• No results found

Wandelresultaten van het Nationaal Park Hoge Kempen

9. V ERDER ONDERZOEK

Om het duurzaam gebruik van de ecosysteemdienst ‘groene ruimte voor recreatie’ duidelijk te maken is het noodzakelijk om verder onderzoek uit te voeren. Hierbij stellen we volgende voor.

1. Het waarderen van de positieve effecten die de Vlaming ondervindt door het recreëren in groene ruimte, en dit per recreatievorm.

2. Nagaan of deze positieve effecten ook op alternatieve manier (niet door recreatie in groene ruimte) kunnen worden verkregen.

a. Voorbeeld 1: andere vormen van recreatie (schilderen, sporten, haken, naaien, knutselen, borduren, potten bakken, koken, …)

b. Voorbeeld 2: integreren van meer buitenactiviteiten in dagelijkse gewoonten (zich zo veel mogelijk te voet of per fietst verplaatsen, zelf groenten en fruit kweken …) 3. Negatieve gevolgen van recreatie per recreatievorm voor de groene ruimte in kaart brengen

en de mogelijke maatregelen die hiervoor kunnen genomen worden om deze negatieve gevolgen te verminderen, formuleren.

4. Onderzoeken vanaf wanneer de gebruikersdichtheid een negatief effectief heeft op de recreatiewaarde van de groene ruimte

5. Onderzoeken vanaf wanneer de gebruikersdichtheid een negatief effectief heeft op de biodiversiteit van de groene ruimte

6. De interacties tussen de verschillende recreatievormen onderling en tussen de belanghebbenden onderzoeken.

7. Aan de hand van vermelde afstandcriteria/ oppervlakte criteria kaarten maken met het aanbod groene ruimte. Hieruit zou moeten blijken op welk niveau er groene ruimte voor de bewoners beschikbaar is en waar er een tekort aan groene ruimte is en op welk niveau. 8. Kaarten van de beschikbare groene ruimte per recreatietype.

10. L

ITERATUUR

Agentschap voor Natuur en Bos (2009). Toetsingskader voor het gewenste recreatieve medegebruik in bossen en natuurgebieden in functie van de ecologische draagkracht. Eindrapport, uitgevoerd door Arcadis

Bogaert D., & Cliquet A., (2003). Interne draagkracht en extern draagvlak voor natuurontwikkelingsmaatregelen en natuurbeheer : uitdagingen voor een terreinbeherende vereniging, in: Natuur.focus, 2(2): 64-71

Beyts V. & Pickery, (2006). Bezoek aan natuur en bos gebieden. Nota van de Studiedienst van de Vlaamse Regering. Studiedienst van de Vlaamse Regering, Brussel

Dumortier M., De Bruyn L., Hens M., Peymen J., Schneiders A., Van Daele T. & Van Reeth W. (red.) (2009) Natuurverkenning 2030. Natuurrapport Vlaanderen, NARA 2009. Mededeling van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2009.7, Brussel.

Fjortoft, I (2001). The Natural Environment as a Playground for Children: The Impact of Outdoor Play Activities in Pre-Primary School Children. Early Childhood Education Journal 29(2), 111-117

Fisher B., Turner R.K.& Morling P., (2009). Defining and classifying ecosystem services for decision making, Ecological Economics, 68(3): 643-653

Glorieux I., G., Koelet S.,Mestdag I., Minnen J., Moens M.& Vandeweyer J. (2006). De 24 uur van Vlaanderen : het dagelijkse leven van minuut tot minuut, Leuven : Lannoo Campus

Grieten, K. (2007). Evaluatie inzake het recreatief gebruik van de bossen van Westerlo, Herselt en Laakdal, eindrapport. Opdrachtgever: Milieuadviesbureau Aeolus Klantenonderzoek plattelands toerisme

Kaplan, R. & Kaplan, S., 1989. The experience of nature: a psychological perspective. Cambridge Univesity Press, New York Kollmuss A. & Agyeman J. (2002). Mind the Gap: why do people act environmentally and what are the barriers to pro-environmental behavior? Environmental Education Research, Volume 8, Issue 3 , 239 - 260

Matton L., Duvigneaud N., Wijndaele K., Philippaerts R., Duquet W., Beunen G.,Claessens A.L., Thomis M. & Lefevre J. (2007).Secular trends in anthropometric characteristics,physical fitness,physical activity, and biological maturation in Flemish adolescents between 1969 and 2005. Am. J. Hum. Biol., 19: 345-357.

M.A.S. – Marktstudies op maat (2009), Marktonderzoek over de economische impact van de wandelaars in het Nationaal Park Hoge Kempen, eindrapport.

Millennium Ecosystem Assessment (MEA). (2005). Ecosystems and Human Well-Being: Synthesis. Island Press, Washington. 155pp.

Miller J.R. (2005), Biodiversity conservation and the extinction of experience, Trends in ecology and evolution; Vol 20. issue 8 Aug, 430-434

Natuurindicatoren, 2008. Draagvlak: Middenveld draagvlak: ledenaantallen van natuurverenigingen. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. www.natuurindicatoren.be

Natuurindicatoren, 2009. Draagvlak: Sociaal draagvlak: bezoeken aan bossen en natuurgebieden. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. www.natuurindicatoren.be

Projectbureau Nationaal Park Hoge Kempen , Vzw Regionaal Landschap Kempen en Maasland (2009), Wandelresultaten 2008 (met financiële steun van Agenschap voor natuur en bos en Lisom)

Pröbstl U., Elands B.H.M. & Wirth, V.( 2009). Forest recreation and nature tourism in Europe: context, history, and current situation. In: European Forest Recreation and Tourism: a Handbook / Bell, S., Simpson, M., Tyrväinen, L., Sievänen, T., Pröbstl, U., . - London and New York : Taylor & Francis, 2009

Pyle R., (2002). Eden in a Vacant Lot: Special Places, Species and Kids in Community of Life. In: Children and Nature: Psychological, Sociocultural and Evolutionary Investigations. Kahn, P.H. and Kellert, S.R. (eds) Cambridge: MIT Press Samuelson P.A. (1954). The Pure Theory of Public Expenditure. The Review of Economics and Statistics, Vol. 36, No. 4., pp. 387-389.

Sugiyama, T., Ward Thompson, C. , (2007), Older people's health, outdoor activity and supportiveness of neighbourhood. environments Landscape and Urban Planning

Volume 83, Issues 2-3, 168-175

Taylor A.F., Kuo, F.E. & Sullivan, W.C. (2001). Coping with ADD: The surprising connection to green play settings. Environment and Behavior, 33(1), 54-77

Thompson, C., Aspinal, P., & Montarzino, A. (2008). The childhood factor: Adult visits to green places and the significance of childhood experiences. Environment and Behavior, 40(1), 111 – 143.

Tyrväinen, L., Pauleit, S., Seeland, K. ·& de Vries, S. , (2005). Benefits and Uses of Urban Forests and Trees. In: K. Nilsson, T.B. Randrup and C.C. Konijnendijk (eds). Urban Forests and Trees in Europe: A reference book. Springer Verslag, 81-114 Ulrich, R. S. (1983) 'Aesthetic and affective response to natural environment', in Altman, I. and Wohlwill, J. F. (eds) Human Behaviour and Environment: Advances in Theory and Research. Volume 6: Behaviour and the Natural Environment. New York, Plenum Press: 85 - 125.

Van Andel J. (1985). Woonomgeving en kinderen. Een onderzoek naar de invloed van ruimelijke kenmerken en veranderingen van de woonomgeving op kinderen van 6-12 jaar. Dessertatie Technische Hogeschool Eindhoven. Helmond: Wibro

Van den Berg A.E. & Van den Berg M.M.H.E. (2001). Van buiten word je beter: een essay over de relatie tussen natuur en gezondheid. Bijdrage bij jaarboek Alterra 2001

Van Herzele A. & Wiedermann T. (2003). A monitoring tool for accessible and attractive green spaces. Landscape and Urban Planning 63: 109-126

Wells N. M.& Lekies K. S. (2006), Pathways from Childhood Nature Experiences to Adult Environmentalism .Children, Youth and Environments 16 No. 1