• No results found

Binnen de context van het opleggen en uitvoeren van Tbs worden verschillende dossiers aangelegd die betrekking hebben op een Tbs’er als individu. Drie daarvan komen het meest in aanmerking voor de term Tbs-dossier: het strafdossier, het verpleegdedossier en het plaatsingsdossier. Eerstgenoemde dossier is in essentie een verzameling processtukken betreffende één verdachte / veroordeelde. Hoewel het strafdossier wel enkele documenten kan bevatten die betrekking hebben op de Tbs en de geestelijke gesteldheid van de verdachte / veroordeelde, is het in essentie een dossier gericht op de strafrechtelijke kant van Tbs. Het strafdossier aanhouden als Tbs-dossier zou daardoor een onevenredige focus leggen op de criminele kant van de Nederlandse geesteszieke criminelen. Het laatstgenoemde dossier, het plaatsingsdossier, heeft inhoudelijk zeer veel overeenkomsten met het verpleegdedossier. In dit dossier wordt veel informatie geregistreerd betreffende de uitvoering van de Tbs, en ook dit dossier is gericht op het registreren van gegevens van een individuele Tbs’er. Echter wordt het plaatsingsdossier bijgehouden door de Dienst Justitiële Inrichtingen (in essentie het gevangeniswezen) en mist het inhoudelijk gezien een zekere wettelijke grondslag. Met name daarom is ervoor gekozen het verpleegdedossier aan te merken als Nederlands Tbs-dossier. Deze is net als het plaatsingsdossier gericht op de uitvoerende kant van Tbs, al bevat het ook enkele processtukken waardoor de gerechtelijke kant niet ontbreekt, en het betreft de Tbs’er als individu. Doordat dit dossier wel een wettelijke grondslag heeft, was deze daarnaast geschikter voor het beoogde onderzoek naar de wettelijke inhoudelijke vereisten aan deze vorm van documentatie. De laatste meespelende factor was dat ook in het onderzoeksrapport Over tien

jaar over gisteren de keuze is gemaakt om het verpleegdedossier als Tbs-dossier te zien. Er was

geen reden om deze beslissing in twijfel te nemen en binnen dit onderzoek een andere kant op te gaan.99

2.1.1 Het Verpleegdedossier

Het verpleegdedossier werd in 1997 in de Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden (BVT) geïntroduceerd, al werd voor die tijd ook al een dossier aangelegd wat betreft de verpleging van een Tbs’er. De verantwoordelijkheid voor het juist opstellen van het verpleegdedossier ligt bij het hoofd van de instelling waar deze in verblijft. De aard van het verpleegdedossier is vergelijkbaar met gewone patiëntendossiers: alle informatie die

35 noodzakelijk is voor een goede behandeling van de patiënt / Tbs’er wordt erin samengebracht. Hier vallen onder andere aantekeningen over de afkomst, de geestelijke en lichamelijke gesteldheid en de dagelijkse gang van zaken van de terbeschikkinggestelde onder.100 Tijdens de behandeling van een Tbs’er wordt er overigens nog een vierde dossier opgesteld: het medische dossier. Deze bevat niet alleen informatie over het ziektebeeld van de geesteszieke crimineel, maar ook medische informatie dat losstaat van de geestesziekte waarvoor behandeling in een Tbs-kliniek is opgelegd. Wat er in dit dossier wordt bijgehouden betreffende de geestesziekte, en tevens ook overige medische informatie dat relevantie heeft voor de Tbs gerelateerde behandeling van de Tbs’er in kwestie, wordt ook geregistreerd in het verpleegdedossier.101 Verder staat het medische dossier van de Tbs’er los van diens verpleegdedossier.102

2.1.2 Inhoudelijke vereisten

In artikel 19 van de BVT zijn, onder andere, de minimum vereisten van de inhoud van het verpleegdedossier vastgesteld. Alle verpleegdedossiers moeten deze onderdelen bevatten. Verdere eisen aan het verpleegdedossier zijn vastgelegd bij de algemene maatregel van bestuur.103 De volgende onderdelen dienen in ieder geval aan een verpleegdedossier te worden toegevoegd:

- Rapporten vanuit de instelling over de uitvoering van de opgelegde straf of maatregel; - Het verplegings- en behandelingsplan;

- Samenvattingen van besprekingen over de vaststelling of wijziging van eerdergenoemde plannen;

100 Hoekendijk et al., 25 – 26. 101 Hoekendijk et al., 27.

102 Denk hierbij bijvoorbeeld aan een schizofrene crimineel die tijdens zijn verblijf in een Tbs-kliniek

longontsteking krijgt. In zijn medisch dossier worden gegevens bijgehouden over zijn schizofrenie maar ook over de behandelingen die hij ondergaat om van zijn longontsteking af te komen. Alleen de gegevens over de behandeling en het verloop van zijn schizofrenie zullen ook in zijn verpleegdedossier opgenomen worden. De informatie over zijn longontsteking blijft puur en alleen onderdeel van zijn medisch dossier- de gegevens zijn niet relevant voor de verdere Tbs gerelateerde behandeling van de geesteszieke crimineel in kwestie en hoeven daardoor- buiten het medisch dossier- niet geregistreerd te worden.

103 Artikel 19, lid 2, Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, (1997): wetten.overheid.nl (geraadpleegd

36 - Evaluatieverslagen;

- Adviezen en aantekeningen; - Opname- en ontslaggegevens;

- Aantekeningen betreffende een opgelegde disciplinaire straf.104

In de bijbehorende algemene maatregel van bestuur (AMvB) staan de volgende onderdelen beschreven als verplichte toevoegingen aan een verpleegdedossier:

- Het eindverslag betreffende de verpleging zoals deze plaatsvond in de inrichting waaruit de terbeschikkinggestelde wordt overgeplaatst (alleen van toepassing bij overplaatsing);105

- Een afschrift van mededelingen;

- Uitspraken van de beklag- en de beroepscommissie; - Ontvangen afschriften van rechterlijke beslissingen; - Machtigingen van de minister;

- Gegevens met betrekking tot de toepassing van artikel 26 en artikel 16b;

- Overige gegevens omtrent de gezondheid van de verpleegde, noodzakelijk om tot een goede verpleging en behandeling van de Tbs’er te kunnen komen.106

Andere vereisten uit de AMvB zijn dat het verpleegdedossier op een standaard manier ingedeeld moet worden, en dat daarin onderscheid gemaakt moet worden tussen persoons- en identificatiegegevens, justitiële gegevens, behandelgegevens en gegevens omtrent het verblijf.107 Daarnaast moet het verpleegdedossier in een afsluitbare ruimte in de inrichting

104 Artikel 19, lid 2, Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, (1997): wetten.overheid.nl (geraadpleegd

op 23 juni 2019).

Wat er onder de disciplinaire straf wordt verstaan, is beschreven in artikel 49, lid 7, van de BVT. Disciplinaire straffen worden opgelegd wanneer een Tbs’er zich binnen de instelling heeft misdragen. Zij zijn niet onderdeel van de maatregel zoals deze is opgelegd in reactie op de gepleegde misdaad.

105 Artikel 20, lid 2, Reglement verpleging ter beschikking gestelden (2018): wetten.overheid.nl (geraadpleegd op

23 juni 2019).

106 Artikel 30, Reglement verpleging ter beschikking gestelden (2018): wetten.overheid.nl (geraadpleegd op 23

juni 2019).

107 Artikel 29, Reglement verpleging ter beschikking gestelden (2018): wetten.overheid.nl (geraadpleegd op 23

37 worden bewaard; wanneer de verpleegde wordt overgeplaatst wordt ook diens dossier naar de andere inrichting overgebracht.108

Om het verschil tussen vastlegging in de algemene maatregel van bestuur en vastlegging in de wet zelf te kunnen duiden, is het van belang te weten wat het verschil is tussen de twee:

Een algemene maatregel van bestuur (AMvB) is een besluit van de regering waarin regels uit een wet verder worden uitgewerkt. Voordeel is dat niet alle details precies in de wet zelf geregeld hoeven te worden. Bovendien kan een AMvB veel makkelijker (en dus sneller) worden gewijzigd dan een wet.109

De inhoud van een verpleegdedossier, zoals deze is vastgelegd in de BVT, is dus meer stabiel van aard, terwijl de inhoudelijke vereisten, zoals vastgelegd in de bijbehorende AMvB, daar specifiek in vast zijn gelegd om deze gemakkelijker te kunnen veranderen. Dit kan geïnterpreteerd worden dat de gegevens in de BVT als altijd noodzakelijk worden geacht, als informatie waarvan het belang over de jaren niet snel zal fluctueren. Het betekent ook dat men in 1997 verwachtte dat de verplichtingen uit de AMvB eerder ter discussie zou komen te staan. Vanuit dit perspectief gezien, is het met name opmerkelijk dat ook het bewaartermijn is vastgelegd in de AMvB, niet in de Beginselenwet zelf.110 Een ander opmerkelijk verschil tussen de termen vastgelegd in de wet tegenover de AMvB is dat informatie uit de rechterlijke context (processtukken) door de AMvB verplicht wordt gesteld, terwijl in de wet met name gesproken wordt over informatie uit de medische context. Daaruit blijkt dat het verpleegdedossier allereerst gericht is op de behandelbelangen van een Tbs’er, en op de tweede (en meer veranderlijke plaats) pas op de gerechtelijke kant van de maatregel. Verder is dit niet heel verwonderlijk: gerechtelijke informatie wordt ook in het strafdossier bewaard111 en het

verpleegdedossier heeft een duidelijke focus op de uitvoerende kant van Tbs waar medische behandelgegevens een grotere rol in spelen dan voorafgaande juridische vraagstukken.

108 Artikel 31, Reglement verpleging ter beschikking gestelden (2018): wetten.overheid.nl (geraadpleegd op 23

juni 2019).

109 “Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB),” www.parlement.com (geraadpleegd op 23 juni 2019).

110 Artikel 32, Reglement verpleging ter beschikking gestelden (2018): wetten.overheid.nl (geraadpleegd op 23

juni 2019) en Artikel 19, lid 2, Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, (1997): wetten.overheid.nl

(geraadpleegd op 23 juni 2019).

38