• No results found

2. Kenmerken van de vestigingsplaats

2.1. Geografie en demografie

De algemene eigenschappen van de site van Doel en de inplanting van de SF² op de site is beschreven in §1.2.

2.1.1. Beschrijving van de vestigingsplaats en de omgeving 2.1.1.1. Reliëf

Het reliëf is beschreven in §1.2.1.3.

2.1.1.2. Ligging

De vestigingsplaats van de site van Doel bevindt zich in België in de provincie Oost-Vlaanderen, in het zuidelijk gedeelte van de vroegere polder, genaamd

"Paardenschor", op ongeveer 1,5 km ten noorden van de dorpskern van Doel, dat deel uitmaakt van de gemeente Beveren.

De vestigingsplaats bevindt zich op de linker Scheldeoever, op ongeveer 16 km ten noordwesten van het centrum van de stad Antwerpen. De dichtstbij gelegen bebouwde zone van de stad Antwerpen bevindt zich op 14 km ten zuidoosten van de vestigingsplaats.

De steden Breda, Brussel en Gent bevinden zich op ongeveer 50 km van de vestigingsplaats. De minimale afstanden tussen de vestigingsplaats en de grens met de buurlanden zijn opgenomen in tabel 1.2-T1.

2.1.2. Algemeen bodemgebruik

Binnen een straal van 15 km rond de site van Doel, d.w.z. op een oppervlakte van ongeveer 70 000 ha, waarvan er zich 58 % op Belgisch grondgebied bevindt en de rest op Nederlands grondgebied, wordt de grond als volgt benut:

• Landelijk gebied

De ruime omgeving bestaat bijna volledig uit het Schelde-estuarium en uit polders. Verschillende van deze landelijke gebieden hebben bovenlokale waarde als ecosysteem (onder andere de Schorren van de Oude Doel op Belgisch grondgebied en het Verdronken land van Saeftinge op Nederlands grondgebied).

• Recreatiegebied

Het Westerschelde-estuarium en zijn polders zijn een gebied van voornamelijk dagrecreatie voor watersport, wandelen en fietsen. De dorpen zijn eveneens het voorwerp van dagrecreatie: bv. Lillo-Fort, Doel en Bath. In het Antwerpse haven-gebied zijn er eveneens toeristische activiteiten zoals havenrondvaarten.

• Industriegebied

De site van Doel ligt in het Antwerps havengebied. Dit havengebied bevat uitgestrekte industrieterreinen aan weerszijden van de Schelde.

• Dienstverleningsgebied en woongebied

De ruime omgeving van de kerncentrale wordt gekenmerkt door een sterke industrialisering (havengebied). Deze gaat langs de rand van het havengebied gepaard met kernen van dienstverlening en woongebied: in wijzerzin ligt er Ossendrecht (Nederland), Zandvliet, Berendrecht, Stabroek en het geheel van Kieldrecht met Nieuw-Namen (Nederland).

2.1.2.1. Landbouw

Binnen een straal van 15 km zijn ongeveer 45 % van de gronden bestemd voor de landbouw. De poldergronden zijn vruchtbare gronden voor landbouw maar door de voortdurende expansie van de Antwerpse haven (industrialisering van het gebied) is de landbouw sterk in het gedrang gekomen. Steeds meer van de voor landbouw geschikte gronden moeten wijken voor industrie en woongebieden. Sinds 1970 zijn ongeveer 3 000 ha vruchtbare poldergronden aan de landbouw onttrokken. De verwachting is dat gezien de uitbreiding van de haven de oppervlakte van de onttrokken vruchtbare poldergronden aan de landbouw nog zal stijgen.

2.1.2.2. Melk- en slachtveestapel

Binnen een straal van 15 km rond de centrale bedroeg het aantal melkkoeien ongeveer 11 000 in België en 2 000 in Nederland. Jaarlijks worden respectievelijk 42 miljoen en 8 miljoen liter melk geproduceerd. Het verbruik van melk die niet wordt opgehaald en behandeld door een melkerij wordt geschat op ongeveer 20 %.

Het slachtvee bedroeg ongeveer 31 000 stuks. Zoals voor de landbouw, wordt ook voor de veeteelt een daling verwacht ten gevolge van de uitbreiding van de haven.

2.1.2.3. Visserij

Op de Zeeschelde, ooit een belangrijk visserijgebied, is deze beroepsvisserij nagenoeg geheel verdwenen. Op de Westerschelde is nog sprake van een beperkt aantal beroepsvissers, in het bijzonder in het Westelijk deel, in de monding van het estuarium en de Noordzee. De commerciële visserij richt er zich op de vangst van garnalen, paling en tong.

2.1.3. Demografie

Binnen een straal van 15 km rond de site van Doel wonen op dit moment ongeveer 816 000 mensen. Ongeveer 71 000 personen hebben hun verblijfplaats op het Nederlandse grondgebied (de gemeenten Hulst, Woensdrecht en Reimerswaal). Dit betekent een groei van 22 000 inwoners sinds 2000. Op het Belgische grondgebied bevinden zich de stad Antwerpen en de gemeenten Beveren, Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Kruibeke, Zwijndrecht, Schoten, Brasschaat, Stabroek en Kapellen binnen de straal van 15 km, waarvan de totale bevolking (op gemeentelijk niveau) ongeveer 745 000 inwoners bedroeg in 2012. Het gros van deze personen woont in het deel van de stad Antwerpen dat binnen de straal van 15 km rond de centrale ligt.

Binnen een straal van 5 km rond de site van Doel is de bevolkingsdichtheid vrij beperkt: het gebied bestaat voor een belangrijk deel uit de haven van Antwerpen en de Schelde en voor het overige voornamelijk uit dunbevolkte polders. Zandvliet, Doel, Kieldrecht en Nieuw-Namen zijn voorbeelden van dorpskernen gelegen binnen de zone van 5 km. Het aantal personen dat in dit gebied woont, kan geschat worden op ongeveer 5 000. Deze mensen wonen voornamelijk op het Belgische grondgebied.

Het aantal mensen in de zeer nabije omgeving van de site van Doel is zeer beperkt. Het dichtstbijzijnde bewoonbaar gebouw is een boerderij op een afstand van 800 m. De verwachting is dat gezien de uitbreiding van de haven, dit aantal nog zal dalen.

De industriële ondernemingen in de Antwerpse havenzone stellen rechtstreeks ongeveer 30 000 personen te werk. Daarnaast zijn er nog onderaannemers die dagelijks aan het werk zijn in de Antwerpse havenzone.

2.1.4. Waterwinning

In Zeeuws-Vlaanderen (Zeeland) wordt de voorziening van drinkwater hoofdzakelijk verkregen door oppervlaktebevloeiing van water afkomstig uit België. In een straal van 15 km is er:

• het verzamelbekken voor zoet water van Clinge, gevoed door insijpelen van oppervlaktewater, afkomstig uit België;

• de werken voor watervoorziening door kanalisatie, vanaf Noord-Brabant naar het Verdronken Land van Saeftinge (in Zeeuws-Vlaanderen);

• de opslagbekkens in open lucht ontworpen door de Maatschappijen voor Watervoorziening van Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland, die het oppervlaktewater, afkomstig van Noord-Brabant moeten opvangen;

• het pompstation van Woensdrecht voor het opvangen van grondwater, bestemd voor de Maatschappij der Waterleidingen van Zuid-Beveland (watervoorziening van Noord- en Zuid-Beveland en Walcheren);

• het pompstation en het verzamelbekken van St.-Jansteen, die zich net buiten de straal van 15 km bevinden.

Water dat door de site van Doel uit de Schelde wordt onttrokken wordt quasi uitsluitend gebruikt als koelwater in de tertiaire kring en na gebruik terug in de Schelde geloosd. Een deel van het koelwater verdampt in de twee koeltorens. In 2007 werd 1 400 907 860 m³ koelwater uit de Schelde gepompt. Hiervan werd 1 377 808 126 m³ terug geloosd.