• No results found

Digitaal watermerken is kort gezegd een techniek om een boodschap te embedden in een digitaal signaal of gastobject. Het vormt daarmee de digitale variant van het analoge watermerk waarvan het watermerk in het bankbiljet het bekendste voorbeeld is.

De techniek van digitaal watermerken wordt eind jaren tachtig geïntroduceerd en komt halverwege de jaren negentig in de belangstelling te staan van onder meer de EU en de industrie vanwege de potentiële toepassingen voor het handhaven van intellectuele rechten in een digitale omgeving. Dit resulteert in een ontwikkeling van theoretische modellen die met name na de eeuwwisseling steeds meer volwassen worden en steeds vaker worden ingezet.

Watermerken worden in de literatuur op een aantal wijzen geclassificeerd. Ten eerste wordt er een onderscheid gemaakt tussen analoge (bankbiljet) en digitale watermerk-technieken. Bij digitale watermerken wordt daarna een onderscheid gemaakt tussen waarneembare en onwaarneembare watermerken waarbij bij beeldmateriaal ook wel wordt gesproken over zichtbare en onzichtbare watermerken.

Bij het ontwikkelen van onwaarneembare watermerken wordt gebruik gemaakt van verschillende technieken en principes uit de cryptografie en steganografie. Om watermerken onwaarneembaar te embedden wordt met behulp van verschillende technieken gebruikt gemaakt van de binaire code (nullen en enen) van het gastobject. Zo is een foto opgebouwd uit verschillende pixels waarbij iedere pixel een eigen binaire code heeft. Bij een methode zoals de Least Significant Bit modification (LSB) gaat men op zoek naar een deel van de foto waar het niet opvalt dat een pixel van kleur verschilt. Zo zal het niet opvallen wanneer je uit een foto waarop een dansend meisje met zwart haar is afgebeeld, één zwarte pixel een gradatie lichter maakt. Dat is met het blote oog onwaarneembaar en zal in beginsel alleen

Aanvallen op watermerksystemen

Verwijdering Geometrisch Cryptografisch Protocol

Denoising Remodulation Lossy Compression Quantization Warping Transformation Jittering

Brute forth key Collusion Averaging Orcale

Waterm. Inversion Copyattack

65 opvallen wanneer je in staat bent deze foto met het origineel te vergelijken. Alleen dan wordt duidelijk waar de verschillen zitten. Deze verschillen samen vormen het watermerk. Het watermerk kan allerlei boodschappen bevatten waaronder de naam van de licentienemer. De toegepaste techniek is mede afhankelijk van het soort (audio, video, foto) en type (bestandsformaat) gastobject. Duidelijk mag zijn dat hoe meer binaire code een bestand bevat hoe eenvoudiger het in de regel is om onwaarneembare watermerken aan te brengen.

De boodschappen kunnen verschillend van aard zijn. Watermerken kunnen dan ook voor verschillende toepassingen worden ingezet, zoals voor het indexeren van reclamebood-schappen voor televisie-uitzending of voor medische toepassingen in het kader van patiënt-veiligheid. De meeste toepassingen dienen er de bescherming van het auteursrecht en worden in de regel benoemd aan de hand van vier doelen: identificatie van de maker, traitor tracing, authenticatie van content en regulering van content waarvan de technieken die kopieer-beveiliging mogelijk maken de bekendste is. De gewenste toepassing is van invloed op het gebruik en succes van het watermerk. Watermerken hebben verschillende eigenschappen waarbij onderling sprake is van een bepaalde trade-off, waardoor de optimale mix van eigenschappen bepaald zal moeten worden aan de hand van de toepassing van watermerken. Die afweging heeft daarmee een belangrijke invloed op het succes van watermerksystemen. In dit onderzoek staat het onzichtbare digitale watermerk ter handhaving van het auteursrecht centraal. Meer in het bijzonder het traceren van de licentienemer, ook wel bekend als ‘(traitor) tracing’. Het idee achter deze toepassing is de rechthebbende in staat te stellen de licentienemer en daarmee de dader (traitor) te achterhalen. Deze watermerken worden in de literatuur in het domein van forensisch digitaal bewijs geplaatst. Het is van belang om op te merken dat men in de watermerkliteratuur zich vooral richt op de techniek van het watermerken en de gegevens die in het watermerk worden opgenomen als een vaststaand feit beschouwd waardoor er vanuit de watermerkliteratuur geen aandacht is voor de vraag of deze gegevens correct zijn. Voor het watermerk als bewijsmiddel is zowel de betrouwbaarheid van de gegevens die in het watermerk worden gestopt als de betrouwbaarheid van het watermerk als techniek relevant. In het vervolg van het onderzoek zal de juiste invoer van gegevens verder als uitgangspunt worden genomen, tenzij anders is beschreven. Dat betekent dat er van wordt uitgegaan dat de juiste gegevens van de licentienemer in het watermerk zijn opgenomen en dat het watermerk op de juiste wijze in het bestand is verwerkt. Wanneer een bestand op internet is aangetroffen kan het watermerk worden uitgelezen en wordt duidelijk wie de licentienemer is. Met het watermerk kan de rechthebbende aldus een verband te leggen tussen het op internet aangetroffen bestand en de licentienemer.

Bij het vaststellen van de (persoons)gegevens van de licentienemer in het kader van traitor tracing, komt het uiteindelijk neer op de vraag of het watermerk ten onrechte niemand kan vinden (fout-negatief) en of het watermerk mogelijk ten onrechte een onschuldige aanwijst (fout-positief).

66

Het proces van watermerken kan in vier fasen worden onderverdeeld: het aanbrengen (embedden), verspreiden, detecteren en interpreteren van een watermerk. Tijdens de eerste fase wordt informatie (het watermerk) aan het gastobject toegevoegd door middel van een sleutel en een codeeralgortime. Nadat het gewatermerkte gastobject in de tweede fase is verspreid bijvoorbeeld via het internet kan het in de derde fase worden gedetecteerd en gedecodeerd. Hiervoor is het noodzakelijk dat het gastobject zelf eerst wordt gevonden waarna het watermerk eerst moet worden gedetecteerd en daarna worden gedecodeerd. In de laatste en vierde fase moet het watermerk worden geïnterpreteerd. Dat betekent bij watermerken die voor traceerdoeleinden worden ingezet dat de boodschap moet worden gelezen en geïnterpreteerd. De resultaten leveren een kansberekening op ten aanzien van de aanwezigheid van een bepaald watermerk en uiteindelijk een kansberekening dat gevonden content toebehoort aan een bepaalde licentienemer. Dit kan ook plaatsvinden doordat er meerdere watermerken in content worden geplaatst.

Watermerktechnieken maken gebruik van een aantal eigenschappen die afhankelijk van de toepassing meer of minder gewenst zijn: waarneembaarheid, capaciteit, robuustheid, beveiliging en de kosten. Daarnaast is ook het gekozen embed- en detectiemechanisme van invloed op de betrouwbaarheid van een watermerksysteem. In bijna alle gevallen is er sprake van een trade-off en zullen er keuzes moeten worden gemaakt. Hoe groter de boodschap is die men wil verbergen hoe lastiger het zal worden om dit onwaarneembaar te doen. Om het watermerk als bewijsmiddel te kunnen gebruiken zal duidelijk moeten worden in hoeverre deze wisselwerking de betrouwbaarheid van het watermerk heeft beïnvloed.

Naast de eigen keuze voor de toepassing van watermerken en de gebruikte eigenschappen kan de betrouwbaarheid ook door zogenoemde aanvallen worden aangetast. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen aanvallen door normaal gebruik en zogenoemde malafide aanvallen waarbij in dit laatste geval de aanval opzettelijk gericht is op het onbruikbaar maken van het watermerk waardoor de betrouwbaarheid in het geding komt. Hoewel in beginsel ontelbare aanvallen denkbaar zijn wordt in de literatuur vooral gewezen op de meest aannemelijke aanvallen die bij het gepresenteerde watermerk denkbaar zijn. Vanuit de wetenschap zijn verschillende watermerksystemen gepresenteerd en becommentarieerd. Een literatuuronderzoek kan om die reden een belangrijk middel zijn om de betrouwbaarheid te onderzoeken. Ook het ‘overleven’ van competities met als doel watermerken te kraken kan een indicatie zijn van de betrouwbaarheid van het watermerksysteem. Voor het watermerk als bewijs zal het uiteindelijk van belang zijn dat duidelijk wordt hoe aannemelijk het is dat bepaalde aanvallen, de betrouwbaarheid van het watermerk en de resultaten van het proces hebben beïnvloed.

Het succes van watermerken als bewijsmiddel is afhankelijk van een juiste authenticatie van de licentienemer en de juiste toepassing van watermerktechnieken.

In dit hoofdstuk is duidelijk geworden hoe de rechthebbende met watermerken de licentienemer zou kunnen traceren wanneer deze de gewatermerkte content op internet plaatst.

67 Om de effectiviteit van het watermerk als juridisch bewijsmiddel te kunnen beoordelen is het van belang om vast te stellen wat het watermerk juridisch kan bewijzen. In de context van de waarheidsvinding en mogelijke verweren is het van belang te bepalen in welke situatie het watermerk de verkeerde uitkomst kan geven.

Daarop vooruitlopend zal in hoofdstuk drie blijken dat een betrouwbaar watermerk juridisch niet meer aan het bewijs kan bijdragen dan een verband te leggen tussen het aangetroffen bestand en de licentienemer. Zo kan het watermerk geen bewijs leveren voor de stelling dat de licentienemer inbreuk op het auteursrecht van de rechthebbende heeft gepleegd. De waarde van het watermerk als bewijsmiddel blijft in die zin dus beperkt tot het leggen van een verband tussen het op internet aangetroffen bestand en de licentienemer.

Om dat verband te kunnen leggen zal kort gezegd in het gehele proces de juiste gegevens moeten zijn verkregen van de licentienemer, deze gegevens op een juiste wijze als boodschap in het watermerk zijn opgenomen en moet het watermerk deze gegevens weer juist detecteren. Daarmee is tevens gegeven welke situaties ertoe kunnen leiden dat het watermerk uiteindelijk een verkeerde uitkomst geeft. Ten aanzien van het watermerk als bewijsmiddel kan de gedaagde of verdachte in een juridische procedure dan ook twee type verweren voeren. Ten eerste kan hij wijzen op mogelijke fouten die zijn gemaakt in de authenticatieprocedure, zoals fouten in de administratie. Ten tweede kan hij erop wijzen dat er iets is fout gegaan bij het inzetten van de techniek van watermerken waardoor er sprake is van een fout-positief. Ten derde kan hij erop wijzen dat iemand anders het watermerk met zijn gegevens in de content heeft geplaatst, bijvoorbeeld bij een hack van het watermerk. In de eerste tweede gevallen kan de fout per ongeluk of met opzet hebben plaatsgevonden. Het is immers ook denkbaar dat de rechthebbende opzettelijk de gegevens of het watermerk zelf heeft gemanipuleerd.

Deze mogelijke verweren worden in hoofdstuk vier nader besproken in hun juridische context.

69

3 Watermerken en handhaving van het auteursrecht

‘You can get more with a kind word and a gun than you can with a kind word alone.’1

3.1 Inleiding

In het vorige hoofdstuk is het watermerk benaderd vanuit de techniek, waarbij de gedachte in de watermerkliteratuur steeds is geweest dat het watermerk als bewijsmiddel een bijdrage kan leveren aan de handhaving van het auteursrecht door het mogelijk te maken de vermeende licentienemer te traceren (hierna: licentienemer).2 Vanuit die gedachte staat in dit onderzoek steeds de vraag centraal of het watermerk als juridisch bewijsmiddel kan dienen om een verband te leggen tussen het op internet aangetroffen bestand en de licentienemer.3

Om als juridisch bewijsmiddel bij te kunnen dragen aan de handhaving van het auteursrecht dient eerst onderzocht te worden of het watermerk geaccepteerd zal worden door de afnemers van digitale content (par. 3.2) en of het watermerk past in het handhavingsbeleid van de overheid en rechthebbenden (par. 3.3). De effectiviteit van het watermerk als juridisch bewijs-middel wordt vooral bepaald door de rol die het krijgt in de context van het bewijsrecht. Om te kunnen bepalen welke rol het watermerk kan spelen bij het vaststellen van inbreuk op het auteursrecht is nagegaan wanneer er sprake is van inbreuk op het auteursrecht. (par. 3.4). Tot slot is er aandacht voor de juridische bescherming van watermerken tegen verwijdering uit de digitale content (3.5).

In de navolgende paragraaf wordt eerst de mogelijke rol van het watermerk onderzocht bij de handhaving van het auteursrecht vanuit het perspectief van consumenten en uploaders (par. 3.2). Daarbij wordt in het licht van Digital Rights Management (DRM) en de kopieer-beveiliging in het bijzonder, eerst gekeken naar de vraag of consumenten bereid zijn het watermerk als bewijsmiddel te accepteren. Daarna wordt gekeken naar de vraag of het watermerk aansluiting vindt bij de drijfveren van consumenten om content te kopen en weerstand biedt tegen de drijfveren van uploaders en verspreiders van content om deze te verspreiden. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de vraag of het watermerk aansluit bij het handhavingsbeleid van zowel de overheid als particulieren (par. 3.3). Voor watermerken is het voorts van belang te kijken naar de vraag welke rol het watermerk kan spelen bij het bewijzen van inbreuk op het auteursrecht (par. 3.4). Centraal staat daarbij de vraag wat bewezen moet worden om inbreuk op het auteursrecht vast te stellen (probandum) en welke rol het watermerk daarbij als bewijsmiddel kan spelen. Als voorwaarde om als bewijs te kunnen dienen mag het watermerk niet uit de gastobjecten verwijderd zijn. De wijze waarop

1 Toegeschreven aan Al Capone (1899-1947). De bron is mij verder onbekend.

2 Voor in een kracht van gewijsde gedane beslissing van de civiele rechter (NL: art. 236 lid 1 Rv; BE: art. 28 Ger. W.) kan enkel worden gesproken van een vermeende licentienemer. Vanwege de leesbaarheid is er echter voor gekozen om de term licentienemer aan te houden. Zie ook par. 1.2.

3 Het watermerk levert in beginsel geen bewijs voor de vraag of de licentienemer ook inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht. Daarvoor is meer bewijs nodig (par. 3.4).

70

de beveiliging van het watermerk in de gastobjecten moet plaatsvinden is vooral een technische vraag. De juridische vraag is dan of het watermerk onder het bestaande regime voldoende juridische bescherming krijgt tegen het omzeilen en aantasten daarvan (par. 3.5). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting en conclusie (par. 3.6).