• No results found

Deel II: Strategieën, gezondheid en lichamelijk welzijn

5.5 Gezondheid in sekswerk

Lichamelijk welzijn is een samenspel van fysiologische gezondheid en in contact zijn met het lichaam (Freund 1990). “Lichamelijke gezondheid” is in dit onderzoek vrij zijn van aanwijsbare ziekten of lichamelijke klachten. In hoeverre respondenten hun emotionele en fysieke grenzen bewaken, komt tot uiting in hun gezondheidsbeleving. Dat wil zeggen, in de lichamelijke klachten die zij hebben en hun definitie van “gezondheid” in relatie tot sekswerk. De gezondheidsbeleving van respondenten is een vorm van communicatie over de situaties waarin zij zich bevinden (Scheper-Hughes & Lock 1987). Eerst bespreek ik het risico op soa’s, vaak het onderwerp bij de gezondheid van sekswerkers.

Het risico op een soa

Respondenten zijn zichtbaar beïnvloed door het dominante gezondheidsvertoog ten opzichte van sekswerk, dat vooral een associatie laat zien met hiv/aids (Vanwesenbeeck 2001). De meeste noemen ‘veilige seks’ (met condoom) als ik hen naar gezondheid in sekswerk vraag. Het is aannemelijk dat de meeste respondenten zich goed bewust zijn van soa-risico’s omdat zij contact hebben met een GGD. Zij zien het als onderdeel van hun professionaliteit om de verantwoordelijkheid te nemen voor veilige seks. Dit staat haaks op de bestaande stereotypen van sekswerkers als bron van infectieziekten (Day 2007:109). Klanten zijn vaak minder alert wat betreft veilige seks. Zoals contrast genieter Roos zegt: ‘Als het aan die kerels ligt, dan gaat het mis hoor.’ Respondenten lijken vaak te vertrouwen op de eigen technieken om de veiligheid van de seks met klanten te vergroten. Sommigen zeggen het werk daardoor ‘gewoon gezond’ te vinden. Mogelijk denken zij verder liever niet aan de risico’s, zoals jonge zelfbewuste

werker Sofia. Anderen gaan meer in op risico’s bij condoomgebruik. Respondenten lijken meer angst te

hebben voor een condoombreuk (‘klapcondoom’), als zij daarmee zelf ervaring hebben of het horen van collega’s. Zij controleren tijdens de seks steeds of het condoom nog intact is:

‘Bij veel meisjes gaat het condoom stuk. Als ik een klant heb die een standje wil, dan haal ik het condoom soms eraf om het te checken en doe het daarna weer terug. Want dan ben ik er niet zeker van. En wanneer een klant een grote penis heeft, dan scheurt het condoom makkelijker, dus ik ben steeds aan het kijken. Ik ben heel bang dat ik hier iets (een soa, PL) zal oplopen.’ -Carmen

doen of kapot te maken. Vooral de zich opofferende werkers en ongewilde seksobjecten hebben daarmee te maken. Soms passen klanten de standaard maat condooms niet. De meeste respondenten zeggen dat het ‘meestal’ goed gaat met standaard condooms. Extra genieter Sacha noemt dit ‘levensgevaarlijk’. Zij heeft als een van de weinigen extra grote en kleine condooms beschikbaar.

Een aantal respondenten neemt, meer of minder bewust, een risico. Zo kiezen enkele vrouwen ervoor orale seks bij klanten te doen zonder condoom22, met verschillende redenen. Ongewild

seksobject Joyce doet dit bijvoorbeeld vanwege de concurrentie met jongere collega’s: ‘Daar win ik een

klant mee.’ De reden kan ook eigen seksueel plezier zijn, zoals voor de contrast genieters geldt. Roos laat klanten orale seks bij haar zelf doen zonder gebruik van een zogenaamd ‘beflapje’:

‘Er is een risico op een huidaandoening, maar ik loop er geen hiv van op, ik ga er niet dood van. PL: En de voornaamste reden dat je dat (orale seks door klanten, PL) doet zonder beflapje, is… Omdat het niet werkt. Ik heb het wel geprobeerd hoor. Maar eh, het is echt verschrikkelijk. PL: Voor… hem (de klant) vooral?

Voor mij ook. Ik voelde helemaal niks meer. Het voelt heel raar. Helemaal niet lekker.’ -Roos

Onbegrensd werker Diana zegt als enige respondent regelmatig onveilige seks met klanten te hebben

gehad, onder meer vanwege geldgebrek en weinig kennis over soa’s. Pas nu Diana gestopt is met sekswerk, is zij bang om hiv te hebben en is haar gezondheid belangrijker voor haar dan bijvoorbeeld geld of seksueel genot. Wellicht reflecteren sekswerkers achteraf pas echt op de risico’s van het werk (Westerik 2009:134). Voor de meeste respondenten lijkt het soa-risico belangrijk, maar relatief goed te controleren (Sanders 2005a:45). Andere zaken, zoals de motivatie voor het doen van sekswerk of ‘alledaagse’ lichamelijke gevolgen hebben meer directe prioriteit. Hierop kom ik straks terug.

Persoonlijke hygiëne en het stigma

Respondenten laten zich in verschillende mate beïnvloeden door het stigma op sekswerk als ‘dirty work’ en sekswerkers als ‘vies’. Dat de genieters weinig last hebben hiervan, blijkt doordat zij geen overmatige hygiëne toepassen in het werk. Zij weten dat het fysiek ongezond is. Gezondheidswerkers raden af steeds te douchen, vanwege mogelijke uitdroging van de huid of schimmelplekken (Soa Aids Nederland 2011: website). Iets dergelijks geldt voor vaginale hygiëne. Vaginaal douchen brengt de zuurgraad van de vagina uit balans, waardoor problemen kunnen ontstaan als schimmelinfecties (ibid.). Extra genieter Sacha: ‘Klanten willen het liefst dat je je steeds doucht. Maar je kan niet tien keer gaan douchen op een dag. Tegen hun zeg je natuurlijk dat je dat wel doet.’ Over vaginaal spoelen zegt contrast genieter Roos: ‘Er valt niets te spoelen.’ Roos geeft aan ‘zelfs een beetje ranzig’ te zijn, omdat zij bijvoorbeeld, als zij erg moe is na het werk, met kleding en al in bed kan stappen. Ze heeft geen last van de gedachte dat er misschien nog wat sperma op haar lijf zit, ze vindt het zelfs ‘wel lekker’, vergelijkbaar met Fleur.

Bij andere respondenten is de belichaming van het stigma zichtbaar in hun overmatige hygiëne. Zo zeggen de zich opofferende werkers zich na iedere klant te douchen. Sommige respondenten voelen zich ‘vies’ tijdens en na het werk, zoals ongewild seksobject Joyce, die zegt na iedere klant evenals thuis te douchen met antibacteriële zeep: ‘Dan was ik het in mijn gedachten van me af. Ik walg ervan.’ Andere respondenten benadrukken hun professionaliteit met hun hygiënische manier van werken, eveneens te beschouwen als een strategie om zich te verweren tegen het stigma (Day 2007:113). Braziliaanse zich

opofferende werker Lili zegt: ‘Als ik tien klanten heb, ga ik tien keer douchen, dat maakt niet uit.’ Ze zegt

het met trots en is afkeurend naar collega’s die ‘niet zo hygiënisch’ zijn. Deze respondenten spoelen hun

vagina met middelen die daarvoor te koop zijn of met, zoals enkele GGD-verpleegkundigen zeggen, ‘vage mengsels’ en ‘agressieve middelen zoals azijn’. De vaginale antiseptische crèmes die een aantal

zich opofferende werkers gebruiken, kunnen op hun beurt condooms beschadigen. Dat vaginale hygiëne

een aandachtspunt is van gezondheidswerkers blijkt uit het recente verschijnen van een voorlichtingsfolder van Soa Aids Nederland over dit onderwerp.23 Hoewel fysiek ongezond, lijkt deze hygiëne voor respondenten een effectieve manier om emotioneel afstand te nemen van het werk.

Alledaagse lichamelijke gevolgen in relatie tot sekswerk

Sekswerk vraagt de nodige lichamelijke inspanning van respondenten. Zij hebben veel ‘alledaagse’ klachten als rugpijn, buikpijn, kaakpijn, vermoeidheid en RSI (Alexander 1999; Vanwesenbeeck 2001). De informatie die ik kreeg van gezondheidswerkers bevestigt dit. De mate van lichamelijke klachten hangt onder meer samen met de werktevredenheid, autonomie en negatieve ervaringen met klanten (Vanwesenbeeck e.a. 2002). Respondenten verschillen ook in hun manier van omgaan met klachten.

De genieters hebben de minste lichamelijke klachten in relatie tot het werk, waarschijnlijk door hun plezier in het werk, het deeltijd werken en hun relatief betrouwbare klanten. Zij ervaren het werk niet als ‘zwaar’, hoewel het fysiek wel wat kan vragen. Zij zijn in de positie om tijdig te stoppen. Sacha zegt dit te doen als ‘het na een paar klanten vaginaal gevoelig of pijnlijk wordt’. Martine had een keer langdurig last aan een heup. Zij ging naar een fysiotherapeut, die zij vertelde over haar werk. De oorzaak van de pijn, RSI in feite, bleek dat Martine bij orale seks altijd aan dezelfde kant van de klant zat. Zij wisselt sindsdien van houding en de klacht is weggegaan. Hoe ongebruikelijk aandacht voor dit soort lichamelijke klachten in sekswerk is, blijkt als Martine haar eigen antwoord ‘vreemd’ zegt te vinden:

‘Of als je een tijd eh... ja, dat vind ik toch ook weer vreemd als antwoord, als je een tijd op je handen moet steunen, dat je dat dan gaat voelen.’ -Martine

De contrast genieters houden in het werk rekening met de klachten die bij hun ziekten horen. Roos heeft vanwege de pijn aan haar knieën en polsen veel verschillende posities geleerd. Mede doordat deze sekswerkers alleen werken als ze zich goed voelen, ervaren zij in het werk minder pijn dan privé.

De overige respondenten hebben meer lichamelijke klachten door het werk, vermoedelijk doordat zij meer uren werken en meer stress ervaren. De jonge zelfbewuste werkers hebben enkele klachten, zoals knieklachten, die zij meer met ‘staand werk’ verbinden dan met sekswerk. De zich

opofferende werkers hebben vaak diverse klachten, zoals buikpijn, hoofdpijn en rugklachten, die zij

wijten aan sekswerk. Genoemde oorzaken zijn onder meer ‘veel seks’, slechte kwaliteit van bedden en stress. Deze respondenten lijken relatief vaak vaginale schimmelinfecties te hebben, vermoedelijk door overmatige vaginale hygiëne. De ongewilde seksobjecten noemen eveneens veel lichamelijke klachten door sekswerk. Angela noemt ze ‘hoerenkwalen.’ Fysiek vinden deze respondenten sekswerk zwaar. Joyce zegt dat ze het eens is met de stelling ‘Werken in de prostitutie is topsport’:

‘Ja. Vind ik wel. Soms wel. Zoals van de week had ik iemand voor eh, even kijken, anderhalf uur, en die wil gewoon anderhalf uur niks anders dan gepijpt worden. Dan wil ie wel hoor, dat voel je echt wel! En nog geen minuut pauze, ik wil effe ademhalen, [maar de klant zei] ‘Ja kom op, kom op!’ weet je wel. Dat is gewoon topsport. Ik zit te bidden dat ie klaarkomt. (…) Je krijgt echt pijn in je mond! Telkens slikken, oh, hou op alsjeblieft. Echt erg. En bij trekken heb je op het laatst vaak geen armen meer over. Met neuken is het precies hetzelfde. Je hebt mannen, die pompen gewoon een uur lang. Helemaal kapot ben je gewoon.’ -Joyce

De ongewilde seksobjecten en enkele zich opofferende werkers tonen gelatenheid wat hun lichamelijke

23

klachten betreft. Zij lijken de pijn te beschouwen als onderdeel van het werk en doen slechts aan symptoombestrijding. Zo legt Joyce thuis een ‘hete kruik’ tegen haar rug en probeert ze ‘door te bijten’. De meeste respondenten, ook de op straat werkende, zeggen daarentegen seksuele handelingen of posities af te wisselen als deze zwaar of pijnlijk worden. Werkervaring speelt ook hier een rol. Keniaanse

zich opofferende werker Solange merkte zelf te moeten zorgen dat klanten haar geen pijn doen:

‘Een klant lag bovenop me en hij duwde zo hard tegen mijn benen, daarna had ik de hele week pijn. Toen wist ik dat ik voor mijn lichaam moet zorgen, want de klanten doen dat niet.’ -Solange

Respondenten die meer klanten hebben met weinig respect en zelf minder controle hebben over de interacties, hebben vaker klanten die ruw omgaan met hun lichaam. Echter alle respondenten moeten hun lichaam beschermen tegen pijn. Volgens contrast genieter Roos denken klanten bijvoorbeeld niet aan gebruik van glijmiddel: ‘Ze denken: Je bent toch wel geil, dus je hoeft toch geen glijmiddel?’

Enkele respondenten noemen positieve effecten van sekswerk op hun lichaam. Braziliaanse zich

opofferende werker Lili zegt dat ze slank blijft door het werk, net als jonge zelfbewuste werker Sofia.

Roos merkt dat ze door het werk een betere lichamelijke conditie heeft gekregen (Seib e.a. 2009):

‘Ik heb een uithoudingsvermogen, dat wil je niet weten! Ik kan bovenop zitten en een uur op en neer gaan, in verschillende posities. Vroeger niet hoor, dan was ik al moe na tien keer pompen of zo. Zoals een man een vrouw neukt, zo neuk ik mijn klanten. Ik doe de beweging. Want… ik vind er soms geen flikker aan, he, en dan zit ik dus bovenop en dan heb ik die spiegels zo. Weet je, dan zit ik zo (doet voor hoe ze, kijkend in een denkbeeldige spiegel, op en neer beweegt). Dan denk ik, één, twee, drie. En dan kom ik echt tot de honderd, of tweehonderd soms. Dan is hij (de klant, PL) al doodop (lacht). Dat heeft ie nog nooit meegemaakt, zo’n vrouw die dat zo lang volhoudt.’ -Roos

Roos is trots op haar lichamelijke capaciteiten in sekswerk. Erkenning van dit soort capaciteiten is van belang voor een goed inzicht in de belichaamde beleving van (seks)werk (Wolkowitz 2006:175).

Betekenis van gezondheid in relatie tot sekswerk

Veel respondenten bevestigen bestaand onderzoek dat zegt dat sekswerkers relatief ongezonde leefgewoonten hebben, zoals ‘s nachts werken, veel roken en alcohol drinken (Vanwesenbeeck e.a. 2002). In de betekenissen die respondenten geven aan gezondheid en hun gezondheidsgedrag in relatie tot sekswerk, zijn hun prioriteiten zichtbaar. Dit geldt ook voor hun toepassing van de uitdrukking ‘zorgen voor jezelf’. Respondenten verschillen in hun afweging tussen ‘het verlangen om lichamelijk gezond te blijven, om mentaal gezond te blijven en om geld te verdienen’ (Sanders 2004a).

De genieters lijken het meest te luisteren naar hun lichaam, in de zin dat zij geen roofbouw plegen op hun lichaam met bijvoorbeeld veel werkuren of middelenmisbruik. Zij willen zich emotioneel en lichamelijk goed voelen, ook tijdens het werk. De contrast genieters laten zien dat degenen met het hoogste lichamelijk welzijn niet per definitie het meest “gezond” zijn. Sekswerk houdt wellicht extra risico’s in voor hen. Echter, werken heeft voor hen prioriteit, aangezien zij daar hun positieve identiteit en actieve leven in vinden. Roos: ‘Ik wil mezelf gezond houden zodat ik kan blijven werken’. Roos weet dat teveel werken haar ernstig ziek kan maken. Deze respondenten relativeren echter hun ‘lichamelijke gezondheid’. Fleur zegt dat zij ‘nu een leuk leven wil’. Roos zegt iets dergelijks:

‘Ik merk ook dat ik meer medicatie (zoals slaappillen, PL) gebruik als ik werk. En feitelijk maakt dat het werk ongezond voor mij. Maar het werk geeft me emotioneel zo'n positieve oppepper en gevoel van eigenwaarde en trots en dat is zo belangrijk dat ik dat op de koop toe neem.’ -Roos

De contrast genieters ervaren in sekswerk de controle en zelfwaardering die zij missen in hun privéleven, waarin zij de labels “ziek” en “afgekeurd” opgeplakt krijgen. Roos zegt dat het werk een gunstig effect heeft op haar ziekte. Gevoelens van empowerment beïnvloeden de fysieke gezondheid positief (Del

Vecchio-Good 1992; Freund 1990). Alle genieters noemen de positieve invloed van sekswerk op hun gezondheidsbeleving. Zij hebben een ruime opvatting van “gezondheid” en ‘zorgen voor je zelf’ in sekswerk en bedoelen daarmee bovenal: ‘Dat je gelukkig bent met wat je doet.’

Passend bij hun instrumentele benadering van sekswerk definiëren de jonge zelfbewuste

werkers en de zich opofferende werkers “gezondheid” in sekswerk in nauwe zin, namelijk als het ontbreken van ziektes. Al hebben zij vaak ongezonde gewoonten zoals roken, zeggen zij meestal zich gezond te voelen. Daarbij verwijzen zij veelal naar hun gezondere leefgewoonten, zoals gezond eten en sporten. ‘Goed zorgen voor jezelf’ gebruiken zij op dezelfde manier. Een deel van deze respondenten zegt sekswerk als ongezond te beschouwen, vanwege risico’s op soa’s of andere ziekten. Dominicaanse

zich opofferende werker Eva bijvoorbeeld: ’Dit werk heeft geen gezondheidsvoordelen.’ Andere

respondenten vinden het werk gezond zolang ze condooms gebruiken. Sommigen zeggen niet te weten of het werk goed is voor hun gezondheid. In alle gevallen lijkt het doel van sekswerk voor deze respondenten prioriteit te krijgen. Zij accepteren dat zelfstandigheid of een betere toekomst om een lichamelijke opoffering vraagt. Janssen (2007:144-145) beschouwt het “lijden” van Latijns-Amerikaanse sekswerkers, vanwege de emotionele en fysieke belasting van het werk en het gemis van familie in het thuisland, als ‘een strategie die de vrouwen inzetten om hun doelen te verwezenlijken’.

De ongewilde seksobjecten hebben veel ongezonde gewoonten in relatie tot het werk, zoals veel uren werken en alcohol- of drugsgebruik. Hoewel deze middelen hen misschien emotioneel beschermen, maken ze hen ook extra kwetsbaar voor klanten die hun fysieke grenzen willen overschrijden. Deze respondenten gebruiken de meest beperkte opvatting van “gezondheid” in sekswerk, als een soort gegeven met weinig inhoud. Dit lijkt los te staan van emotioneel welzijn:

‘Ik voel me wel gezond, maar ik voel me niet gelukkig van binnen. Ik voel me heel ongelukkig van binnen. Maar ja, hoe kan je nou gelukkig zijn als je dit werk doet?’ -Joyce

Drugsverslaafde Moniek geeft een dergelijke beperkte invulling van de eigen gezondheid als ze zegt: ‘Buiten mijn continue blaasontsteking en verkoudheid voel ik me gezond.’ “Gezondheid” betekent voor haar: ‘Nou, gezond zijn natuurlijk. Gewoon zuinig op je lichaam zijn.’ Opmerkelijk is dat de ongewilde

seksobjecten zeggen ‘goed voor zichzelf te zorgen’ gezien hun tamelijk zelfdestructieve leefpatroon. Nu onbegrensd werker Diana gestopt is met sekswerk, vindt zij gezond zijn het belangrijkst. Passend bij haar gebrek aan regie binnen en buiten het werk, definieert zij “gezondheid” als: ‘Dat alles in balans is.’ Ze toont een onlogische redenering en weinig controle over haar gezondheid, als ze zegt:

‘Ik denk dus eh, dat is wel het prettigste, zolang je er niet bang voor bent, dat je er dus ook niets van oploopt. Vaak is het toch zo dat pas wanneer je ergens bang voor wordt, dat je dan eigenlijk bang moet zijn dat je het krijgt of zo.’ -Diana

Ook sekswerkers die bijvoorbeeld teveel uren werken of verslaafd raken, zijn de controle over de eigen gezondheid kwijt. Zij leggen eveneens achteraf de nadruk op het belang van evenwicht tussen werk en ontspanning, of, zoals jonge zelfbewuste werker Sofia zegt, ‘tijd voor jezelf nemen.’

Samenvattend zijn de situatie en prioriteiten van respondenten terug te zien in hun gezondheidsbeleving. De betekenis die respondenten geven aan gezondheid in het werk sluit aan bij de eigen situatie. Hun definitie van “gezondheid” en hun lichamelijke klachten in relatie tot sekswerk laten zien in hoeverre zij erin slagen de eigen grenzen te bewaken. Een negatieve invloed op de gezondheid hebben ongunstigere fysieke werkomstandigheden, onervarenheid en bovenal het stigma, in de vorm van klantengeweld en zelfstigma. De bevindingen geven daarmee invulling aan Vanwesenbeecks stelling

(1994:110), dat sekswerkers met een grotere gevoelde controle over de gezondheid, een hoger welzijn hebben. Behalve dat tonen ze dat de mate van controle over de eigen grenzen zijn uitwerking heeft op het fysieke lichaam. Algemeen lijkt het soa-risico minder directe prioriteit te hebben voor sekswerkers dan het belang van het werk en alledaagse lichamelijke gevolgen ervan. Zie ook tabel 7.

Tabel 7: Omgaan met gezondheid in sekswerk

Categorie Betekenis gezondheid Gezondheidsgedrag Lichamelijke klachten

1 Genieters -Extra genieters -Contrast genieters

Sekswerk draagt bij aan algehele gezondheid.

Belasten lichaam niet teveel. CG nemen enkele risico’s.

Weinig.

CG hebben meer controle erover dan privé.

2 Jonge zelfbewuste werkers

Sekswerk is niet gezond,