• No results found

Overheidszorg voor den handel

In document BIBLIOTHEEK KITLV 0154 3741 (pagina 179-185)

Zwarte peper

6. Overheidszorg voor den handel

Invoer-crisismaatregelen in 1935. Einde 1934 was de invoer van de volgende artikelen aan beperkende bepalingen onderworpen: cement („Crisis-cement-invoerverordening 1934 I I I " , I . S. 1934 n°. 604), bier (,,Crisisbiermvoerverordenino 1934 I I I " , I . S. 1934 n°. 582), gebleekte katoenen stoffen ( „ I n v o e r -verordening gebleekte katoenen stoffen 1 9 3 5 " , I . 8, 1934 n°. 713), bontgeweven stoffen („Crisis-bontgewevcn stoffen-invoerverordening 1934 I V ' ' , I . S. 1934 n°. 679) en oostpannen („Invoerverordening oostpannen 1935", I . S. 1934 n°'. 750).

Gedurende 1935 werd de regeling van den invoer voortgezet en belangrijk uitgebreid bij de volgende maatregelen.

°Bij de invoerverordening gebleekte katoenen stoffen 1935 ( I . S. 1934 n°. 713) is de invoerbeperking van gebleekte katoenen stoffen voor h e t tijdvak 1 J a n u a r i t / m 31 December 1935 verlengd. Voor den invoer van deze in Nederland vervaardigde

stoffen bleven contingenten gehandhaafd voor alle vijf in de verordening genoemde categorieën van resp. 61, 80, 43, 14 en 5 % der in totaal t e n invoer toegelaten hoeveelheden.

Bij de invoerverordening ongebleekte katoenen stoffen 1935 ( I . S. 1935 n°. 23) is de invoer van ongebleekte katoenen stoffen geregeld voor h e t tijdvak 1 J a n u a r i t / m 30 April 1935. Deze maatregel werd voor het tijdvak 1 Mei t / m 31 October 1935 gecontinueerd bij de invoerverordening ongebleekte katoenen stoffen 1935 I I ( I . S. 1935 n°. 153). De op de invoerordonnantie ongebleekte katoenen stoffen 1935 ( I . S. 1935 n°. 522) gebaseerde invoerverordening onge-bleekte katoenen stoffen 1935 I I I ( I . S. 1935 n°. 523) regelt den invoer voor het tijdvak 1 November 1935 t / m 31 December 1936.

De invoerUcentieering-verordening 1935 ( I . S. 1935 n°. 24) regelt voor h e t tijdvak 22 J a n u a r i t / m 21 November 1935 den invoer van glaswaren, emaille-waren, rijwielen en deelen v a n en toebehooren t o t rijwielen. Ter uitvoering van de invoerlicentieering-ordonnantie 1935 ( I . S. 1935 n°. 554) werd de invoer van deze artikelen verder geregeld voor h e t tijdvak 22 November 1935 t / m 21 Novem-ber 1936 bij de invoerlicentieering-verordening 1935/1936 ( I . S. 1935 n°. 555).

De invoerverordening electrische gloeilampen 1935 ( I . S. 1935 n°. 99) regelt voor h e t tijdvak 12 M a a r t 1935 t / m 11 J a n u a r i 1936 den invoer van electrische gloeilampen voor rijwiel- en z a k l a n t a a r n l a m p e n , electrische gloeiperen voor a u t o l a m p e n en die voor gewone verlichting. Voor den invoer van in Nederland vervaardigde electrische gloeiperen voor autolampen en electrische gloeiperen voor gewone verlichting werden contingenten van onderscheidenlijk t e n m i n s t e 55 % en 55 % der in totaal ten invoer toegelaten hoeveelheden vastgesteld.

De invoerordonnantie cement 1935 ( I . S. 1935 n°. 86) verlengt de invoer-beperking van cement. Bij de invoerverordening cement 1935 ( I . S. 1935 n°. 87) werd, ter uitvoering v a n deze Ord., de invoer van cement verder gecontingenteerd voor ihet tijdvak 1 M a a r t t / m 30 September 1935. Deze maatregel werd gecon-tinueerd bij de invoerverordening-cement 1935 I I ( I . S. 1935 n°. 474) voor het tijdvak 1 October 1935 t / m 30 S e p t e m b e r 1936.

De invoerverordening kunstmeststoffen 1935 ( I . S. 1935 n°. 88) regelt voor het tijdvak 1 M a a r t t / m 31 J u l i 1935 den invoer van superfosfaat en dubbel-superfosfaat, alsmede v a n n . a . g . meststoffen. Voor den invoer van in Nederland vervaardigde superfosfaat en dubbelsuperfosfaat en n.a.g. meststoffen werden contingenten van onderscheidenlijk t e n minste 40 % en 46 % van de totaal t e n invoer toegelaten hoeveelheden vastgesteld. Deze invoerbeperking werd gecontinueerd bij de invoerverordening kunstmeststoffen 1935 I I ( I . S. 1935 n°. 338) voor het tijdvak 1 Augustus t / m 31 December 1935.

De invoerUcentieering-verordening 1935, Aanvulling I ( I . S. 1935 n°. 108) regelt voor het tijdvak 21 M a a r t 1935 t / m 20 J a n u a r i 1936 den invoer van tandenborstels, messenmakerswerk en petroleumlampen.

De invoerverordening bier 1935 ( I . S. 1935 n°. 130) verlengt de contingen-teering voor den invoer van bier voor het tijdvak 13 April 1935 t / m 12 J a n u a r i 1936. D e invoer van bier bleef gecontingenteerd naar landen van oorsprong n a a r verhouding van invoer uit de betrokken landen in 1932.

De invoerUcentieering-verordening 1935, Aanvulling II ( I . S. 1935 n°. 137) regelt voor h e t tijdvak 21 April 1935 t / m 20 Februari 1936 den invoer van geverfde, gedrukte en bontgeweven katoenen stoffen, fancy-kleedingstoffen, tafel-en servetgoed, roode tafel-en andere zakdoektafel-en tafel-en tricot-borstrokktafel-en. Deze maatregel werd ingetrokken naar aanleiding van de op 21 November 1935 in werking getreden invoerverordening manufacturen, hieronder nader vermeld.

De invoerverordening badhanddoeken 1935 ( I . S. 1935 n°. 171) regelt voor h e t tijdvak 18 Mei 1935 t / m 17 M a a r t 1936 den invoer van badhanddoeken, al of niet afzonderlijk afgesneden. Voor invoer van in Nederland vervaardigde betere soorten badhanddoeken werd een contingent van t e n minste 80 % van de in totaal d a a r v a n t e n invoer toegelaten hoeveelheid vastgesteld.

De invoerverordening katoenen dekens 1935 ( I . S. 1935 n°. 172) regelt voor h e t tijdvak 18 Mei 1935 t / m 17 M a a r t 1936 den invoer van katoenen molton-dekens en geinoltonneerde spreien, zoogenaamde soldatenmolton-dekens. Voor den invoer

van dekens en spreien, vervaardigd in Nederland, werden contingenten van resp. 72 % en 100 % van de totaal t e n invoer toegelaten hoeveelheid vast-gesteld. Deze verordening werd aangevuld ( I . S. 1935 n°. 301), teneinde onder dezen maatregel ook t e doen vallen al dan niet geheel van katoen gefabriceerde manufacturen, welke n a a r het oordeel v a n den Directeur van Economische Zaken zijn aan t e merken als of kennelijk b e s t e m d zijn voor den a a n m a a k v a n de onder bovenvermelde verordening vallende dekensoorten.

De invoerverordening sanitair aardewerk 1935 ( I . S. 1935 n°. 240) regelt voor h e t tijdvak 30 Mei 1935 t / m 31 M a a r t 1936 den invoer van verplaatsbaar sanitair aardewerk, deelen daarvan en n . a . g . deelen daarvan. Voor invoer van in Nederland vervaardigd sanitair aardewerk, deelen daarvan en n . a . g . deelen daarvan, werden contingenten van onderscheidenlijk t e n minste 42, 40 en 20 % van de in totaal t e n invoer toegelaten hoeveelheden vastgesteld.

De invoerverordening bontgeweven stoffen 1935 ( I . S. 1935 n°. 256) verlengt de contingenteering van deze stoffen voor h e t tijdvak 14 J u n i t / m 13 Decem-ber 1935. Verdere verlenging voor het tijdvak 14 DecemDecem-ber 1935 t / m 13 J u n i 1936 werd geregeld bij de invoerverordening bontgeweven stoffen 1935 I I ( I . S.

1935 n°. 582). Voor den invoer van in Nederland vervaardigde duurdere sarongs bleef h e t contingent van bijna 50 % v a n de in totaal t e n invoer toegelaten hoeveelheid gehandhaafd. Voor sarongs of kains pandjang, deels u i t katoen, deels uit kunstzijde, mogen alleen vergunningen voor invoer uit Nederland worden afgegeven.

De inv oerlicentie ering -verordening 1935, Aanvulling III ( I . S. 1935 n°. 255) reo-elt voor het tijdvak 14 J u n i 1935 t / m 13 April 1936 den invoer van wollen stoffen, zijden, halfzijden en kunstzijden stoffen, linnen, halflinnen en jute-stoffen, wollen moltondekens, zakdoeken, katoenen, fluweelen en katoenen pluchen kleedingstukken. Deze m a a t r e g e l werd ingetrokken bij de inwerkingtreding der hieronder vermelde manufacturenverordening 1935.

De invoerlicentieering-verordening 1933, Aanvulling IV ( I . S. 1935 n°. 314) regelt voor het tijdvak 9 J u l i 1935 t / m 8 Mei 1936 den invoer v a n n.a.g. grof aardewerk, ander n . a . g . grof aardewerk, n.a.g. fijn aardewerk, Chineesch fijn aardewerk en porcelein, serviezen en serviesdeelen, zoomede eet-, drink-, dien-en tafelgerei v a n aardewerk dien-en porcelein.

De invoerlicentieering-verordening 1935, Aanvulling V ( I . S. 1935 n°. 332) regelt voor h e t tijdvak 24 J u l i 1935 t / m 23 Mei 1936 den invoer v a n verschillende ijzersoorten, ijzeren buizen, draadnagels en spijkers, koper en koperlegeermgen, zink en zinklegeeringen.

De invoerordonnantie oostpannen 1935 ( I . S. 1935 n°. 341) verlengt de invoerbeperking van oostpannen. Bij de invoerverordening oostpannen 1935 ( I . S.

1935 n° 342) werd ter uitvoering v a n deze Ord. de invoer van oostpannen verder

°-eregeld voor het tijdvak 1 Augustus 1935 t / m 31 J u l i 1936. Bij besluit v a n den Directeur van Economische Zaken van 6 Aug. 1935 werd bepaald, d a t oostpannen niet mogen worden ingevoerd in J a v a en Madoera.

De invoerliccntieering-verordening 1935, Aanvulling VI ( I . S. 1935 n°. 364) regelt voor h e t tijdvak 10 Augustus 1935 t / m 9 J u n i 1936 den invoer van toilet-zoep en waschzeep.

De invoerverordening katoenen naaigarens 1935 ( I . S. 1935 n°. 434) regelt voor het tijdvak 31 Augustus 1935 t / m 30 J u n i 1936 den invoer van w i t t e en gekleurde katoenen naaigarens op klossen en op kluwen. Voor den invoer van m Nederland vervaardigde naaigarens werd voor elk der in de verordening genoemde categorieën een contingent van t e n minste! 17J % der in totaal daarvan t e n mvoer toegelaten hoeveelheid vastgesteld. •

De invoerverordening pakpapier 1935 ( I . S. 1935 n°. 460) regelt voor het tijdvak 18 September 1935 t / m 17 J u l i 1936 den invoer van pakpapier. Voor den invoer v a n in Nederland vervaardigd pakpapier werd een contingent van ten m i n s t e 30 % van de in totaal t e n invoer toegelaten hoeveelheid vastgesteld.

De invoerverordening autobanden 193.5 ( I . S. 1935 n°. 567) regelt voor het tijdvak 3 December 1935 t / m 2 October 1936 den invoer v a n automobiel- en motorrijwielbuitenbanden, alsmede van soortgelijke binnenbanden.

12

De invoerverordening manufacturen 1935 ( I . S. 1935 n°. 542) regelt voor het tijdvak 21 November 1935 t / m 20 September 1936 den invoer van de belang-rijkste groepen manufacturen, waarvan de invoer nog niet gereglementeerd was.

Voor vele groepen manufacturen werden contingenten vastgesteld voor den invoer uit Nederland. Zooals hierboven reeds vermeld, werden in deze manufacturen-verordening verschillende gelicentieerde categorieën stoffen opgenomen, waardoor de betreffende van kracht zijnde verordeningen buiten werking werden gesteld.

Bij E . V . van 28 Mei 1935 ( I . S. n°. 239) zijn de op d a t tijdstip bestaande contingenteerings- en licentieeringsverordeningen aangevuld m e t een bepaling, volgens welke de Directeur van Economische Zaken bevoegd is ten aanzien van de in te voeren goederen h e t percentage te bepalen, dat moet worden aan-gevoerd m e t schepen, varende onder Nederlandsen e vlag.

De post van handelswaarnemer voor Nederlandsch-Indië te Durban bleef gedurende het jaar 1935 nog gehandhaafd.

7. IJkwezen.

I n 1935 zijn bij het ijkgebied gevoegd de residenties Bali en Lombok, Wester-afdeeling van Borneo en Biouw en Onderhoorigheden, de nog n i e t tot het ijkgebied behoorende deelen van het gouvernement Celebes en Onderhoorigheden en van de residenties Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo, Manado en Molukken, benevens het eiland Billiton van de residentie B a n g k a en Onder-hoorigheden ( 1 . S. 1935 nos. 303, 604 en 4 7 ) . Door deze uitbreiding is — m e t uitzondering van enkele kleine, t o t laatstgenoemde residentie behoorende eilan-den — einde 1935 het geheele grondgebied van Nederlandsch-Indië t o t ijkgebied verklaard.

De ontvangsten vermeerderden van f 733 527 in 1934 tot f 770 562 in 1935.

I n de reeds langer b e s t a a n d e ijkkringen werd een steeds verder doorwerken van de ijkvoorschriften geconstateerd, hetgeen t o t uiting k w a m in een regel-matige vermeerdering van het aantal t e n onderzoek aangeboden voorwerpen.

De belangrijke stijging van het aantal in gebruik zijnde geijkte inhoudsmaten wijst uit, dat h e t koopend publiek vertrouwen stelt in de bemoeienissen van het I J k w e z e n . I n de jaren 1930 t / m 1935 werden o. a. respectievelijk 54 376, 84 826, 110 324, 136 910, 181 948 en 217 786 inhoudsmaten herijkt.

H e t aantal onderzochte voorwerpen steeg van 898 301 in 1934 tot 1 013 196 in 1935.

B u i t e n de eigenlijke ijk- en herijkwerkzaamheden v o r m t de controle op de juiste naleving van de ijkvoorschriften een belangrijk deel van de t a a k van het personeel. Onder de huidige omstandigheden kan deze contrôle niet uitsluitend aan de politie worden overgelaten. Zoo werd in 1935 in 2125 p l a a t s e n controle gehouden, waarbij + 2000 processen-verbaal wegens overtreding van de ijkordon-nantie werden opgemaakt, hetgeen 1/3 minder is dan in 1934.

Behalve op de ijkmerken, werd toezicht gehouden op het juiste gebruik dei-toestellen (vervalschingen), terwijl periodiek steekproeven werden genomen op de afgeleverde koopwaren op pasars e. d. I n 1935 werden + 700 van dergelijke controle-wegingen verricht, waarbij in 29 % van h e t aantal gevallen onderwicht werd geconstateerd. I n 17 % van h e t aantal gevallen bedroeg het onderwicht m e e r d a n 2 % van de gelverde hoeveelheid.

H e t toezicht op het naleven van de bepalingen der bedrijfscontingenteering voor drukkerijen werd gedeeltelijk aan de a m b t e n a r e n van h e t I J k w e z e n opge-dragen. I n 1935 werden + 70 licentie-aanvragen gecontroleerd.

H e t uitsluitend gebruik van metrieke m a t e n , gewichten en weegwerktuigen n e e m t h a n d over hand toe. I n 1934 was 91,25 % van h e t a a n t a l onderzochte voorwerpen metriek, terwijl in 1935 92,73 % metriek w a s . Door een en ander wordt evenwel de positie van het metrieke stelsel niet geheel juist afgeteekend, gezien h e t gebruik o m nog wel eens van het eene stelsel in het andere o m t e rekenen. De hierboven vermelde vermeerdering van het aantal metrieke inhouds-m a t e n geeft wèl een zuiver beeld v a n den vooruitgang v a n h e t toepassen van het metrieke stelsel; bij het gebruik van deze m a t e n wordt n i m m e r iets

om»e-rekend. U i t h e t feit, dat hierbij het nieuwe stelsel zoo gemakkelijk ingang vindt, blijkt dat h e t verzet, hetwelk nog hier en daar tegen het metrieke stelsel bestaat, veelal uit conservatisme voortkomt.

I n 1935 is zoowel de import als h e t a a n m a k e n in Indië van nieuwe m a t e n , gewichten en weegwerktuigen toegenomen, waarbij de a a n m a a k een steeds belangrijker deel van h e t totaal gaat u i t m a k e n . Als voornaamste artikelen, welke door de inheemsche industrie gefabriceerd worden, k u n n e n — in volgorde van h u n belangrijkheid— genoemd worden: blikken inhoudsmaten, datjins, toonbank-bascules, koperen gewichten, h o u t e n meters, koffiebes-maten en latex-meet-e m m latex-meet-e r s .

De import van J a p a n s c h e weegwerktuigen en gewichten blijft betrekkelijk gering en beperkt zich voor weegwerktuigen tot een enkel t y p e . Groote uitbrei-ding van dezen invoer is voorloopig niet t e verwachten. De door h e t I J k w e z e n gestelde kwaliteitseischen schijnen daarvoor een beletsel te vormen.

I n 1935 zijn in Indië ingevoerd 9272 lengtematen, 876 inhoudsmaten, 50 162 gewichten en 8252 weegwerktuigen, terwijl in Indië zijn vervaardigd 2010 lengte-m a t e n , 89 045 inhoudslengte-maten, 3300 gewichten en 3541 weegwerktuigen.

Voor ijk en herijk zijn in 1935 onderzocht: 35 461 lengtematen, 353 203 inhoudsmaten, 406 904 gewichten, 180 870 weegwerktuigen en 3273 benzine-p o m benzine-p e n ; niet-verbenzine-phchte onderzoekingen zijn verricht t e n aanzien van 7 water-meters, 22 spoor-tankwagens, 23 auto-tankwagens, 26 asbelasting-weegtoestellen, 15 snelheidsmeters, 7 stopwatches, 5 dradentellers, 48 benzine-maatkannen, 93 laboratorium-gewichten, 2 laboratorium-balansen en 4 grondtanks van benzine-pompen.

J. M U N T - , CREDIET- EN B A N K W E Z E N . COÖPERATIE.

1. Muntwezen.

a. Muntcirculatie. Ook in 1935 zette zich de inkrimping van den omloop van teeken- en p a s m u n t verder voort, hoewel, gelijk uit onderstaande opstelling van uit h e t verkeer teruggevloeide m u n t (inclusief muntbiljetten) is af t e lezen, in mindere m a t e dan in vorige j a r e n :

J a a r . , Teruggevloeid:

1930 f 41,1 millioen

1931 37,0 1932 26,0 1933 17,8 1934 10,2 1935 4,0

Totaal f 136,1 millioen

Deze inkrimping is over de verschillende soorten verdeeld als volgt:

1930 1931 1932 1933 1934 1935 Totaal. .

Teekenmunt.

— f 10179 000

— 15 193 000

— 17 570 000

— 14 599 000

— 10 388 000

— 3 457 000

— f 71 386 000

Muntbiljetten.

— f 25 834 000

— 10 390 000

— 1 922 000 925 000

— 1 142 000

— f 40 213 000

Pasmunt.

— f 5122 000

— 11380 000

— 6 579 000

— 2 243 000 + 1 316 000

— 515 000

— f 24 523 000

Totaal.

— f 41 135 000

— 36 963 000

— 26 071 000

— 17 767 000

— 10 214 000

— 3 972 000

— f 136 122 000 N a d a t in 1934, voor het eerst sedert 1930, m é é r p a s m u n t n a a r de circulatie was afgevloeid dan uit het verkeer was teruggevloeid, heeft in 1935 wederom een inkrimping van de pasmuntcirculatie plaats gehad. De omloop van kwartjes en stuivers verminderde respectievelijk m e t f 572 000 en f 104 000, terwijl de omloop van dubbeltjes daarentegen t o e n a m m e t f 107 000, die van koperen pas-m u n t pas-m e t f 54 000.

D e muntbiljetten werden einde December 1933 uit de administratie afgevoerd en h e t nog u i t s t a a n d nominaal bedrag ad f 1 141 566 werd ten bate van de Landsrekening geboekt. Sedert dien werd aan houders van muntbiljetten nog een bedrag v a n f 93 072 ter vergoeding van de nominale waarde daarvan uitbetaald.

b. Intrekking van oude teekenmunt. Als gevolg van de onttrekking aan den omloop van t e e k e n m u n t van h e t hooge gehalte ingevolge de z.g. gehaltewet van 27 Nov. 1919 (N. S. n°. 786, I . S. 1920 n°. 107) werd tot einde 1935 naar Nederland opgezonden f 137 180 000, w a a r v a n f 73 140 000 aan rijksdaalders, f 41 230 000 aan guldens en f 22 810 000 aan halve guldens.

I n 1935 werd nog slechts een bedrag van + f 3 600 000 aan oude t e e k e n m u n t aan den omloop onttrokken, tegen f 19 300 000 in 1934.

V a n h e t bedrag, d a t van elke m u n t s o o r t op J a v a en Madoera en de Buiten-gewesten aan den omloop werd onttrokken, is h e t volgende overzicht t e geven (in duizendtallen g u l d e n s ) .

In document BIBLIOTHEEK KITLV 0154 3741 (pagina 179-185)