• No results found

Beatrijs Van der Aa (INBO)

2. A ANBODZIJDE VOOR HOUTPRODUCTIE EN ONDERLIGGENDE PROCESSEN

2.1. Huidige houtproductie

De vraag naar informatie i.v.m. ecosysteemdiensten is veel groter dan het informatie-aanbod. Dat is meestal kwalitatief en er bestaat veel minder kwantitatief. Dit wordt voorgesteld in de informatiepiramide: van alle ESD kunnen we een deel kwalitatief bepalen, van een kleiner deel bestaat ook kwantitatieve informatie en voor een nog kleiner deel bestaat ook monetaire informatie. Die informatie is dan zelden representatief voor de hele range aan ecosysteemdiensten (Markandya et al. 2008).

2.2. Discussie over geschikte indicatoren voor de ESD

Om een zicht te krijgen op de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen zoals hout wordt het onderscheid gemaakt tussen voorraad en oogst (Kissling-Näf, 2002). Bij houtproductie wordt bovendien nog toegespitst naar ‘duurzame oogst’. Om een zicht te krijgen op het houtaanbod moet niet alleen het volume (kwantiteit) bepaald worden, ook de houtkwaliteit is van belang. De

houtvoorraad geeft een idee van de oogstpotenties en kan gekwantificeerd worden door het beschrijven van

de staande houtvoorraad (uit de regionale bosinventaris),

de soortensamenstelling van de voorraad, uitgesplitst naar diameterklasse (uit de regionale bosinventaris),

de stamkwaliteit van de voorraad,

de hoeveelheid en samenstelling van de verjonging,

de dichtheid van het bos,

het voorkomen van mengingen.

Duurzame houtoogst is beperkt tot de jaarlijkse aangroei (De verhouding tussen oogst en aangroei is door de Verenigde Naties opgenomen in de lijst met indicatoren voor duurzame ontwikkeling). Aanwasgegevens zullen pas beschikbaar zijn na de tweede bosinventaris. Tevoren moet met partiële gegevens en ramingen gewerkt worden. Aangezien er noch systematische gegevens bestaan over de houtoogst als over de aangroei is het moeilijk om uitspraken te doen over de duurzaamheid van de oogst. Een alternatief dringt zich op en kan deels worden gevonden in het aanbod aan gecertificeerd hout.

2.3. Kwantificatie

Daar waar voor de kwantiteit nog ramingen bestaan, hebben we over de houtkwaliteit nauwelijks informatie.

2.4. Oogstbaar houtvolume

De staande houtvoorraad is de hoeveelheid hout die in de vorm van staande bomen in een bos aanwezig is.

Het houtvolume op stam is traditioneel een van de indicatoren die aangeeft wat de potenties voor houtproductie zijn. De bosinventaris (van 1999) bevat gegevens over de staande houtvoorraad. In heel Vlaanderen is er een totale staande houtvoorraad van 31.584.000 m3. Dit komt neer op een gemiddelde van 216 m³ per hectare. In Europa nam het houtvolume op stam in de afgelopen jaren toe. Wanneer we de aanwasramingen voor Vlaanderen toepassen kopen we op een huidig staand volume van 253m³/ha, wat heel hoog is (zie Fig. 6.1).

Het houtvolume in Vlaamse bossen bestaat voor 46 % uit naaldhout, voor 16 % uit populier en voor 38 % uit ander loofhout (waaronder 5 % Amerikaanse eik).

Bij beplantingen jonger dan 20 jaar is het aandeel naaldhout en populier sterk teruggevallen (zie Fig. 6.2). Dit is het gevolg van de veranderende visie op bosbeheer. Dit heeft gevolgen voor de houtverwerkende nijverheid. Momenteel bedraagt het volume-aandeel van exoten minimum 39 % van de staande houtvoorraad; het grondvlakaandeel is ongeveer even groot. De beheervisie voor openbare bossen streeft op lange termijn naar een aandeel exoten van minder dan 20 % (NARA 2003).

Figuur 6.1: Staande houtvoorraad in Vlaanderen, Wallonië, België en omgevende landen (2007, Brongegevens: [FAO 2006, Laurent et al. 2005]).

Figuur 6.2: Verdeling staande houtvoorraad volgens

leeftijdcategorie (brongegevens: ANB). Figuur 6.3: Verdeling staande houtvoorraad naar boomsoort (brongegevens: ANB)

2.5. Bos waar hout wordt geoogst

De bebossingsgraad van Vlaanderen bedraagt slechts 11 %. Niet in alle Vlaamse bossen is houtproductie even sterk aan de orde (Fig. 6.4). Zo is onder andere in reservaten deze functie ondergeschikt. Bij bebossingen van landbouwgronden (EU) komt houtproductie in principe op de eerste plaats. Dit maakt slechts een zeer klein deel van het areaal uit (0,5%).

Figuur 6.4: Verdeling van de houtproductiefunctie over het bos in Vlaanderen (bron:[Leyman& Vandekerkhove 2002]).

houtproductie bovengeschikt: bebossing landbouwgronden 0,5% houtproductie nevengeschikt 65% geen houtproductie: reservaat 5% houtproductie ondergeschikt 30% Poplar 16% Quercus spp 11%

Other Hardw oods 7% Larix 2% Pinus sylvestris 28% Pinus nigra corsicana 12% Betula spp 4% Quercus rubra 5% Fagus 8% Alnus spp 3% Other Softw oods

4% 0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 8000 9000 0-20 21-40 41-60 61-80 81-100 101-120 121-140 141-160 >160 o ngelijk-jarig Age st aa n d v o lu m e in m 3* 10 00

2.6. Oogst

Houtoogst is een parameter waar slechts fragmentair gegevens over bestaan; de gegevens zijn gebaseerd op ramingen. De enige beschikbare informatie is een overzicht van de houtverkopen in de openbare bossen en in bossen die via bosgroepen deel uitmaken van een beheereenheid.

Het volume opgegeven bij de houtverkoop is het werkhoutvolume. Dit is het volume van de spil tot aan een bepaalde aftopdiameter, exclusief fijne takken en wortels.

Gemiddeld wordt in de Vlaamse openbare bossen jaarlijks 100.000m³ hout geoogst (zie Fig. 6.5). In het algemeen kan worden gezegd dat er een toenemende houtoogst is in de gebieden met bosgroepen. Dit hout is dikwijls afkomstig uit verwaarloosde naaldbossen waar meteen de omvorming naar loofbos wordt ingezet. Het overgrote deel van dit volume bestaat uit hout dat zonder bosgroepen niet zou worden geoogst.

ANB schat dat een gemiddelde goed draaiende bosgroep jaarlijks zo’n 7500 m3 hout op de markt kan brengen. Dit komt overeen met een totaal volume van 142.500 m3 per jaar voor Vlaanderen.

Extrapolatie van deze gegevens voor heel Vlaanderen toont dat Vlaanderen slechts een zeer klein volume hout oogst (284.000 m³), wat uiteraard samengaat met het kleine bosareaal (Laurent et al 2005).

Figuur 6.5: Jaarlijks verkocht houtvolume in openbare bossen en bosgroepen (gegevens: ANB)

2.7. Duurzame oogst

De aanwas is de hoeveelheid hout waarmee de bomen in een bepaalde periode in volume toenemen. Duurzame houtoogst gaat uit van een kapintensiteit die lager ligt dan de jaarlijkse aangroei.

De Verenigde Naties beschouwen de verhouding tussen kapintensiteit en aangroei als één van de weinige indicatoren voor duurzaam bosbeheer. De indicator geeft een beeld van de eventuele bedreiging die de houtoogst vormt voor het voortbestaan van het bos in het besproken gebied.

Vermits de bosinventarisatie nog maar eenmaal is uitgevoerd, zijn de aanwasgegevens op Vlaams niveau nog niet bekend. Er bestaan evenmin gebiedsdekkende gegevens over vellingen. Het is dan ook niet mogelijk om de duurzaamheid van de houtoogst in Vlaanderen te beoordelen aan de hand van cijfers.

Wanneer houtoogst uitgedrukt wordt in functie van de aanwas, blijkt dat in Vlaanderen slechts 25 % van de aanwas geoogst zou worden. Wanneer we de exploitatiecijfers voor openbare bossen

Jaarlijks verkocht houtvolume (m³)

0 50000 100000 150000 200000 250000 300000 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Bosgroepen Andere overheden Vlaams gewest

omrekenen in m³/ha, dan komen we voor 2004 op 3,7 m³/ha. Dit plaatst onze regio op het niveau van, of iets lager dan, de ons omringende landen. Recente aanwasgegevens zijn voor Vlaanderen niet beschikbaar zodat het moeilijk te beoordelen is of er meer of minder dan de jaarlijkse aanwas wordt gekapt. 0 1 2 3 4 5 6 7

Wallo nië Denemarken Luxemburg Duitsland-RP Duitsland -NRW Vlaanderen Nederland J a a r li jk s e o o g s t in m ³ / h a

Figuur 6.6: Overzicht van de jaarlijkse houtoogst in m³/ha.jaar voor Vlaanderen en omliggende regio’s (brongegevens: European Forest Institute)

Eind 2009 was er in Vlaanderen 12.602 ha FSC-gecertificeerd bos waarvan 142 ha privé-bos en 12.460 ha openbaar bos. In 2009 werd 42.793 m³ FSC gecertificeerd hout op de markt gebracht. Het volume aan gecertificeerde bosproducten dat in 2008 op de Belgische markt werd gebracht werd geraamd op 843.000m³ rondhoutequivalent. Dat is 15% van de totale hoeveelheid. 6% hiervan is FSC gecertificeerd; 9% is PEFC gecertificeerd. Het grootste gedeelte van dit hout is geïmporteerd. Slechts 1% van het FSC gecertificeerd hout en 38% van het PEFC gecertificeerde hout wordt in België geproduceerd (Oldenburger et al 2009).

2.8. Totale waarde voor Vlaanderen

Een totale geldwaarde plakken op de houtvoorraad en houtoogst in Vlaanderen is niet zo gemakkelijk. Hout is een conjunctuurgevoelige materie. De prijs van een lot hangt niet alleen af van de boomsoort, de bereikte afmetingen en de houtkwaliteit, maar ook van de bereikbaarheid van het bestand en van de marktprijs.

In de discipline ‘boswaardeberekening’ zijn diverse benaderingen te vinden voor het bepalen van de bestandswaarde, waarbij niet alleen de actuele waarde, maar ook de toekomstwaarde van het hout berekend wordt. Dergelijke berekening houdt rekening met diverse factoren en zou ons voor een toepassing op Vlaams niveau, binnen het bestek van deze studie, te ver voeren.

Een quick-and-dirty benadering bestaat uit het berekenen van een gemiddelde actuele prijs voor het gemiddeld totale bos.

Bv. volgens raming wordt jaarlijks 284.000m³ hout geoogst. We weten echter niet in detail om welke soorten, afmetingen of kwaliteit het hier gaat. Gerekend aan een gemiddelde verkoopprijs van 25€/m³ (NFB 2009) komt dit op een totaal van 7,1 x106 €, voor 35€/m³ komt dit op 11,36x106€/m³.

De totale staande houtvoorraad kan volgens eenzelfde zeer ruwe benadering berekend worden: de bosinventarisatie van 1999 vermeldt 32,129x106m³ hout op stam. Aan een gemiddelde verkoopprijs

van 15€/m³ (want er staan in verhouding meer jonge, en dus dunnere bomen) komt dit op een totaal van 642,58x106€.

De berekening kan iets verfijnd worden, uitgaande van de cijfers van de boomsoortenverdeling per leeftijdcategorie uit de bosinventaris 1999. Deze worden vermenigvuldigd met de gemiddelde verkoopprijs 2009 voor de bekende boomsoorten (NFB 2009); een gemiddelde prijs voor de niet

bekende boomsoorten. We bekomen dan een bedrag van 591,25x106€. Gezien de grote

onzekerheden bij beide benaderingen kan dit beschouwd worden als dezelfde grootteorde.

Er moet wel benadrukt worden dat het hier gaat om de huidige waarde van het hout. De veelal jonge bossen hebben een nog groter potentieel.