• No results found

Rolbrug van het hoofdgebouw (SFB) 1. Functionele beschrijving

3. Ontwerpcriteria en algemene informatie over de containers

4.2.1.4. Rolbrug van het hoofdgebouw (SFB) 1. Functionele beschrijving

De rolbrug dient om de containers en de uitrustingen in de behandelingshal en in de opslaghal te verplaatsen.

De door de rolbrug uit te voeren behandelingen zijn:

• Het lossen van een lege of geladen container van de roller en behandelingen van de hulpuitrustingen.

• Het plaatsen van een geladen container in de inspectiestand of in de opslaglocatie.

In het geval dat een opgeslagen container uit zijn opslagpositie moet worden verwijderd, is de rolbrug ontworpen om de bewerkingen in de tegenovergestelde richting uit te voeren.

Om het valrisico van een container te minimaliseren, is de rolbrug Single Failure Proof (SFP) volgens NUREG-0554 [15].

Naast het SFP-karakter van de rolbrug, en om de gevolgen van een val van een container tijdens een handeling te beperken, is de hoogte van de behandeling beperkt tot 3 m (zie §8.2.3.1 en referentie [19]). Een systeem van "switches" is geïntegreerd in de rolbrug zodat de hijshoogte begrensd is tot 3 m ongeacht het containertype en de afmetingen ervan. De levensduur die aan de leverancier van de rolbrug wordt opgelegd voor de mechanische en structurele onderdelen is 80 jaar.

De verplaatsing van containers gebeurt met een haak uitgerust met een hijsjuk. De lichtere handelingen (hijsjuk, diverse hulpuitrustingen) worden ofwel uitgevoerd met een hulptakel, ofwel met een monorail.

De toegankelijke zones van de rolbrug in de behandelingshal zijn voorgesteld op figuur 4.2-F8. Ook op de dwarsdoorsnedetekening (figuur 1.3-F3) is de plaats van de rolbrug in het SFB zichtbaar. De loopkat en de 250 kN-takel zijn geïnstalleerd op de rolbrug. Een 150 kN-monorailtakel kan worden verplaatst langs een van de hoofdliggers van de rolbrug. Wanneer de rolbrug niet gebruikt wordt, wordt deze in zijn parkeerpositie geplaatst in de behandelingshal boven de lege ruimte waar de roller kan komen. Deze positie vergemakkelijkt de toegang tot de rolbrug voor onderhoudsacties.

Hoofdtakel

De hoofdtakel beschikt over een nominale capaciteit van 1500 kN en de aandrijving gebeurt met een motor met variabele snelheid. De lier is uitgerust met een rem en een veiligheidsrem met vertraagde sluiting, en een snelheidsdetectie. De veiligheidsrem wordt geactiveerd wanneer overbelasting of een te hoge snelheid wordt gedetecteerd. Op de hijsinrichting is een lastmeetapparaat gemonteerd en er is een display voor de operatoren. Dit apparaat fungeert ook als lastbegrenzer.

De verschillende bewegingen worden beperkt door eindeloopschakelaars. De overbelastingsdetector stopt de hijsbeweging en schakelt de remmen in.

Hulptakel

Bijkomende handelingen (hijsjuk, hijsogen, deksel), worden uitgevoerd met behulp van een standaard 250 kN-takel.

Het hijstuig is voorzien van een dienstrem, een veiligheidsrem met vertraagde sluiting, een lastbegrenzer en een draaiende haak. Het hijsen gebeurt door een motor met variabele snelheid. De verschillende bewegingen worden beperkt door eindeloopschakelaars. De overbelastingsdetector stopt de hijsbeweging en schakelt de remmen in.

De loopkat en het richtingsmechanisme

De loopkat is voorzien van twee motorreductoren met variabele snelheid voorzien van remmen die elk een rol aandrijven. De bewegingen zijn aan elk uiteinde beperkt door eindeloopschakelaars en stoppen.

De rolbrug en het verloopmechanisme

De rolbrug is voorzien van twee motorreductoren met variabele snelheid voorzien van remmen die elk een rol aandrijven. De bewegingen zijn aan elk uiteinde beperkt door eindeloopschakelaars en stoppen.

Het hijsjuk

De rolbrug bestaat uit het hijsjuk en twee hijsogen. De tussenruimte tussen de hijs-ogen is verstelbaar en aanpasbaar aan de verschillende containers. De beweging van de hijsogen is gemotoriseerd.

Monorail loopkat

Op de rolbrug is ook een hulptakel met een capaciteit van 150 kN gemonteerd. Deze loopkat is uitgerust met een dienstrem, een veiligheidsrem met vertraagde sluiting, een lastbegrenzer en een draaiende haak (niet gemotoriseerd). Het hijstuig verplaatst zich over een spoor op een van de hoofdbalken van de rolbrug.

Elektrische motoren

De verschillende bewegingen alsook het hijsen van de hoofdlier is mogelijk met variabele snelheid (variabele snelheid, continu van 0 tot 100% van de nominale snelheid).

De hulptakel en de monorailkat beschikken eveneens over hijstuig met variabele snelheid.

De elektrische kasten bevinden zich op de rolbrug. Ze voeden de verschillende motoren en elektrische verbruikers. Het benodigde vermogen wordt geschat op ongeveer 75 kW.

Bedieningspaneel

De verschillende hijswerktuigen worden bestuurd door een radiobesturing uitgerust met een keuzeschakelaar voor de keuze van de hijsapparatuur of met het bedieningspaneel.

4.2.1.4.2. Veiligheidsoverwegingen

De veiligheidsfuncties van een gehesen container zijn verzekerd door de container.

Een faling van de rolbrug zou kunnen leiden tot een val van de container. Een enkelvoudig falen kan leiden tot verlies van de insluitingsfunctie, mogelijk leidend tot de lozing van radioactieve stoffen in afwezigheid van correctieve maatregelen. Deze insluitingsfunctie is van groot belang voor de veiligheid. Bijgevolg is de rolbrug geklasseerd in categorie A in overeenstemming met de definitie in §4.5. Het rolbrugontwerp volgens SFP beantwoordt aan deze vereiste en minimaliseert het valrisico van de container tijdens zijn behandeling.

De toepasselijke normen bij de rolbrug zijn de volgende:

• NUREG-0554 “Single-Failure-Proof Cranes for Nuclear Power Plants”, May 1979.

• ANSI 14.6: Special Lifting Devices for shipping containers [16].

De rolbrug mag niet neerstorten op de containers tijdens een ontwerpaardbeving.

Daarom is de rolbrug van seismische klasse SC II en is de structurele integriteit ervan gegarandeerd in geval van een EL-1 aardbeving bij een rolbrug met of zonder last, maar ook bij een ontwerp-aardbeving in de parkeerpositie. De rolbrug is in staat om de lading in positie te houden totdat de functionaliteit terug is hersteld.

De last kan op de grond worden gezet door het gecontroleerd manueel afrollen van de lier. De seismische weerstand van de elementen van de rolbrug die bijdragen aan de veiligheidsfunctie, zoals het op zijn plaats houden van de last, is weergegeven in tabel 4.2-T2.

Bij een verlies aan elektrische voeding, houdt de rolbrug de last in positie. Via manuele noodmiddelen is het mogelijk om de gehesen container neer te laten tot de veilige toestand. Het is daarom niet nodig om een back-up te voorzien voor de gehele rolbrugvoeding met een dieselgenerator of batterijen. Er is wel een elektrisch hulpstuk nodig om de remmen los te laten en de container te laten zakken. Deze back-upvoeding is gegarandeerd door de dieselgenerator. Om de bewegingen van de rolbrug te controleren zijn camera’s gelinkt aan het bedieningspaneel. Dit laat de operator toe de positie van de container te visualiseren en in het bijzonder de positie van de hijsogen voor het vastmaken en losmaken aan de tappen.

Daarenboven, vanuit een operationeel standpunt, zijn de bewegingen van de rolbrug gelinkt met de afschermende poort om zo een mogelijke botsing uit te sluiten. Dus:

• De bewegingen van de rolbrug over de scheidingswand zijn enkel mogelijk als de haak zich op de as van de poort bevindt en als deze open is.

• Het sluiten van de afschermende poort is enkel toegestaan als de haak zich niet in de doorgangszone bevindt.

4.2.1.5. Afschermende poort