• No results found

In het noordoosten en zuiden rapporteren meer mensen overgewicht.

In document Gezondheid op koers? (pagina 70-73)

2 GEZONDHEID EN ZORG IN NEDERLAND: BELANGRIJKE TRENDS EN OPVALLENDE

Tekstblok 2.13: In het noordoosten en zuiden rapporteren meer mensen overgewicht.

In Rijnmond, Den Bosch en Zuidoost-Drenthe lij- ken meer mannen te zwaar

In Nederland geeft 43% van de mannen zelf aan overgewicht te hebben (Quetelet Index van 25 of hoger). De percentages overgewicht verschillen duidelijk tussen de regio’s (zie figuur 2.16). Het percentage mannen dat overgewicht rapporteert, ligt in Zuidoost-Drenthe (56%), Den Bosch (51%) en Rijnmond (48%) hoger dan het landelijk gemiddelde. De laagste percentages vinden we rond Arnhem, Amsterdam en in West-Friesland. Deze percentages lopen daar uiteen van 32 tot 38%.

In Drenthe en Groningen lmeer vrouwen te zwaar

36% van de Nederlandse vrouwen rapporteert overgewicht (Quetelet Index van 25 of hoger). Net als bij de mannen verschillen de percentages overgewicht bij vrouwen ook duidelijk tussen de regio’s (zie figuur 2.16). Het percentage vrouwen dat overgewicht rapporteert, ligt in Drenthe (47%) en Groningen (41%) hoger dan het landelijk gemiddelde. De laagste percentages vinden we juist in Leiden (28%) en in Eindhoven en het noordwesten van de Veluwe (voor beide 29%).

Afwijking van het landelijk gemiddelde (43,1%) onder (p < .05) onder gemiddeld boven boven (p < .05) Mannen

Afwijking van het landelijk gemiddelde (36,0%) onder (p < .05) onder gemiddeld boven boven (p < .05) Vrouwen

Figuur 2.16: Percentage amensen van 20 jaar en ouder dat overgewicht rapporteert in de periode 1995-

1999, gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht per GGD-regio (Bron: CBS-POLS, gegevens bewerkt door RIVM).

a) waarschijnlijk een onderschatting, omdat mensen geneigd zijn hun eigen gewicht lager in te schatten dan het in werkelijk- heid is.

jarige volwassenen uit diverse EU-landen, en waar mogelijk ook uit Noorwegen, IJs- land en Zwitserland. Alleen voor overmatig alcoholgebruik en lichamelijke inactiviteit is een bredere leeftijdsrange aangehouden (respectievelijk 18 tot 64 jaar en 15 jaar en ouder). Voor nadere specificatie van gegevens, afkappunten, bronnen en berekenings- wijzen zie bijlage 12.

In figuur 2.17 is te zien hoe Nederland zich ‘gedraagt’ in vergelijking tot het Europese gemiddelde en de meest extreme risicoprofielen in Europa. In de buitenste ring van de grafiek staan de landen met de voor de desbetreffende determinant ongunstigste preva- lentie. Hoe verder van de 0, hoe ongunstiger de situatie. In de binnenste ring staan de landen met het gunstigste niveau. Welke landen bij de punten in de grafiek horen, staat in de tabel eronder. Het gemiddelde is gesteld op één en wordt aangeduid met de term ‘Europese pool’. Deze pool wordt bepaald door de landen waar, voor de desbetreffende determinant, betrouwbare gegevens voorhanden zijn (zie bijlage 12).

Binnen EU scoort Nederland slecht met roken en drinken en goed met bewegen

Vergeleken met andere landen in Europa springt de prevalentie van roken in Nederland er in ongunstige zin uit. Nederland bezet hiermee een vierde plaats in Europa. Het ver- schil tussen mannen en vrouwen, dat lange tijd heeft bestaan, neemt steeds verder af. In Noorwegen en Zweden is het percentage rokers bij vrouwen zelfs al hoger dan bij man- nen (WHO-HFA, 2000). Ook in Nederland zijn de vrouwen aardig op weg om de man- nen ‘in te halen’. Het inhaalgedrag van de vrouwen wat betreft roken in de jaren zeven- tig en tachtig van de vorige eeuw heeft duidelijke consequenties voor de ontwikkelingen in de levensverwachting (zie paragraaf 2.1).

Behalve voor roken scoort Nederland ook ongunstig voor overmatig alcoholgebruik bij mannen. Van de Nederlandse mannen drinkt 10% zes of meer glazen alcohol per dag. Hiermee benaderen ze de prevalentie bij Engelse mannen (14%), koplopers in vergelij- king met de mannen in Finland, Frankrijk, Duitsland, Zweden en Zwitserland (de ECAS-landen, zie bijlage 12). Ook de Engelse vrouwen scoren met vier of meer glazen alcohol per dag het hoogst van deze landen. Onder Nederlandse vrouwen drinkt slechts 1% meer dan vier glazen per dag, vergeleken met 6% van de vrouwen in het Verenigd Koninkrijk. Sinds de jaren negentig daalt de alcoholconsumptie in bijna heel Europa. Alleen in het Verenigd Koninkrijk en Ierland is er nog steeds een duidelijk stijgende lijn zichtbaar (WHO-HFA, 2002). In het algemeen kan worden gezegd dat de drinkpatronen van de verschillende Europese landen steeds meer op elkaar gaan lijken wat betreft con- sumptie per hoofd van de bevolking en wat betreft voorkeur voor bier, wijn of sterke drank.

In tegenstelling tot het ongunstige beeld voor roken en overmatig alcoholgebruik, steekt Nederland wat betreft lichamelijke activiteit juist positief af bij de andere Europese lan- den. Van de Nederlanders verricht 38% gedurende meer dan vijf uur per week lichame- lijke activiteiten. Dit percentage ligt alleen hoger in Zweden, Oostenrijk en Finland.

Voedingsgewoonten binnen Europa gaan steeds meer op elkaar lijken

In de grafieken van figuur 2.17 zijn de voedingsgewoonten in de verschillende Europe- se landen niet meegenomen. Een belangrijke reden hiervoor is dat er weinig goede bron- nen zijn om een brede internationale vergelijking te maken van consumptiegegevens bij de totale bevolking. Er worden wel schattingen gemaakt aan de hand van productie-, import- en exportcijfers van voedingsmiddelen en sommige voedingsstoffen (exclusief verzadigd vet). Uit deze handelsgegevens blijkt dat in de afgelopen twintig jaar de groente- en fruitconsumptie en de vezelinname in Zuid-Europa zijn afgenomen en dat

Mannen Afkappunt Gunstigst Ongunstigst

Roken huidige rokers Zweden België

Verhoogde bloeddruk systolische bloeddruk ≥120 mmHg Denemarken Finland

Verhoogd totaal cholesterol ≥7,8 mmol/liter Nederland Luxemburg

Ernstig overgewicht ≥30 kg/m2 Nederland Finland

Overmatig alcoholgebruik mannen: ≥4 glazen/dag Zweden Verenigd Koninkrijk

Lichamelijke inactiviteit 0 uren per week actief Finland België

Vrouwen Afkappunt Gunstigst Ongunstigst

Roken huidige rokers Finland Denemarken

Verhoogde bloeddruk systolische bloeddruk ≥120 mmHg Nederland Finland

Verhoogd totaal cholesterol ≥7,8 mmol/liter Nederland Luxemburg

Ernstig overgewicht ≥30 kg/m2 Denemarken Finland

Overmatig alcoholgebruik vrouwen: ≥2 glazen/dag Zweden Verenigd Koninkrijk

Lichamelijke inactiviteit 0 uren per week actief Finland België

mannen 0 1 2 roken verhoogde bloeddruk verhoogd totaal cholesterol ernstig overgewicht overmatig alcoholgebruik verhoogd totaal cholesterol overmatig alcoholgebruik lichamelijke inactiviteit verhoogde bloeddruk lichamelijke inactiviteit vrouwen 0 1 2 roken ernstig overgewicht gunstigste prevalentie Nederland ongunstigste prevalentie Europese pool

Figuur 2.17: Positie van Nederland in Europa voor een aantal leefstijldeterminanten en persoonskenmerken. Relatief ten opzichte van Europees gemiddelde, Europa = 1 (Bronnen: zie bijlage 12).

de vetinname, die traditioneel laag was, is toegenomen. De grootste stijging is te zien in Frankrijk. In de Noord- en West-Europese landen is de vetinname juist afgenomen. Uit internationale vergelijkingen van de voedselconsumptie bij ouderen in het algemeen (Moreiras O. et al., 1996; De Groot et al., 1991) en bij oudere mannen in het bijzonder (Kromhout et al., 2000) valt af te leiden dat dit mogelijk ook geldt voor de inneming van verzadigd vet. Het gevolg hiervan is dat de voedselpatronen binnen Europa, die histo- risch zeer gevarieerd waren, steeds meer op elkaar gaan lijken. Een specifieke voedings- gewoonte waarin nog steeds wel grote internationale verschillen bestaan, is het percen- tage zuigelingen dat uitsluitend borstvoeding krijgt (zie tekstblok 2.14). Nederland behoort tot de landen waarin relatief weinig zuigelingen borstvoeding krijgen.

In document Gezondheid op koers? (pagina 70-73)