• No results found

Zoals is gebleken in dit hoofdstuk, zijn er in de basis veel overeenkomsten te vinden tussen het Nederlandse Tbs en vergelijkbare praktijken in België, Duitsland en Noorwegen. In alle onderzochte landen worden geesteszieke criminelen (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaar verklaard als zij geestesziek waren op het moment van hun misdrijf. Alleen de rechter is bevoegd om iemand ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Om te bepalen of dit nodig is, mag in alle vier de landen tenminste één deskundige om advies worden gevraagd. Hoewel de duur van de Tbs en Tbs vergelijkbare praktijken in de vier landen verschilt, is het overal mogelijk om ofwel de duur van de maatregel te verkorten, ofwel deze te verlengen. Een laatste belangrijke overeenkomst is dat de praktijken in alle vier de landen behandeling in een gesloten instelling of afdeling inhoudt, die speciaal voor de forensische psychiatrie is aangewezen. De behandeling is onderdeel van de vier praktijken omdat op die manier getracht wordt het gevaar dat geesteszieke criminelen vormen voor de samenleving te verminderen. Een van de opmerkelijkste verschillen die naar voren is gekomen in dit hoofdstuk, is dat België als enige een eensporig systeem heeft. Ook in Noorwegen kan bij ontoerekeningsvatbaarheid door

94 Bal en Koenraadt, 234. 95 Gröning en Rieber-Mohn, 126. 96 Gröning en Rieber-Mohn, 128.

31 geestesziekte alleen voor de maatregel worden gekozen, maar andere vormen van ontoerekeningsvatbaarheid hebben wel de mogelijkheid voor een gecombineerde straf. Een ander opmerkelijk en algemeen verschil is dat in ieder land een andere organisatie verantwoordelijk is voor het toezicht op de inrichtingen.

32

2

Tbs-dossiers en equivalenten

Om het vergelijken van bewaar- en toegangsbeleid van Tbs-dossiers mogelijk te maken, is het van belang een beeld te krijgen van welke dossiers geschaard kunnen worden onder het begrip Tbs-dossiers. Alleen door vast te stellen welke dossiers er in ieder land worden opgemaakt met betrekking tot het omgaan met geesteszieke criminelen, kan worden bepaald welke van deze dossiers overeenkwamen met het Nederlandse Tbs-dossier, en waarvan dus ook het bewaar en toegangsbeleid uitgezocht dient te worden. Het is van belang om er hierbij wel van bewust te zijn dat de betekenis van de term ‘Tbs-dossier’ variabel is; er bestaat- ook in Nederland- geen officieel Tbs-dossier, alleen verschillende dossiers en documenten die opgesteld worden in de context van het uitvoeren van de Tbs-maatregel. Ook in dit onderzoek is het dus van belang voor ogen te houden dat er verschillende interpretaties mogelijk zijn voor wat een Tbs-dossier nu precies inhoud. Wat er met de term ‘Tbs-dossier’ in dit onderzoek bedoeld wordt, is een verzameling van informatie in een of meerdere officiële documenten, opgesteld als onderdeel van de uitvoering van een Tbs-maatregel of een buitenlandse variant daarvan. Het dossier dient gericht te zijn op het beschrijven van de situatie van één individuele Terbeschikkinggestelde, niet het systeem of de instelling als geheel. Tenslotte moet er benadrukt worden dat de term ‘dossier’ hint naar het bestaan van een papieren verzamelmap van allerlei officiële documenten- dit is niet wat er binnen dit onderzoek met de term wordt bedoeld. Het gaat hier in essentie niet om een verzameling van papieren documenten, maar om wat er over de uitvoering wordt gedocumenteerd. Elektronische documentatie of documentatie in één document is daarbij niet uitgesloten. Doordat de vorm van het Tbs-dossier variabel is, was het van groot belang om in dit onderzoek de focus te richten op de inhoud van de dossiers. Vanwege de privacy gevoeligheid van de tijdens het uitvoeren van de maatregel gegenereerde individuele gegevens, is daarbij niet gekeken naar de inhoud van bestaande dossiers. In plaats daarvan is de focus gelegd op de wettelijke vereisten van de inhoud van deze dossiers, om zo alsnog een beeld te kunnen vormen van wat deze- in officiële termen- zou moeten bevatten. De volgende onderzoeksvraag vat het doel van dit hoofdstuk samen:

Wat wordt er gedocumenteerd binnen de context van Tbs of Tbs vergelijkbare praktijken en welke documentatievorm kan er, inhoudelijk gezien, aangemerkt worden als Tbs-dossier?

33 Om deze vraag te beantwoorden is allereerst gekeken naar onderzoeksrapporten en literatuur betreffende documentatie binnen de context van Tbs en Tbs vergelijkbare praktijken. Daarbij is gebruik gemaakt van vergelijkende bronnen om zo informatie te vergaren over één van de genoemde landen (respectievelijk Duitsland en Noorwegen): Gewelds- en zedendelinquenten

met een geestelijke stoornis van C.H. de Kogel et al. en De uitvoering van internering van C.

Weerbrouck. De andere categorie literatuur waar informatie uit bemachtigd is, waren artikelen en rapporten die specifiek de situatie in één van de onderzochte landen beschreven: Over tien

jaar over gisteren van Hoekendijk et al. over Nederlandse Tbs-dossiers en Voorbereidend studiedossier van de archiefselectielijst 2008 van Paul Drossens over de Belgische

interneringsdossiers.

Het belangrijkste deel van de informatie uit dit hoofdstuk is vergaard via het doornemen en analyseren van de nationale wetgeving van de onderzochte landen. Zowel in Nederland als in België, Duitsland en Noorwegen staat in de nationale wetgeving vastgelegd wat er ofwel in de context van de Tbs of Tbs vergelijkbare maatregel ofwel in de context van het strafrecht en het gevangeniswezen moet worden gedocumenteerd. De wetgeving bleek daardoor een goede basis voor het achterhalen van de wettelijk vereiste minimum inhoud van de tijdens het uitvoeren van de maatregel opgestelde dossiers. Op basis daarvan kon, in combinatie met de literatuur, besloten worden welke vorm van documentatie in aanmerking kwam voor het in dit onderzoek gehanteerde label ‘Tbs-dossier’.97 De wetgeving van alle onderzochte landen is via

land specifieke websites uitgezocht. Er was geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze online wetgevingen: de bijbehorende websites vielen allemaal onder het beheer van overheidsdiensten.98

97 Alleen de inhoudelijke vereisten van Tbs-dossiers zijn in dit hoofdstuk benoemd. De andere vormen van

dossiervorming en documentatie binnen de context van Tbs en Tbs vergelijkbare systemen worden alleen kort besproken en vergeleken. Hiervoor is gekozen om de focus op de uitgekozen Tbs-dossiers te houden.

98 Wel werd er op de website van de Duitse nationale overheid gewaarschuwd dat de aangeboden Engelse

vertalingen niet rechtsgeldig waren. Een andere meespelende factor is dat de Noorse wetgeving alleen in het Noors werd aangeboden. Dit heeft geen effect gehad op de betrouwbaarheid van de aangeboden informatie, maar kan wel geleid hebben tot een foutieve interpretatie mijnerzijds, veroorzaakt door de bestaande taalbarrière.

34