• No results found

IN- EN UITGAANDE REGTEN, UITKLARING VAN SCHEPEN, TOLGEREGTIGHEDEN ENZ

In document F > #* ac gfiti' (pagina 172-191)

( O m t r e n t die artikelen, welke in de A l g e m e e n e Tarieven van 25 September 1837 (Staatsblad n ° . 4 7 ) , 10 November 1837 (Staatsblad n ° . 5 7 ) , en 1 J a n u a r y 1838 (Staatsblad n ° . 1) m e t een kruisje ( f ) zijn g e t e e k e n d , worden alle bepalingen dezelve betreffende, onder hare verschillende Afdeelingen aangetroffen ; terwijl de veranderingen, die de voor-n o e m d e Tarievevoor-n later mogtevoor-n hebbevoor-n ovoor-ndergaavoor-n of reeds ivoor-n dezelve zijvoor-n aavoor-ngevuld, of om de verschillevoor-nde besluitevoor-n die tevoor-n deele door latere besluiten vervallen w a r e n , niet uit hun v e r b a n d te r u k k e n , in do speciale onder-Afdeelingen zoo als b. v. Koffij onder de Afdeeling Landbouio, b . v. Opium onder de Afdeeling Handel, of b . v. Vogelnestjes onder Regten betreffende verschillende voorwerpen, zijn opgenomen.)

B E S L U I T van Zijne Excellentie den Secretaris van Staat, Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, van 6 Janu-ari-) 1 8 1 8 , n ° . 4 , betrekkelijk het verleenen van uitklarin-qen, voor de Moluksche Eilanden, van schepen onder vreemde vlag varende.

Is goedgevonden en v e r s t a a n :

Alle civile autoriteiten, wien zulks mögt a a n g a a n , a a n te schrijven en te g e l a s t e n , gelijk h u n wordt aangeschreven en gelast bij d e z e , om geene u i t k l a r i n g e n , voor de Moluk-sche E i l a n d e n , te verleenen aan Moluk-schepen onder vreemde vlag-gen v a r e n d e , anders d a n a a n de zoodanivlag-gen , welke voor de dienst van het Gouvernement mogten zijn ingehuurd.

B E S L U I T van den Secretaris van Staat, Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, van 5 Junij 1 8 1 8 , n ° . 1 5 , bepa-lende dat geene andere uitklaringen van schepen, bestemd naar de Papoesche eilanden en Timor, zullen worden ver-leend, dan in het eerste geval naar Amboina en Ternaie, en het laatste naar de haven van Koepang.

I s besloten:

T e b e p a l e n , zoo als bepaald wordt bij d e z e , dat v o o r t a a n , en t o t zoo lange dienaangaande andere verordeningen zullen zijn daargesteld, a a n schepen en v a a r t u i g e n , bestemd naar de P a p o e s c h e eilanden, mitsgaders T i m o r en onderhoorige p l a a t s e n , geene uitklaringen zullen worden v e r l e e n d , d a n a l l e e n , in het eerste g e v a l , n a a r A m b o i n a en T c r n a t e , en in het laatste g e v a l , n a a r de haven van K o e p a n g , welke havens gemelde vaartuigen zullen gehouden zijn aan te doen , ten einde zich v a n n a d e r e passen n a a r de plaatsen hunner verdere bestemming te voorzien.

P U B L I C A T I E van 2 8 Augustus 1 8 1 8 , n ° . 2 9 , waarbij wordt gearresteerd een Reglement op het heffen der inkomende en uitgaande regten op Java en Madura.

Commissarissen-Generaal over Nederlandsch-Indië , a a n al d e g e n e n , die deze zullen zien of hooren lezen, S a l u t ! doen te weten :

N a d e m a a l w i j , n a eene aandachtige beschouwing en over-denking v a n de thans bestaande bepalingen en inrigtingen op het stuk der inkomende en uitgaande regten op Java en Madura, t e n volle overreed zijn g e w o r d e n , dat dezelve eenige wijzigingen behoeven, in overeenstemming met de om-standigheden en den tegenwoordigen s t a a t des handels en der handelsbetrekkingen;

N a d e m a a l wij bijzonderlijk in overweging genomen heb-ben , de noodzakelijkheid, o m , m e t behoud v a n het milde beginsel eens vrijen handels voor alle volkeren o p deze stre-k e n , zoodanige bepalingen daar t e stellen, w e l stre-k e , zonder dien handel te b e l e m m e r e n , echter a a n den Nederlandschen handel en de Nederlandsche scheepvaart die voorregten k u n -nen b e z o r g e n , op welke z i j , in Nederlandsche bezittingen , regt en a a n s p r a a k h e b b e n , e n welke de wederkeerige b e -langen van het moederland en de Indische bezittingen in overeenstemming b r e n g e n :

Zoo is h e t , d a t wij hebben goedgevonden te b e p a l e n , d a t , van en m e t den 1 November a a n s t a a n d e , alle W e t t e n , R e -glementen , en andere bepalingen, betreffende het bestuur en beheer v a n de inkomende en uitgaande regten , t o t n u b e -s t a a n d e , en alle andere gewettigde of ongewettigde, uit-drukkelijke of stilzwijgende gebruiken en gewoonten zullen o p h o u d e n , en v a n geene kracht of waarde zijn, m a a r dat v a n het genoemde tijdstip af, ecniglijk en alleen zal werken en achtervolgd w o r d e n het navolgende

R E G L E M E N T op het heffen der inkomende en uitgaande regten op Java en Madura.

Van de havens, voor schepen en vaartuigen openstaande.

A r t . 1. D e schepen uit E u r o p a , A m e r i k a of uit eenige be-zittingen van Europesche m o g e n d h e d e n in Azië en Afrika k o m e n d e , m o g e n in geene andere haven , d a n die v a n B a t a -via binnen loopen.

Dezelve schepen moeten almede te Batavia inklaren en lossen, ten z i j , o m bijzondere r e d e n e n , a a n dezelve door de H o o g e Regering m ö g t worden toegestaan , o m t e S a m a r a n g of Sourabaija in te klaren en te lossen.

2. D e schepen n a a r E u r o p a , A m e r i k a of n a a r eenige b e -zittingen v a n Europesche mogendheden in Azië of Afrika vertrekkende, mogen te B a t a v i a , S a m a r a n g of Sourabaija u i t k l a r e n , n a a r verkiezing, mits zij hunne geheele lading hebben ingenomen ter p l a a t s e , waar zij uitklaren.

3. Geen der s c h e p e n , in a r t . 1 en 2 opgegeven, m a g eenige andere haven of plaats op J a v a of M a d u r a a a n d o e n , veelmin in dezelve eenige goederen lossen of l a d e n , d a n op uitdrukkelijke vergunning v a n de H o o g e Regering.

4. D e Chinesche j o n k e n zullen alleenlijk t e Batavia wor-den toegelaten.

5. Sehepen en vaartuigen , a a n ingezetenen v a n J a v a e n M a d u r a , ofte v a n eenige andere p l a a t s e n , in de Oostersche zeeën gelegen en onder het Nederlandsche gezag staande , t o e k o m e n d e , gelijk m e d e alle v a a r t u i g e n , te huis behoorende in plaatsen van Indische Vorsten en v o l k e n , m e t welke de Nederlandsche Regering in vriendschap i s , mogen in alle havens van J a v a en M a d u r a binnen vallen e n uitgaan, mits zich a a n de bestaande verordeningen onderwerpende.

V o o r zoo verre zulke vaartuigen van en n a a r E u r o p a , A m e r i k a of eenige bezittingen v a n E u r o p e s c h e m o g e n d h e -den in Azië of Afrika v a r e n , zijn zij a a n de bepalingen van art. 1 , 2 en 3 , even gelijk alle andere s c h e p e n , onder-worpen.

Van de betaling en den vrijdom der regten op het inkomen en uitgaan in het algemeen.

6. D e inkomende en uitgaande regten moeten worden b e -taald v a n alle g o e d e r e n , waren en k o o p m a n s c h a p p e n , welke op J a v a of M a d u r a worden ingebragt of van d a a r uitgevoerd, m e t uitzondering alleenlijk v a n de z o o d a n i g e , als daarvan uitdrukkelijk bij dit Reglement zijn vrijgesteld , en onder de bepalingen en wijzigingen d a a r o p verder te maken.

7. D e betaling d e r regten m o e t g e d a a n w o r d e n , zoo m e n i g m a a l de goederen van J a v a of M a d u r a u i t g a a n , of

DEN HANDEL , SCHEEPVAART ENZ., IN NED. OOST-INDIE. ICI

m a k e n ; de schippers van deze vaartuigen zullen echter ge-houden zijn , de uitgaande regten te consigneren, ofte wel voldoenden borgtogt te stellen voor het behoorlijk lossen van dezelve, ter plaatse op J a v a en M a d u r a , n a a r welke zij welke zij genoodzaakt mogten zijn te lossen of te verkoopen.

D e z e lossing echter m a g niet g e d a a n w o r d e n , dan op uitdrukkelijke vergunning van de H o o g e Regering of het plaatselijke b e s t u u r , en onder het noodige toezigt.

10. V a n goederen ter r e e d e , uit het eene schip of vaar-tuig in het andere overgescheept, moeten de inkomende en uitgaande r e g t e n , even als van alle a n d e r e , betaald worden.

Zoodanige overscheping m a g bovendien niet dan op uit-drukkelijke vergunning als v o r e n , en onder het noodige toe-zigt , gedaan worden.

11. V a n goederen, binnen gebragt m e t oogmerk om weder te worden uitgevoerd, worden geene regten gelieven, mits van dit oogmerk vóór de lossing worde aangifte ge d a a n , en de goederen zelven worden opgeslagen in het pak huis te Batavia daartoe b e s t e m d , tegen betaling van twee ten honderd der berekende w a a r d e en van eene redelijki pakhuishuur.

D e goederen mogen aldaar gedurende e e n j a a r verblijven:

na verloop v a n hetzelve zullen d a a r v a n de gewone inko mende regten moeten betaald worden.

12. V a n de betaling der inkomende regten worden gehec!

vrijgesteld :

G e m u n t goud en zilver.

Ongcwerkte gouden en zilveren staven en baren.

P a a r d e n , r u n d v e e , s c h a p e n , geiten.

Juweelen en edele gesteenten.

B a g a g e van militairen.

B a g a g e van zeevarende personen en passagiers, met dien v e r s t a n d e , dat de goederen niet k u n n e n geacht worden voorwerpen van handel te zijn.

13. V a n de betaling der uitgaande regten worden geheel vrijgesteld :

G e m u n t goud en zilver.

H e t zout.

J u w e e l e n en edele gesteenten.

B a g a g e van militairen, zeevarende personen en passagiers, onder de bepaling van het voorgaande artikel.

Rantsoenen en levensbehoeften, tot onderhoud van de landmagt en ten gebruike van het scheepsvolk, aan boord van de Koninklijke Nederlandsche of Indische oorlogsvaar-tuigen.

14. D e inkomende en uitgaande regten moeten worden betaald in zilveren m u n t , door de H o o g e Regering van Nederlar.dsch-Indië g a n g b a a r g e s t e l d , en tot de waarde door dezelve bepaald.

Van de hoegrootheid der inkomende en uitgaande regten en van den verboden vervoer.

15. D e hoegrootheid der inkomende en uitgaande regten zal (zoodra zulks met naauwkeurigheid kan gedaan worden) worden bepaald bij e e n e , daartoe opzettelijk te vervaardigen lijst van al de bijzondere g o e d e r e n , wareu en k o o p m a n -schappen , aan die regten onderhevig.

16. Zoo lang deze lijst niet zal zijn o p g e m a a k t en afge-k o n d i g d , wordt tot grond van de verschuldigde inafge-komende regten gelegd, de geldswaarde der g o e d e r e n , zoo als dezelve bekend staat op de facturen der lading.

V a n deze w a a r d e , verhoogd m e t dertig ten h o n d e r d , geene andere overeenkomsten tassehen Zijne Majesteit en

eenige Buitenlandsche Mogendheden mogten getroffen zijn.

17. W a n n e e r de prijzen der g o e d e r e n , zoo als zij op de facturen zijn a a n g e t e e k e n d , uit vergelijking met die v a n andere ingekomen ladingen of van bekomen prijs-couranten, of v a n elders bekende omstandigheden, te laag berekend zijn, staat het den aangever vrij, als nog eene verbeterde en meer juiste opgave der waarde over te leggen.

D e ontvanger is verpligt, bij de aangifte daarop indachtig te zijn, en de gedachten van den Water-fiscaal in te nemen.

18. W a n n e e r de belanghebbende het overleggen van zoo-danige verbeterde opgave weigert, of ingeval hij verklaart geene factuur te bezitten, moeten de inkomende en

uita uita n d e regten berekend en betuitauitald worden n uita uita r den m uita r k t -prijs van den d a g , op welken de aangifte volgens de wet moet gedaan worden.

19. D e Indische g o e d e r e n , met inlandsche vaartuigen aan-g e b r a aan-g t , worden aan-gewaardeerd, en v a n de alzoo bepaalde waarde de inkomende regten geheven.

20. V a n de hiervoren gemaakte bepalingen worden mede uitgesloten, goederen a a n g e b r a g t door Chinesche j o n k e n , moetende de betaling der inkomende regten berekend wor-den n a a r wor-den volgenwor-den m a a t s t a f : vorenstaande bepalingen moeten worden betaald.

2 1 . Zoo lang de lijst, bij art. 1 5 ' b e d o e l d , niet zal zijn o p g e m a a k t en afgekondigd, moet de waarde der g o e d e r e n , die uitgevoerd w o r d e n , berekend worden n a a r den m a r k t -prijs tijdens de aangifte. V a n deze waarden moeten worden betaald : geene a n d e r e overeenkomsten tusschon Zijne Majesteit en eenige Buitenlandsche Mogendheden getroffen mogten zijn.

22. V a n de vorenstaande bepalingen worden uitgezonderd de volgende g o e d e r e n , welke aan een vast uitgaand regt ten kantore van de inkomende en uitgaande regten moeten consigneren het m e e r d e r e , dat door vreemde schepen, n a a r elders b e s t e m d , m o e t voldaan w o r d e n , wolk meerder g e -deelte hun in Nederland zal worden terug gegeven.

24. D e invoer, de uitvoer, alsmede de vervoer te l a n d e , van eenige soort van oorlogsbehoeften, als b u s k r u i d , kogels, geschut, g e w e r e n , sabels en wat dies meer zij van dien a a r d , worden bij deze strengelijk verboden, tenzij daartoe eene uitdrukkelijke vergunning door den Gouverneur-Gene-raal verleend zij.

21

1G2

25. De invoer van nagelen, notenmuskaat en foelie, voor rekening van bijzondere personen, is verboden.

26. Amfioen, het zij Bengaalsche of' Levantsche, mag in geene mindere hoeveelheid worden ingevoerd, dan bij eene geheele kist, op eens wegende ten minste 125 ponden.

Geene amfioen mag worden vervoerd van de eene plaats naar de andere, dan op uitdrukkelijk verlof van den Wa-ter-fiskaal.

Het staat niemand vrij, eenige mindere hoeveelheid te koopen, of te verkoopen, dan van en aan den pachter.

Geene kist mag worden geopend, dan ia het bijwezeu van den Water-fiskaal en pachter, of iemand van hunnent wege.

27. Door Nederlandsche schepen worden in dit Reglement verstaan die, welke het eigendom zijn van ingezetenen van Nederiandsch-Indië, en behoorlijk onder Nederlandsche vlag gebragt zijn en varen.

Na verloop van eenen nader te bepalen tijd, zullen de voorregten, aan Nederlandsche schepen toegestaan, alleen-lijk genoten worden door schepen in Nederland of Neder-Jandsch-Indië gebouwd.

28. Met Nederlandsche schepen worden gelijk gesteld, schepen behoorende aan Indische vorsten of volkeren, in verbond of vriendschap met de Nederlandsche regering staande.

Van de verpligling tot aangiften, alsmede van de lossing en lading 29. De schipper en stuurman, benevens de supercargo der lading (zoo er een is), moeten binnen 24 uren na hunne aankomst ter reede, ten kantore van de Inkomende en Uit-gaande regten, of aan den lands ambtenaar, die daartoe mögt zijn geregtigd, overleggen eene door hen geregistreerde verklaring, houdende de lijst van alle ingeladen goederen, met uitdrukking van derzelver soorten, hoedanigheid en hoe-veelheid , volgens het onderstaande formulier.

" Wij ondergeteekenden ,, met het schip

„ komende van

„verklaren , onder aanbod van cede, dat wij, onzes wetens, ,, geene andere of meer goederen, waren of koopmanschappen

„ onder het gebied van Java hebben aangebragt, dan hieronder

„ bij deze algemeene aangifte zijn uitgedrukt, en dat daarin met

„ons weten, geen bedrog is gepleegd, dat ook geene goederen

„zijn verzwegen , nochte eenige ondernemingen of pogingen

ge-„daan, om 's lands geregtigheid te ontduiken ofte verkorten.

.,De ingeladen goederen zijn de volgende:

N. N.

N. N.

30. De voorschreven personen moeten tevens ten kantore als voren, overleggen de oorspronkelijke scheepspapieren, als daar zijn, het register , de zeebrief, lastbrief, het mani-fest , de uitklaring , de factuur of facturen.

31. Niemand vermag eenige Inkomende goederen te lossen of ten uitvoer bestemde goederen te laden, of met eenige vaartuigen te voeren, vóór dat dezelve ten kantore van de Inkomende en Uitgaande regten zijn aangegeven, en hij de noodige los- of laadcedelen bekomen heeft.

32. Het bepaalde bij het vorige artikel is ook toepasselijk op goederen, van welke geene regten behoeven betaald te worden, tot welker vervoer een consent-biljet zal worden afgegeven.

33. De afgifte moet worden gedaan schriftelijk, geteekend bij den schipper, supercarga of koopman, of hunne zaakge-lastigden , voor welker handelingen de lastgever steeds aan-sprakelijk blijft.

34. De aangifte en het verzoek tot lossen of laden, moet inhouden eene naauwkeurige opgave der goederen, waren en koopmanschappen, die men begeert te lossen of te laden, onder derzelver ware benaming en met uitdrukking van de soorten, hoedanigheid, hoeveelheid, gewigt of maat van de-zelve , en tevens van de merken en nommers, waarmede elke baal, ton, mand, kist, zak, of ander stuk, geteekend is.

Voorts nog den naam van het schip en den schipper waarmede, zoo wel als de plaats van waar, of werwaarts de goederen gekomen zijn of verzonden worden, en eindelijk des koopmans,aan wien dezelve zijn geconsigneerd, of door wien zij verzonden worden.

35. De betaling der verschuldigde regten moet dadelijk, nadat dezelve volgens de aangifte geregeld zijn, aan den Ontvanger gedaan worden, ofte wel daarvoor ten dezes ge-noegen en perikel een goede borgtogt gesteld worden ; zul-lende echter de betaling altijd binnen ééne maand na de gedane lossing moeten gedaan worden.

36. Na de gedane betaling, of gestelden borgtogt, moet aan den aangever worden afgegeven eene los- oflaadcedel, hetzij van de geheele lading, of van enkele te lossen of te laden goederen, op welk paspoort de tijd zal worden uit-gedrukt, binnen welken dezelve geladen of gelost zullen moeten zijn.

37. Voor goederen, die aan geene regten onderhevig zijn, wordt een consent-biljet afgegeven.

38. Op Zon- of feestdagen mag niet gelost of geladen wor-den, dan op uitdrukkelijk verlof van den Water-fiscaal.

Vóór zons-opgang, of na zons-ondergang, is mede alle lossing en lading verboden.

39. Niemand vermag eenige goederen te laden, of ge-loste goederen langs andere dan de gewone vaarwaters te vervoeren.

Bijzonderlijk wordt, aan de schippers en voerders van praauwen, chiampangs, tjunia's en andere vaartuigen ver-boden, de goederen, welke zij naar boord van eenige schepen brengen of van daar halen, in of uit eenige rivieren, kreken of andere wateringen te vervoeren, ofte wel op strand in te nemen of uit te zetten.

40. Geene goederen zullen mogen gelost, geladen of ver-voerd worden, tenzij de los- of laadcedel, of het consent-biljet daarbij zij.

41. Indien eene losceêl of laadceêl voor de geheele lading-afgegeven is, moet bij dezelve, in geval van vervoer, ge-voegd zijn, eene afzonderlijke opgave door den schipper of ander persoon, die de afscheping of inscheping doet, onder-teekend, en houdende de juiste opgave van de goederen die in elke praauw of vaartuig worden afgezonden, met opgave der merken en nommers van ieder vervoerd wordend stuk.

42. Deze los- of laadceêlen en andere hiervoren bedoelde lijsten , zullen ten kantore, of aan de beambten van de Inko-mende en Uitgaande regten, vertoond en door deze afgeschre-ven worden. l

43. Do beambten zijn bevoegd, de vervoerd wordende goederen te visiteren en met de daarbij zijnde papieren te vergelijken, en ingeval van overtreding der wetten , aan te houden.

Zij zijn mede geregtigd, bij de lading en lossing tegen-woordig te zijn en aan boord der schepen zoodanig on-derzoek te doen , als tot bewaring van 's lands regten noodig is.

Het wordt hun echter ten strengste verboden, de kooplie-den , schippers of voerliekooplie-den te kwellen , of hun eenigen hinder toe te brengen; zij worden integendeel vermaand, en zijn gehouden , elk spoedig te helpen, te onderrigten, en alles toe te brengen wat tot bevordering van den eerlijken handel strekken kan.

44. Ten einde den handel en de handelaren alle moge-lijke hulp toe te brengen, wordt het aan deze toegestaan alle abuizen, die zij mogten begaan hebben, te verbeteren, zoo lang de geligte los- of laadceêlen niet zijn overgegeven, of eenige aanhaling op de goederen gedaan is.

45. Het staat hun wijders vrij, ten einde alle abuis voor te komen, te verzoeken dat de door hen aangegeven goe-deren , door daartoe bevoegde en gezworen personen worden geteld, gemeten, geroeid of gewogen, mits de kosten daar-van voor hunne rekening nemende.

46. De schipper of koopman, de goederen bij het uitgaan en inkomen behoorlijk aangegeven hebbende, kan de uitre-kening der verschuldigde regten aan 's lands beambten over-laten , en volstaan met de betaling naar dezelve ; ten ware zij te zamen mogten hebben zamengespannen, om 's lauds regten te verkorten, en in alle gevallen behoudens de verantwoor-delijkheid van de beambten.

47. Van goederen , op de.reis bedorven, zullen de regten betaald worden naar de waarde, op welke dezelve door deskundigen geschat worden.

Over het vertrek der schepen naar zee.

48. Een schipper, na zijne lading te hebben ingenomen, willende zee kiezen, zal daarvan ten kantore van de in- en uitgaande regten moeten kennis geven en in duplo overleg-gen het manifest zijner lading, met bijvoeging van al de door hem verkregen laadcedelen.

49. De ontvanger is gehouden , dit manifest naauwkeurig en zoo spoedig mogelijk te vergelijken met zijne boeken en de daarvan verleende laadcedelen, en, bij bevinding dat dezelve overeenstemmen , zal hij onder het manifest stellen de verklaring, dat 's lands regten betaald zijn en voorts in alles overeenkomstig de wetten gehandeld is.

* .

DEN HANDEL , SCHEEPVAART ENZ., IN NED. OOST-INDIE. 163

50. D e o n t v a n g e r is wijders g e h o u d e n , den schipper, zoo hij bevorens m e t eene lading van elders hier is binnen g e k o m e n , eene verklaring te g e v e n , dat hij ook de inko m e n d e regten voldaan hoeft, en ten aanzien van dit middel aan deszelfs verpligtingen voldaan heeft.

V o o r zoo verre een vreemd schip n a a r N e d e r l a n d heeft uitgeklaard , zal de ontvanger tevens moeten geven eene ver-klaring , d a t , ter voldoening a a n art. 22 v a n dit Reglement, ten zijnen kantore is geconsigneerd het meerdere r e g t , dat een vreemd schip , n a a r elders b e s t e m d , zou hebben moe ten voldoen.

5 1 . A a n schippers n a a r Nederland b e s t e m d , zal worden afgegeven eene verklaring, dat door hen de uitgaande regten alhier zijn voldaan van die bepaalde g o e d e r e n , welke op hun manifest zijn a a n g e t e e k e n d , ten einde dezelve zullen kunnen genieten den vrijdom der inkomende regten in Nederland.

52. D e schipper is verpligt de alzoo aan hem verleende papieren te vertoonen aan den water-fiskaal , welke daar-mede handelt volgens zijne instructie, en die papieren voor gezien teekent.

53. N a d a t deze papieren alzoo aan den schipper zullen zijn t e r u g g e g e v e n , zullen de schipper, stuurman en super-carga over de lading , zoo er een i s , voor den magistraat of resident de volgende verklaring afleggen, en m e t eede bevestigen.

„ WIJ ondergeteekenden

„ met het schip

„ vertrekkende naar

„ verklaren , onder aanbod van eede , dat in ons onderhebbend

„ schip geene andere of meer goederen , waren of

koopman-„schappen, onzes wetens, zijn geladen , dan in het manifest,

„ door ons opgemaakt en door den ontvanger en water-fiskaal

„nagezien, zijn vermeld, en dat daarin, met ons weten , geen

„bedrog gepleegd is, nochte eenige van onze ingeladen goederen

„ zijn verzwegen, of ondernomen of gepoogd 's lands

geregtig-„ heid te ontduiken of te verkorten ; belovende wij wijders

hei-„ liglijk en opregtelijk, dat wij geene andere of meerdere

goe-„ deren in ons voorsz. schip zullen laten inladen of overnemen,

„ tenzij daarvan mede ten kantore van de inkomende en uit ., gaande regten behoorlijk aangeving zal zijn gedaan, en dal

„ ons hetzelve zal gebleken zijn bij de laadcedelen, die ons van

„ zoodanige nader in te laden goederen zullen worden

over„leverd, zonder dal daardoor, ook onzes wetens, 's lands ge-,. regtigheid zal worden verkort"

N.N.

NN.

N.N.

54. N a d a t deze verklaring zal zijn afgelegd en b e ë e d i g d , zal de magistraat of resident a a n den schipper verleenen eenen behoorlijken pas , na welks bekoming het hem vrijstaat zee te kiezen , mits alvorens zich ten h a v e n k a n t o r e , tot het voldoen v a n de ten dien aanzien bestaande verordeningen,

54. N a d a t deze verklaring zal zijn afgelegd en b e ë e d i g d , zal de magistraat of resident a a n den schipper verleenen eenen behoorlijken pas , na welks bekoming het hem vrijstaat zee te kiezen , mits alvorens zich ten h a v e n k a n t o r e , tot het voldoen v a n de ten dien aanzien bestaande verordeningen,

In document F > #* ac gfiti' (pagina 172-191)