• No results found

Hoofdstuk IX. Natuurlijke pollinatie

2. B ELANG VAN ESD KRAAMKAMERFUNCTIE IN V LAANDEREN

Volgens de Rode Lijst van vissen in Vlaanderen (Vandelannoote & Coeck 1998, zie onderstaande tabel) zijn er van de 13 migrerende vissoorten die ooit in Vlaanderen voorkwamen 8 uitgestorven (houting, grote marene, elft, Atlantische steur, zeeprik, fint, Atlantische zalm, zeeforel) en 3 zeldzaam geworden (bot, rivierprik en spiering). Behalve waterverontreiniging, overbevissing en het plaatsen van stuwen en sluizen waardoor migrerende vissoorten niet meer tot de stroomopwaarts gelegen paaigronden geraken is het verlies aan habitats door het rechttrekken en uitdiepen van rivieren een belangrijke oorzaak hiervan (Coeck 2002). Het plaatsen van stuwen zorgt eveneens voor een achteruitgang van stroomminnende vispopulaties doordat het natuurlijk verval van de stroom afneemt. De migrerende vissen die momenteel niet meer voorkomen in de Schelde kenden al een achteruitgang sinds het begin van onze tijdsrekening toen men begon met het ontbossen en het wijzigen van de natuurlijke habitat van rivieren (Van Damme & De Pauw 1995).

De enige migrerende vissoort die nooit verdwenen is uit de Vlaamse waterlopen is de paling. De reden hiervoor kan onder andere gezocht worden in het feit dat palingen niet paaien in rivieren. Hierdoor zijn deze vissen tijdens hun meest gevoelige levensfase niet afhankelijk van de morfologische wijzigingen in rivierbodems (Coeck 2002).

Zo kwam de Atlantische zalm vroeger talrijk voor in de Schelde en in de Maas maar sinds 1885 was er een sterke terugval van het aantal gevangen zalmen in het Maas- en Rijnbekken (Coeck 2002). De Belgische en Nederlandse overheid heeft tevergeefs geprobeerd de zalmpopulatie terug op peil te brengen door middel van een nieuwe visserijwetgeving, het uitzetten van jonge zalmen en het plaatsen van vistrappen. Deze maatregelen waren echter weinig efficiënt. In 1942 werd officieel de laatste Belgische zalm gevangen. Sinds 1987 is men gestart met het Saumon 2000 project om de Atlantische zalm terug te introduceren in de Belgische rivierwateren. In het kader van dit project werden de migratiemogelijkheden nabij stuwen verbeterd door het plaatsen van vispassages, is de waterkwaliteit aanzienlijk verbeterd en heeft men paai- en opgroeigebieden hersteld. Sinds het begin

van de 21e eeuw worden hierdoor terug volwassen zalmen waargenomen in het Belgisch deel van de

Maas. De herintroductie van de zalm is echter voornamelijk waarneembaar in zijrivieren van de Maas in Wallonië. In Vlaanderen wordt de totale oppervlakte die geschikt is als paai- en opgroeigebied voor de zalm als marginaal beschouwd door de sterke regulering en kanalisering van waterlopen. Op middellange termijn kunnen op Vlaams grondgebied wel nog volgende waterlopen meer geschikt gemaakt worden als paai- en opgroeiplaatsen voor zalm: de Grensmaas, Berwijn, Voer, Dommel-Bolliserbeek, Aabeek-Lossing en de Bosbeek. Op de lange termijn is het voor deze waterlopen mogelijk rivierherstel uit te voeren over grotere trajecten, zodat de oppervlakte aan geschikte habitat voor de verschillende levensstadia kan worden uitgebreid. Aanvullend is er ook nog een uitbreidingsmogelijkheid op de Jeker. Dit is mogelijk door vervanging van bestaande stuwen door stroomversnellingen, die dienst kunnen doen als paaiplaats, door rivierherstel om opnieuw de betere opgroeihabitats te creëren en door sanering van de (gedeeltelijk uit Wallonië afkomstige) verontreinigingsbronnen (Internationale Commissie voor de Bescherming van de Maas 1999).

De Beneden-Schelde is wat betreft biodiversiteit van vissoorten nummer één in Vlaanderen. Behalve mariene soorten zoals haring en sprot komen er ook typische brakwatersoorten voor zoals spiering,

rivierprik, bot, fint, elft, en zoetwatervissoorten zoals snoek, snoekbaars, blankvoorn en karper. Met het oog op het verhogen van de vispopulatie en het verbeteren van de toestand van de riviervisserij is het essentieel om de kraamkamerfunctie van de Zeeschelde te optimaliseren. Zo is bijvoorbeeld uit recent onderzoek (Ministerie van Verkeer en Waterstaat et al. 2003) gebleken dat de natte stroken bij de Sasseplaat in het Hollandsch Diep belangrijk zijn als paai- en opgroeigebied voor vis, er werden niet minder dan 22 soorten jonge vis gevangen (Fig. 10.1). Het aanleggen van vooroevers als paaigebieden in de Beneden-Schelde zou een belangrijke meerwaarde kunnen betekenen voor het heropleven van de riviervisserij op de Schelde. Vandaag wordt er in de Zeeschelde beroepsmatig enkel nog op sprot gevist maar in de 14e eeuw zou in Vlaanderen de riviervisserij belangrijker geweest zijn dan de kustvisserij. Zo hadden Baasrode, Mariekerke en Rupelmonde tot vlak voor de eerste wereldoorlog belangrijke vissersgemeenschappen (Natuurpunt Antwerpen-Noord vzw 2002).

Figuur 10.1: Vooroevers Sasseplaat (Hollands Diep, de Gelder et al. 2003)

Het verbeteren van de paai- en kraamkamerfunctie van openbare waterlopen samen met andere maatregelen ter bestendiging van de visbestanden zou op termijn eventueel kunnen leiden tot een heropleving van de commerciële riviervisserij in Vlaanderen. Hieromtrent wordt momenteel echter nog weinig onderzoek gedaan.

Daarnaast kan een verbetering en toename van het aantal paaiplaatsen leiden tot de heropbouw van vispopulaties in kanalen en vijvers zodanig dat visuitzettingen voor de sportvisserij niet meer nodig zijn. In 1997 bedroeg het aantal hengelaars in België 250.000 waarvan 80.500 op Vlaamse openbare wateren (Vandenabeele et al. 1998). Dit aantal is in de periode 1997-2001 afgenomen. Daarentegen is het aantal hengelaars op privé-vijvers in Vlaanderen in dezelfde periode met 9% toegenomen, terwijl het aantal hengelaars op commerciële vijvers met 23% is gestegen (De Vocht & De Bruyn 2003). In totaal bestaan er in België 600 Hengelvereigingen. In 1982 bedroeg de totale jaaromzet van de hengelsport in België 150.000€ (Vandenabeele et al. 1998). In Nederland wordt bijvoorbeeld geschat dat de economische betekenis van de sportvisserij (met 560.000 hengelaars en een jaaromzet van 300.000€ in 2008, Sportvisserij Nederland 2009) in dezelfde orde van grootte ligt als die van de beroepsvisserij (zee- en binnenvaart tesamen). Sociaal gezien heeft zij echter een grotere waarde vanuit het oogpunt van welzijn, met name in een periode van toenemende vrije tijd.

Tabel 10.1: Rode lijst van de inheemse en ingeburgerde zoet- en brakwatersoorten en van de rondbekken in Vlaanderen (Vandelannoote & Coeck, 1998)

Nederlandse naam Soortnaam Rode Lijst Vlaanderen

Alver Alburnus alburnus Momenteel niet bedreigd Amerikaanse hondsvis Umbra pygmaea Zeldzaam

Atlantische steur Acipenser sturio Uitgestorven in Vlaanderen Atlantische zalm Salmo salar Uitgestorven in Vlaanderen Baars Perca fluviatilis Momenteel niet bedreigd

Barbeel Barbus barbus Zeldzaam

Beekforel Salmo trutta trutta m. fario Zeldzaam Beekprik Lampetra planeri Kwetsbaar Bermpje Noemacheilus barbatulus Momenteel niet bedreigd Bittervoorn Rhodeus sericeus amarus Onvoldoende gekend (Zeldzaam?) Blankvoorn Rutilus rutilus Momenteel niet bedreigd

Bliek, Blei Blicca bjoerkna Momenteel niet bedreigd

Bot Platichthys flesus Zeldzaam

Brakwatergrondel Pomatoschistus microps Zeldzaam Brasem Abramis brama Momenteel niet bedreigd Bruine Amerikaanse

dwergmeerval Ictalurus nebulosus Zeldzaam Diklipharder Chelon labrosus Zeldzaam Driedoornige stekelbaars Gasterosteus aculeatus Momenteel niet bedreigd

Dunlipharder Liza ramada Zeldzaam

Elft Alosa alosa alosa Uitgestorven in Vlaanderen

Elrits Phoxinus phoxinus Zeldzaam

Europese meerval Silurus glanis Uitgestorven in Vlaanderen Fint Alosa falax falax Uitgestorven in Vlaanderen Gestippelde alver Alburnoides bipunctatus Met uitsterven bedreigd

Giebel Carassius auratus gibelio Momenteel niet bedreigd Goudvis Carassius auratus auratus Momenteel niet bedreigd Grote marene Coregonus lavaretus Uitgestorven in Vlaanderen Grote modderkruiper Misgurnus fossilis Onvoldoende gekend (Met uitsterven

bedreigd?) Houting Coregonus oxyrhynchus Uitgestorven in Vlaanderen

Kleine modderkruiper Cobitis taenia Zeldzaam Koornaarvis Atherina presbyter Zeldzaam Kopvoorn Leuciscus cephalus Zeldzaam

Kroeskarper Carassius carassius Onvoldoende gekend (Zeldzaam?) Kwabaal Lota lota Uitgestorven in Vlaanderen

Paling Anguilla anguilla Momenteel niet bedreigd Pos Gymnocephalus cernua Momenteel niet bedreigd Rietvoorn Scardinius erythrophtalmus Momenteel niet bedreigd Rivierdonderpad Cottus gobio Zeldzaam

Riviergrondel Gobio gobio Momenteel niet bedreigd Rivierprik Lampetra fluviatilis Zeldzaam Serpeling Leuciscus leuciscus Zeldzaam

Sneep Chondrostoma nasus Zeldzaam

Snoek Esox lucius Momenteel niet bedreigd Snoekbaars Stizostedion lucioperca Momenteel niet bedreigd

Spiering Osmerus eperlanus Zeldzaam Tiendoornige stekelbaars Pungitius pungitius Momenteel niet bedreigd

Vetje Leucaspius delineatus Onvoldoende gekend (Zeldzaam?) Vlagzalm Thymallus thymallus Uitgestorven in Vlaanderen

Winde Leuciscus idus Onvoldoende gekend (Zeldzaam?) Zeeforel Salmo trutta trutta Uitgestorven in Vlaanderen

Zeelt Tinca tinca Momenteel niet bedreigd Zeeprik Petromyzon marinus Uitgestorven in Vlaanderen Zonnebaars Lepomis gibbosus Momenteel niet bedreigd Zwarte Am. dwergmeerval Ictalurus melas Onvoldoende gekend (Zeldzaam?)

3. P

ROCESSEN EN STRUCTUREN

3.1. Kraamkamers

Kraamkamers zijn natuurlijke locaties waar jonge vissen kunnen opgroeien. Het zijn vaak ondiepe waters waar een rijke plantengroei aanwezig is en waar de vissen zich kunnen beschermen tegen de stroming en tegen predatoren. Typische kraamkamers vindt men langs glijoevers van meanderende rivieren, in ondiepe waterplassen in polders en moerasgebieden, in overstromingsgebieden, in kalme zijtakken van rivieren zoals een afgesneden meander of zijgrachten, etc.