• No results found

Deel I: Motivatie, werkomstandigheden en lichamelijk welzijn

5.3 Regie over werkomstandigheden in sekswerk

Respondenten verschillen in mate van agency, ofwel hoeverre zij hun seksuele diensten kunnen aanbieden op de eigen gestelde condities (Janssen 2007:32). Autonomie en controle in het werk zijn essentieel voor het welzijn van sekswerkers (Vanwesenbeeck 2001). De specifieke situaties en prioriteiten van respondenten zijn hierbij meer bepalend dan hun werkvorm.

Invloed van de werkvorm versus prioriteiten in sekswerk

Over het effect op het welzijn van sekswerkers van het werken in een bepaalde werkvorm is de literatuur niet eenduidig. Wel wordt straatprostitutie vaak beschouwd als onveiliger, met meer geweld van klanten,

onveilige seks en ernstige problemen van sekswerkers dan indoor prostitutie in clubs en bordelen (Weitzer 2009). In mijn onderzoek is dit onderscheid niet van toepassing. De werkvorm van respondenten heeft in zoverre invloed, dat zelfstandig werken, mits onder bepaalde voorwaarden, gunstiger voor het welzijn lijkt dan voor een exploitant werken. Daarbij ga ik ervan uit dat sekswerkers niet gedwongen werken (van dwang lijkt in het onderzoek alleen sprake bij ongewild seksobject Joyce). Een sekswerker is zelfstandig als ze haar eigen prijzen, manier van werken en werktijden bepaalt en uitbetaald wordt door de klant. De meeste respondenten werken in een zelfstandige werkvorm, namelijk als zelfstandig escort, achter het raam, op straat, of thuis. Daarvan gaat alleen zelfstandig escort, wat de meeste genieters doen, steeds samen met een hoog welzijn, wat aansluit bij bestaand onderzoek (ibid.). Tussen de zelfstandig werkende respondenten bestaan grote verschillen in welzijn. De respondenten die voor een exploitant werken, in een club of privéhuis, hebben allemaal een middelmatig tot laag welzijn.

Vanwesenbeeck (2005) merkt op dat de werkomstandigheden van sekswerkers die relevant zijn voor hun welzijn meer verschillen binnen dan tussen werkvormen. Deze werkomstandigheden zijn onder meer mate van autonomie, veiligheid van de werkplek (bescherming tegen geweld van klanten) en sociale steun van leiding en collega’s. In mijn onderzoek hangen deze aspecten, aansluitend bij Vanwesenbeeck, meer samen met de specifieke situaties van sekswerkers dan met de werkvorm op zich. De motivaties van respondenten bepalen welke prioriteiten zij stellen in hun werk. Voor de

genieters is het ‘comfortabel inrichten van het werk’ belangrijk (Vanwesenbeeck 1994:166). Zij nemen

minder snel genoegen met slechte werkomstandigheden of lage verdiensten. De jonge zelfbewuste

werkers en de zich opofferende werkers zijn meer afhankelijk van het geld, maar het bewuste doel dat zij

hebben met sekswerk lijkt als een buffer te werken tegen al te slechte werkomstandigheden. De

onbegrensde werkers krijgen te maken met een financiële nood of verslaving, die ten koste gaat van de

werkomstandigheden. De ongewilde seksobjecten ervaren het werk vanuit hun negatieve motivatie toch al negatief, maar neigen ook terecht te komen op de meer gevaarlijke en stressvolle werkplekken (ibid.:153-155). Ik bespreek de werkomstandigheden van respondenten aan de hand van werkuren en inkomsten, mate van autonomie, veiligheid en sociale steun.

Aantal werkuren en inkomsten

Het aantal werkuren en de inkomsten van respondenten hebben invloed op hun beleving van het werk (Weitzer 2009). Weinig uren werken op zelf gekozen tijdstippen, zonder financiële noodzaak, draagt bij aan de relatief comfortabele werkroutine van de genieters. Zelfstandig escort Sacha ontvangt eens in de maand tegen hoge prijzen klanten in dure hotels. Zij vindt dit ‘te luxe’ om echt “werk” te noemen:

‘Het is een beetje te relaxed of zo om het “werk” te noemen. Het is natuurlijk betaald, je moet er belasting over betalen, maar… Vooral als ik dan uit eten ga, oké, je moet... Als je met een vriendin gaat eten en je hebt zin om met je handen te eten, dan doe je dat gewoon, of je wil je schoenen uit doen of zo (lacht), dat kun je allemaal niet doen. Je moet toch wat netter en rechterop zitten. En je moet praten over waar die ander over wil praten en niet over waar jij nou net aan denkt of zo. Maar het voelt niet echt als arbeid of zo. Het is te luxe voor arbeid.’ -Sacha

Ook de respondenten van Wagenaar (e.a. 2010) die in luxe escortbureaus werken, ervaren het werk vaak als een betaalde date. De contrast genieters werken alleen als zij zich niet ziek voelen, wat sekswerk nog meer een gelegenheid maakt waarbij zij zich goed voelen. Deeltijd sekswerk doen met een financiële noodzaak is riskant. Voor onbegrensd werker Diana leidde dit tot geldproblemen.

De meeste andere respondenten werken voltijd omdat ze de inkomsten nodig hebben. Deze respondenten hebben meer dan degenen die weinig uren werken te maken met wachten op klanten. Dit

leidt vaak tot moeheid en stress, volgens Brewis & Linstead (2000a) vooral door de onvoorspelbaarheid wanneer klanten komen. Voor hen die alleen voor het geld werken, lijkt het wachten het meest vervelend, al ervaren zij de contacten met klanten negatief. Zo zegt ongewild seksobject Joyce dat het ‘soms zo stil’ is, ‘dan ben je blij dat je wat (een klant, PL) hebt natuurlijk.’ Aansluitend bij bestaand onderzoek (Dekker e.a. 2006:28) lijken de respondenten die weinig uren werken en sekswerk als ‘bijbaan’ zien, of die het werk vergelijken met wat ze in andere sectoren of in hun geboorteland kunnen verdienen, het meest tevreden met de inkomsten. Zij accepteren een achteruitgang in hun inkomsten, bijvoorbeeld door de huidige economische crisis, gemakkelijker. Jonge zelfbewuste werker Sofia zegt bijvoorbeeld: ‘Je moet wel echt werken voor je geld nu. Maar dat maakt niet uit, dat motiveert jezelf om meer je best te doen.’ Respondenten werken soms teveel uren door een verslaving aan het werk. Werkplekken zoals raamkamers die 24 uur per dag gehuurd kunnen worden, lijken dit aan te sporen.

Mate van autonomie

De respondenten die zelfstandig werken lijken het meest de eigen prijzen en werkwijze te bepalen. Zij zeggen de zelfstandigheid die hen aantrekt in sekswerk juist in hun werkvorm te vinden. De raamwerkers hebben te maken met een exploitant, bij wie zij in principe alleen een kamer huren. Meerdere zich

opofferende werkers en jonge zelfbewuste werker Leyla werken liever op straat in plaats van in een club

of bordeel, omdat zij het een goedkope en meer onafhankelijke manier van werken vinden (Majoor 2006:22; O’Connell Davidson 1998:62). Deze respondenten komen sterk en onafhankelijk over. Zij bieden een tegenwicht tegen het negatieve beeld dat bestaat van straatprostitutie. Ongewild seksobject Moniek, die verslaafd is aan cocaïne, zeven dagen per week werkt en een misbruikende partner heeft, bevestigt de stereotypen van straatprostitutie. Zij komt tijdens ons gesprek in de “huiskamer” kwetsbaar over, doordat zij letterlijk tegen mij aan komt zitten en steeds meer de draad van het gesprek verliest. Bij de andere zelfstandig werkende respondenten met een laag welzijn lijkt vaak sprake van bemoeienis van een exploitant. Zo is ongewild seksobject Angela bang dat haar exploitant haar zal ‘wegsturen’ omdat hij denkt dat zij onder dwang werkt. Dit getuigt niet van daadwerkelijk zelfstandig ondernemerschap.

Het Nederlandse prostitutiebeleid beperkt de zelfstandig werkende respondenten in hun vrijheid wat betreft het bepalen van een werkplek. Om als zelfstandig escort te werken bestaat vaak een vergunningsverplicht, die naast hoge kosten een inbreuk op de anonimiteit van sekswerkers betekent. Sommige genieters zoeken daarom naar werkplekken in gemeenten met minder strenge regelgeving of handhaving (Daalder 2007:83). Daarnaast ontvangen zij soms vaste klanten thuis, wat officieel in een huurhuis niet toegestaan is. Meerdere genieters hebben al te maken gehad met politiecontroles. De raamwerkers lopen onder het restrictieve beleid het risico dat hun raam wordt gesloten. Dit leidt daarnaast tot hogere huurprijzen en minder zeggenschap van sekswerkers over hun werkwijze (Bureau Beke 2010). Contrast genieter Roos toont haar onbegrip voor het beleid:

‘Waar maken mensen zich nou eigenlijk druk om? Ik bedoel, is dit (achter het raam werken, PL) niet beter dan dat ik op straat zou staan? Ik kan toch beter een kamertje huren en veilig werken. Daar ben ik trots op, dat dat kan hier. Als je kijkt naar andere landen en je kijkt naar Nederland en dat ze nu die ramen sluiten, met wat voor doel? Om naar het buitenland te doen lijken alsof het niet bestaat of zo. Ik vind, wees er juist trots op. Dit zouden ze moeten handhaven, weet je.’ -Roos

Roos noemt het huidige beleid een ‘soort heksenjacht’ en zou willen dat de overheid zich gaat richten op 'goede, veilige en betaalbare werkplekken.’ Een recente enquête in de Amsterdamse raamprostitutie laat eenzelfde mening zien onder de 94 sekswerkers die deelnamen (Buijs 2010).

De meeste zelfstandig werkende respondenten werkten eerder in clubs of privéhuizen en benadrukken dat zij daarin veel minder vrijheid voelden en geld verdienden dan nu.

‘Het eerste waar ik in gewerkt heb was privéhuis, tweede was club, escort, en nu zelfstandig. En raam en zo. Dus eigenlijk een verschuiving van: voor mensen werken en daarbij… je geld inleveren en ook je gezondheid. Want die (exploitanten, PL) zijn erg manipulatief met eh, de verkoop van jouw lijf, zo van, als jij niet zonder condoom wil pijpen dan heb ik niet zoveel klanten voor je.’ -Roos

Deze respondenten vinden het bezwaarlijk dat in clubs en bordelen een percentage van het verdiende geld naar de exploitant gaat en dat deze vaak druk op sekswerkers legt om bijvoorbeeld bepaalde handelingen te verrichten of om klanten niet te weigeren. Zolang een exploitant belang heeft bij de verdiensten van een sekswerker, is diens zelfstandigheid twijfelachtig (Vanwesenbeeck e.a. 2002). De zelfstandig werkende respondenten zeggen niet meer terug te willen naar werken voor een exploitant, omdat zij dan hun autonomie en geld inleveren. Andere recente onderzoeken in raamprostitutie en thuisontvangst in Nederland tonen dit eveneens (Bureau Beke 2010; Oude Breuil 2011).

De in clubs en privéhuizen werkende respondenten komen zelf tamelijk zelfstandig over, hoewel altijd afspraken met de exploitant lijken te bestaan (Dekker e.a. 2006:42).20 Sommigen benadrukken dat zij zelf hun werkwijze en werktijden bepalen. Het gegeven dat de betreffende bordelen contact onderhouden met de regionale GGD, betekent wellicht dat zij relatief goede werkomstandigheden kennen. Dat respondenten zich niet negatief uitlaten over de werkplek, kan echter ook komen door sociale wenselijkheid of het willen vermijden van problemen met de exploitant. Dat de arbeidsverhoudingen niet altijd goed zijn, merkte ik onder meer toen enkele Braziliaanse respondenten naar aanleiding van ons interview op de werkplek ruzie kregen met de (volgens de betrokken GGD- verpleegkundige ‘autoritaire’) exploitant en vertrokken naar een andere club. Sekswerkers verruilen vaak het ene bedrijf voor het andere als de werksfeer of werkomstandigheden slecht zijn (Dekker e.a. 2006:18). Dit laatste bevestigt de nog slechte rechtspositie van sekswerkers in clubs en bordelen.

Veiligheid

Wat betreft veiligheid kwamen in de interviews klantenwerving, veiligheidsmaatregelen en het prostitutiebeleid ter sprake. De genieters werven de meeste van hun klanten via hun eigen websites.21 Daarop staan hun voorwaarden, prijzen, handelingen die zij wel en niet aanbieden, evenals hun wensen ten aanzien van de klant, zoals ‘goed verzorgd’ of hoger opgeleid. Klanten die niet respectvol overkomen via email of telefoon zijn niet welkom. De genieters screenen potentiële klanten aan de manier van schrijven of praten (Sanders 2005a:68-69). Zij gebruiken daarnaast Internetfora om informatie en ervaringen uit te wisselen met collega’s. Op deze manier krijgen zij meer ‘voorspelbare’ klanten uit hogere sociale klassen (Bernstein 2007:93). De genieters zeggen weinig klanten te ontvangen die geen respect tonen of willen afwijken van de regels. Zij hebben ook veel vaste klanten. Dit compenseert het feit dat zij als zelfstandig escort of thuis werkende sekswerker in principe meer kwetsbaar zijn voor geweld van klanten (Weitzer 2009). Roos zegt de klanten te krijgen die zij wenst:

‘Mijn klanten vinden mij leuk omdat ik mezelf op een bepaalde manier presenteer. Andere klanten houden meer van plattere dingen. Die willen tieten, kont, kut, pijpen zonder condoom en zo goedkoop mogelijk. Nou, die krijg ik dus niet want die komen op mijn site en denken, oh, daar kom ik niet mee weg bij haar, dus die gaan verder zoeken. En dan krijg ik de klanten die ik wil.’ -Roos

De genieters gebruiken het Internet om hun werk te organiseren en meer controle uit te oefenen op de

20

Op het moment van het onderzoek werkten deze respondenten formeel zelfstandig. Sinds juli 2008 geldt in de meeste clubs en bordelen de ‘opting-in’, een tussenvorm tussen zelfstandig werken en loondienst.

interacties met klanten (Sanders e.a. 2009:29-30). Dat klantenwerving via Internet geen garantie is voor betrouwbare klanten, is zichtbaar bij onbegrensd werker Diana. Voor haar thuisontvangst wierf zij klanten via advertenties op prostitutiewebsites. Zij lijkt vaker te maken hebben gehad met respectloze klanten die haar grenzen overschreden. Waarschijnlijk heeft Diana, onder meer vanwege financiële nood, voorafgaand aan contacten lagere eisen gesteld aan klanten. Zij lijkt daarnaast veel nieuwe klanten te hebben ontvangen, terwijl vaste, al bekende, klanten vaak veiliger zijn (Sanders 2005a:19).

Sommige respondenten noemen werken vanuit een eigen of zelf gehuurde ruimte veiliger.

Genieter Sacha ontvangt in een zelf gehuurde hotelkamer om de regie in handen te hebben:

‘Als ik bij iemand anders kom, dan heeft die meer de regie. Maar degene van wie het huis of de kamer is, zeg maar, die bepaalt een hoop. Daarom vind ik het ook goed om het zo te doen (ontvangen in een hotel, PL), omdat je die machtspositie wel moet hebben eigenlijk. Dan doe je ook niet zo snel iets waarvan je later denkt, dat is niet zo leuk.’ -Sacha

Doordat de zelfstandige escorts onvergund werken en de politiecontroles in hotels willen vermijden, wordt hun veiligheid verminderd. Sacha: ’Wij zouden de politie moeten kunnen bellen voor bescherming. Maar wij zijn banger voor de politie dan voor agressie van klanten, vanwege de controles.’

Werken achter het raam en op een tippelzone is de laatste twee decennia veiliger geworden door maatregelen zoals (camera)bewaking en alarmknoppen in raamkamers. Exploitanten hebben vaak contact met de politie, die optreedt bij escalatie van een probleem. Privéhuizen en clubs lijken deze extra veiligheidsmaatregelen minder te hebben (Dekker e.a. 2006:41). Jonge zelfbewuste werker Sofia zegt zich in haar kamer achter het raam veiliger te voelen dan in haar vroegere werk als escort. Wat bijdraagt aan het gevoel van veiligheid is vermoedelijk dat Sofia, net als genieter Martine, in een ‘inpandig’ raamprostitutiegebied werkt. Klanten hebben alleen toegang als zij een klein bedrag betalen. Het raam waar ongewild seksobject Angela werkt, is echter open voor alle publiek, met de bijbehorende overlast. Locatie en tijdstip maken ook uit. Genieter Roos zegt in een ‘relatief rustige buurt’ te werken en vooral overdag, wanneer de relatief oudere en rustigere klanten komen. Ondanks de beveiligingsmaatregelen achter het raam en op de tippelzone vertellen respondenten over riskante situaties. Sofia vertelt bijvoorbeeld over klanten die ‘met hun hele gewicht’ bovenop haar liggen waardoor ze ‘niet zo snel weg kan.’ Ze zegt: ‘Stel dat ie (de klant, PL) op dat moment wat wil doen, ja, dan kan ie wat doen. Als ik ga gillen, horen mensen mij wel. Maar ik gil wel vaker en dan zullen ze niet gelijk denken dat er wat gebeurt.’ Dit soort voorbeelden duiden op het belang van goede beveiligingsmaatregelen, zoals meerdere alarmknoppen en alertheid van collega’s (Majoor 2006:22).

Vrijwel alle respondenten vertellen over een ervaring met een klant die hun grenzen overschreed. Echter, sommige zich opofferende werkers, onbegrensd werker Diana en de ongewilde

seksobjecten lijken meer te maken te hebben met het stigma in de vorm van geweld van klanten. Veel

klanten behandelen hen ‘als een prostituee’ in plaats van als een vrouw of persoon:

‘Het is goed als je een klant hebt die attent is en je goed behandelt. Dan voel je je beter dan met een klant die alleen maar aan de seks denkt en niet bedenkt dat wij ook mensen zijn. Veel klanten denken ‘ik betaal ervoor, klaar, het is een prostituee. Maar er zijn ook klanten die je behandelen als een persoon.’ -Eva

‘PL: Wat is jouw ideale klant?

Die bestaan wel. Zij behandelen je als een vrouw, niet als een prostituee. PL: Als ze je behandelen als een prostituee, wat bedoel je daarmee?

Jij pijpt ze en zij kijken op hun horloge. De manier waarop ze je neuken is niet normaal. PL: Niet normaal…

Ze neuken je zo snel en hard, het maakt ze niets uit of je pijn hebt. Ze proberen dingen te doen waarvan ik heb gezegd dat ik die niet leuk vind. Bijvoorbeeld een vinger in mijn kont stoppen.

PL: En als klanten je als een vrouw benaderen, kun je daar iets meer over zeggen?

Dan hebben ze gewoon normale seks. Ze ontspannen. Ze vragen netjes of ze andere dingen mogen doen. Ze begrijpen dat er grenzen zijn. Ze weten dat, ook al hebben ze betaald, ze niet mijn lichaam kunnen misbruiken.’ -Solange

Deze respondenten verwoorden de definitie van socioloog Goffman van een gestigmatiseerde als een onvolwaardige persoon (1963:15). Zij merken dat sommige klanten hen vooral beschouwen als een ‘lichaam’ waarmee zij kunnen doen wat ze willen omdat ze ervoor betaald hebben.

De ongewilde seksobjecten lijken het meest last te hebben van verbaal of fysiek geweld van klanten, samenhangend met hun negatieve motivatie en ervaringen met geweld (Vanwesenbeeck e.a. 2002). Joyce: ‘Klanten beschouwen jou als een soort hoer. Een slet.’ Zij lijkt regelmatig klanten te hebben die proberen zonder condoom seks te hebben. Recent verkrachtte een klant haar bijna:

‘Ik ben pas bijna verkracht geweest. Door een oudere man. Die wou ook... de meeste mannen willen zonder (condoom, PL), he. Gewoon dat. Ja, toen nam ie me in de houdgreep, gelukkig dat ik niks eh, drink, dat ik bij m’n positieven ben. En daarom vind ik het ook erg dat veel vrouwen zwaar bedronken mee naar boven gaan, die weten niet meer wat er gebeurt, snap je.’ -Joyce

Collega’s van Joyce blijken een soortgelijke ervaring te hebben gehad met dezelfde klant. Geen van hen heeft er iets over durven zeggen, misschien doordat meerderen voor een pooier werken. De klant komt nog steeds in de club. De beveiliging van deze vergunde club laat te wensen over:

‘Ik vind eigenlijk dat in zulke huizen een bepaalde beveiliging rond moet lopen. Want je kan zo koud gemaakt worden op zo’n kamer en er is niemand, geen haan die er naar kraait hoor. Of ze zijn een half uur te laat.’ -Joyce

Ook bij haar collega’s is Joyce niet altijd veilig. Na een recente ruzie met een collega probeerde diens vriend haar met zijn auto aan te rijden. De politie adviseerde Joyce een aanklacht in te dienen, maar dat durfde ze niet. Sekswerkers kiezen onder andere voor de vergunde sector omdat ze zich veilig willen voelen (Dekker e.a. 2006:37). Het voorbeeld van Joyce toont dat “vergund” niet altijd “veilig” is. In clubs met een winstgerichte werkcultuur hebben sekswerkers het meest te maken met geweld van klanten en voelen zij zich het minst veilig (Venicz en Vanwesenbeeck 2000:49).

Sociale steun op de werkplek

De sociale steun van collega’s en leidinggevenden die respondenten ervaren op hun werkplek verschilt. Degenen die als zelfstandig escort of thuis werken, hebben veelal via het Internet contact met collega’s. Bij de raamwerkende genieters en jonge zelfbewuste werkers heerst een prettige werksfeer. Goede