• No results found

2.4 Het Noorse Tbs-dossier

2.4.1 Het pasientjournal

In alle drie de wetgevingen wordt gesproken over het vastleggen van gegevens. Terwijl in de Psykisk Helsevernloven maar één specifiek dossier wordt genoemd, het individuell plan, blijkt uit het Helseregisterloven dat er veel verschillende vormen van patiëntengegevensregistratie mogelijk zijn. In welk dossier of informatieregister precies de registratiehandelingen plaatsvinden, wordt niet expliciet benoemd in de eerstgenoemde wet141. De laatstgenoemde wet richt zich juist op het registreren van gegevens in registers; dit zijn databases gericht op het gecombineerd weergeven van verschillende gegevens uit de gezondheidszorg, maar bestaan niet uit dossiers gericht op individuen.142 Beide wetten vormen daardoor geen goede basis voor het uitzoeken van de Noorse verpleegdedossiers. Wel bood het individuell plan, kort benoemd

137 Charlotte Weerbrouck, De uitvoering van internering; Een vergelijkend onderzoek met Scandinavië,

Masterproef Universiteit Gent (2016), 79.

138 Voor de online versie van de Noorse wetgevingen, zie de website lovdata.no.

139 In de beschrijving van het bereik van de drie wetten komt ofwel de term verplichte ofwel de term preventieve

(geestelijke) zorg voor. Daaruit blijkt dat de uitvoering van de maatregel voor het behandelen van geesteszieke criminelen ook onder deze wetgevingen kan worden geschaard. Wel moet de Mental Health Care Act in aangepaste vorm worden toegepast wanneer het om verplichte zorg gaat.

Koninklijke Gezondheids- en Zorgministerie, “Pasientjournalloven og helseregisterloven,” Prop. 72 L; Proposisjon til Storinget (forslag til lovvedtak), (2013-2014), 35 – 36: www.regjeringen.no (geraadpleegd op 28 april 2019) en artikel 1.1a, Psykisk Helsevernloven, (1999): lovdata.no (geraadpleegd op 23 juni 2019).

140 Weerbrouck, 77 – 79.

141 Registratiehandelingen komen bijvoorbeeld terug in het opleggen van dwangmaatregelen.

Artikel 4.4, Psykisk Helsevernloven, (1999): lovdata.no (geraadpleegd op 23 juni 2019).

46 in de Psykisk Helsevernloven, een goed aanknopingspunt voor de zoektocht naar dossiervorming. Daardoor kon namelijk het verband gelegd worden tussen de dossiervorming binnen de geestelijke gezondheidszorg en het pasientjournal143 uit de Pasientjournalloven: een

van de onderdelen van het pasientjournal is het individueel behandelplan.144 Na bestudering van de wet en het bijbehorende voorschrift bleek dat dit patiëntendossier voldoende overeenkomsten vertoonde met het Nederlandse verpleegdedossier. Dit dossier bleek namelijk zowel gericht te zijn op het individu als op het vastleggen van diens behandeling; het dossier bevat zodoende gegevens over de uitvoering van de maatregel voor het behandelen van geesteszieke criminelen. Er bleek tevens geen equivalent van het patiëntendossier te bestaan binnen het Noorse strafrecht.145 Aangezien daarmee een betere kandidaat werd uitgesloten, is ervoor gekozen het pasientjournal aan te merken als het Noorse Tbs-dossier ondanks de verschillen in ministeriële verantwoordelijkheid.

2.4.2 Inhoudelijke vereisten

In het voorschrift horende bij de pasientjournalloven staat een gedetailleerde beschrijving van wat er allemaal in een dergelijk dossier opgenomen moet worden, onder de voorwaarde dat het bijvoegen alleen hoeft wanneer dat relevant en noodzakelijk is:

- Informatie voor het identificeren en contacteren van de patiënt (naam, adres, woonplaats, ID-nummer, telefoonnummer, burgerlijke staat en beroep);

- Informatie en contactinformatie over de naaste familie van de patiënt;

- Wie er bevoegd is voor het geven van toestemming, als de patiënt hier zelf niet voor in aanmerking komt;

- Wanneer en hoe de zorg wordt verleend, plus bij opname de datum van opname en ontslag;

143 Vrij vertaald: patiëntendossier.

144 Paragraaf 8, Forskrift om pasientjournal, (2000): lovdata.no (geraadpleegd op 23 juni 2019).

Dit Forskrift is een wettelijk voorschrift, gekoppeld aan de patiëntendossierwet (pasientjournalloven). Hoewel dit voorschrift uit het jaar 2000 stamt, is hij op latere datum nog gewijzigd. In 2018 vonden de meest recentelijk aanpassingen plaats om het voorschrift op de AVG en diens vertaling naar de nationale wetgeving (de

Forskrift om behandling av personopplysninger) aansluitend te maken.

145 Zie daarvoor de Straffeprosessloven, (1986): lovdata.no (geraadpleegd op 23 juni 2019) en de Straffeloven,

47 - Achtergrondinformatie over de zorg, de medische geschiedenis, informatie over de lopende behandeling, beschrijving van de toestand van de patiënt en de status van opname en ontslag;

- Voorlopige diagnose, observaties, bevindingen, onderzoeken, diagnose, behandeling, zorg en follow-up;

- Documentatie over onenigheid tussen gezondheidswerkers of in academische kwesties met betrekking tot de zorg van de patiënt;

- Achterliggende overwegingen bij eventueel afwijken van de richtlijnen;

- Of er advies en informatie is verstrekt aan de patiënt en naasten, eventueel inclusief de weerstand van een patiënt tegen het ontvangen van deze informatie;

- Instemming of afwijzing van bepaalde zorg, informatieverwerking of andere reserveringen en vereisten van de patiënt;

- Toegang tot het dossier en vereisten voor rectificatie en verwijdering, eventueel met klachten en beroep;

- Uitwisseling met andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg; - De gegevens van de vaste arts van de patiënt;

- Een individueel plan; - Ziekten en certificaten;

- Verklaringen over de patiënt (bijvoorbeeld door deskundigen);

- Of er informatie is verstrekt aan politie, kinderwelzijnsdienst, gezondheids- en zorgdienst, sociale diensten, of hiervoor toestemming is verleend en welke informatie er precies is gedeeld;

- Handhaving of gebruik van dwang en de wettelijke onderbouwing daarvan; - Gronden voor het weigeren van een verzoek voor medicatiewisseling;

- Informatie over het bestaan van minderjarige broers of zussen in het geval van een psychische aandoening, substantieafhankelijkheid of ernstige somatische ziekte of letsel;

- Informatie over de ouders die gevolgen hebben voor de behandelingssituatie van het kind;

- Werkdocumenten, eigen documentatie van de patiënt, röntgenfoto’s, opnamen, etc. totdat deze op de juiste manier zijn vastgelegd;

48 - Eventueel overige informatie.146

De wettelijke vereisten voor de inhoud van dit dossier zijn veel uitgebreider dan in de andere drie besproken landen het geval is. Dit kan grotendeels verklaard worden doordat dit patiëntendossier niet uitdrukkelijk bedoeld is voor de Noorse Tbs’ers. Het is breder getrokken en moet daardoor aansluiten op veel meer situaties dan alleen die van geïnterneerden. Een ander belangrijk verschil met het verpleegdedossier is het ontbreken van strafrechtelijke informatie. Er zijn wel degelijk mogelijkheden om dat vast te laten leggen geboden in de wet: in het onderdeel verklaringen en in het onderdeel overige informatie zou dergelijke informatie gepast kunnen worden. Het ontbreken van expliciete vereisten om dat te doen is een veelzeggend verschil met de Nederlandse situatie. Het illustreert de al eerder ontdekte focus in Noorwegen op de patiënt rol van de geesteszieke crimineel. Deze focus is overigens niet geheel verwonderlijk: Noorwegen kent net als België alleen de maatregel voor opsluiting in een forensisch psychiatrisch ziekenhuis of op een vergelijkbare afdeling wanneer een crimineel volledig ontoerekeningsvatbaar is verklaard. Dit verwijdert het criminele element van de geesteszieke crimineel, waardoor er (althans in Noorwegen) enkel een te behandelen patiënt overblijft.

2.5 Conclusie

Het Nederlandse verpleegdedossier, het Belgische interneringsdossier, het Duitse Vollzugsplan en het Noorse pasientjournal zijn voor dit onderzoek aangemerkt als de Tbs-dossiers van de bijbehorende landen. Dit betekent niet dat zij inhoudelijk hetzelfde zijn; dit betekent alleen dat zij in essentie als hetzelfde dossier kunnen worden aangemerkt. Al deze dossiers zijn gericht op de uitvoerende kant van een Tbs of Tbs vergelijkbare maatregel, beschrijven de situatie van een geesteszieke crimineel als individu en bevatten in ieder geval een behandelingsgericht element. Een extra, maar nog niet eerder benadrukt, element dat in alle dossiers voorkomt is dat er persoonsgebonden informatie in de dossiers voorkomt. Dit aspect heeft gevolgen voor het bijbehorende bewaar- en toegangsbeleid, wat in het volgende hoofdstuk nog aan bod zal komen. Hoewel de dossiers in essentie overeenkomen, bestaan er onderling- met name qua inhoud- grote verschillen. Een belangrijk verschil is de mate waarop strafrechtelijke informatie expliciet terug moet komen in de Tbs-dossiers: in België is dit een veel belangrijker onderdeel van het dossier dan in de andere landen, terwijl het in Noorwegen helemaal niet expliciet naar

49 voren komt in de wetgeving. Een ander opmerkelijk verschil is het verschil in vereisten tussen de nationale en de deelstaat wetgeving in Duitsland: geen van de andere landen kent een dergelijk nationaal versus regionaal verschil. Tenslotte zijn de Noorse Tbs-dossiers het meest opvallend verschillend, op een meer organisatorisch niveau: de vereisten gelden niet alleen voor geesteszieke criminelen en zijn niet opgesteld door Justitie maar door het Ministerie van Gezondheidszorg. Deze verschillen zullen gevolgen hebben voor het bewaar- en toegangsbeleid van de Tbs-dossiers. Daarnaast zullen zij terugkomen in het vierde hoofdstuk, waarin gezocht is naar mogelijke verklaringen voor de verschillen. Voor het aanmerken van de dossiers als Tbs-dossiers bleken de verschillen echter niet op te wegen tegen de overeenkomsten in de essentie van de dossiers.

50

3

Bewaar- en toegangsbeleid

Nu vast is gesteld welke dossiers uit Nederland, België, Duitsland en Noorwegen onder het begrip Tbs-dossier gepast kunnen worden, is het mogelijk geworden om het bewaarbeleid ten aanzien van deze Tbs-dossiers in kaart te brengen. Daarnaast kan nu ook het bijbehorende toegangsbeleid in beeld worden gebracht. Beide onderwerpen zullen in dit hoofdstuk aan bod komen; er is dan ook gebruik gemaakt van twee onderzoeksvragen om het doel van dit hoofdstuk te kunnen samenvatten:

- Op welke manier is het bewaren | vernietigen van Tbs-dossiers in Nederland, België,

Duitsland en Noorwegen geregeld?

- Hoe en door wie kan toegang tot de Tbs-dossiers van deze landen verkregen worden? Net als in de voorafgaande hoofdstukken, zal voor ieder land individueel een antwoord gezocht worden op bovenstaande onderzoeksvragen. Nederland komt daarin als eerste aan bod, om het mogelijk te maken dat tijdens de bespreking van België, Duitsland en Noorwegen direct een vergelijking kan worden gemaakt met het Nederlandse bewaar- en toegangsbeleid. Het Duitse beleid is daarbij in kaart gebracht aan de hand van het gehanteerde beleid in de deelstaat Hessen. Om het bewaar- en toegangsbeleid van de vier landen te onderzoeken is gebruik gemaakt van drie soorten bronnen: archiefwetten, beleidsdocumenten en archiefwebsites. Ieder onderzocht land heeft een archiefwet opgenomen in de nationale wetgeving, waarin de belangrijkste principes, doelen en regels zijn vastgelegd ten aanzien van wat er op welke manier gearchiveerd mag worden. De online versies van deze wetgevingen zijn in dit onderzoek geraadpleegd, gevonden via betrouwbare websites die onder controle staan van de respectievelijke overheden. De beleidsdocumenten waar gebruik van is gemaakt zijn veelal selectielijsten, of equivalenten daarvan. Deze documenten zijn teruggevonden op de archiefwebsites van de rijksarchieven van het desbetreffende land.147 Diezelfde websites boden ook een zee van aanvullende informatie, zoals inventarissen van overgedragen Tbs-dossiers en

147 De desbetreffende websites zijn die van het Rijksarchief in België (www.arch.be), het Bundesarchiv

(www.bundesarchiv.de) en het Hessische Landesarchiv (landesarchiv.hessen.de) in Duitsland en van het Archivverket (www.arkivverket.no) in Noorwegen.

51 formulieren waarmee de toegang tot niet-openbare archiefstukken wordt gereguleerd. Ook van die informatie is gebruik gemaakt om tot een antwoord op de twee onderzoekvragen te kunnen komen. Voor de Nederlandse situatie is overigens een andere werkwijze gehanteerd ten overstaan van de beleidsdocumenten en de archiefwebsites; de Nederlandse situatie is ten aanzien van het bewaar- en toegangsbeleid van Tbs-dossiers niet praktisch maar enkel conceptueel te onderzoeken. Daarom is ervoor gekozen het onderzoeksrapport Over tien jaar

over gisteren te hanteren als primaire bron voor het vaststellen van de Nederlandse situatie.