• No results found

Netwerksamenleving of kristalpaleis als derde ontwikkelingsfase van de mensheid

De nieuwe wereldorde is die van de Netwerksamenleving ook wel aangeduid als de Global Age of als het ‘Kristalpaleis’. Ze is volgens beide auteurs de derde ontwik- kelingsfase van de menselijke samenleving. Terwijl beide auteurs tot in details over dezelfde fenomenen spreken in de huidige tijd, leggen ze in de geschiedenis er naar toe andere accenten en wijken de begin- en einddata van elkaar af.

In de samenleving van jagers en verzamelaars en in de agrarische samenleving die duurde van 10.000 voor Christus tot 1750, domineerde volgens de beschrijving van Castells natuur over cultuur en was de sociale organisatie gericht op struggle for life, op overleven in de natuur. In de laatste eeuwen van deze agrarische samenleving begon, volgens Sloterdijk, met de reizen van Columbus en zijn ontdekking van Amerika, in 1492 het tijdperk van de globalisering. De aarde bleek een waterwereld, niet plat maar rond en de expedities over de wereldzeeën van de ontdekkers, veroveraars en handelaars legden de basis voor de volgende fase.

Die tweede fase is de industriële samenleving, waarin eerst het handelskapitalisme ontstond met vroeg-industriële productie. Bijvoorbeeld in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waarin vormen van proto-industrialisatie in scheepsbouw, textiel en landbouw zich vóór 1750 al voordeden24 en die via de industriële revolutie in

Engeland zich ontwikkelden tot het kapitalistische wereldsysteem.

In de industriële samenleving kon cultuur over natuur gaan domineren en was de sociale organisatie gericht op het veroveren van de natuur, waartoe in de visie van de veroveraars ook de natuurvolken en hun land behoorden. De klassenstrijd bepaalde de dynamiek in de samenleving en in de analyses van de economen uit die tijd was de arbeidswaarde het centrale begrip.

23 Sloterdijk, P. (2006). Het kristalpaleis. Een filosofie van de globalisering. Uitgeverij Boom/SUN, Amsterdam. 24 Zo schrijft Wallerstein, I. (1980). The Modern World System II. Mercantilism and the consolidation of the

European world economy 1600-1750. Academic Press, New York.: over Nederland in de gouden eeuw “….if it is to be asserted (…) that The Netherlands was the first country to achieve self-sustained growth, it is primarily because no other country showed such a coherent, cohesive and integrated agro-industrial production complex…” .

Zie ook en Bieleman, J. J. (1992). Geschiedenis van de landbouw in Nederland, 1500 - 1950 . Veranderingen en verscheidenheid. Boom, Meppel/Amsterdam., p. 26: “…in de loop van de ‘lange 16e eeuw’ [kreeg] in Noordwest Europa een interregionale landbouweconomie gestalte (…). Hierin fungeerden de Vlaamse en later de Hollandse steden als brandpunt. De invloed (…) strekte zich uit tot ver in het Noordwest Europese achterland, zodat zelfs Denemarken en de Baltische staten er deel van uitmaakten”.

De netwerksamenleving

Kern van de industriële samenleving was naast het al langer bestaande gebruik van wind- en watermolens, het op steeds grotere schaal gebruiken van fossiele energie, het ‘ontlastingsagens’ waarmee grote sprongen voorwaarts in productiviteit konden worden gerealiseerd25. In Holland was fossiele energie beschikbaar in de vorm van turf

en in Engeland vanaf 1750 in de vorm van steenkool en later wereldwijd in de vorm van steenkool, aardolie en aardgas.

Volgens Castells ligt het begin van de derde fase, die van de netwerk- of informationele samenleving ergens rond 1970.26 Hij stelt dat kennis vanaf dan de

essentiële bron is van productiviteitontwikkeling en macht. De revolutie van informatietechnologie is de drijvende kracht en deze omvat de micro-elektronica, de informatie technologie, de communicatie technologie maar ook de gentechnologie. De verdediging van het subject tegen de logica van apparaten en markten bepaalt de dynamiek in de samenleving.

In de netwerk economie is de netwerkonderneming volgens Castells de basis voor de informationele samenleving. De arbeid is getransformeerd, netwerkers, werklozen en flexwerkers zijn regel. Alleen een kleine elite globaliseert. Kapitaal is globaal, gebruikt het netwerk en beweegt in instant time, arbeid is lokaal, gedisaggregeerd, gefragmenteerd, gediversifieerd en gedwongen volgens clock time te werken.

De cultuur van de netwerksamenleving is die van ware virtualiteit. De massamedia met eenzijdige communicatie uit het industriële tijdperk zijn ontwikkeld naar multimedia met volledige communicatie. De realiteit zelf is volledig gevangen in het virtuele beeld dat niet de ervaring communiceert maar zelf de ervaring wordt.

25 Sloterdijk, P. (2006). Het kristalpaleis. Een filosofie van de globalisering. Uitgeverij Boom/SUN, Amsterdam., p 249: "Ook al hebben zowel de liberalen als de marxisten van de negentiende eeuw serieuze pogingen gedaan het fenomeen van de industriële samenleving te interpreteren: het verschijnsel van de fossiele energie werd in het ene noch in het andere systeem opgemerkt, laat staan dat het doordacht werd. Doordat de heersende ideologieën van de negentiende en vroeg twintigste eeuw al hun verklaringen van de rijkdom hardnekkig baseerden op het doctrinair beladen begrip arbeidswaarde, bleven ze chronisch incapabel om te begrijpen dat de industrieel gewonnen en verbruikte steenkool geen ‘grondstof’ is als alle andere, maar het eerste grote ontlastingsagens. Dankzij deze universele 'natuurarbeider' (....) nam het principe van de overvloed zijn intrek in de broeikas van de beschaving. "

26 Castells, M. (2000). The information age: economy, society and culture. Volume 1: The rise of the network society. Blackwell, Oxford.p. 508: "a new stage in which culture refers to culture, having superseded nature to the point that nature is artificially revived ('preserved') as a cultural form. (…) Because of the convergence of historical evolution and technological change we have entered a purely cultural pattern of social interaction and social organization. This is why information is the key ingredient of our social organization and why flows of messages and images between networks constitute the basic thread of our social structure"