• No results found

Gendarmeriecultuur: zonder vrees en zonder blaam

In document VU Research Portal (pagina 101-107)

De Koninklijke Marechaussee is een politieorganisatie met militaire status die haar wortels heeft in de Franse Gendarmerie Nationale. Het zijn deze wortels die van invloed zijn op de cultuur binnen de organisatie. In de volgende paragraaf ga ik nader in op de historie van de organisatie. In deze paragraaf beperk ik mij tot het beschrijven van hoe de wortels van de gendarmerie de organisatiecultuur heeft beïnvloed.

De Franse Gendarmerie Nationale, waarin de Koninklijke Marechaussee haar wortels heeft, maakte deel uit van het Franse leger en was sterk verbonden met het Franse Staats- bestel na de Franse Revolutie. Marechaussees waren representant van de Staat, van het recht van de Staat en stonden daardoor symbool voor een leven vrij van misdaad en onrust. Marechaussees bewerkstelligden door hun aanwezigheid de belofte van een betere kwaliteit van leven zoals de Franse Revolutie had beloofd. Als representant van de Staat werden bijzondere eisen gesteld aan marechaussees. Vertegenwoordiger zijn van de staat impliceerde dat een gendarme zelf de wet naleefde en deze voor anderen op gelijke wijze handhaafde. Daarom werden een aantal eisen gesteld aan gendarmes: met betrekking tot leeftijd, intelligentie (kunnen lezen en schrijven), en met betrekking tot eigenschappen zoals dapperheid, loyaliteit, rechtvaardigheid en gehoorzaamheid, maar ook aan fysieke kenmerken werden eisen gesteld. Daarnaast moesten marechaussees een verklaring van goed gedrag kunnen afleggen. Bij indiensttreding zwoeren marechaussees ‘trouw aan de natie en aan de wet’, beloofden zij in alles met betrekking tot de nationale veiligheid de wet te handhaven als goede burgers en moedige militairen. Versierselen op het uniform benadrukten de verantwoordelijkheden en de status van militair. De marechaussees zorgden voor toezicht, maakte het recht van de staat tastbaar, zorgden voor een veilig verloop van wettelijke verplichtingen, maar waren naast toezichthouder ook hulpverlener namens de staat voor de burgers. Om hun taak te kunnen volbrengen was de Gendarmerie Nationale een eenheid te paard (snel en flexibel ter plekke), bestonden er geen lokale betrekkingen (gendarmes waren niet afhankelijk van personen in hun werkomgeving) en was de eenheid altijd gekazerneerd. De Gendarmerie werd gezien

als een elite eenheid, met een indrukwekkend en mooi uniform, ook wel gekenschetst door de spreuk ‘zonder vrees en zonder blaam’.

Politiecultuur

Maar de Koninklijke Marechaussee heeft een tweede bron voor haar organisatiecultuur: de politie. Politiewerk is mensenwerk en is gericht op de handhaving van de openbare orde, opsporing van strafbare feiten en het verlenen van hulp aan hulpbehoevenden; in specifieke gevallen kan daarbij (onder bepaalde omstandigheden) gebruik gemaakt worden van (vuur)wapens. Dreiging van gevaar is in het werk altijd aanwezig, on-zekerheid ook. Het is van te voren nooit duidelijk waar een melding of een situatie op uit zal draaien. Het bieden van hulpverlening en bemiddeling is een belangrijke taak. Politiewerk is werk dat vaak en snel in de publieke aandacht staat; van media, samenleving en het gezag. De politiecultuur heeft een aantal duidelijke kenmerken (Verboom, 2002): er is vaak een sterk ontwikkeld gevoel voor saamhorigheid, het is belangrijk om onder alle omstandigheden op elkaar te kunnen vertrouwen en er is vaak een sterk wij-gevoel aanwezig. Loyaliteit naar elkaar is dan ook hoog en een deel van het sociale leven speelt zich af onder gelijkgestemden. Anderzijds kan de politiecultuur ook een eilandmentaliteit of isolement in de hand werken, maakt wantrouwen deel uit van de beroepspersoonlijkheid (scepticisme), is er een duidelijke opvatting over goed en fout en kan er sprake zijn van cynisme. Veel medewerkers beginnen met een idealistische instelling aan het werk, maar de ervaringen in de praktijk kunnen leiden tot andere, minder idealistische beelden over het werk. Een politieorganisatie is een ‘frontline’ organisatie, het echte werk wordt in de voorste lijn gedaan, daar waar een agent of een marechaussee direct met het probleem wordt geconfronteerd. Daar moet hij of zij zelfstandig een besluit kunnen nemen, en handelingen kunnen inzetten. Daar ligt een grote verantwoordelijkheid en vaak moeten besluiten binnen een zeer beperkte tijd worden genomen.29 Veel uitvoerende politiefunctionarissen zijn bovendien relatief jong. Iedere politiefunctionaris moet zich persoonlijk verantwoorden indien optreden leidt tot het gebruik van geweld of het uitvoeren van een ambtshandeling. Er bestaat vaak een scheiding tussen de zogenoemde ‘streetcops’ en de ‘management cops’ welke zich met name bezighoudt met beleids- en bestuurstaken. Betrokkenheid van leidinggevenden bij het werk op straat of in de operatie wordt dan ook als belangrijk gezien.

29 Wouter Landman (2015) geeft in zijn onderzoek ‘Blauwe patronen, betekenisgeving in

politiewerk’ op basis van etnografisch veldwerk een mooi inzicht in hoe straatagenten betekenis

geven aan de omgeving waarin zij moeten optreden. Landman geeft daarmee een inkijk in het vakmanschap van politiemensen. Hoewel de Koninklijke Marechaussee niet dezelfde taken uitvoert als straatagenten, de Koninklijke Marechaussee is immers van de veiligheid van de Staat, en de uitkomsten van dit onderzoek dan ook niet zonder meer generaliseerbaar zijn naar de medewerkers van de Koninklijke Marechaussee, biedt deze studie wel inzicht in hoe het vakmanschap van politiemensen zich uit en in welke mate dat vakmanschap wordt beïnvloed door professionele intuïtie.

De Marechausseecultuur

De Koninklijke Marechaussee staat in de traditie van de Gendarmerie Nationale. De Marechaussee verricht politiewerk vanuit nationaal perspectief, werkt vanuit de centrale Nederlandse overheid en is een flexibele en strategische reserve van de Staat. De Marechausseecultuur is een combinatie van een gendarmeriecultuur met cultuuraspecten vanuit de politiecultuur (Verboom, 2002). Marechaussee medewerkers starten hun loop-baan met een militaire basisopleiding, gevolgd door een politionele opleiding, waarin hen een aantal waarden worden bijgebracht zoals het vertrouwen op de groep en jezelf daarvan in dienst stellen, doorzettingsvermogen, eerlijkheid, discipline en stiptheid. Een dergelijke basisopleiding creëert een sterke band tussen de korpsleden onderling: esprit de corps. Ook in hun rechtspositie zijn marechaussees militair, dat betekent dat het niet mogelijk is om te staken en dat zij namens de Staat flexibel kunnen worden ingezet, nationaal en internationaal. De notie representant te zijn van de Staat is een gedachte die nog steeds aanwezig is; alle medewerkers van de Koninklijke Marechaussee leggen aan de start van hun loopbaan de eed of de belofte af. Kwaliteit en vakmanschap hebben voortdurend de aandacht evenals integriteit, al vanaf het moment van rekrutering van nieuw personeel. Stiptheid wordt vooral zichtbaar in het met waarde en correct dragen van het uniform en de waardigheid waarmee uitvoering wordt gegeven aan ceremoniële taken. De Koninklijke Marechaussee is bovendien rijk aan tradities, rituelen, taal en symboliek. De Koninklijke Marechaussee is van origine een gekazerneerd korps. Vroeger waren de medewerkers van het korps met hun gezinnen woonachtig op de kazerne. Hier vindt de tot op heden aanwezige familiecultuur in de organisatie haar oorsprong. Binnen de ontwikkelagenda Koninklijke Marechaussee (2012) worden de organisatie-waarden omschreven aan de hand van de begrippen flexibel, betrouwbaar, daadkrachtig en interoperabel:

“De Koninklijke Marechaussee is in staat om, zowel kwantitatief als kwalitatief, flexibel te reageren op veranderende veiligheidsrisico’s. De betrouwbaarheid van de organisatie hangt samen met de hoge integriteitstandaard en het nakomen van de gemaakte afspraken. De attitude en rechtspositie van de medewerkers maken daadkrachtig optreden onder alle omstandigheden mogelijk. Het personeel is bereid en erop getraind naar gevaren toe te gaan om de veiligheid van de staat zeker te stellen. Verder streeft de organisatie een maximaal effect in de veiligheidsketen na. Dit vergt nauwe samenwerking en afstemming tussen verschillende organisaties in de veiligheidsketen. De kracht van de Koninklijke Marechaussee is gelegen in het feit dat zij vanuit complementariteit zowel in staat is te opereren binnen het civiele domein als binnen de krijgsmacht (interoperabel). Dit komt doordat de organisatie kennis heeft van de werkwijze, cultuur en procedures binnen beide domeinen en qua techniek is aangesloten” (Ontwikkelagenda Koninklijke Marechaussee, 2012).

Het betrouwbaar en daadkrachtig zijn van de organisatie uit zich in de vorm van loyaliteit en discipline. Loyaliteit wordt door de organisatie, door haar medewerkers, maar ook door externe partners en het gezag beschouwd als een kenmerk van de organisatie waarmee zij zich onderscheidt. In de organisatie staat loyaliteit op verschillende manieren centraal. Bijvoorbeeld in de vorm van loyaliteit aan het gezag. Als het gezag de organisatie vraagt om een dienst uit te voeren dan is de organisatie daartoe bereidt en zijn zowel de organisatie als de medewerkers in staat om binnen zeer korte tijd te acteren daar waar zij gevraagd worden om te acteren. Maar er is ook sprake van loyaliteit aan het organisatiebelang; medewerkers accepteren dat zij ondergeschikt zijn aan of ten dienste staan van het organisatiebelang, welke vaak wordt bepaald door nationale prioriteiten en nationale belangen. Er is ook sprake van een sterke mate van loyaliteit tussen de medewerkers onderling; zij dragen zorg voor elkaar. En loyaliteit doet zich ook voor ten aanzien van een enorme betrokkenheid op het vak en de uitoefening van de professie; kwaliteit staat hoog in het vaandel.

De opkomst van de fiets tegen het einde van de negentiende eeuw bood de

onbereden brigades de mogelijkheid bijna net zo mobiel op te treden als hun collega’s te paard. Dat kwam van pas om snel berichten door te geven of misdadigers te achterhalen, die ook steeds vaker van fietsen gebruik maakten. Veel marechaussees schaften daarom zelf een rijwiel aan. Pas in 1908 was de Minister van Oorlog voldoende van het belang van dat vervoermiddel overtuigd om geld te reserveren voor het verstrekken van dienstfietsen of het toekennen van een vergoeding voor het gebruik van een eigen exemplaar.

Fragment uit: Een krachtig instrument. De Koninklijke Marechaussee

1814-2014 (Roozenbeek, Van Woensel en Bethlehem, 2014; p. 45). Ter illustratie bij

de organisatiewaarde loyaliteit. In deze passage wordt de loyaliteit van medewerkers ten opzichte van de kwaliteit in het werk mooi verwoord. Hoewel dit een ouderwets voorbeeld is en daardoor wellicht wat humoristisch overkomt, is dit fragment ook nog op de huidige organisatie toepasbaar: vervang fiets voor smartphone of mobile device en de loyaliteit van de medewerkers in het werk van nu is beschreven.

Als onderzoeker heb ik de afgelopen jaren deze verschillende vormen van loyaliteit mogen aanschouwen; wanneer het gezag een beroep deed op de organisatie en de hele organisatie in beweging kwam om daar te zijn waar ze nodig was, of wanneer medewerkers overwerkten om een zaak, die alle aandacht opeiste, af te kunnen ronden. Deze loyaliteit gaat niet zonder een vorm van discipline, niet in de betekenis van ‘het zich houden aan regels en voorschriften’, maar in de betekenis van een eigenschap om een loyale houding waar te maken. Na de terreuraanslagen in Brussel in het voorjaar van 2016 heb ik kunnen zien dat de organisatie binnen 24 uur – en voor een groot deel binnen een nog korter tijdsbestek – in staat is om haar taken zodanig aan te passen en medewerkers daar in te zetten waar de situatie om vraagt. Zonder enige mate van discipline zou dat simpelweg onmogelijk zijn.

Naast loyaliteit en discipline is ook flexibiliteit een kenmerk van de Koninklijke Mare-chaussee waarmee zij zich onderscheidt. De medewerkers zijn in staat – en worden daarvoor ook opgeleid en getraind – om hun werkzaamheden onder uiteenlopende en onzekere omstandigheden uit te voeren. Zo zijn medewerkers in staat om te acteren in binnen- en buitenland, onder normale omstandigheden en onder verhoogde dreiging. Medewerkers zijn in staat om van taakveld te wisselen, van werklocatie en van leidinggevende posities naar niet leidinggevende posities. En van groepsopdrachten naar meer individuele werkzaamheden. De organisatie doet een groot beroep op de flexibiliteit van haar medewerkers; flexibiliteit is dan ook niet voor niets een criterium in de selectie van nieuw personeel. Maar wat flexibiliteit werkelijk betekent merken mede-werkers vaak pas wanneer zij daadwerkelijk aan de slag zijn in de organisatie, doordat zij dan ervaren dat het werk onderhevig is aan door de organisatie niet te beïnvloeden omstandigheden. In de paragraaf hiervoor beschreef ik al dat de Koninklijke Marechaussee voor veel van haar taken gericht is op samenwerking met andere organisaties in binnen-en buitenland; deze eigenschap wordt door de organisatie zelf benoemd als ‘interoperabel’. Hiermee wordt bedoeld dat de organisatie en haar medewerkers in staatzijn om samen te werken met andere entiteiten in het veiligheidsdomein. Ik vat het in staat zijn om samen te werken met diverse type organisaties en entiteiten op als specifieke vorm van flexibiliteit.

In document VU Research Portal (pagina 101-107)