• No results found

Overige taken Koninklijke Marechaussee Opsporing

In document VU Research Portal (pagina 98-101)

Rechercheurs binnen de Koninklijke Marechaussee voeren onderzoek uit naar straf-bare feiten van bijvoorbeeld criminele organisaties die zich bezighouden met mensensmokkel en mensenhandel. Maar het betreft ook onderzoek naar migratie-criminaliteit, zedendelicten en drugsmigratie-criminaliteit, strafbare feiten gepleegd door

mili-27 Voorliggend onderzoek heeft zich niet gericht op medewerkers die op het moment van het onderzoek deel uitmaakten van een militaire of politiemissie. Gezien elke militaire medewerker van de Koninklijke Marechaussee wordt uitgezonden, heeft een groot deel van de respondenten een dergelijke inzet één of meerdere keren meegemaakt.

tairen en misdrijven op de burgerluchthavens in Nederland. Binnen het opsporings-werk is sprake van incidentele opsporing van strafbare feiten en daarnaast ook van projectmatige opsporing. Rechercheurs van de Marechaussee leveren regelmatig steun aan de politie. Bijvoorbeeld bij onderzoeken van nationaal belang of onderzoeken waarin speciale kennis vereist is. Er werken verschillende soorten rechercheurs binnen de Koninklijke Marechaussee. Tactische rechercheurs bijvoorbeeld die zich bezighouden met het verzamelen en analyseren van informatie en het verhoren van verdachten of het verzamelen van sporen. De Koninklijke Marechaussee kent ook recherche-experts voor bijvoorbeeld het onderzoeken van digitale en financiële criminaliteit.

Ceremonieel

De Koninklijke Marechaussee voert ook ceremoniële taken uit, zoals het vormen van een erepost tijdens bijzondere gebeurtenissen, het ontvangen van buitenlandse staats-hoofden op een Nederlands vliegveld, het uitvoeren van ere-escortes met motoren ter begeleiding van voertuigen van buitenlandse staatshoofden en wanneer buitenlandse vertegenwoordigers geloofsbrieven komen aanbieden aan de Koning. Een tweetal voorbeelden van de ceremoniële taken die velen zijn bijgebleven is bijvoorbeeld inzet van de Koninklijke Marechaussee tijdens de troonswisseling in 2013. Maar ook de ontvangst van President Obama die Nederland bezocht tijdens de Nucleair Security Summit in 2014. De Commandant van de Koninklijke Marechaussee is tevens Gouverneur der Residentie, wat betekent dat hij verantwoordelijk is voor al het militair ceremonieel in Den Haag (zoals we dat kennen tijdens Prinsjesdag).

Werkzaamheden in het Caribisch gebied van Nederland

De eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius hebben sinds 10 oktober 2010 de status van ‘bijzondere gemeente’ van Nederland. Deze eilanden vormen sinds dat moment samen Caribisch Nederland. Verder bestaat het Caribisch deel van het Nederlands Koninkrijk uit de landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba. De Brigade Caribisch Gebied28 van de Koninklijke Marechaussee draagt zorg voor de Militaire Politiezorg en de grenspolitietaak op de genoemde eilanden. Ook werkt de Koninklijke Marechaussee samen met de lokale politie en de Kustwacht in het bestrijden van criminaliteit.

Gericht op samenwerking

De taken van de Koninklijke Marechaussee hangen nauw samen met taken van andere organisaties binnen en buiten Nederland; de Koninklijke Marechaussee richt zich dan ook sterk op samenwerking. In Nederland onder andere met de politie en de FIOD (Samenwerkingsverband Liquide Middelen), de dienst Terugkeer en Vertrek, de Kustwacht, Immigratie en Naturalisatiedienst, en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Op

Europees niveau is de Koninklijke Marechaussee een van de deelnemers aan de European Gendarmerie Force (EUROGENDFOR) en Frontex; een Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Ten behoeve van de uitvoering van grenstaken werkt de Koninklijke Marechaussee nauw samen met België, de Duitse Bundespolizei en de Duitse Douane, onder meer voor de uitwisseling van informatie.

3.3 Organisatiecultuur

De organisatiecultuur is geen specifiek onderwerp van onderzoek binnen deze studie. Maar omdat organisatiecultuur een bepalende factor is in de organisatie-identiteit is het wel degelijk interessant om de organisatiecultuur van de Koninklijke Marechaussee in dit hoofdstuk nader te beschouwen; wat maakt de Koninklijke Marechaussee naast de aan haar opgedragen taken nu tot de Koninklijke Marechaussee? Er is binnen de Koninklijke Marechaussee relatief weinig cultuuronderzoek uitgevoerd en het onderzoeksmateriaal dat beschikbaar is, is relatief oud (Draaisma, 1990). Bovendien is de organisatie tussen het moment van het betreffende onderzoek en de periode waarin voorliggende studie is verricht, aan meerdere structuurveranderingen onderhevig geweest, welke hoe dan ook invloed hebben gehad op haar cultuur. Voor het in beeld brengen van de organisatiecultuur ten behoeve van dit onderzoek baseer ik me daarom op de voorhanden zijnde literatuur, beleidsdocumentatie en aanvullingen op basis van observaties welke ik zelf tijdens mijn onderzoek heb kunnen doen. Hoewel het onderwerp cultuur in dit onderzoek niet centraal heeft gestaan, is het onderwerp cultuur wel veelvuldig ter sprake gekomen in de interviews met medewerkers. Ofwel omdat het onderwerp cultuur werd ingebracht door respondenten, ofwel doordat ik als onderzoeker respondenten daar bewust op bevroeg, wat ik met name heb gedaan tijdens de eerste twee sets aan interviews of tijdens werkbezoeken en observaties tijdens de eerste periode van mijn onderzoek. Dat heeft mij als onderzoeker geholpen om de organisatie beter te leren kennen en te begrijpen, het zou zonde zijn dat materiaal niet in dit hoofdstuk te gebruiken. Dat doe ik dan ook aan het einde van deze paragraaf. Ik realiseer mij dat ik met deze relatief summiere aandacht en weergave niet in staat ben om de volledige essentie van de organisatiecultuur – door medewerkers van de organisatie vaak beschreven als “het blauwe hart” – te vatten en over te brengen op de lezer. Toch ga ik in deze paragraaf een poging doen om de lezer voldoende beeld te geven bij ‘het blauwe hart’ van de organisatie.

Strikt genomen is de Koninklijke Marechaussee een militaire organisatie. De organisatie maakt deel uit van het ministerie van Defensie en de medewerkers hebben een militaire rechtspositie. Dit is vergelijkbaar met andere militaire politiekorpsen, de zogenoemde gendarmeriekorpsen, zoals de Franse gendarmerie, de Italiaanse Carabinieri en de Spaanse Guardia Civil. De organisatiecultuur is rijk aan historie, tradities, normen en

waarden. De organisatiecultuur wordt door de organisatie zelf omschreven als ‘een mengeling tussen aspecten van gendarmerie en politiecultuur enerzijds en aspecten van een militaire cultuur anderzijds’ die samen de Marechausseecultuur vormen. De organisatie heeft voor haar cultuuroriëntatie twee bronnen: defensie en politie. De or-ganisatie omschrijft haar cultuur dus niet als strikt militair, maar als een hybride cultuur die zowel vanuit het militaire als het politionele wordt gevoed. Beide aspecten vragen om aandacht en om onderhoud (Verboom, 2002), en staan soms op spanning ten opzichte van elkaar. Cultuur en aandacht voor culturele aspecten worden door de organisatie als belangrijk gezien in de aansturing van de organisatie en haar mensen (Rapport Commissie Staal, 2006). Culturele vorming is dan ook onderwerp van aandacht in opleiding en training van nieuwe medewerkers en in de vorming van leidinggevenden.

In document VU Research Portal (pagina 98-101)