• No results found

NIJVERHEID H EN MIJNWERKEN

In document F > #* ac gfiti' (pagina 159-165)

R E S O L U T I E van den Gouverneur-Generaal in Rade, i>

17 October 1820, n°. 7 , tot hel algemeen maken van maat-regelen in Nederland genomen tot opbeuring van de fabrij-ken van lafabrij-kens en andere leollen stoffen.

Gelezen eene missive van Zijne Excellentie den Minister voor het Publieke Onderwijs, de Nationale Nijverheid en de K o l o n i ë n , gedagteekend 's Gravenhage 2 3 Junij 1820 n". 5 / 9 3 , dienende ten geleide van een E x e m p l a a r van Z . M . Besluit van 1 Junij te v o r e n , n ° . 1 4 , houdende maatregelen ter opbeuring der Inlandsche fabrijken van lakens en andere 'ivolien manufacturen ;

E n hierop gedelibereerd en in aanmerking genomen zijnde, dat het allezins tot bevordering van het d o o r Zijne Majesteit bedoelde heilzame oogmerk strekken z a l , dat a a n dit Besluit alle mogelijke publiciteit in deze kolonie worde gegeven;

Is goedgevonden en v e r s t a a n , het Besluit v a n Z. M . den K o n i n g , de dato 1 Junij 1 8 2 0 , houdende maatregel tot opbeuring der Inlandsche fabrijken van lakens en andere wollen stoffen, op eene officiële wijze te doen insereren in de Bataviasche C o u r a n t , onder kennisgave, d a t de Begering van de vaderlandsliefde der ingezetenen v e r w a c h t , d a t zij zoo veel mogelijk zullen medewerken tot bevordering van 's Konings heilzame bedoelingen.

W I J W I L L E M , E U D E G R A T I E G O D S , K O N I N G D E R N E -D E R L A N -D E N , P R I N S V A N O R A N J E - N A S S A I T , G R O O T - H E R T O G VAN L U X E M B U R G , E N Z . E N Z . E N Z .

Overwegende, dat Ons v a n tijd tot tijd verzoeken en voor-dragten zijn g e d a a n , ten einde Onze zorgen daar zouden henen leiden, o m a a n de lakens en alle andere soorten van manufacturen geheel of gedeeltelijk v a n wolle zamengesteld, en binnen Ons Rijk gereed w o r d e n d e , meerder vertier te g e v e n , en den bloei v a n dit belangrijk deel van Nationale industrie te bestendigen ;

Overwegende, d a t het Ons geschikt is v o o r g e k o m e n , Onzen wil en voornemen openbaar te m a k e n , o m , ter bereiking van dat o o g m e r k , alles bij te d r a g e n , w a t in Ons vermogen i s , en door Ons voorbeeld het algemeene gebruik der inland-sche manufacturen a a n te moedigen en t e bevorderen;

O v e r w e g e n d e , d a t onder de middelen, die tot het in stand brengen en handhaven v a n d e z e , de binnenlandsche vlijt aanmoedigende bedoeling, strekken k u n n e n , i n de eerste p l a a t s , in a a n m e r k i n g k o m t , het invoeren v a n een nationaal teeken of etiquette, d a t , m e t de striktste voorzorg aan het manufactuur gehecht, ter onderkenning dient van deszelfs ontwijfelbaren binnenlandschen o o r s p r o n g ;

O p de voordragt v a n Onzen Minister van Binnen], Zaken ; D e n R a a d v a n State gehoord ;

Gelet op do consideratiën van Onzen Minister voor het Publieke Onderwijs, de Nationale Nijverheid en de Koloniën ; Gezien het r a p p o r t der Staats-Commissie, benoemd bij Ons Besluit v a n 8 . A p r i l 1 8 1 8 , n°. 5 8 ;

Gezien de n a d e r e consideratiën van Onzen Minister voor het Publieke Onderwijs, de Nationale Nijverheid en de Koloniën;

D e n R a a d van State nader g e h o o r d ;

Gelet op het n a d e r e r a p p o r t van Onzen laatstgem. Minister ; H e b b e n besloten en besluiten :

A r t . 1. Gcene l a k e n s , karsaaijen, baaijen, saaijen en verdere manufacturen, geheel of' gedeeltelijk van wolle zamengesteld, zullen voortaan tot kleeding en verdere b e

-hoeften v a n 's Rijks marine of a r m e e , zoo hier te l a n d e , als in 's Rijks buitenlandsche koloniën en bezittingen, of van d e militairen en zeelieden derwaarts gezonden w o r d e n d e , mogen gebruikt w o r d e n , d a n zoodanigen die van den aan-vang af, tot de voltooijing t o e , binnen het Koningrijk zijn vervaardigd geworden, en waarvan ieder stak met een getuigschrift v a n Inlandsche fabrikagie, in voege als hierna g e -m e l d , v e r k r e g e n , voorzien is. E n zal z u l k s , als eene voor-waarde, bij do aanbestedingen bedongen en bij derzelver aankondiging bekend gemaakt worden.

Ook zal de Directie der In en Uitgaande Regten en I n d i -recte Belastingen, voor zoo verre hare onderhoorigen van 's Rijkswege gekleed w o r d e n , verpligt zijn, daartoe geene andere l a k e n s , karsaaijen, of andere manufacturen geheel of %edeelteiijk van wolle zamengesteld, te g e b r u i k e n , d a n die m e t het voormelde getuigschrift voorzien zijn.

Insgelijks zullen v a n Gouvernementswege, n a a r 's Rijks Oost-Indische bezittingen, gecne zoodanige manufacturen verzonden w o r d e n , dan die m e t het meergemelde .getuig-schrift van binnenlandsche fabrikagie zijn voorzien.

2. Bij den invoer op J a v a en M a d u r a , zullen alleen voor binnen dit Rijk vervaardigd, erkend en als z o o d a n i g , in gevolge O n s Besluit van 2 5 April 1 8 1 9 , n ° . 7 5 , v a n d e betaling d e r inkomende regten ontheven zijn, de l a k e n s , karsaaijen, baaijen, saaijen, duffels, dekens en verdere manufacturen, geheel of gedeeltelijk van wolle zamengesteld, dewelke van het voormelde getuigschrift voorzien zijn.

3. Alle Bestuurders of opzigthebbenden over wees- en armenhuizen, mitsgaders liefdadige gestichten, die v a n s Rijkswege cenigen vrijdom of onderstand genieten; alle Bcstuurderen en opzigthebbenden over gevangenissen, werk-huizen en soortgelijke t o t dwangarbeid verpligtende, mogen tot klccding en behoefte van alle p e r s o n e n , a a n hunne zorgen toevertrouwd, almede geene andere l a k e n s , kar-saaijen, baaijen, kar-saaijen, duffels, dekens en welk ander soort van manufacturen het zijn m o g e , tot welker zamenstelling wolle wordt gebezigd, a a n k o o p e n , d a n die het voorschreven getuigschrift van inlandsche fabrikagie bekomen hebben.

4. 'Pen einde al verder te doen blijken, h o e ernstig Wij den voorspoed der inlandsche fabrijken begeeren en tevens een voorbeeld tot derzelver bevordering willende g e v e n , zoo hebben Wij v o o r g e n o m e n , d a t voor Onzen P e r s o o n , Huis en alle die tot Ons H o f en dienst behooren , geene lakens of a n d e r e , geheel of gedeeltelijk, m e t wolle zamen-gestelde manufacturen, zullen gebezigd w o r d e n , d a n d e zoodanigen, die m e t het voorgemelde getuigschrift v a n in-landsche fabrikagie zijn voorzien.

E v e n zoo noodigen Wij alle hooge a m b t e n a r e n , magis-traatspersonen, beambten en officianten, zoo binnen O n s Koningrijk, als in Onze koloniën en bezittingen, in andere werclddeelen fungerende, ten ernstigste u i t , om v a n n u af a a n , zoo voor zich zelven, als voor h u n n e vrouwen en in-wonende k i n d e r e n , mitsgaders voor h u n n e liverei-bedienden en andere onderhoorigen, geene andere d a n zoodanige in-landsche lakens en verdere manufacturen, geheel of gedeel-telijk van wolle zamengesteld, te bezigen.

Bevelende Wij voorts allen en een iegelijk v a n Ons Koning-rijk a a n , om dit heilzame oogmerk te helpen b e v o r d e r e n , en o m voor het welvaren v a n den L a n d e in het algemeen (*) De Minister van Koloniën heeft o. a. ter kennis gebragt van de belanghebbenden : dat de certificaten van Nederlandschen oorsprong en bewerking, welke door de plaatselijke besturen worden afgegeven voor goederen, bestemd om naar Nederlamlsch-Indië te worden uitgevoerd, door die besturen bij voortduring op den thans gebruikelijken voet, in duplo, aan het Departement van Koloniën zullen worden ingezonden, ten einde, wanneer dezelve aan geene overwegende bedenkingen, wat den vorm betreft, onderhevig worden bevonden, van den stempel des Departements* en van een doorloopend register-nommer te worden voorzien, waarna de originelen zullen worden teruggezonden, ter uitreiking aan de belanghebbenden:

Dat die certificaten vdrfr de verzending der goederen, door de betrokken reeders, cargadoors, kooplieden of andere afzenders , zullen moeten worden aangevuld met eene door hen onderteekende verklaring, houdende eene duidelijke opgave van de kisten, balen, pakken of vaten, waarin de goederen worden verzonden, van de merken der emballagie en van de soort, kleur, getal, ellemaat, gewigt enz. der goederen, welke zich in iedere emballagie bevinden.

Dat de certificaten, voorzien van evengemeldc verklaring, andermaal aan het Departement van Koloniën zullen moeten worden ingezonden, vergezeld van eene opgave van de namen van het schip en den gezagvoerder, waarmede, en de haven van Nederlandsch-Indië, waarheen de goederen worden verzonden, en dat de certificaten alsdan bij gezegd Departement zullen worden voorzien van een visa.

en van zoo een aanzienlijken tak van hetzelve in het bij-zonder, Ons voorbeeld in dezen te volgen.

5. Ter verzekering van de voordeden, in de drie voor-gaande artikelen, aan de inlandsehe fabrijken van wollen stoffen gegeven, en ook voor de gebruikers, dat zij wezen-lijke iniandsche manufacturen bekomen, zal, ter onderken-ning van binnen het Rijk vervaardigde lakens, kazimieren, karsaaijen, baaijen, saaijen, duffels, dekens en alle andere manufacturen, geheel of gedeeltelijk van wolle zamengesteld, een nationaal teeken of etiquette worden ingevoerd, dat van hunne iniandsche fabrikagie getuigenis geeft.

6. Dit etiquette zal bestaan in een, in naam der hier na te melden Halle, of in plaatsen waar geene Hallen zijn, Gecommitteerden tot de fabrijken eigenhandig geteekend getuigschrift, dat het manufactuur waarop het gehecht is, voor inlandsch gefabriceerd verklaart.

Het zal vermelden wat soort van manufactuur het is, het doorloopende nommer der Hallo of van Gecommitteerden, de ellemaat van het stuk en den naam van den fabrikeur, die het getuigschrift heeft gevraagd, en zal hetzelve op het voor-end of voorste gedeelte van het stuk, op de meest ver zekerde wijze worden vast gemaakt.

Bovendien zal op hetzelve etiquette, door of van wege het Plaatselijke bestuur, geslagen worden het wapen van het Rijk, met het omschrift: Nederlandsch manufactuur; en wordt ten aanzien van hetzelve gerefereerd aan het model n°. 2 , bij het tegenwoordige besluit gevoegd.

7. Op geen manufactuur, geheel of gedeeltelijk van wolle zamengesteld, mag dit getuigschrift of etiquette gehecht, noch hetzelve met het Rijks wapen voorzien worden, dan nadat aan eene der Hallen, of waar geene Hallen zijn, aan Gecommitteerden voor de fabrijken gebleken is, dat het natio-nale manufactuur inderdaad van den aanvang af, tot dat het voltooid is toe , binnen 's lands is vervaardigd geworden.

8. Tc dien einde moet ieder stuk, voor hetwelk het natio-nale teeken of etiquette verlangd wordt, van wege de Halle of van Gecommitteerden der stad of plaats, waartoe de fabrikeur behoort, gedurende den tijd dat daaraan op het getouw geweven wordt, gezien en hetzelve gelood worden, en daarvan een weef-attost worden afgegeven. Hiervan zal ter bedoelde Halle of bij Gecommitteerden op de registers aanteekening gehouden en, op de herkenning daarvan , het nationale getuigschrift aangehecht worden.

9. Haar echter niet zelden lakens, karsaaijen en andere manufacturen geheel of gedeeltelijk uit wolle zamengesteld in eene plaats binnen het Rijk geweven , en in eene andere plaats voltooid worden, zullen ook zoodanige manufacturen na van eene der meermalen bedoelde Hallen of Gecommit-teerden , binnen het Rijk gevestigd, van een weef-attest te zijn voorzien geworden, op de herkenning daarvan, bij eene andere Halle of Gecommitteerden, het nationale getuigschrift of etiquette kunnen komen.

10. Voor de bovengemelde manufacturen, die bij de afkon-diging van dit Ons Besluit in de magazijnen der fabrikeurs.

op derzelver getouwen of in andere werkplaatsen van be-reiding , voor hunne rekening voorhanden zijn , en voor welke de fabrikeur het getuigschrift van Iniandsche fabrikagie zal verlangen, zal hij zich, binnen drie dagen na de bekendma-king van dit Besluit, in de plaats zijner woning aan de Re-gering dier plaats adresseren, met specifieke opgave der be-naming van het manufactuur en het magazijn of de werk-plaats, waar ieder stuk van hetzelve te vinden is, mitsgaders de lengte en breedte van hetzelve, en eene bijgevoegde ver klaring van denzclven fabrikeur, onder presentatie van eede, dat al dezelve manufacturen, binnen het Rijk , van den eer-sten aanvang af, zijn gefabriceerd en bewerkt geworden.

De Regering der plaats zal, op den dag na het expireren van den voorschreven termijn, aanvangen, om de gedane aangifte te doen verifiëren, stuk voor stuk, in het magazijn van den fabrikeur, op de weefgetouwen en in de werkplaatsen ter verdere bereiding, waar de manufacturen te vinden zijn, en deze verificatie ten spoedigste doen ten einde brengen.

Onder de magazijnen van den fabrikeur, worden niet verstaan begrepen te zijn de winkels, waar de manufacturen reeds tot verkoop gevonden worden.

Bijaldien de magazijnen van den fakrikeur, die de aan-gifte doet, de weefgetouwen of de bereidingsplaatsen niet gevonden worden in do plaats zijner woning of het ressort van dien, zal de Regering dier plaats de lijsten der aangegevcne manufacturen zenden aan de Regeringen der plaatsen, waar-onder dezelve behooren, met verzoek de verificatie in loco te doen verrigten en derzelver bevinding ten spoedigste op te geven.

Aan ieder stuk der afgewerkte manufacturen in het maga-zijn van den fabrikeur voorhanden maga-zijnde, zal van wege het Plaatselijke bestuur, binnen acht dagen na de verificatie, worden gehecht het getuigschrift, waarvan het model bij dit Besluit is gevoegd onder n°. 3 , en deze aanhechting niet mogen geschieden aan de stukken, na de aangifte der fabri-keurs in de magazijnen gebragt.

De lijsten der voornoemde manufacturen van de respective fabrikeurs in de plaats of het ressort wonende, op de weef-getouwen en in de werkplaatsen der bereiding gevonden zijnde, zullen aan het bestuur der Halle of aan Gecommit-teerden tot de fabrijken gezonden worden, zoodra die zullen zijn ingesteld, om dezelve te doen opnemen , looden, op derzelver registers te doen noteren, het weef-attest daarvan te doen afgeven, en daarmede verder te handelen, zoo als in dit Besluit ter bekoming van het tcekeu , of etiquette van Iniandsche fabrikagie , is voorgeschreven.

11. Geene lakens, karsaaijen, of andere manufacturen, geheel of gedeeltelijk uit wolle zamengesteld, van buiten 's lands , hetzij geheel afgewerkt, of wit, en geheel of ge-deeltelijk oiibereid, ingevoerd, zullen het getuigschrift in het laatstvoorgaande artikel, veel min het nationale teeken of etiquette verkrijgen, ofschoon dezelve ook hier te lande eeni-gerlei bewerking hebben ondergaan , of voltooid geworden zijn.

12. In alle steden en plaatsen van het Rijk, waar fabrijken van stoffen , uit wolle zamengesteld, gevonden worden en waar de Plaatselijke regering het voor de belangen der fa-brijken noodig oordeelt, zal door dezelve cene Halle worden opgerigt om te ontvangen de verzoeken der in die plaats wonende fabrikeurs, ten einde de in hunne fabrijk of in den omtrek der plaats of elders binnen het Rijk, te weven en te bereiden manufacturen met het teeken of etiquette van derzel-ver Iniandsche fabrikagie worden voorzien, daartoe het noodige onderzoek te doen verrigten en de onderscheidene middelen van zekerheid aan te wenden, om het Plaatselijke bestuur in staat te stellen , door het bestempelen van het etiquette met het wapen des Rijks, het verrigte der Halle te bekrachtigen.

13. In Leiden en andere plaatsen, waar reeds eene of meerdere Hallen voor de Iniandsche manufacturen bestaan, worden dezelve geconserveerd, met dien verstande nogtans, dat derzelver verordeningen, ten aanzien van het te geven getuigenis van Inlandsehe fabrikagie , moeten worden ingerigt naar den inhoud van het tegenwoordige Besluit.

14. In plaatsen, waar fabrijken van wollen manufacturen gevonden worden, maar waar derzelver gering getal, of eene andere omstandigheid aan de Regering het oprigten eener Halle onuoodig doet voorkomen, zal het aan de Re-gering vrijstaan een of meer gecommitteerden, uit haar mid-den , of uit de ingezetenen der plaats te benoemen tot het werk der fabrijken ; aan welke gecommitteerden hetzelfde gezag zal kunnen worden toegekend ten aanzien van het teeken van Iniandsche fabrikagie, als aan de Directeurs der Hallen wordt opgedragen.

15. Plaatsen, alwaar in het geheel geene hallen zijn opgerigt, noch Gecommitteerden tot het werk der fabrijken benoemd, zul-len voor de in dezelve gefabriceerd wordende goederen, ressor-teren onderde naaste plaats, waareene Halle gevonden wordt of Gecommitteerden tot de fabrijken zullen zijn aangesteld.

16. De Regeringen die eene Halle zullen oprigten of Ge-committeerden tot het werk der fabrijken benoemen, zullen verpligt zijn, daarvan onmiddellijk na de aanstelling, eene gemotiveerde aangifte te doen aan de Gedeputeerde Staten der provincie waartoe zij behooren, met opgave der be-noemden. De Gedeputeerde Staten der provinciën zullen daarvan, zonder verwijl, lijsten doen formeren en dezelve zenden aan het Ministerie voor het Publieke Onderwijs, de Nationale Nijverheid en de Koloniën.

17. Bij iedere Halle , alsmede in plaatsen waar geene Hallen, maar Gecommitteerden tot de fabrijken zijn, zullen twee Keurders worden aangesteld , waarvan de een de acti-ve , de andere de sedentaire dienst zal acti-verrigten ; in plaatsen, waar, uit hoofde van het gering belang der fabrijken, noch Hallen, noch Gecommitteerden bestaan, zal de Regering evenwel twee Keurders kunnen benoemen, die alsdan aan de Regering zelve ondergeschikt zijn.

18. De Keurders moeten elkander over en weder naar vereisch der omstandigheden, de hand leenen, en bij eene Halle dienstdoende, zijn zij bovendien tot al de haldiensten, over-eenkomstig dit Besluit, verpligt.

19. Die met de active dienst belast is, is gehouden, bij de n-etouwen of den weefstoel rond te gaan, terwijl het manufac-tuur op hetzelve geweven wordt, voor hetwelk het nationale

tee-DEN HANDEL, SCHEEPVAART ENZ., IN NED. OOST-INDlE.

: (n kon gevraagd is. Hij zal aan een der lijsten een loodje hechten.

De stempel tot hetzelve loodje zal wel kleiner, maar niet grooter mogen zijn van omtrek dan een Nederlandsen vijf-centstuk, en aan eene zijde de voorste letter dragen dei-stad of plaats en aan de tegenzijde eene N.

Om alle uamaking te verhinderen, zal uit den stempel een klein stuk geslagen worden, en zulks jaarlijks geschie-den uit een en nieuwen stempel.

De Keurder, met de active dienst belast, zal op een daartoe iugerigt handboekje aan teekenon:

lu. Den naam van den fabrikeur, w-ien het manufaetuur toebehoort.

2°. Den naam van den wever, die het onder handen heeft.

3°. De soort van manufactuur, die hij ziet weven en gelood heeft.

4°. De lengte van den ketting van hetzelve.

5°. Het doorloopende nommer aan hetzelve gegeven.

6°. Het jaartal en de dagteekening zijner verrigting in deze.

Hiervan zal hij een afschrift, met zijnen naam ondertee-kend, en met het gewone zegel der Halle, der Gecommit-teerden of der Regering voorzien, aan den wever geven, hetgeen dezen dient tot een weef-attcst en tevens om het daarin vervatte nommer, benevens den naam of firma van den fa-brikeur, en den naam van de stad of plaats in het vooreind van het stuk te weven of vóór de volling, in hetzelve vooreind met een sterken garen draad, te stikken, en niet slechts te rijgen of te naaijen.

liet voormelde wcef-attest, waarvan het model onder n°. 1, bij dit Besluit is gevoegd, wordt zorgvuldig bewaard bij den wever, en bij het inleveren van zijn afgeweven stuk, met hetzelve aan den fabrikeur overhandigd.

20. De Keurder, die met de sedentaire dienst belast is , toe-kent, uit het handboekje, op het register der Halle, of waar geene Hallo is , op dat der Gecommitteerden tot de fabrieken der stad of plaats over, wat op hetzelve geschreven staat.

21. Het nommer is doorloopende, onaangezien de ver-schillende soorten van het manufactuur, telken jare met n°. 1 beginnende tot het einde van hetzelve.

22. Als het stuk afgeweven ' is, wordt hetzelve, verzeld van liet afgegeven weef-attest en met opgave van den volder, verwer en andere bereiders, bij wie het stuk verder zal worden bewerkt, ter Halle, of waar geen Halle is, aan de Gecommitteerden tot de fabrieken der stad of plaats, ver-toond , het loodje en weef-attest onderzocht, en het een en ander overeenkomstig het register bevonden zijnde, wordt het weef-attest van wege de Hal-directie, of van Gecommitteerden, geviseerd en mot het stuk aan don fabrikeur terug gegeven.

23. Het loodje, door den Keurder aan het manufactuur gehecht, moet ongeschonden, gedurende alle volgende fa-briekbewerkingen , aan hetzelve verbonden blijven.

24. Als het stuk, op het persen na bewerkt is, wordt hetzelve, verzeld van het weef-attcst, ten tweeden male aan do Haldirectie of aan Gecommitteerden vertoond, om tegen het register herkend, genieten , en deze meting tegen de primitive lengte van den ketting fabriekmatig vergeleken te worden ; de maat wordt op het register en op bet weef-attest aan-geteekon d, en het stuk met het weef-attest aan den fabrikant terug gegeven.

25. Geperst zijnde, wordt het stuk, ten laatsten male, met het weef-attcst, ter Hallo, of aan Gecommitteerden ver-toond, om alsnu herkend zijnde, tegen intrekking van het loodje on weef-attest, door aanhechting van het nationale teeken of etiquette, als van den aanvang af, tot de voltooi-jing toe, binnen het Rijk gefabriceerd, door de ondertee-kening der Hal-directie of van Gecommitteerden geattes-teerd, en van wege het Plaatselijke bestuur, door bestem-peling van hot getuigschrift, mot het wapen des Rijks, als zoodanig, op Hoog gezag, bekrachtigd te worden.

26. De weef-attcsten en loodjes blijven op de Halle, of waar

26. De weef-attcsten en loodjes blijven op de Halle, of waar

In document F > #* ac gfiti' (pagina 159-165)