtsoorten (Eik, Beuk en populier) werden houtstromen opgemaakt. Ze geven een idee van de houtproductie, het houtverbruik en de import. Deze analyses bestaan echter slecht fragmentair en worden niet geactualiseerd.

Net zoals bij de aanbodzijde vinden we vooral momentopnames van de vraagzijde, nooit gegevens waaruit een toekomstvisie blijkt.

Cijfers hieronder werden overgenomen uit Vansteenkiste, D. et al. 2008 Zagerijsector

De zagerijsector in Vlaanderen verbruikt eerder beperkte hoeveelheden en vooral loofhout. Cijfers zijn op Belgisch niveau beschikbaar:

Bovendien wordt ook 400.000m³ loofhout verzaagd. Papierpulp

De Belgische papierindustrie gebruikt alleen bijproducten van het bos en van de houtindustrie: boomkruinen (toppen), klein hout van naaldbomen die werden gesnoeid, dunningshout van loofbomen, kreupelhout, afval van zagerijen (haksels) etc. Al dit hout is van onvoldoende kwaliteit om te worden verzaagd. Er is in Vlaanderen 1 pulpfabriek die nog volledig op hout draait: Sappi Lanaken. Fineer

De fineersector gebruikt hoge-kwaliteitstammen. De aanvoer hiervan is te laag om een grote industrie te kunnen op baseren.

Multiplex

Dit is een eerder beperkte sector waarin vooral hoogwaardig populier en een beetje beuk verbruikt wordt.

Vezelplaat, OSB, MDF

Dit is een vrij belangrijke sector in België, zowel in hoeveelheid als in gecreëerde meerwaarde.

Voor OSB wordt vooral Pinus gebruikt; voor MDF vooral Picea. Energie

5.4. Totale waarde voor Vlaanderen

Op dit moment is het moeilijk om hiervan een volledig beeld te krijgen. De sector is nogal verdeeld; de gegevensinzameling ook.

5.5. Voorkomen van de actuele vraag voor de ESD

De houtverwerking vestigt zich niet noodzakelijk op de plaats van het grootste grondstofaanbod, hoewel dit natuurlijk een belangrijk gegeven kan zijn. Onze Vlaamse industrie vestigt zich echter zeer graag bij de afzetmarkten, om voeling te krijgen en sneller te kunnen inspelen op de noden van de klanten. Het nadeel van een beperkter/moeilijker grondstofbevoorrading weegt tot nu toe niet op tegen het voordeel dat uit het eerste element gehaald kan worden. Nochtans is dit een delicaat evenwicht, dat gemakkelijk verstoord kan worden indien de grondstofbevoorrading (b.v. vanuit Vlaanderen zelf) werkelijk aan banden gelegd wordt. De ene subsector is hier al gevoeliger voor dan de andere. Zagerijen zijn echter meestal ondergebracht in kmo’s, kleinschaliger en meestal met een familiaal karakter en vandaar ook meer honkvast in Vlaanderen. Voor deze sector is het wél van belang om

jaarlijks een zekere hoeveelheid hout ter beschikking te stellen. Het gaat hier over de productie van kwaliteitshout. Indien de houtbevoorrading voor deze kmo’s in zekere mate kan gegarandeerd worden door een aangepast bosbeleid, is een klantgerichte productie mogelijk.

Voor de grote bedrijven is de locatie van de fabriek een factor die de vraag mee bepaalt. Een kaart met de locatie en de grootte van deze fabrieken kan verhelderend zijn. We maakten de oefening al voor enkele grote spelers:

Producenten van houtvezel- en spaanplaten, pulpfabrieken en energiecentrales die hout bijstoken.

Figuur 6.3: Locatie van enkele bedrijven uit de houtverwerkende sector

5.6. Socio-economische, culturele en institutionele invloeden

Dé tendens in de houtverwerking is flexibiliteit: vandaag bestellen, morgen leveren. Dit heeft uiteraard zijn gevolgen op de aanvoer van de grondstof, die, afhankelijk van het productieproces, al dan niet vers en aan hoge kwaliteitseisen moet voldoen.

Loonkostevolutie: door de relatief hoge loonkosten zullen houtverwerkende bedrijven zich vaker verplaatsen naar lagere loonlanden (en dan liefst waar een continue grondstofvoorziening is).

Hout kan toegepast worden in diverse toepassingen. De vraag naar hout wordt mee beïnvloed door de vraag naar en de prijs van de alternatieven. Zo wordt voor constructiehout afgewogen tegenover beton, staal of kunststof. Voor de pulpindustrie speelt de prijs van recyclagepapier mee (er is altijd een deel verse pulp nodig). En voor de vraag naar brandhout en aanverwanten is de energiemarkt bepalend.

De houtsector is ook onderhevig aan globalisering.