• No results found

REGLEMENT OP HET LOSSEN EN LADEN VAN GOUVERNEMENTSGOEDEREN

In document F > #* ac gfiti' (pagina 129-132)

BUITENZOKG, 22 Maart 1827.

De Commissaris-Generaal over Nederlandsch-Indiè' ; Gelezen eene missive van de Commissie, benoemd bij Besluit van 4 Augustus 1.1., n°. 1, in dato 8 February 1.1., daar-bij kennis gevende, dat daar-bij eene herziening van het Regle-ment op het laden en lossen van goederen voor rekening van het Gouvernement, vastgesteld bij Resolutie van 24 October 1822, (Staatsblad n°. 45), het aan dezelve is toe-geschenen, dat hetzelve voor onderscheidene verbeteringen en wijzigingen vatbaar was, zoodanig dat voornoemd Reglement ook op andere plaatsen dan Batavia, waarvoor hetzelve alleen was ingerigt, kan worden toepasselijk gemaakt;

Gelet op de consideration en het advijs van de Indische Regering, bij missive van den loden dezer, n°. 382;

Gezien de Resolutie van 24 October 1822, (Staatsblad n°. 45);

Heeft goedgevonden en verstaan, met intrekking van het bij Resolutie van 24 October 1822 , n°. 7, (Staatsblad n°. 45) , gearresteerde Reglement op het laden en lossen van goe-deren voor rekening van het Nederlandsch-Indisch Gouver-nement, te arresteren, zoo als geschiedt bij deze, het navolgende

REGLEMENT op het lossen en laden van goederen voor re-kening van het Gouvernement in Nederlandsch-lndiè' aange-bragt, of naar elders vervoerd ivordende.

Art. 1. Alle ontschepingen van gelden en goederen, van welken aard die ook zijn mogen, zullen onmiddellijk door de Havenmeesters geschieden.

2. Bij aankomst van schepen met Gouvernementsgoede-ren of gelden beladen, zullen de Havenmeesters aan de gezaghebbers en supercarga's, welke krachtens art. 4 van het Ha ven-reglement, zich tot hen moeten vervoegen, te kennen geven, dat de ontlossing derzelve ten hunnen overstaan moet geschieden, en hun alzoo afvragen, op welken dag met de ontlossing een aanvang kan worden ge-maakt , welke artikelen zij iederen dag zullen ontschepen en welk getal van losvaartuigen de gezaghebbers oordeelen tel-ken dage te zullen noodig hebben.

De Havenmeesters geven onmiddellijk hiervan bij nota kennis aan de Pakhuismeesters of Ontvangers.

3. Het is der zorg van de Havenmeesters aanbevolen, dat het aangevraagde getal losvaartuigen op den dag, voor de ontlossing bepaald, zich vroegtijdig aan boord der schepen bevinde, ten einde alle stremmingen in de aangevangen ont-lossing voor te komen.

4. Daarentegen zullen de gezaghebbers gehouden zijn tot de voldoening der praauwloonen van zoodanig getal praau-wen, als welke, schoon door hen aangevraagd, echter niet ten dienste van den Lande gebruikt geworden en alzoo zonder lading terug gekeerd zijn, hetgeen aan de bijzon-dere zorg van de Havenmeesters blijft aanbevolen. Insge-lijks komen de extra loonen der praauwen, welke veroor-zaakt worden door den afscheep van andere artikelen, dan die welke voor iederen dag zijn opgeheven, ten laste van de gezagvoerders.

5. Alle voerders van schepen en vaartuigen zijn verpligt bij hunne aankomst zich onmiddellijk te vervoegen aan de Residenten , en zullen in geval zij gelden of goederen voor rekening van het Gouvernement aanbrengen, de papieren dezer ladingen aan dezelve overhandigen.

6. Om de Havenmeesters in staat te stellen, do aan hen opgedragen ontlossing met het minste verwijl te doen plaats hebben , zal hun door de Residenten worden ter hand ge-steld een uittreksel van de facturen, houdende de hoeveel-heid fusten of goederen en gelden, op welk uittreksel de Havenmeesters, tot bespoediging van de lossing, dadelijk zelfs het gewone consentbiljet van het Departement der In-en Uitgaande regtIn-en zullIn-en aanvragIn-en ; zij verwittigIn-en hiervan de Pakhuismeesters en de Ontvangers.

7. De facturen, de ladingen betreffende, zullen voor zoo veel noodig, door de autoriteiten aan welke het aangebragte is geconsigneerd, aan de Residenten worden gezonden, die daaruit het opgenoemde uittreksel, zonder verwijl, doen ver-vaardigen. In geval de originele facturen van andere Depar-tementen het eerst bij de Residenten komen, dan zullen zij dezelve aan de Departementen zenden.

8. Zoodra ter kennis van de Havenmeesters zal zijn ge-bragt, dat de beladene praauwen zijn aangekomen, zullen zij daarvan kennis geven aan zoodanige autoriteiten, als daarmede eenige bemoeijing hebben; zullende zij in allen gevalle, zonder oponthoud, voortgaan met de gelden en goedoren uit de schepen te doen lossen en overbrengen naar zoodanige Departementen en bergplaatsen, als waartoe de-zelve behooren.

9. De respective autoriteiten , hierboven bij art. 8 be-doeld, zullen op de kennisgave, hun door de Havenmees-ters , van de geheele of gedeeltelijke ontlossing gedaan, ver-pligt zijn het geloste dadelijk in ontvang te doen nemen, en daarvan een bewijs aan den schipper af te geven.

10. Alzoo de ontlossing meerdere dagen zal kunnen duren, zal van elke partij , dagelijks aangebragt wordende, het hierboven bedoelde bewijs van ontvangst, aan den schip-per moeten worden verleend.

11. Wanneer al de goederen en gelden in de magazijnen of bergplaatsen waartoe zij behooren, zullen zijn gebragt, en onbeschadigd, onverminderd met ongeschondene plombs of zegels, en dus in denzelfden staat, als waarin dezelve zijn ontvangen, door den schipper zullen zijn uitgeleverd, zullen de onderscheidene aan hem verleende dagelijksche bewijzen van ontvangst worden ingetrokken , en daarentegen aan hem verleend een generaal bewijs, geteekend door den-gene , die de ontvangst gedaan heeft en voor conform door den gezagvoerder; en zal met de afgifte van hetzelve de meeste spoed behooren te worden gemaakt; te welken einde de schippers verpligt zullen zijn, zich na de geheek-ontlossing, dadelijk te wenden aan dengene, aan wien de aflevering heeft plaats gehad; zullende in allen gevalle de Departementen, dan wel de respective Pakhuismeesters, wanneer de schipper in gebreke blijft zich aan te melden, desniettemin gehouden zijn denzclven te ontbieden.

12. Met deze bewijzen van goede uitlevering voorzien , zal do schipper of wel de agent of agenten van deszelfs bodem, zich wenden tot den Resident van de plaats, om van denzelven, of wel door diens tusschenkomst, binnen den tijd, bepaald bij het contract met de reeders aangegaan, voldoening te erlangen van de vracht of het generaal bedrag der facturen; zullende wanneer van de zijde der Gonverne-ments-ambtenaren hieruit eenig nadeel mögt voortvloeijen, dit nadeel worden verhaald op dengene die hiervan de oorzaak is ; en ten einde deze bepaling op eene meer zekere wijze te doen werken, zal door den Resident aan den schip -per worden verleend een reçu , waaruit blijkt, wanneer en welke bewijzen van goede uitlevering enz., door hem, aan den Resident zijn overhandigd.

De Resident ontwarende, dat eenige bewijzen tot de ge-heele afrekening ontbreken, zal zulks den gezagvoerder of agent bekend maken, en geen reçu afgeven, vóór dat al de stukken compleet zijn, waarin hij alle hulp en assistentie zal moeten verleenen.

13. "Wanneer schepen ambtenaren of militairen overge-voerd hebben, zullen deze ambtenaren en de Kommandant van het detachement militairen, vóór hun vertrek van boord, aan den schipper eene schriftelijke verklaring ter hand stellen, houdende of hij al dan niet aan het contract, voor derzelver overvoer, heeft voldaan , en zoo zulks het geval niet mögt blijken geweest te zijn, waarin hij in gebreke is gebleven ; en zullen de Havenmeesters, bij aankomst van zoodanige schepen, dadelijk aan de ambtenaren en komman-danten der detachementen van deze bepaling kennis geven.

14. Ingeval onder de aangebragte kisten of vaten zich eenige mogten bevinden, wier uiterlijke staat beschadiging aanduidt, zal door den Chef van het Departement, voor hetwelk de goederen zijn aangebragt of wel voor zoo veel zulks het civile Departement betreft, op aanvrage van de Pakhuis-meesters aan de Residenten, door dezen eene Commissie (geenc geldelijke belooning genietende) worden benoemd, om ten overstaan van den schipper of van de agenten van het schip , over te gaan tot de opening van zoodanige kisten of vaten, ten einde de gesteldheid van den inhoud te on-derzoeken ; zullende naar gelang der innerlijke bevinding, ten aanzien van het al dan niet in ontvang nemen dezer

g o e d e r e n , gevolgd worden de b e p a l i n g e n , te dezen opzigte bij de contracten van overvoer v o o r k o m e n d e , hetwelk in allen gevalle met allen spoed geschieden m o e t , ten einde niet overschreden worde de tijd tot ontlossing en betaling bij de contracten vastgesteld.

Ook z a l , voor zoo verre de militaire goederen betreft, de examinatie daarvan in een der civile pakhuizen moeten p l a a t s h e b b e n , speciaal tot gerijf van den schipper.

15. D e afscheep van gelden en goederen i s , in derzelver voege als de ontlossing, ook a a n de Havenmeesters opgedragen. Zij erlangen mitsdien van de residenten opgave v a n hetgene afgescheept m o e t worden ; zij vragen de praauwen aan , mits-gaders de consentbiljotten van het D e p a r t e m e n t der I n k o m e n d e en Uitgaande regten ; bepalen den tijd, in overleg met de g e -concerneerden , en zorgen dat alles n a a r behooren geschiede.

16. E v e n als de gezaghebbers van schepen verpligt zijn, het praauwloon to v o l d o e n , in de gevallen bij art. 4 omschre v e n , zullen altoos de extra praauwloonen blijven voor re-kening van d e n g e n e , welke dezelve zal hebben veroorzaakt.

17. V o o r de gelden en g o e d e r e n , welke dadelijk n a a r boord worden g e z o n d e n , zullen door den schipper of diens vertegenwoordiger worden verleend voorloopige bewijzen van ontvangst. Zoodra de afscheep zal zijn voltooid, zullen de bewijzen, tegen overgifte van behoorlijk door den schipper geteekende cognossementen, worden ingetrokken en vernietigd.

18. W a n n e e r , van wege het G o u v e r n e m e n t , met een vol-gens de bestaande bepalingen geëxamineerd en goedgekeurd s c h i p , hetzij op v r a c h t , dan wel m e t een expres daartoe ingehuurd v a a r t u i g , geldon of g o e d e r e n , van welken aard die ook zijn, worden v e r z o n d e n , zal d a a r v a n den H a v e n -meester door de autoriteit die zulks a a n g a a t , zonder tijd-verzuim , eene duidelijke en schriftelijke opgave moeten wor-den g e d a a n , ten einde wor-denzelven in staat te s t e l l e n , de wijze van belading en de inname van den ballast g a d e te s l a a n , en dit met overleg van den gezagvoerder te regelen.

19. W a n n e e r al het tot den afscheep bestemde zal zijn ingescheept, zal de H a v e n m e e s t e r , vóór het vertrek van het s c h i p , zich n a a r b o o r d moeten b e g e v e n , ten einde zich te o v e r t u i g e n , dat hetzelve behoorlijk op deszelfs last ligt, en d e lading op eene solide wijze gestuwd i s ; zullende hij w a n n e e r hij m ö g t bevinden, dat zulks n o g eenige n a d e r e voorziening mögt vereischen, daartoe onmiddellijk de noodige bevelen a a n d e n schipper g e v e n , die alsdan zal verpligt zijn, het g e b r e k k i g e , zonder verwijl, te herstellen. V a n zijne ver i'igtingen in d e z e , zendt de Havenmeester een schriftelijk, door den gezagvoerder m e d e g e t e e k e n d , r a p p o r t a a n den R e s i d e n t , die hetzelve, met de verdere papieren tot het in gescheepte betrekking h e b b e n d e , aan de Directie v a n 's L a n d s producten en civile magazijnen zal inzenden.

20. D e b e p a l i n g e n , voorkomende in de bijzondere instruc-tion voor de P a k h u i s m e e s t e r s , en die voor het verzenden v a n militaire kleeding- en equipementstukken, mitsgaders voor den vervoer en de ontvangst van g e l d e n , blijven ove-rigens in derzelver volle bracht en werking.

2 1 . T e n einde de gezagvoerders van schepen en vaartuigen, speciaal die uit Nederland a a n k o m e n , niet zullen onkundig blijven van de bepalingen, omtrent het laden en lossen der door hen in te n e m e n of uit te leveren gelden of goederen g e m a a k t , zal hun door de Havenmeesters , bij hnnne a a n -k o m s t , v a n dit Reglement -kennis worden g e g e v e n , tot wel-k einde hetzelve bij de Havenmeesters in de verschillende talen ter lezing zal liggen, of ter leen zal zijn te bekomen.

Zullende de gezagvoerders gehouden zijn, in een daartoe aangelegd boek te v e r k l a r e n , dat zij m e t den inhoud van hetzelve bekend g e m a a k t zijn.

2 2 . T e r voorkoming van alle onzekerheid en o p o n t h o u d , welke bij het D e p a r t e m e n t der I n k o m e n d e en Uitgaande regten zouden k u n n e n o n t s t a a n , m e t betrekking tot den in-e n uitvoin-er van 's L a n d s g o in-e d in-e r in-e n , zoo wordt b in-e p a a l d , dat bij den a a n b r e n g van geld en g o e d e r e n , door de Residen-ten aan den Plaatselijken ontvanger der I n k o m e n d e en Uit-g a a n d e reUit-gten zal worden Uit-gezonden een extract uit al de facturen, terwijl bij verzendingen, de autoriteit, die den af-scheep o r d o n n e e r t , den voormelden Ontvanger een kopij van het project ter verzending zal mededeelen.

2 3 . H e t tegenwoordige reglement is in het bijzonder van toepassing voor alle p l a a t s e n , waar zich afzonderlijke H a -venmeesters bevinden ; hetzelve zal evenwel op andere plaat-s e n , w a a r geene zoodanige H a v e n m e e plaat-s t e r plaat-s zijn, zooveel mogelijk worden n a g e k o m e n .

Afschrift d e z e s , enz.

A L G E M E E N E B E P A L I N G E N O P D E N O V E R V O E R N A A R N E D E R L A N D V A N D E T A C H E M E N T E N G E G A G E E R D E O E G E P A S P O R T E E R D E M I L I T A I -R E N , A A N B O O -R D V A N P A -R T I C U L I E -R E S C H E P E N . Resolutie van den Gouverneur-Generaal oan Nederlandsch-Indië, in Rade, van 23 Maart 1 8 3 6 , n<>. 2.

N a d e r gelezen, enz. ;

I n a a n m e r k i n g n e m e n d e , d a t , hoezeer bij de uitbreiding, welke de cultures op Java erlangd h e b b e n , en het daaruit voortvlocijende gebrek aan scheepsruimte voor den overvoer n a a r Nederland van buiten dienst gestelde militairen, het wenschelijk i s , dat die verzending zoo veel mogelijk ge-schiede , hetzij met oorlogsschepen, als wanneer de bedoelde manschappen worden behandeld even als de scheepsequipaad-j e n , hetzischeepsequipaad-j op den voet, als bepaald is bischeepsequipaad-j Resolutie van 26 F e b r u a r y 1 8 3 3 , n°. 2 (Staatsblad n°. 1 0 ) , de noodzake-lijkheid evenwel bestaan k a n , om talrijke detachementen van dusdanige m a n s c h a p p e n met particuliere schepen te doen v e r v o e r e n , in welke g e v a l l e n , gelijk de ondervinding bewe-zen heeft, meer bepaalde voorschriften omtrent derzelver behandeling aan boord vereischt w o r d e n ;

I s goedgevonden en v e r s t a a n :

Eerstelijk. T e n gevolge en m e t instandhouding der R e s o -lutie van 26 Februari]' 1 8 3 3 , no. 2 , (Staatsblad n ° . 1 0 ) , te arresteren de navolgende

A L G E M E E N E B E P A L I N G E N op den overvoer naar Neder-land, van detachementen gegageerde of gepasporteerde mili-tairen, aan boord van particuliere schepen.

A r t . 1. D e scheepsrnimte voor de m a n s c h a p p e n m o e t , overeenkomstig het bepaalde bij Resolutie van 7 October 1 8 3 2 , n°. 7 , b e d r a g e n , voor iederen p e r s o o n , zes voeten rijnlandsch in de lengte en twee voeten rijnlandsch in de breedte. H e t tussehendek zal eene bekwame hoogte moeten hebben.

2. D e manschappen zullen tusschendeks gelogeerd worden.

V o o r elk hunner z a l , van l a n d s w e g o , eene h a n g m a t met het daarbij behoorende kooigoed worden verstrekt. D e bakskisten met het komaliewant, benevens het drinkwater voor de man-schappen, zar m e d e voor rekening van den L a n d e verstrekt worden.

3. D e schcepsgezagvoerder is verantwoordelijk voor de reinheid van het logies der m a n s c h a p p e n . T o t die reinheid zal hij van dezelve kunnen gebruik m a k e u . T e n einde de luchtigheid te bevorderen, zal d e gezagvoerder verpligt zijn, de l u i k e n , bij goed w e d e r , steeds open te doen h o u d e n , en waar het noodig i s , roosters te doen leggen. Hij zal v o o r t s , dagelijks, koelzeilen of ventilators boven het logies doen p l a a t s e n , tot verversching der lucht.

H e t logies zal door planken m o e t e n zijn afgescheiden van het verblijf der equipaadje en van de bergplaatsen der victualie en andere goederen. I n het logies zal niet anders m o g e n worden geborgen dan de bakskisten, kooigoed en kleederen der m a n s c h a p p e n . D e hangmatten zullen steeds behoorlijk moeten worden opgehangen. •

4. D e spijzen voor de manschappen zullen door den schcepskok moeten worden gereed g e m a a k t en toegediend op dezelfde tijdstippen, als bepaald is voor de schafting der scheepsequipaadje.

D e z e voeding zal voor elk bestaan in het v o l g e n d e : i E e n half pond meel voor p u d d i n g , benevens

| een half pond gezouten vleèsch.

i Katjang n a a r genoegen, m e t uijen en p e p e r , j benevens een half pond gezouten spek.

i Rijst n a a r g e n o e g e n , en een half p o n d ge-I zouten spek.

i Katjang n a a r g e n o e g e n , m e t uijen en p e p e r , I benevens een half' pond gezouten spek.

i E e n half pond meel voor pudding en een I half pond gezouten vleesch.

i Rijst n a a r g e n o e g e n , en een half p o n d ge-( zouten spek.

i Katjang n a a r g e n o e g e n , met uijen en p e p e r . ) benevens een half pond gezouten spek.

T w e e r a n t s o e n e n arak, elk van een half mutsje.

Vier p o n d e n hard brood.

D r i e vierde pond Hollandsche boter.

E e n half p o n d koffij.

E e n p o n d s u i k e r , en

T w e e mutsjes Europesche azijn,

gezagvoerder zal moeten zorgen voor de vereisehte Zondags .

Maandags Dingsdags

Woensdags Donderdags Vrijdags . Zaturdags Alle dagen

• Weeks.

D e

hoeveelheid z o u t , p e p e r , uijen, knoflook, b r a n d h o u t en licht.

DEN HANDEL, SCHEEPVAART ENZ., LN NED. OOST-INDIE. 119

Bij de victualiëring zal gerekend moeten worden op dertig ponden rijst en zes ponden katjang per man 's maands.

De agenten van het schip zullen zorgen , dat er goede provision aan boord zijn , toereikende voor eene reis van ten minste een honderd twee en tachtig dagen.

Het verstrekken van gort, in stede van rijst, van gie of varkensvet, in stede van boter, en van erwten, in plaats van katjang, is verboden.

5. Het vereischte getal vaatwerk voor drinkwater zal voor rekening des reedcrs moeten worden beschikbaar gesteld zullende dit vaatwerk van zoodanige deugdzaamheid moeten wezen, dat het water daarin lang kunne goed blijven.

6. Ho uitdeeling der levensmiddelen zal, volgens scheeps gebruik, geschieden ten overstaan van den kommandant van het detachement of' van iemand zijnentwege, die tevens zal zorg dragen dat niets, en speciaal niet het drinkwater ver kwist of verwaarloosd worde.

7. Niet dan bij hooge noodzakelijkheid zal rantsoen van water worden gegeven. In zoodanig geval zal het rantsoen worden bepaald door den schcepsgezagvoerder, met overle;

van den kommandant van het detachement.

8. Buiten kosten van den Lande zal zich eene behoorlijk hoeveelheid spijzen voor zieken, aan boord moeten bevin-den, te weten:

Sago en arrowroot in fiesschen.

Witte tafelrijst.

Witte suiker.

Hollandsche stroop.

„ boter.

Rozijnen, pruimen, appelen of andere gedroogde vruchten, die door geneeskundigen geschikt voor zieken worden geoordeeld.

Witte beschuit of hard brood van tarwemeel.

Limoensap.

Tamarinde-stroop.

Roode wijn.

Thee.

Hoenders of andere middelen tot vervaardiging van goed vlceschnat.

9. Aan boord zal een scheepsdoctor moeten aanwezig zijn, die geadmitteerd is tot het uitoefenen der genees- en heelkunde; alsmede, voor schecpsrekening, eene behoorlijk voorziene medicijnkist, benevens de voornaamste chirurgicale instrumenten.

De spijzen en dranken voor zieken bestemd, hierboven tij art. 8 vermeld, zullen op voorschriften van den scheeps-doctor of van den officier van gezondheid, met de genees-kundige dienst aan boord belast, moeten verstrekt worden.

10. De agenten van het schip zullen, ten minste acht dagen vóór den zeildag, aan de autoriteit, die de chertepartij heeft gesloten, eene opgave indienen van de aan boord voorhanden ziekenkost, medicijnen en chirurgicale instrumen-ten; zullende deze opgave, door de gemelde autoriteit, wor-den gezonwor-den aan wor-den Piaatselijken chef over de genees kundige dienst, om van denzelven te vernemen, of die voor-raad geëvenredigd is aan het getal der te embarkeren Qianschappen.

11. Aan boord zal een afzonderlijk verblijf voor de zieken, of eene zoogenaamde ziekengrens, moeten zijn ingerigt, bij 5,'oed weder, voorzien van een koelzeil, tot verspreiding van 'ersehe lucht.

Van tijd tot tijd zullen de vereischte berookingen moeten worden gedaan, en vooral de ziekengrens met azijn worden

besprengd.

Voor 's Lands rekening zullen afzonderlijke hangmatten

e« kooigoed, ten gebruike der zieken verstrekt worden.

12. Wanneer de zieken, gedurende de reis behoorlijk ver-pleegd zijn, dan zal in Nederland aan den scheepsdoctor

e e«e premie worden betaald van drie gulden, voor eiken 'nan van het detachement , die aldaar levend zal worden

°Mschecpt. Zullende de doctor zich hieromtrent onderwerpen

a an de beslissing van het Departement voor de Koloniën.

!3. Aan den kommandant van het detachement zullen in Uds, van wege het Militaire Departement, de noodige in-duction worden gegeven, omtrent de wijze, waarop de

n l e"st aan boord en eene goede policie onder het

detache-^en t uitgeoefend zal moeten worden, en omtrent het bewa-n eebewa-ner goede verstabewa-ndhoudibewa-ng met debewa-n gezagvoerder ebewa-n 6 schepelingen. Gemelde kommandant zal voor alle

wan-de, gedurende de reis, door zijn detachement veroorzaakt,

^i-antwoordelijk zijn.

!*• De scheepsgezagvoerder bepaalt de uren van schafting,

overeenkomstig scheepsgebrm'k, en de manschappen van het detachement zullen zich daaraan onderwerpen.

15. De kommandant van het detachement zal zorgvuldig vermijden, om zich in te laten met zaken, die betrekking hebben tot de directie van het schip of de equipaadje. Hij zal stipt toezien, dat dit ook door zijne ondergeschikten worde in acht genomen.

De scheepsgezagvoerder zal zich daarentegen niet met de directie over de manschappen van het detachement bemoeijen.

In geval van beleedigingen, zullen de beleedigden zich moeten beklagen bij den chef van den bcleediger, zoo dat de schuldigen door derzelver eigen chefs worden gecorrigeerd.

16. De manschappen van het detachement zullen aanboord altoos zindelijk gekleed moeten zijn, het hoofdhaar kort be-sneden hebben, zich behoorlijk reinigen en nimmer in "de open lucht overnachten. De kommandant zal zich gedurig verzekeren, dat zulks worde in acht genomen.

17. Het tabak rooken, tusschendeks, is aan het detache-ment verboden.

18. De manschappen van het detachement zullen , tot be-vordering hunner gezondheid, zoo veel mogelijk, in bewe-ging worden gehouden. Degenen, die daartoe niet door ziekte of gebreken worden buiten staat gesteld, zullen mits-dien wachten doen en, op aanwijzing van den gezagvoerder, scheepswerk verrigten, op het dek of onder het bei-eik van hetzelve.

19. De kommandant van het detachement zal waken, dat aan de manschappen worde verstrekt hetgeen bij de schaft-order is voorgeschreven. Daaraan iets ontbrekende, zal hij

19. De kommandant van het detachement zal waken, dat aan de manschappen worde verstrekt hetgeen bij de schaft-order is voorgeschreven. Daaraan iets ontbrekende, zal hij

In document F > #* ac gfiti' (pagina 129-132)