• No results found

Gouvernements landbouwondernemingen

In document BIBLIOTHEEK KITLV 0154 3741 (pagina 95-100)

a. 's Lands Caoutchoiwbedrijf. 's L a n d s Caoutchoucbeclrijf o m v a t t e einde 1935 15 ondernemingen, namelijk 11 rubber-ondernemingen (waarvan een tweetal m e t klapper- en k a p o k a a n p l a n t i n g e n ) , 1 getahpertja (tevens rubber-) onder-neming (Tjipetir), 1 koffie-onderonder-neming ( B a n g e l a n ) , 1 oliepalm (tevens rubber-) onderneming (Magang) en 1 hars- en terpentijnbedrijf (in de Gajolanden).

H e t areaal van de gezamenlijke ondernemingen bedroeg einde 1935 32 205 ha (15 612 ha rubber, 1139 h a getahpertja, 766 ha koffie, 3747 ha oliepalm, 923 ha klapper, 362 ha kapok en 9656 ha dennenbosschen (hars- en terpentijnbedrijf).

Hiervan waren in produceerend s t a d i u m 13 181 ha rubber (84,4 % ) , 1139 ha getahpertja (100,0 % ) , 521 ha koffie (68,0 % ) , 3085 ha oliepalm (82,3 % ) , 923 ha klapper (100,0 % ) , 312 ha kapok (86,2 % ) en 7280 ha dennenbosschen (75,4 % ) .

De producties bedroegen:

1934.

6 446 223 kg 98 338 „ 124 147 „ 1537 942 „

352 575 „ 4116 635 st

15 862 kg 1079 601 „

318 386 „

1935.

4 263 779 kg 111092 „ 332 962 „ 5 834 109 „ 1250 850 „ 3 619 187 st

19 895 kg 1600 852 „

484 533 „ Rubber (inclusief zoolcrepe)

Getahpertja Koffie Palmolie P a l m p i t t e n Klappers Kapokpluis H a r s Terpentijn

M e t uitzondering van rubber en klappers, vertoonden alle producten een min of meer belangrijke stijging.

De, ondanks toeneming van het tapbare areaal, belangrijke productie-daling van de rubber, welke een gevolg was van de restrictie, werd bovendien nog in de h a n d gewerkt door overneming van licenties, t o t een hoeveelheid van 477 068 kg door het Gouvernement, ter compenseering van de belangrijke over-schrijding van het uitvoerquotum der bevolkingsrubber.

De productie aan klappers, welke deels tot copra werden verwerkt en deels als zoodanig werden verkocht, werd ongunstig beinvloed door twee factoren, namelijk een hardnekkige rupsenvraat ( B r a c h a r t o n a ) en den zeer geprononceer-den Oostmoesson. De eerste zal ook voor 1936 een ongunstige nawerking hebben.

Ook op de productie van de overige voortbrengselen van de Java-ondernemin-gen (getahpertja en kapok) oefende de droge Oostmoesson, die over geheel J a v a heersohte, een ongunstigen invloed uit. W a t de koffie betreft, dit zal verder tot uiting komen in den oogst 1936.

De oogstcijfers ( a a n olie en p i t t e n ) van de oliepalmonderneming Majang over 1934 en 1935 zijn niet vergelijkbaar, aangezien, zooals in h e t vorig Verslag werd gemeld, wegens de zeer ongunstige prijzen gedurende h e t tweede half-jaar 1934 niet werd geoogst. Hoewel de producties van h e t eerste halfhalf-jaar 1935 door deze tijdelijke staking van de exploitatie nadeelig werden beïnvloed, m a a k t e h e t tweede halfjaar veel goed, zoodat tenslotte nog een bevredigende oogst werd verkregen.

De productie van getahpertja, welke uitsluitend in gezuiverden vorm werd afgeleverd, werd aangepast aan de afzetmogelijkheden tegen loonende prijzen.

De hars- en terpentijnproductie werd evenals het vorig jaar nog weer belangrijk opgevoerd door het in exploitatie n e m e n van een verdere uitgestrektheid natuur-lijke dennenbosschen. De mogelijkheden tot verdere opvoering van de exploitatie zijn 'hiermede nog in geenen deele uitgeput. Aangezien hiermede evenwel aan-zienlijke kosten van voorbereiding gepaard gaan, zal een verdere belangrijke opvoering moeten w a c h t e n tot een voldoende prijsverbetering van de producten zal zijn ingetreden.

De vergelijking der kostprijzen loco afscheephavens per kg in centen m e t die der voorafgegane jaren is als volgt :

Getahpertja . . . Uit deze opgave blijkt, dat de kostprijs van de rubber tengevolge van de inkrimping van de productie (waartegenover bovendien stond een vrij belangrijke t o e n a m e van het produceerend areaal) een zeer belangrijke stijging onderging, hoezeer ook werd getracht deze verhooging door zoo zuinig mogelijk beheer zooveel mogelijk t e beperken. De kostprijs in gereed geld werd bovendien ongunstig beinvloed door herplanting van een areaal van 730,4 ha oude rubberaanplanfingen m e t gebruikmaking van het meest superieure verkrijgbare plantmateriaal. W a t dit laatste betreft, kon in toenemende m a t e worden geprofiteerd van de resul-t a resul-t e n van eigen selecresul-tie.

E e n gedeelte van deze herplantingen, alsmede van die in volgende jaren, zal worden voorzien van een tusschenbeplanting van Derris elliptica als catch crop, m e t cle bedoeling op deze wijze een gedeelte van de herplantmgskosten geresti-tueerd t e krijgen. De in den l a a t s t e n tijd sterk toegenomen belangstelling voor de wortels van deze plant als insecticide geeft daartoe gegronde hoop. Met het kweeken van h e t benoodigde plantmateriaal van hoog gehalte werd een begin gemaakt Voor dit doel werd omvangrijk selectiewerk verricht, terwijl ook een belangrijke hoeveelheid van dit materiaal aan anderen werd geleverd.

De zeer belangrijke daling van de kostprijzen van palmolie, koffie en hars en terpentijn is behalve aan verdere bezuinigingen, aan de productie-toename te danken Bij de beoordeeling van den kostprijs van hars en terpentijn is nog m aanmerking t e n e m e n , dat deze nog werd belast m e t niet onbelangrijke bedragen voor voorbereiding van de uitbreiding der exploitatie alsmede verbetering van den boschtoestand, waarvan de resultaten eerst in volgende jaren t o t uiting

1 Dè vOTkoop van alle producten geschiedde, evenals voorheen uitsluitend door t u s s c h e n k o m s t van de Nederlandsche H a n d e l Maatschappij, deels in Neder-landsch-Indië en deels in Nederland.

De volgende n e t t o prijzen werden verkregen:

Rubber (incl. zooïcrèpe) 3 530 097 kg gemidd. à 43,12 ct. per kg netto = f 1 522 201 Verhandeling rubber-licenties (in- en verkoop) = B 9 6 8 0

Getahpertja (gele) . . . 11856 kg gemidd. à 166,84 „ „ „ „ = 19 781 ( w i t t e ) . . 106 556 „ „ „262,59,, „ „ , = 279 808

(extractie) 227 „ „ „ 171,37 „ „ „ „ = 389 Koffie 289 534 „ „ „ 15,81 „ „ „ „ = 45765 Palmolie 5 834109 „ „ „ 4,51 „ „ „ „ = 263195

Patmpitten 1250 850 „ „ „ 1,19,, „ „ „ = I4 9 4 2

Klappers 571910 stuks „ „113,05,, „100 stuks „ = 6 466 Oopra 743722 kg „ „ 5,70 „ „ kg „ = 42 423 Kapokpluis 16160 „ „ „ 20,70 „ „ „ „ = 3 344

Kapokpitten 34 900 „ „ „ 2,19 „ „ „ „ - 765 Kapokkolven 5 978 750 stuks „ „ 97,94 „ „1000 stuks „ = 5 856

Hars 1435488 kg „ „ 5,47,, „ kg „ = 78 546

Terpentijn 281890 „ „ „ 16,11 „ , „ « 4 5 4 2 3

Totaal . . . f 2 388 534 De rubberprijs steeg, vergeleken bij 1934 (gem. 34,45 e t ) , belangrijk, evenwel niet in voldoende m a t e om een volledige compensatie te vormen tegenover de verminderde productie en den verhoogden kostprijs.

Prijsverbetering t r a d verder in voor de oliepalm- en klapperproducten, waar-tegenover stond een belangrijke daling voor koffie en kapok, alsmede een minder belangrijke voor getahpertja, hars en terpentijn.

Hoofdzakelijk tengevolge van de geringe rubberverkoopen, daalden de inkomsten, in vergelijking m e t 1934, m e t een bedrag van ± f 323 000.

De uitgaven bedroegen f 1 863 550; de t e n laste j a n de exploitatie-rekening komende r e n t e was f 879 299, terwijl de afschrijvingen f 625 448

bedroegen. , -, De netto-bedrijfsontvangsten (incl. alle bijzondere ontvangsten en

waarde-vermeerdering van de eindvoorraden) beliepen f 2 535 305. Bovendien werd ten gunste van de verlies- en winstrekening gebracht een bedrag van f 3458 wegens r e n t e over de vorderingen welke tegenover de belegde reserve s t a a n . _

' H e t exploitatie-verlies (incl. f 1 504 747 voor r e n t e en afschrijvingen) voor het jaar 1935 k w a m hierdoor op f 829 533, tegen f 392 215 over 1934. Deze ongunstiger uitkomst is overwegend aan de teleurstellende resultaten, van de rubbercultuur toe t e schrijven.

De kapitaalsuitgaven konden, in vergelijking m e t vorige jaren, in 1935 belangrijk worden verminderd en wel deels door afname van h e t nog niet produceerende areaal, deels door beperking van aanschaffingen t o t h e t uiterst noodzakelijke. Zij bedroegen f 363 882 (waarin begrepen f 127 520 b o u w r e n t e ) .

Deze uitgaven zijn als volgt over de verschillende cultures verdeeld:

Totaal waarvan b o u w r e n t e : E u b b e r c u l t u u r f 199 027 (f 85 106) Getahpertjacultuur 38 198 ( — ) Koffiecultuur 24 767 ( 8 694) Oliepalmcultuur 75 070 ( 28 653) Kapokcultuur 3 380 ( 1 959) H a r s - en terpentijnbedrijf ... 23 440 ( 3 108) f 363 882 (f 127 520)

H e t in het bedrijf geïnvesteerde kapitaal bedroeg einde 1935 f 18 348 413, als volgt over de verschillende cultures verdeeld :

E u b b e r c u l t u u r f 10 672 518 Getahpertjacultuur 931 147 Koffiecultuur 575 092 Oliepalmcultuur 5 012 174 Klappercultuur 696 887 Kapokcultuur 205 458 H a r s - en terpentijnbedrijf 255 137 Totaal f 18 348 413

E e n overzicht van de winsten of verliezen van 's L a n d s Caoutchoucbedriif over de jaren 1924 (het eerste jaar dat belangrijke winst opleverde) t / m 1935 ïs neergelegd in de volgende tabel :

J a r e n .

]) In procenten van het produceerend gedeelte van het bedrijf op einde 1935.

b 's Lands Kina- en Theebedrijf. De gang van zaken voor beide hoofd-cultures van 's L a n d s Irina- en theebedrijf werd in het afgeloopen jaar m sterke m a t e beheersoht door de wettelijke restrictie-maatregelen, welke voor beide cultures niet onbevredigend is geweest. Weliswaar moet het prijsverloop van de thee, over h e t geheele jaar beschouwd, nog teleurstellend genoemd worden, doch' m e n mag niet over het hoofd zien, d a t h e t bij den opzet van de inter-nationale theerestrictie door de drie samenwerkende productielanden (Britscb-Indië, Ceylon en Nederlandsch-Indië) beoogde doel, n.1. een sterke vermindering van de veel t e groote voorraden werd bereikt.

Hoewel de voorraden te L o n d e n geleidelijk terugliepen, had dit nog geen invloed van beteekems op het gemiddeld prijspeil in 1935. Tal van economisch minder gunstig gesitueerde thee-ondernemingen werkten d a n ook nog m e t verlies.

I n verband hiermede werd besloten, om gedurende h e t 4de restrictie-jaar wederom dezelfde beperking op den uitvoer toe te passen (171 %) als over 1934/1935; als gevolg hiervan wordt verwacht, d a t in den loop van dat ]aar de voorraden 'nog meer zullen slinken en dat hierdoor de prijs op een redelijk peil zal komen.

W a a r de restrictie van 17-ï % op den uitvoer der „ b a s i s j a r e n " overeenkomt m e t een werkelijke restrictie" van + 4 1 i % op de tegenwoordige potentieele productie van Nederlandsch-Indië, is h e t duidelijk, dat deze maatregel buiten-gewoon zwaar drukt, vooral op de economisch zwakkere producenten.

Vermelding verdient voorts, d a t de internationale samenwerking, w a t betreit de theerestrictie, de d a a r a a n deelnemende landen gebracht heeft tot h e t voeren van een intensief opgezette propaganda, welke, naar m a g worden verwacht, een consumptie-vermeerdering zal t e n gevolge hebben.

I n tegenstelling m e t de thee-restrictie h o u d t de wettelijke kina-restrictie geen verband m e t internationale overeenkomsten, aangezien Nederlandsch-Indiè praktisch h e t eenig productieland van kina is. Voor de groote meerderheid der producenten heeft de wettelijke kina-restrictie in feite geen verandering van beteekenis gebracht; immers sedert 1913 waren deze reeds gebonden door een vrijwillige samenwerking, welke in wezen overeenkomt m e t de t h a n s geldende wettelijke restrictie.

Deze restrictie is voornamelijk voor de toekomst van de Nederlandsch-Indische kinacultuur van groot belang t e achten, doordien, t h a n s a l l e producenten, ook die^enen die zich tot dusverre van vrijwillige samenwerking onthielden, gebon-den zijn'eenzelfde beperking toe te passen en doordat bovendien een verdere uitbreiding van den aanplant voorkomen wordt.

Voor de kinacultuur kan 1935 worden aangemerkt als een gunstig jaar; de afzet was veel hooger dan in 1934 en 1933. H e t uitvoerquotum, dat aanvankelijk op 620 000 kg knrine-aequivalent was vastgesteld, werd 11 November 1935 ( I . S. n°. 540) verhoogd tot 720 000 kg.

Uitgevoerd werd een hoeveelheid van ruim 639 000 kg. E e n deel van de leveringen heeft plaats gehad uit de te A m s t e r d a m aanwezige groote voorraden van de ondernemingen der eerste groep. Door deze ondernemingen werden de verstrekte uitvoerlicenties slechts voor + 90 % verbruikt, terwijl de onder-nemingen van de 2de groep de haar toegewezen licenties practisch geheel ver-bruikten.

Vermeld kan worden, d a t de bastverschepingen naar J a p a n in de l a a t s t e jaren relatief t o e n a m e n , waartegenover een verminderde kinine-export naar dit land s t a a t .

Bij G. B . 23 J u l i 1935 n°. 21 werd een studie-commissie benoemd, m e t tot t a a k : a. na t e gaan, w a t de uitwerking is van de kina-overeenkomst en van de .o-enomen restrictie-maatregelen; b. t e onderzoeken, in hoeverre deze maatregelen en de huidige organisatie wijziging en verbetering behoeven, teneinde een grooteren afzet van kinabast t e waarborgen.

H e t rapport van deze commissie zal waarschijnlijk van veel belang zijn voor de verdere regeling van de kina-restrictie en voor de kennis van de kina-situatie in het algemeen.

Met de verschillende proefstations bleef een aangename en vruchtbare

In document BIBLIOTHEEK KITLV 0154 3741 (pagina 95-100)