• No results found

4.2 Maatschappij

4.2.1 Gebeurtenissen en gevolgen

Na gebeurtenissen zoals de aanslag op Utøya, waarbij de ontoerekeningsvatbaarheid van de aanslagpleger in opspraak kwam, of een recidive-moord, is het niet ongebruikelijk dat in de media, naast informatie over de gebeurtenis zelf, ook het Tbs systeem ter discussie komt te staan. Een heel concreet voorbeeld is de moord op Anne Faber, gepleegd door een Tbs’er die nog onder behandeling stond in een Tbs kliniek; deze moord was in Nederland de aanleiding voor het ter discussie stellen van hoe het Tbs systeem functioneert, althans in de media. Informatievoorziening en privacy van de Tbs’er is daarbij ook aan bod gekomen, en in de kranten is de toon gezet dat laatstgenoemde factor teveel prioriteit heeft gekregen in de Tbs praktijk anno 2018 – 2019.245 Vaak duurt het meerdere jaren voordat dergelijke gebeurtenissen tot verandering in het systeem en bijbehorende wetgeving leiden. Deze recente ontwikkeling in publieke opinie in Nederland is daardoor nog niet te koppelen aan de huidige beleidsvoering ten aanzien van Tbs en Tbs-dossiers. Uit de literatuur is echter gebleken dat in België, Duitsland en Noorwegen vergelijkbare voorvallen hebben plaatsgevonden die wel al navolging hebben gehad in ofwel het beoogde ofwel het huidige beleid. In België en Duitsland zijn in 1996 recidive zaken uitgebreid in de media besproken, die aantoonbaar gevolgen hebben gehad voor het nationale Tbs beleid. In Noorwegen vond in 2011 de aanslag op Utøya plaats, die een nationale discussie heeft gestart aangaande ontoerekeningsvatbaarheid en het Noorse Tbs systeem. Deze heeft nog geen navolging gehad in beleidsvoering, maar wel in het onderzoeksrapport NOU: 2014:10 waarin toekomstige veranderingen worden voorgesteld. Ondanks dat in Noorwegen de gevolgen van 2011 nog niet in de praktijk gevonden kunnen worden, laat het onderzoeksrapport een serieuze intentie zien om het geldende beleid aan te

245 Zie bijvoorbeeld: Mark Lievisse Adriaanse, “Moord op Anne Faber gevolg van ‘falend systeem’,” NRC (28

maart 2019): www.nrc.nl (geraadpleegd op 9 juni 2019) en Maud Effting, Willem Feenstra en Charlotte Huisman, “Zedendossier moordenaar Anne Faber werd op zijn verzoek niet gedeeld met de kliniek die hem behandelde,”

78 passen aan de hand van de veranderingen in publieke opinie. Daarom kan ook Noorwegen voor de maatschappelijke factor van gebeurtenissen en publieke opinie bestudeerd worden.

In België was het de zaak van Julie Lejeune en Melissa Russo, rond 1996, en in Duitsland was het de zaak van Natalie Astner, in datzelfde jaar, die een dermate groot effect hebben gehad op publieke opinie dat zij uiteindelijk ook tot veranderingen in het Tbs systeem hebben geleid. In algemene lijnen hebben die veranderingen het volgende ingehouden: in de maatschappij verschoof de prioriteit van privacy naar veiligheid, en in de rechtbank volgde een verschuiving van reactie naar preventie.246 Onder andere de standaard duur van Tbs in

Duitsland- onbeperkt- vindt zijn origine in deze periode.247 Daarnaast is het opvallend dat in

Duitsland de wet aangevuld is met een vierde categorie misdadiger die in aanmerking kan komen voor het Duitse Tbs: de overige categorie die in essentie bedoeld is voor mensen die seksueel afwijkend gedrag vertoonden. Wat in 1996 gebeurde past binnen deze categorie misdaden en ook de publieke opinie na 1996 was ontzettend gericht tegen deze specifieke categorie misdadigers.248 In België zijn geen directe veranderingen in de wet aan te tonen die herleid kunnen worden naar wat er in 1996 is gebeurd. Het gebrek aan verandering kan echter ook worden gezien als een gevolg van wat er in 1996 is gebeurd. Voor dat jaar waren er in de samenleving veel geluiden te horen dat de interneringswet moest worden herzien, dat geesteszieken meer rechten moesten krijgen en dat inrichtingen moesten worden gesloten. Desondanks is er in de herziende interneringswet van 2007 niets van de geopperde ideeën doorgevoerd.249

De gebeurtenissen in Noorwegen hebben voor een hele andere reactie gezorgd in het debat over het Noorse Tbs systeem. De misdaad was ook heel anders dan wat er in België en Duitsland was gebeurd: het betrof een aanslag in plaats van moord. Het verband van de gebeurtenis met Tbs is ook anders dan in Duitsland en België het geval was: het betrof een meningsverschil tussen experts of de verdachte aangemerkt kon worden als

246 Norbert Nedopil, “The interface between forensic psychiatry and society; History, politics, law and empirical

sciences,” Presentatie op het 8ste Nordic Symposium on Forensic Psychiatry (21 augustus 2009).

Deze verschuiving heeft hele concrete uiting gehad in de Duitse wetgeving: vanaf 1998 zijn er in het Duitse strafrecht negen wetten ingevoerd, allen gericht op het voorkomen van recidive.

247 Nedopil. 248 Steinböck, 490. 249 Vandevelde et al., 72.

79 ontoerekeningsvatbaar dat onder Noren twijfel over het Tbs systeem veroorzaakte. In de nasleep was niet het strenger straffen van Tbs’ers, of minder snel verlof, aan de orde, maar juist hoe Tbs georganiseerd was en met name hoe iemand Tbs opgelegd kreeg. Noorwegen is origineel in diens aanpak van Tbs opleggingen, omdat er gewerkt wordt met het medische model en omdat er relatief weinig regulering is op de rol van de experts.250 Dit is extra opmerkelijk omdat deze experts moeten bepalen of een verdachte niet alleen geestesziek is, maar ook of hij / zij volgens de wet ontoerekeningsvatbaar kan worden verklaard- in andere landen ligt die verantwoordelijkheid bij de rechter. 251 Deze rol van de experts werd ook in

twijfel getrokken. De daarop volgende reactie was in Noorwegen ook opmerkelijk, in vergelijking met Duitsland. Er werd namelijk een onderzoekscomité opgericht die uit moest gaan zoeken in hoeverre de twijfels gegrond waren.252 Zij concludeerden dat de macht van de experts via meer regulering en zorgvuldigere selectie inderdaad beperkt moest worden.253 Een andere conclusie was gelijk aan de gevolgen in Duitsland en België: de rechten van geesteszieke criminelen moeten voortaan het onderspit delven ten opzichte van de veiligheid van de samenleving. Het comité pleit voor het onbeperkt detineren van geesteszieke criminelen.254 Voor deze nasleep van de aanslagen in 2011 was het maximum van Tbs nog vijf jaar, met een eventuele verlening van vijf tot tien jaar.255