• No results found

Van kliniek naar archief; Het bewaar- en toegangsbeleid van Tbs-dossiers in internationaal perspectief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van kliniek naar archief; Het bewaar- en toegangsbeleid van Tbs-dossiers in internationaal perspectief"

Copied!
96
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van kliniek naar archief

Het bewaar- en toegangsbeleid van Tbs-dossiers

in internationaal perspectief

(2)

Van kliniek naar archief

Het bewaar- en toegangsbeleid van Tbs-dossiers

in internationaal perspectief

Hilde Elisabeth Jansma

11908920

Masterscriptie Archival and Information Studies

Charles Jeurgens

Universiteit van Amsterdam

24-06-2019

22896 woorden

(3)

Inhoudsopgave

Inleiding ...6 1 Tbs en vergelijkbare praktijken ... 13 1.1 Tbs in het kort ... 14 1.1.1 Voorwaarden ... 15 1.1.2 Het systeem ... 16 1.1.3 Behandeling ... 18 1.2 Internering in België ... 19 1.2.1 Voorwaarden ... 19 1.2.2 Het systeem ... 21 1.2.3 De behandeling ... 22

1.3 De Duitse Psychiatrischen Maßregelvollzugs ... 23

1.3.1 Voorwaarden ... 24

1.3.2 Het systeem ... 25

1.3.3 De behandeling ... 26

1.4 Compulsory mental care in Noorwegen ... 27

1.4.1 Voorwaarden ... 28

1.4.2 Het systeem ... 28

1.4.3 Het behandelen ... 29

1.5 Conclusie... 30

2 Tbs-dossiers en equivalenten ... 32

2.1 Het Nederlandse Tbs-dossier ... 34

2.1.1 Het Verpleegdedossier ... 34

2.1.2 Inhoudelijke vereisten ... 35

(4)

2.2.1 Het interneringsdossier... 38

2.2.2 Inhoudelijke vereisten ... 39

2.3 Het Duitse Tbs-dossier ... 41

2.3.1 Das Vollzugsplan ... 42

2.3.2 Inhoudelijke vereisten ... 43

2.4 Het Noorse Tbs-dossier ... 44

2.4.1 Het pasientjournal ... 45

2.4.2 Inhoudelijke vereisten ... 46

2.5 Conclusie... 48

3 Bewaar- en toegangsbeleid ... 50

3.1 Bewaren en toegang in Nederland ... 51

3.1.1 Het Nederlandse bewaar- en vernietigingsbeleid ... 51

3.1.2 Toegang tot het verpleegdedossier ... 53

3.2 Bewaren en toegang in België ... 53

3.2.1 Het Belgische bewaar- en vernietigingsbeleid ... 54

3.2.2 Toegang tot het interneringsdossier ... 55

3.3 Bewaren en toegang in Duitsland ... 56

3.3.1 Het Hessische bewaar- en vernietigingsbeleid ... 56

3.3.2 Toegang tot het Vollzugsplan ... 57

3.4 Bewaren en toegang in Noorwegen ... 58

3.4.1 Het Noorse bewaar- en vernietigingsbeleid ... 59

3.4.2 Toegang tot de pasientjournaler... 60

3.5 Conclusie... 61

4 Verklaringen ... 63

4.1 Wetgeving ... 64

4.1.1 Medisch beroepsgeheim ... 64

(5)

4.2 Maatschappij ... 76

4.2.1 Gebeurtenissen en gevolgen ... 77

4.2.2 Maatschappelijke stromingen en groeperingen ... 79

4.3 Conclusie... 83 Conclusie ... 85 Bibliografie ... 88 Beleidsdocumenten ... 92 Wetten ... 93 Websites ... 95 Krantenartikelen ... 96

(6)

6

Inleiding

Het bewaren en toegankelijk maken van Tbs-dossiers heeft de potentie de blik van de samenleving op het fenomeen Tbs te veranderen. Niet alleen bevatten deze dossiers relevante informatie voor het blootleggen en begrijpen van achterliggende machtsstructuren, heersende normen en waarden, en sociale concepten; maar ook bevatten zij inhoudelijke informatie over Tbs en Tbs’ers, waarmee vooroordelen en veronderstellingen hierover in de publieke opinie beïnvloed kunnen worden.1 De visie van de samenleving op Tbs en Tbs’ers is met name relevant vanwege de tweevoudige stigmatisering van deze bevolkingsgroep. Zowel criminelen als psychiatrische patiënten worden gestigmatiseerd binnen de samenleving en Tbs’ers passen in beide groepen.2

Een bekend onderdeel van deze stigmatisering betreft het fenomeen stilte in de archieven.3 Dit houdt grofweg in dat zij die buiten de samenleving staan weinig van henzelf

terug zullen vinden in archiefstukken. Wat wel in bewaarde documenten terug te vinden is, is vooral de visie van machthebbers- in de brede zin-, dus ook professionals zoals psychiaters- op buitenstaanders, waardoor hun stem in de archieven ontbreekt. Daarnaast zijn er bepaalde constructies in het leven geroepen, waardoor niet alle bestaande archiefstukken zomaar ingezien kunnen worden. Dit kan ertoe leiden dat er wellicht wel een dergelijk dossier in de

1 Lorraine Dong, “Taking the long view of medical records preservation and archives,” Journal of Documentation

71 (2, 2015), 387 – 389.

Dit artikel betreft medische dossiers in het algemeen, en psychiatrische dossiers in het bijzonder. Door de samenkomst van justitie én psychiatrie in de Tbs-dossiers kan het argument gemaakt worden dat Dongs argumenten ook op dossiers toepasbaar zijn. Daarnaast beargumenteert zij dat alle objecten, dus ook Tbs-dossiers, sociale actoren zijn: zij bezitten daardoor- overigens net als mensen- de gave om samenleving en tijdsgeest te beïnvloeden.

2 Dit wordt met name aangetoond door Michel Foucault, de bekende theoreticus. In vrijwel zijn gehele oeuvre

komt de connectie tussen macht en sociale stigmatisering voor. Zowel gevangenen als geesteszieken worden in zijn werken aangeduid als gestigmatiseerde mensen die buiten de samenleving komen te staan. Dit komt onder ander terug in zijn verzamelwerken Psychiatric Power, Power/Knowledge en Abnormal.

3 Dit is onder andere binnen de cultuurgeschiedenis een centraal onderwerp, zie bijvoorbeeld: Babette Hellemans,

(7)

7 archiefinstellingen te vinden is, maar deze vanwege privacy, of andere overwegingen, niet bekeken mag worden. De stem van de gestigmatiseerde is dan wel bewaard, maar het verkondigen ervan wordt door regels en beleidsvoering verhinderd.4

Overigens betekent dit niet dat het archiefbeleid zich bewust richt op het uitsluiten van Tbs’ers. Grotendeels komt het voort uit pragmatische overwegingen, gecombineerd met de eigenschap van stigmatisering om met name in het onderbewustzijn mee te spelen. Een concreet voorbeeld is dat het opstellen van de regels over wat er in een Tbs-dossier geregistreerd moet worden, met name door politici en professionals wordt gedaan. Als dan wordt besloten om van alle dossiers alleen de Tbs-dossiers te bewaren, kan dat ertoe leiden dat de inbreng van de Tbs’er zelf niet wordt gepreserveerd. Wordt er in het eerdere overleg namelijk besloten dat daar in het dossier geen ruimte voor is- vanwege privacy, medische geheimhouding of doelmatigheden zoals beknoptheid- dan zal zijn of haar stem uiteindelijk uit het archief ontbreken. Privacy en medische geheimhouding zijn in het leven geroepen om mensen te beschermen en om vertrouwen tussen dokter en patiënt te bevorderen.5 Daaruit blijkt dat de stilte van de archieven niet zozeer onderdrukkend is bedoeld, hoewel het wel zo ter uiting kan komen. Zo stelt Lorraine Dong6 in haar conceptuele artikel over het preserveren van medische dossiers in archieven dat dossiers inzicht geven in een voor de samenleving volkomen onbekend fenomeen zoals Tbs. Door informatie uit deze dossiers met het grote publiek te delen, is het mogelijk dat de visie van de samenleving op en de geschiedschrijving over deze gestigmatiseerde groep kan veranderen.7 Het niet ter inzage geven van dergelijke dossiers, of het eenzijdig vormgeven

ervan, kan dus verandering van publieke opinie voorkomen.

De dubbele stigmatisering van Tbs’ers is een goede reden om extra kritisch te kijken naar het geldende archiefbeleid. Dit geeft niet alleen de mogelijkheid om sociale veranderingen teweeg te brengen, ook is het essentieel voor het verantwoorden8 van beleidsvoering; alleen als

4 Eric Ketelaar, “Archival temples, archival prisons; Modes of power and protection,” Archival Science 2 (2002),

224 – 229 en 237 en Hellemans, 98 – 119.

5 J. Wiersma en J.M. Hutter, “Vernietiging van medische dossiers in de psychiatrie; een zorgelijke ontwikkeling,”

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (10 maart 2001), 453.

6 Dong is gelieerd aan de School of Information van de University of Texas at Austin. 7 Dong, 394 – 396.

8 Daarmee wordt ‘accountability’ bedoeld; de Engelse term die de verantwoording van een regering over diens

daden en besluiten aan diens volk inhoud, inclusief het mogelijk maken van onderzoek door de bevolking naar de

(8)

8 alle achterliggende factoren van dit bewaarbeleid worden blootgesteld, kan door kritische afweging en evaluatie het beleid ofwel gerechtvaardigd ofwel aangepast worden.

In Nederland is het bewaarbeleid van Tbs-dossiers recentelijk- anno 2015- nog geëvalueerd, door de ad hoc commissie bewaarbeleid Tbs-dossiers en vastgelegd in het rapport

Over tien jaar over gisteren. De aanleiding van dit onderzoek naar het bewaarbeleid van

Tbs-dossiers waren enkele negatieve adviezen, uitgebracht door de Raad voor Cultuur. Deze raad stelde dat er in de selectielijst, met name ter aanzien van de 10 jaar bewaartermijn van Tbs-dossiers, gebreken waren. Onder andere het erkennen van het historisch belang van deze dossiers en het ondersteunen van de rechtszoekende burger bleek in de concept-selectielijsten nog in gebreke te zijn.9 Deze adviezen hebben ertoe geleid dat de vernietiging van de dossiers

door de minister voorlopig is uitgesteld en dat dit adviesrapport is opgesteld.

Een van de centrale onderdelen van dit rapport is een opsomming en analyse van verschillende belangen en belangengroepen. Er is door de commissie expliciet gekeken naar welke belangen er waren en in welke mate ieder belang een verandering in het huidige bewaar- en toegangsbeleid zou moeten teweegbrengen.10 Men zou daardoor ervanuit kunnen gaan dat de Nederlandse situatie afdoende is behandeld. Over tien jaar over gisteren heeft zich echter beperkt tot het Nederlandse bewaar- en toegangsbeleid. Dit is een goede focus voor het evalueren van het Nederlandse beleid, maar levert beperkingen op als men zich wil focussen op het achterhalen van structurele verschillen, het ontdekken van alternatieve mogelijkheden en variaties in het afwegen van belangen in een bredere context. Deze bredere blik op beleidsvoering kan ontstaan door bewaar- en toegangsbeleid vanuit een internationale context te bekijken. Rachel Edworthy, Stephanie Sampson en Birgit Völlm11 beamen in hun artikel over

internationale Tbs-wetgeving, dat een internationale vergelijking vruchtbaar kan zijn, zelfs voor het evalueren van nationale beleidsvoering: “These successful legal challenges to forensic detention in Germany once again highlight the need for both national and international

onderzoek van de rechtszoekende burger mogelijk te maken, door het correct bewaren van en toegang verlenen tot overheidsdocumentatie.

9 G.P. Hoekendijk, E. Bulten, K.J.P.F.M Jeurgens et al., Over tien jaar over gisteren; Tbs-dossiers: bewaren of

vernietigen? Adviesrapport ad hoc commissie bewaarbeleid Tbs-dossiers (Den Haag, 21 maart 2015), 4 – 5.

10 Hoekendijk et al., 30 – 37.

(9)

9 comparison and review of the legal provisions in place to sanction [Tbs]”.12 Daarom heeft dit onderzoek zich gericht op het vergelijken van het bewaar- en toegangsbeleid van verschillende Europese landen, om zo vanuit een internationaal perspectief nieuwe inzichten te verwerven over bestaande keuzes, afwegingen en beleidsveranderingen betreffende Tbs en Tbs-dossiers. Uiteindelijk heeft dit onderzoek als doelstelling gehad om, via deze vergelijking, tot nieuwe inzichten ten overstaan van het Nederlandse beleid te kunnen komen. Dit doel is samen te vatten in de volgende onderzoeksvraag:

Hoe wordt het bewaren | vernietigen en de toegang tot Tbs-dossiers in België, Duitsland, Nederland en Noorwegen georganiseerd en waarom is het beleid op deze manier ingericht?

Om op een gestructureerde manier tot een antwoord op bovenstaande vraag te komen, is ervoor gekozen gebruik te maken van onderstaande sub-vragen:

- Wat houden Tbs en vergelijkbare praktijken in Nederland, België, Duitsland en

Noorwegen in?

- Wat wordt er gedocumenteerd binnen de context van Tbs of Tbs vergelijkbare praktijken

en welke documentatievorm kan er, inhoudelijk gezien, aangemerkt worden als Tbs-dossier?

- Op welke manier is het bewaren | vernietigen van Tbs-dossiers in Nederland, België,

Duitsland en Noorwegen geregeld?

- Hoe en door wie kan toegang tot de Tbs-dossiers van deze landen verkregen worden? - Wat zijn de mogelijke verklaringen van verschillen in het gekozen beleid voor het

bewaren of vernietigen en het toegankelijk maken van Tbs-dossiers in de vier onderzochte landen?

Dit onderzoek richt zich op de tijdsperiode 1995 tot en met 2019. De focus ligt daarbij op het huidige bewaar- en toegangsbeleid ten aanzien van Tbs-dossiers en het huidige Tbs-systeem. Echter was het ook van belang het onderzoek verder terug uit te spreiden, om zo ook achterliggende ontwikkelingen te kunnen vastleggen.

Zoals is gebleken uit de bovenstaande onderzoeksvragen, richt dit onderzoek zich- naast Nederland- op België, Duitsland en Noorwegen. De selectie van deze landen is voortgekomen uit een vergelijking van de manier waarop in verschillende landen met geesteszieke criminelen

12 Rachel Edworthy, Stephanie Sampson en Birgit Völlm, “Inpatient forensic-psychiatric care; Legal frameworks

(10)

10 wordt omgegaan. Het systeem stond in deze keuze centraal, niet het achterliggende beleid. De reden waarom er geselecteerd moest worden op systeem, is dat het Nederlandse Tbs-systeem uniek is in de wereld. Door in dit onderzoek te kijken naar landen met in de basis vergelijkbare systemen is gepoogd de vergelijkbaarheid van het bijbehorende bewaar- en toegangsbeleid te garanderen: de te bewaren dossiers zijn opgemaakt in vergelijkbare systemen waardoor vergelijkbare afwegingen zijn gemaakt in het bepalen van het bewaar- en toegangsbeleid.13 Het

eerste selectiecriterium was dat de landen hetzelfde rechtssysteem moesten hanteren.14 Het

tweede criterium was dat de Tbs-maatregel opgelegd moest worden vanuit de rechtbank als zijnde een (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaarheidsoordeel, gebaseerd op het geestesziek-zijn van de misdadiger in kwestie.15 Als derde criterium is gekozen dat de maatregel opgelegd moest worden om geesteszieke criminelen professionele behandeling te kunnen geven: de maatregel mocht niet enkel gericht zijn op het straffen van criminelen.16 Het laatste criterium waarop geselecteerd is, is dat de landen sociaal en cultureel gezien sterke overeenkomsten met Nederland dienden te vertonen. Op die manier kon bij het zoeken naar verklaringen voor het gekozen beleid naar specifieke maatschappelijke verschillen gekeken worden, zonder daarbij verblind te worden door grotere sociale en culturele verschillen.17 Uiteindelijk zijn op basis van

13 Machteld Hoeve, Eric Blaauw en Hjalmar van Marle, “De Tbs vanuit internationaal perspectief; Een vergelijking

tussen systemen van omgang met psychisch gestoorde deliquenten in verschillende Westerse landen,” Proces 1 (2004), 18.

Tbs is een uniek systeem die internationaal wordt gezien als een systeem van hoge kwaliteit ten aanzien van zorg en veiligheid. De keuze voor Westerse landen met- relatief- hoogwaardige systemen die op vergelijkbare wijze zijn georganiseerd maakte dat de unieke Nederlandse situatie alsnog op een verantwoorde manier vergeleken kon worden met de systemen uit de gekozen landen.

14 De Angelsaksische landen zoals Engeland en Canada vielen hierdoor buiten de focus van dit onderzoek: in

tegenstelling tot Nederland wordt er in deze landen het zogenaamde ‘common law’ rechtssysteem gehanteerd. Peter Bal en Frans Koenraadt, “Criminal law and mentally ill offenders in comparative perspective,” Psychology,

Crime and Law 6 (4, 2000), 224.

15 Bal en Koenraadt, 222 – 224.

16 Een passende term daarvoor is ‘preventive detention’: de delinquenten worden opgesloten als straf voor wat zij

gedaan hebben, maar juist om recidive te voorkomen en zo de (toekomstige) samenleving te beschermen. Bal en Koenraadt, 227 en 232 en Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 23.

17 Italië is bijvoorbeeld buiten de focus van dit onderzoek geplaatst omdat de sociale en culturele verschillen van

dat land in vergelijking met Nederland te groot waren. In Italië ligt een veel grotere nadruk op gemeenschap en familie, wat ook weerspiegeld wordt in de omgang met geesteszieke criminelen.

(11)

11 deze criteria België, Duitsland en Noorwegen uitgekozen om het Nederlandse Tbs-systeem en -beleid mee te vergelijken en laatstgenoemde zo in internationaal perspectief te kunnen plaatsen.

De vergelijking tussen Nederland, België, Duitsland en Noorwegen aangaande hun Tbs-systemen en Tbs-beleid zal in vier stappen, en dus vier verschillende hoofdstukken, worden voltooid. Hoofdstuk 1 richt zich hierin op het beantwoorden van de eerste sub-vraag door de verschillende systemen betreffende de omgang met geesteszieke criminelen uit de vier geselecteerde landen te vergelijken. De benodigde informatie voor deze vergelijking is verkregen aan de hand van een literatuurstudie. Uit dit hoofdstuk bleek dat België, Duitsland en Noorwegen qua Tbs-systeem inderdaad veel overeenkomsten vertoonden met het Nederlandse systeem. Enkele verschillen zijn daarin wel naar voren gekomen, zoals de regel in België en Duitsland dat Tbs standaard voor onbeperkte tijd wordt opgelegd, de relatieve vrijheid in behandeling van het Duitse systeem en de Noorse bepaling dat alleen de aanwezigheid van een geestesziekte hoeft te worden aangetoond voor een ontoerekeningsvatbaarheidsoordeel. In het tweede hoofdstuk is uitgezocht welke vorm van documentatie er in ieder land onder het begrip ‘Tbs-dossier’ kon worden geplaatst, om zo tot een antwoord op de tweede sub-vraag te kunnen komen. Hierbij is weer gebruik gemaakt van een literatuuronderzoek. Uiteindelijk is voor ieder land één dossier uit de vergelijking gekomen als passend bij de term Tbs-dossier: het Nederlandse verpleegdedossier, het Belgische interneringsdossier, het Duitse Vollzugsplan en het Noorse pasientjournal. Hoofdstuk drie heeft zich vervolgens gericht op het in kaart brengen van het bewaar- en toegangsbeleid aangaande de Tbs-dossiers, zoals deze waren bepaald in hoofdstuk twee. Het onderzoek is daarbij vormgegeven via een analyse van archiefwetgevingen, beleidsdocumenten en archiefwebsites. Op basis van de daardoor verzamelde informatie is antwoord gegeven op sub-vraag drie en vier. Enkele opmerkelijke resultaten die daaruit voortgekomen zijn, is dat alleen in Nederland de Tbs-dossiers potentieel in aanmerking komen voor vernietiging. In de andere drie landen staat in het officiële beleid vastgelegd dat de dossiers moeten worden overgedragen naar archiefbewaarplaatsen. Daarbij wordt de openbaarheid van de dossiers wel tijdelijk beperkt. Alleen in Noorwegen worden gegevens uit de Tbs-dossiers ook opgenomen in databanken, speciaal bedoeld voor het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek. In het laatste hoofdstuk- hoofdstuk vier- wordt tenslotte een blik geworpen op andere vormen van wetgeving en op maatschappelijke

Simona Traverso en Giovanni Battista Traverso, “Revolutionary reform in psychiatric care in Italy; The abolition of forensic mental hospitals,” Criminal Behaviour and Mental Health 27 (2017), 107 – 111.

(12)

12 ontwikkelingen om zo verklaringen voor de verschillen in beleid in kaart te brengen. Daarbij is gebruik gemaakt van een analyse van wetgeving en van een literatuurstudie. Uit dit hoofdstuk kan worden geconcludeerd dat maatschappelijke ontwikkelingen met name invloed hebben gehad op de vormgeving van de Tbs-systemen terwijl andere wetgevingen voornamelijk hun weerslag hebben gehad op het bewaar- en toegangsbeleid.

(13)

13

1

Tbs en vergelijkbare praktijken

De Nederlandse Tbs en de bijbehorende Tbs-klinieken zijn uniek op deze wereld.18 Voordat het bewaar- en toegangsbeleid van verschillende landen vergeleken kan worden met de Nederlandse situatie, is het daardoor essentieel om eerst een goed beeld te verkrijgen van hoe vergelijkbare praktijken in andere landen eruit zien. Verschillen in omgang met geesteszieke criminelen en achterliggende regelgevingen kunnen namelijk leiden tot verschillen in dossiervorming, verschillen in wie de archiefvormer in kwestie is en verschillen in welk beleid erop van toepassing is. Daarnaast is een beeld van deze praktijken nodig om inzicht te kunnen krijgen in welk gedachtegoed in ieder land mee heeft gespeeld bij het bepalen van hoe er met geesteszieke criminelen omgegaan dient te worden. In dit hoofdstuk staat dan ook de volgende onderzoeksvraag centraal:

Wat houdt Tbs in Nederland en wat houden vergelijkbare praktijken in België, Duitsland en Noorwegen in?

In de eerste paragraaf is aandacht besteed aan de Nederlandse situatie, omdat de Nederlandse Tbs als uitgangspunt van dit onderzoek is genomen. Daarna zijn in achtereenvolgende paragrafen de systemen in België, Duitsland en Noorwegen weergegeven, met een focus op de voornaamste verschillen tussen het land in kwestie en de Nederlandse Tbs. De methode van literatuurstudie is toegepast om tot een antwoord op de onderzoeksvraag te kunnen komen. Een deel van de literatuur is land specifiek gehouden, om zo meer gedetailleerde informatie te kunnen achterhalen. Vanwege een bestaande taalbarrière zijn de Duitse en Noorse Tbs-systemen vanuit Engelstalige literatuur in kaart gebracht, terwijl Nederland en België wel in de landseigen taal bestudeerd konden worden. Dit heeft gevolgen gehad voor de gedurende dit onderzoek verzamelde informatie over de Tbs-systemen in Duitsland en Noorwegen: de Engelstalige artikelen wijken logischerwijs inhoudelijk af van de landseigen artikelen door het verschil in focus en auteurs. De Engelstalige literatuur is namelijk uitgebracht in die taal omdat ofwel de schrijvers uit een ander land afkomstig waren, ofwel omdat zij een internationaal publiek voor ogen hadden. Toch is ervoor gekozen van deze literatuur gebruik te maken; er kon

(14)

14 niet gegarandeerd worden door de onderzoeker dat de Duitstalige en Noorstalige literatuur juist geïnterpreteerd zou worden, door het niet volledig eigen zijn van deze talen.

Een andere soort literatuur waarvan gebruik is gemaakt, zijn artikelen waarin de praktijken van meerdere landen is vergeleken, namelijk Criminal law and mentally ill offenders

in comparative perspective, van Peter Bal en Frans Koenraadt, De Tbs vanuit internationaal perspectief, van Machteld Hoeve, Eric Blaauw en Marle van Hjalmar, en Inpatient forensic-psychiatric care van Rachel Edworthy, Stephanie Sampson en Birgit Völlm. Deze artikelen

bespreken alle drie de situatie vanaf het jaar 2000 en bevatten alle drie een vergelijking tussen andere praktijken en het Nederlandse Tbs. De aspecten die zij vergeleken hebben- waaronder het opleggen van de maatregel, de duur en beëindiging ervan en welke persoon of instantie betrokken is- zijn als basis genomen voor het vormgeven van dit hoofdstuk.

1.1 Tbs in het kort

De maatregel tbs behoort naast vrijheidsbenemende straffen tot de meest ingrijpende sancties in ons strafrechtelijk sanctiearsenaal.19

In het Nederlandse strafrecht heeft een rechter de mogelijkheid om een crimineel, naast of in plaats van een straf, een maatregel op te leggen. Het verschil tussen een straf en een maatregel is, simpel gezegd, dat een straf wordt opgelegd vanwege het gepleegde delict, terwijl een maatregel wordt opgelegd om toekomstige delicten te voorkomen.20 Tbs, wat staat voor terbeschikkingstelling,21 is ook een van de maatregelen die opgelegd kan worden om de samenleving te beschermen.

19 Hoekendijk et al., 8.

20 C. Kelk, “De strafrechtelijke maatregel van terbeschikkingstelling,” Tijdschrift voor Gezondheidsrecht (7,

1995), 1 – 2 en Hoekendijk et al., 8.

21 De voorganger van het Tbs werd Tbr genoemd- terbeschikkingstelling van de regering. In 1988 vond een

grootschalige wijziging plaats van de wettelijke regeling achter de Tbr, waar onder andere deze naamswijziging uit voort is gekomen. Met Tbs wordt in dit onderzoek de maatregel Tbs met bevel tot verpleging, ook wel Tbs met dwangverpleging, bedoeld. De andere vorm van Tbs, Tbs met voorwaarden, valt buiten de scope van dit onderzoek om zo de vergelijkbaarheid met buitenlandse systemen te vergroten. Op deze manier kon het onderzoek gespecificeerd worden op strafmaatregelen voor geesteszieke criminelen die opsluiting en behandeling in een forensische instelling inhouden.

(15)

15 1.1.1 Voorwaarden

Voordat deze specifieke maatregel door een rechter opgelegd kan worden, moet er aan verschillende criteria worden voldaan. Het meest voor de hand liggende dat aangetoond moet worden voordat Tbs wordt opgelegd, is dat de misdaad inderdaad door de verdachte is gepleegd. Tbs is alleen weggelegd voor de verdachte waarvan het door de rechter in de rechtbank bewezen wordt geacht dat hij of zij de misdaad in kwestie heeft begaan.22 Een ander doorslaggevend

criterium is de aanwezigheid van een geestesziekte; de misdadiger in kwestie moet lijden aan een “gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens”.23 Overigens kan

Tbs alleen opgelegd worden indien het delict in kwestie tenminste vier jaar gevangenisstraf zou hebben opgeleverd als er geen sprake was geweest van geestesziekte. Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt voor enkele specifiek in de wetgeving benoemde misdaden, waar in ieder geval Tbs voor opgelegd kan worden.24 Voordat in Nederland Tbs kan worden opgelegd, moeten de twee criteria met elkaar worden verbonden. Er moet namelijk worden aangetoond dat de geestesziekte aanwezig was op het moment van de misdaad, wat van belang is omdat Tbs alleen opgelegd kan worden als er sprake is van verminderde of volledige ontoerekeningsvatbaarheid. Dit houdt in dat de misdadiger niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor zijn misdaad.25 De mate waarop de geestesziekte de criminele

22 Het gaat hier om het aantonen dat de verdachte een misdaad heeft begaan: dat hij inderdaad een actie heeft

uitgevoerd die volgens het wetboek van de strafrecht als strafbaar is aangemerkt. Het gaat er niet om of de verdachte ook de schuld draagt van deze misdaad. Iemand kan een misdaad begaan en toch niet, of gedeeltelijk niet, schuldig zijn eraan. Dit principe van misdaad en schuld als twee losse begrippen vormt de basis van gerechtelijke constructies zoals ontoerekeningsvatbaarheid en verzachtende omstandigheden.

23 Hoekendijk et al., 10.

De geesteszieke crimineel die Tbs opgelegd kan krijgen is dus niet alleen de gediagnosticeerde schizofrene of de manisch- depressieve misdadiger. Ook de groep mensen die een geestelijke achterstand hebben opgelopen in hun ontwikkeling, bijvoorbeeld door zuurstoftekort tijdens hun geboorte, kunnen in Nederland de maatregel opgelegd krijgen.

24 Hoekendijk et al. 10 en Bal en Koenraadt, 230. 25 Edworthy, Sampson en Völlm, 20.

Criminele verantwoordelijkheid houdt twee factoren in: bewustzijn en keuzemogelijkheid. Iemand moet zich er bewust van kunnen zijn geweest dat zijn/ haar daad misdadig van aard was. Daarnaast moet hij/zij geestelijk de mogelijkheid hebben gehad om ervoor te kiezen de daad niet uit te voeren. Net zoals een epilepticus tijdens een epileptische aanval is een schizofreen in een paranoïde staat niet verantwoordelijk voor het- bijvoorbeeld-verwonden van anderen.

(16)

16 verantwoordelijkheid van de crimineel in kwestie heeft beïnvloed, bepaalt of iemand volledig of gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar wordt verklaard. In Nederland wordt de mate van verantwoordelijkheid aangegeven aan de hand van een vijfdelige schaal: volledige afwezige, zwaar verminderde, verminderde, licht verminderde en volledige verantwoordelijkheid.26

1.1.2 Het systeem

Nederland kent een zogenaamd tweesporig systeem voor het bestraffen en de terbeschikkingstelling van geesteszieke criminelen.27 Wanneer iemand volgens de rechter niet

volledig verantwoordelijk gehouden kan worden voor de gepleegde misdaad, kan deze ervoor kiezen de crimineel in kwestie gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Deze optie is met name bedoeld voor geesteszieke criminelen die aan een mildere vorm van geestesziekte lijden en daardoor wel deels verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor hun misdrijf. De rechter legt de veroordeelde dan allereerst een straf op, die qua severiteit ongeveer gelijk moet staan aan de mate waarin de misdadiger in kwestie verantwoordelijk kan worden gehouden voor het gepleegde feit. Daarnaast krijgt de veroordeelde de Tbs-maatregel opgelegd. De geesteszieke crimineel in kwestie dient eerst de straf uit te zitten om daarna behandeling te ondergaan in de Tbs-kliniek. De rechter kan er ook voor kiezen om iemand volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren, hoewel dit relatief weinig voor komt. De geesteszieke wordt dan niet verantwoordelijk gehouden voor de gepleegde misdaad. Wel krijgt hij of zij dan Tbs opgelegd, tenzij diegene geen aantoonbaar gevaar vormt voor de samenleving. Als dat laatste het geval is, dan volgt vrijspraak.28 Een gevaar vormen voor zichzelf is overigens geen

reden voor het opleggen van Tbs; er moet echt sprake van zijn dat de geesteszieke crimineel een gevaar vormt voor de veiligheid van anderen (of van hun goederen). Wel kan de rechter in dat geval ervoor kiezen de maatregel plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op te leggen.29

Deze maatregel, en andere maatregelen naast Tbs, vallen buiten de scope van dit onderzoek. Zoals eerder is besproken, kan Tbs alleen opgelegd worden wanneer er sprake is geweest van geestesziekte op het moment dat de misdaad werd gepleegd. Het is de rechter die

26 Edworthy, Sampson en Völlm, 20.

27 Met deze term worden de mensen bedoeld die een misdaad hebben gepleegd en aan een geestesziekte of

psychische stoornis lijden die gediagnosticeerd kan worden door een psycholoog of psychiater.

28 Edworthy, Sampson en Völlm, 20, Bal en Koenraadt, 227 – 232, Kelk, 2 en Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 20. 29 Hoekendijk et al., 11.

(17)

17 uiteindelijk de beslissing neemt of er inderdaad sprake was van deze voorwaarde, maar dit geschiedt altijd op advies van tenminste één psychiater en één andere expert op het gebied van geestelijke gezondheid, afkomstig uit een andere discipline. Het onderzoek dat uitgevoerd wordt door deze experts vindt plaats tijdens de voorlopige hechtenis. Om dit advies uit te kunnen brengen, wordt soms ook gebruik gemaakt van een uitgebreide observatie van maximaal zes weken in het Pieter Baan Centrum. Deze moet worden opgedragen door de rechter-commissaris en kan dus niet door de experts in kwestie worden opgelegd.30 Ook

wanneer de verdachte niet meewerkt aan een dergelijk onderzoek kan Tbs worden opgelegd.31

Wanneer de rechter besluit Tbs op te leggen, moet er nog worden besloten in welke Tbs-kliniek de behandeling plaats gaat vinden. Deze klinieken zijn speciaal gericht op het behandelen van Tbs’ers en verschillen van gewone psychiatrische inrichtingen door hun hoge mate van beveiliging en doordat zij een eigen rechtspositie hebben. Daarnaast vallen Tbs-klinieken onder het gezag van het ministerie van Justitie, die ook de plaatsing van Tbs’ers in de klinieken regelt en die samen met de rechterlijke macht toezicht houdt op de behandelingen en voortgang van de terbeschikkinggestelden. Vanwege het bestaan van afdelingen met verschillende beveiligingsniveaus, kunnen in iedere Tbs-kliniek (102 tot 160) geesteszieke criminelen met verschillende beveiligingseisen worden ondergebracht. Tussen de klinieken onderling zijn geen aanmerkelijke verschillen te onderscheiden; plaatsing van Tbs’ers geschiedt dan ook aselect.32

De Tbs-maatregel wordt in eerste instantie door de rechter voor een duur van twee jaar opgelegd. De termijn kan met één tot twee jaar verlengd worden, tot een maximum van vier jaar. Wanneer de misdaad in kwestie een geweldsdelict betrof, geldt er in principe geen maximum voor de lengte van de maatregel.33 Dat maakt Tbs dan ook een zeer ingrijpende maatregel; een geesteszieke crimineel zou heel diens leven opgesloten kunnen blijven zitten wanneer genezing niet mogelijk blijkt. Ook bij een geweldsdelict moet iedere één à twee jaar opnieuw verlenging worden gevorderd door het Openbaar Ministerie. Naast deze vordering is er ook een advies van de Tbs-kliniek nodig om verlenging aan de rechter te kunnen voorleggen.

30 Bal en Koenraadt, 239, Hoekendijk et al., 11 en Edworthy, Sampson en Völlm, 21. 31 Hoekendijk et al., 11.

32 Edworthy, Sampson en Völlm, 22 – 23 en Hoekendijk et al., 12 – 13.

33 Tbs wordt in de praktijk met name opgelegd bij geweldsdelicten waardoor dit vierjarig maximum zelden

meespeelt bij een verlenging van de Tbs maatregel. Hoekendijk et al., 11.

(18)

18 Wanneer de beoogde verlenging inhoudt dat de maatregel langer dan zes jaar zal duren, is het advies van de Tbs-kliniek niet afdoende meer voor verlening. In plaats daarvan wordt er dan een adviesrapport van twee onafhankelijke professionals (een psychiater en een psycholoog) vereist.34 Wanneer de rechter de aanvraag voor verlenging afwijst, of er geen vordering voor is ingediend, wordt een Tbs’er vrijgelaten uit de kliniek, en komt hij of zij onder toezicht van de reclassering te staan. Meestal vindt deze vrijlating op voorwaardelijke basis plaats; onvoorwaardelijke vrijlating mag sinds 2013 niet meer plaatsvinden zonder dat er minstens één jaar sprake is geweest van beëindiging onder voorwaarden. De voorwaarden voor deze beëindiging worden door de rechter opgelegd en kunnen sinds 2015 van onbeperkte duur zijn. Als de ex-Tbs’er in kwestie niet aan de voorwaarden voldoet, dan kan het Openbaar Ministerie opnieuw een vordering indienen voor opsluiting in een forensische instelling.35

1.1.3 Behandeling

In de Nederlandse Tbs-klinieken worden geesteszieke criminelen opgesloten die een gevaar vormen voor de samenleving, met als doel het door behandeling van de geestesziekte het gevaar te verminderen. De behandeling moet plaatsvinden binnen de grenzen van het vrijheidsbenemende karakter van de maatregel. Soms betekent dat, dat de rechten van een Tbs’er moeten wijken om de behandeling en de beveiligingsmaatregelen ten uitvoering te kunnen brengen, denk hierbij bijvoorbeeld aan het beperken van bewegingsvrijheid via fixatie. Ook dwangbehandeling kan worden toegepast. In het algemeen wordt er wel geprobeerd de terbeschikkinggestelde te betrekken in zijn of haar behandeling. Zo wordt het behandelplan opgesteld in overleg met de Tbs’er in kwestie. Naast behandeling is er ook ruimte in de klinieken om de Tbs’ers voor te bereiden op een terugkeer in de samenleving.36 Een van de

manieren waarop dit wordt gedaan is het zogenaamde (proef)verlof. Door een Tbs’er meer vrijheden te geven, soms ook buiten de muren van de kliniek, wordt getoetst of de behandeling aanslaat en er een veilige terugkeer mogelijk is. 37 Rehabilitatie- het veilig terugkeren van de

geesteszieke crimineel in de maatschappij- is dus duidelijk een van de doelen van het Tbs-systeem. Wel moet dit gezien worden als een secundair doel. Niet voor niets worden de

34 Bal en Koenraadt, 239. 35 Hoekendijk et al., 12.

36 Edworthy, Sampson en Völlm, 23. 37 Hoekendijk et al., 14 – 15.

(19)

19 verlofaanvragen uitgebreid getoetst voordat het verlof door kan gaan: de aanvraag gaat eerst langs een adviescommissie waarna de minister van Justitie zelf toestemming moet geven. Ook dan nog kan de kliniek er zelf voor kiezen het verlof niet door te laten gaan.38 Het primaire doel van Tbs is- en is altijd geweest- het beveiligen van de maatschappij. Behandeling is in algemene zin alleen het middel waarmee dat doel kan worden bereikt.39 Desondanks staat de Nederlandse Tbs internationaal een goede reputatie, niet alleen wat beveiliging maar ook wat behandeling betreft.40

1.2 Internering in België

De dwangverpleging is geen straf, doch een maatregel tot maatschappelijk verweer en tevens een menschlievende maatregel.41

In België is het interneren van geesteszieke delinquenten, net zoals in Nederland, niet een straf voor de gepleegde misdaad, maar een maatregel gericht op het beschermen van de maatschappij. Ook in België heeft internering een tweeledig doel: de samenleving beschermen en professionele behandeling bieden voor geestesziekte. Internering wordt namelijk gezien als een manier om geesteszieke criminelen te voorzien van de medische zorg die zij nodig hebben.42 Een belangrijk verschil is dat in de Belgische nieuwe interneringswet van 2014 het dubbele doel expliciet kenbaar is gemaakt. Het laat zien dat in België de geesteszieke crimineel in gelijke mate als gevaarlijke crimineel en in gelijke mate als zieke patiënt wordt gezien.43

1.2.1 Voorwaarden

Net zoals in Nederland, kan in België de interneringsmaatregel alleen door de rechter worden opgelegd als de schuld van de verdachte is bewezen, maar er gelijktijdig sprake is van

38 Hoekendijk et al., 14 – 15. 39 Hoekendijk et al., 9.

40 Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 18 en Bal en Koenraadt, 220 – 221.

41 Liselot Praet, De interneringswet van 2014 en de rechten van de geïnterneerde persoon; Een analyse van de

gerechtelijke fase van de internering, Masterproef Universiteit Gent (2016), 15.

42 Stijn Vandevelde et al., “Mentally ill offenders in prison; The Belgian case,” International Journal of Law and

Psychiatry 34 (2011), 72.

(20)

20 (gedeeltelijke) schuldeloosheid door ontbrekende criminele verantwoordelijkheid. Het ontbreken van verantwoordelijkheid, onder andere door de aanwezigheid van geestesziekte op het moment dat de misdaad werd gepleegd,44 leidt tot een verklaring van volledige

ontoerekeningsvatbaarheid of zwaar verminderde toerekeningsvatbaarheid. Anders dan in Nederland, is het achterliggende criterium voor geestesziekte drieledig. Niet alleen een staat van geestesstoornis en zwakzinnigheid kunnen de basis vormen voor een ontoerekeningsvatbaarheidsoordeel, maar ook een staat van krankzinnigheid.45

Zwakzinnigheid staat gelijk aan het Nederlandse ‘gebrekkige ontwikkeling’, terwijl een staat van geestesstoornis gelijk lijkt te staan aan ‘een ziekelijke stoornis van de geestvermogens’. Het expliciet noemen van krankzinnigheid, bijvoorbeeld veroorzaak door psychose, is duidelijk anders dan de Nederlandse uitwerking van de term geestesziekte. Overigens betekent dit niet dat deze staat van krankzinnigheid in Nederland niet onder geestesziekte wordt geschaard. Het laat wel zien dat in België ooit reden is gezien om deze groep geestesziekten expliciet in de wetgeving te benoemen, terwijl deze in Nederland nooit als aparte categorie zijn erkend.

Naast de aanwezigheid van geestesziekte is ook in België een belangrijke voorwaarde dat de misdadiger in kwestie een gevaar moet vormen voor de samenleving om in aanmerking te kunnen komen voor internering. Niet voor niets is internering een maatregel die onder andere gericht is op het voorkomen van toekomstige misdaden. Een laatste criterium is dat de gepleegde misdaad bij een crimineel zonder geestesziekte tenminste een straf zou moeten opleveren van acht dagen gevangenisstraf.46 Het soort gepleegde misdrijf is verder niet van

belang, behalve voor het inschatten van de kans op recidive- een belangrijke factor in het vaststellen of de delinquent in kwestie inderdaad een gevaar vormt voor de maatschappij.47

44 Net als in Nederland is dit een belangrijk factor voordat iemand ontoerekeningsvatbaar kan worden verklaard.

De aanwezigheid van een geestesziekte op zichzelf is niet voldoende: de geestesziekte moet aantoonbaar het beoordelingsvermogen en de keuzevrijheid van de misdadiger in kwestie op het moment dat de misdaad werd gepleegd hebben verminderd of onklaar hebben gemaakt.

Bal en Koenraadt, 224.

45 Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 20. 46 Vandevelde, 72.

(21)

21 1.2.2 Het systeem

Beglië kent verschillende vormen van ontoerekeningsvatbaarheid. Toch is het interneringssysteem van dit land niet tweesporig maar éénsporig. Dit is een groot verschil met het Nederlandse systeem; in België kan de rechter geen gecombineerde straf opleggen. Dit levert geen verschil op bij de omgang met volledig ontoerekeningsvatbare geesteszieke criminelen; zij worden gelijk als in Nederland zonder verdere strafoplegging geïnterneerd. Bij gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid is het verschil wel merkbaar: hierbij moet de rechter kiezen tussen het opleggen van een straf of de maatregel.48

In België is het, net als in Nederland, de rechter die beslist over het wel of niet opleggen van de maatregel. Hierbij mag het advies van een deskundige gevraagd worden, maar de rechter is hiertoe niet wettelijk verplicht.49 Zodra het vermoeden van geestesziekte ontstaat, heeft de rechter de mogelijkheid een psychiater en/of psycholoog in te schakelen. Deze onderzoekt de verdachte niet alleen voor tekenen van geestesziekte, maar ook om een oordeel te kunnen vormen over de kwestie in hoeverre die ziekte van invloed is geweest op de criminele verantwoordelijkheid die de verdachte ten laste kan worden gelegd. De rechter is niet verplicht om te oordelen op basis van het uitgebrachte advies.50 Een andere mogelijkheid is dat de rechter de verdachte voor observatie laat opnemen in een psychiatrische instelling. Dit kan alleen wanneer de verdachte in aanmerking kan komen voor voorlopige hechtenis, wat afhankelijk is van welke misdaad er is gepleegd.51

Zodra de interneringsmaatregel is opgelegd, is de rol van de rechtbank afgedaan. Het plaatsen van een geïnterneerde is in België de verantwoordelijkheid van de Commissie ter Bescherming van de Maatschappij (CBM).52 Geïnterneerden dienen opgenomen te worden in

daarvoor aangewezen speciale afdelingen binnen gewone (publiekelijke of private)

48 Bal en Koenraadt, 229 en Vandevelde, 72.

49 Edworthy, Sampson en Völlm, 21 en Bal en Koenraadt, 237. 50 Vandevelde, 72.

51 Praet, 28.

52 Er bestaan acht CBM’s in België, die allemaal gevormd worden door een magistraat, een psychiater en een

advocaat. De magistraat is de voorzitter van iedere CBM, wat inhoudt dat de rechterlijke macht invloed blijft houden op de uitvoering van de maatregel. Een belangrijk verschil met de Nederlandse situatie is dat onderdelen van deze uitvoering, waaronder het regelen van de invrijheidsstelling, niet via rechtbankprocedures verloopt. In plaats daarvan moeten aanvragen voor invrijheidsstelling bij de Commissie neergelegd worden.

(22)

22 psychiatrische inrichtingen.53 Voordat de plaatsing is geregeld, verblijft de geesteszieke crimineel in de psychiatrische afdeling van een gevangenis. De CBM kan er ook voor kiezen de geïnterneerde niet te plaatsen, waardoor deze op de psychiatrische afdeling van de gevangenis vast blijft zitten.54 De CBM is overigens verantwoordelijk voor de gehele uitvoeringskant van de interneringsmaatregel.55 Onderdeel van het takenpakket van deze uitvoerende macht is dat zij ook moeten beslissen over het moment waarop de (proef)invrijheidstelling plaats mag vinden. De maatregel is wettelijk gezien niet begrensd; wanneer de interneringsmaatregel door de rechter wordt opgelegd, is deze altijd van onbeperkte duur.56 Daardoor is de verantwoording voor de bepaling van de duur van de internering bij het

uitvoerende orgaan komen te liggen. Beëindiging van de maatregel kan iedere zes maanden worden aangevraagd bij de CBM door de geïnterneerde. Dit verzoek wordt alleen ingewilligd als de geïnterneerde voldoende hersteld is van zijn of haar geestesziekte om geen gevaar meer te vormen voor de samenleving. Het is ook aan de Commissie om besluiten te nemen ten aanzien van de vormgeving van de invrijheidstelling.57 Er kan gekozen worden voor een proefinvrijheidstelling, waarbij de geïnterneerde onder de begeleiding van justitiehuizen komt te staan. Zij maken een rapport op van de mate waarin de geesteszieke crimineel zich aan de voorwaarden van de proefvrijlating houdt.58 Pas wanneer uit dit proefontslag blijkt dat de geesteszieke crimineel inderdaad geen gevaar meer vormt, gaat de CBM over op onvoorwaardelijke invrijheidstelling.59

1.2.3 De behandeling

In België is sinds 2014 voor geïnterneerden wettelijk vastgelegd dat zij een recht hebben op medische zorg. Dit betekent voor de behandeling van geïnterneerden dat wettelijk gezien

53 Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 22. 54 Praet, 30.

55 Bal en Koenraadt, 240 en Praet, 30. 56 Bal en Koenraadt, 240.

57 Vandevelde, 72.

58 Ook deze voorwaarden worden door de CBM opgesteld. Er bestaan geen wettelijke vereisten voor het bepalen

van de voorwaarden voor voorwaardelijke vrijlating.

Bal en Koenraadt, 240 en Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 25.

(23)

23 beveiliging geen prioriteit meer in mag nemen over wat de geesteszieke qua zorg nodig heeft.60 Tijdens de internering wordt dan ook de mogelijkheid geboden voor het aanreiken van beperkte vrijheden en het toestaan van het tijdelijk verlaten van de inrichting. De CBM bepaalt welke geïnterneerde hiervoor in aanmerking komt.61 Het recht op zorg heeft tot verschillende mensenrechten discussies geleid ten aanzien van de geïnterneerden die in de gevangenissen verblijven. Gevangenissen hebben niet de juiste expertise en behandelmogelijkheden om aan dit recht op zorg te kunnen voldoen. Dit is overigens niet alleen een ethisch probleem; de opsluiting van ontoerekeningsvatbare geesteszieke criminelen in gevangenissen heeft tot tenminste 22 rechtszaken geleid, bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, die de Belgische staat allemaal heeft verloren. Daarnaast hebben ook interne rapporten dezelfde conclusies meermalen aangekaart: het opsluiten van geesteszieken in gevangenissen kan niet gerechtvaardigd worden.62 Dergelijke rapporten en rechtszaken hebben zich niet voorgedaan wat het interneren in inrichtingen betreft, waaruit blijkt dat de daar aangeboden zorg wel aansluit bij het recht van geïnterneerden op passende zorg.63

1.3 De Duitse Psychiatrischen Maßregelvollzugs

In 1969 the ‘measure of security and improvement’ was renamed ‘measure of improvement and security’, indicating the importance of the therapeutic function of the measure.64

De Duitse strafrechtelijke maatregel voor het opsluiten en behandelen van (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbare geesteszieke criminelen steekt wat wetgeving betreft ingewikkeld in elkaar. Op federaal niveau is de basis vastgelegd: wanneer de maatregel mag worden opgelegd, hoe lang de maatregel duurt en wat de voorwaarden voor ontslag zijn. De uitvoerende kant- de behandeling, het verlof en de rechten en plichten van patiënt en behandelaar- is echter per deelstaat apart vastgelegd, waardoor de invulling van de maatregel regionaal verschilt.65

60 Praet, 25 en Vandevelde, 72. 61 Praet, 30.

62 Praet, 35 – 37 en Vandevelde, 72. 63 Praet, 36.

64 Herbert R. Steinböck, “New developments in preventive detention in Germany,” Current Opinion in Psychiatry

(22, 2009), 488 – 489.

65 Rüdiger Müller-Isberner et al., “Forensic psychiatric assessment and treatment in Germany; Legal framework,

(24)

24 1.3.1 Voorwaarden

Ook in Duitsland is geestesziekte ten tijde van de misdaad een reden om (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaar te worden verklaard. De Duitse wettelijke definitie van geestesziekte is vierledig: “a diseased mental defect, a profound defect of consciousness, mental defectiveness and other serious mental impairments”. De eerste drie categorieën komen in essentie overeen met de Belgische definitie van geestesziekte; de vierde categorie wijkt af van andere definities. Hoewel dit qua terminologie veel wegheeft van een restcategorie, is deze speciaal in het leven geroepen om afwijkende seksuele impulsen als geestesziekte te kunnen aanduiden. Duitsland is het enige onderzochte land dat seksuele delinquentie expliciet als aparte groep geesteszieken op heeft genomen in de wet. In België en Nederland- en overigens ook in Noorwegen- vallen dergelijke impulsen onder de brede categorie geestesstoornis.66

Andere criteria voor het opleggen van de maatregel zijn gelijk aan de Nederlandse en Belgische situaties. Er moet aangetoond zijn dat de verdachte de misdaad heeft gepleegd, de geestesziekte moet ten tijde van de misdaad aanwezig zijn geweest en het beoordelings- en keuzevermogen van de dader hebben beïnvloed, en er moet sprake zijn van een gevaar voor de samenleving. Dit laatste wordt in de rechtbank aangetoond via een risicoanalyse.67 Aan de aanwezigheid van de geestesziekte is nog een extra voorwaarde verbonden in het Duitse systeem. Er moet worden aangetoond dat de gepleegde misdaad symptomatisch is van de gediagnosticeerde geestesziekte.68 Een ander criterium dat in de wet afwijkt van de Nederlandse situatie, is dat in Duitsland iedere gepleegde misdaad kan leiden tot het opleggen van de Psychiatrischen Maßregelvollzugs; er bestaat dus geen minimumstrafmaat in Duitsland voor het opleggen van de maatregel. In de praktijk wordt de maatregel enkel door Duitse rechters

66 Bal en Koenraadt, 223.

67 Müller-Isberner et al., 469 en Bal en Koenraadt, 224.

68 Een voorbeeld van wanneer dit niet het geval is, is wanneer iemand met enkel afwijkende seksuele impulsen

voor de rechtbank moet verschijnen voor autodiefstal. Deze connectie is ook aanwezig in de andere twee besproken systemen: een dergelijk ziektebeeld leidt niet tot een beperking in het beoordelingsvermogen tijdens het stelen van de auto waardoor de kans klein is dat de rechter Tbs of internering oplegt voor die specifieke misdaad. Echter is het in Duitsland een expliciete wettelijke voorwaarde, met het jammerlijke gevolg dat experts de neiging hebben de diagnose aan te passen aan de gepleegde misdaad om de symptomatische relatie tussen de twee duidelijk in beeld te kunnen brengen.

(25)

25 opgelegd wanneer er sprake is van een ernstig misdrijf, ondanks dat deze voorwaarde niet in de wet staat vastgelegd.69

1.3.2 Het systeem

De rechter is degene die uiteindelijk de beslissing moet nemen om de maatregel op te leggen.70

Dit besluit mag echter, anders dan in België, niet gemaakt worden zonder advies ingewonnen te hebben van een deskundige. Meestal wordt in het vooronderzoek al geconstateerd dat er mogelijk sprake is van verminderde criminele verantwoordelijkheid door geestesziekte. In die fase kan dan al advies van een expert worden aangevraagd, die een rapport opmaakt. Om de maatregel op te leggen is daarnaast een observatie in een forensisch psychiatrisch ziekenhuis nodig om de geestelijke gesteldheid van de verdachte in kaart te brengen. Alleen wanneer dit niet mogelijk blijkt te zijn, kan het rapport uit het vooronderzoek ter vervanging worden gebruikt.71 Er zijn enkele wettelijke vereisten vastgesteld voor het onderzoek van deskundigen: zij dienen de geestesziekte in kaart brengen in termen van duur en prognose, zij moeten de mate van criminele verantwoordelijkheid van de verdachte vaststellen en zij dienen de symptoomrelatie tussen misdrijf en geestesziekte vast te stellen in hun rapport.72

Het Duitse systeem is, net als het Nederlandse, een tweesporig systeem. Dit houdt in dat wanneer de rechter een geesteszieke crimineel gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar verklaard, dit ten gevolge kan hebben dat die veroordeeld wordt voor het deel waar hij of zij wel verantwoordelijk voor gehouden kan worden. Naast een straf kan de maatregel voor behandeling in een daartoe aangewezen instelling door de rechter opgelegd. Opsluiting en behandeling geschiedt in een forensisch ziekenhuis of een forensische afdeling van een algemene psychiatrische inrichting. Deze instellingen vallen onder het toezicht van het ministerie van Sociale Zaken.73 In praktische termen is een gecombineerde veroordeling in

Duitsland volledig afwijkend van de Nederlandse situatie: de veroordeelde dient altijd eerst behandeld te worden en zit daarna pas zijn of haar gevangenisstraf uit. De behandeling is echter

69 Bal en Koenraadt, 231. 70 Hoeve et al., 21. 71 Bal en Koenraadt, 236.

72 Norbert Konrad en Steffen Lau, “Dealing with the mentally ill in the criminal justice system in Germany,”

International Journal of Law and Psychiatry (33, 2010), 237.

(26)

26 standaard van onbeperkte duur. In de wetgeving is daarom vastgelegd dat hoe langer de behandeling duurt, hoe korter de daarop volgende gevangenisstraf zal zijn.74 Wanneer er sprake

is van volledige ontoerekeningsvatbaarheid wordt alleen de maatregel opgelegd, of wordt er gekozen voor vrijspraak wanneer er geen sprake is van gevaar voor de samenleving.75 Zoals eerder aangegeven, is de Duitse Psychiatrischen Maßregelvollzugs van onbeperkte duur. Ieder jaar wordt de situatie van een geesteszieke crimineel opnieuw geëvalueerd door een speciaal daartoe aangewezen kamer in de rechtbank. Wanneer de patiënt aan de betere hand is en de kans op recidive voldoende is verminderd, wordt proefverlof toegestaan. Deze vrijlating onder voorwaarde kan uiteindelijk leiden tot onvoorwaardelijke vrijlating, of, wanneer de voorwaarden worden geschonden, tot hernieuwde opsluiting voor behandeling.76 Nu zijn er recentelijk meerdere rechtszaken geweest over het schenden van mensenrechten bij een dergelijke grenzeloze opsluiting van geesteszieke criminelen.77 Daardoor is in Duitsland besloten dat hoe langer de behandeling al voortduurt, hoe zwaarder de rechten van de geesteszieke crimineel meegewogen dienen te worden in de overweging voor vrijlating.78

1.3.3 De behandeling

Hoewel er in de wet is bepaald dat geesteszieke criminelen opgesloten moeten worden om zo behandeling mogelijk te maken, wordt er in het Duitse systeem veel rekening gehouden met de wensen van de geesteszieke criminelen zelf. Zelfdeterminatie, inclusief het recht om ziek te blijven, heeft een prominente plek binnen de forensische ziekenhuizen. Alleen hoognodige beperkingen in vrijheden mogen worden toegepast. Een andere bijzonderheid van het Duitse systeem qua behandeling is dat er niets in de wet is vastgelegd wat de therapieën en andere behandelingen betreft, dus ook geen minimum vereisten. Het resultaat daarvan is dat er grote

74 Bal en Koenraadt, 227 – 229. 74 Bal en Koenraadt, 227.

74 Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 25. 74 Edworthy, Sampson en Völlm, 24.

74 Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 24 en Müller-Isberner, 470. 75 Bal en Koenraadt, 227.

76 Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 25. 77 Edworthy, Sampson en Völlm, 24.

(27)

27 verschillen bestaan tussen verschillende forensische ziekenhuizen, omdat het hen vrij staat verschillende therapeutische stromingen aan te houden.79 Sinds 2007 kan als voorwaarde bij

het proefverlof worden gesteld dat de vrijgelaten geesteszieke crimineel regelmatig bezoeken moet brengen aan een behandelaar, zoals een psychiater. Er is niet in de wet vastgelegd dat de vrijgelatene zich ook moet laten behandelen door die behandelaar.80

1.4 Compulsory mental care in Noorwegen

“The backdrop for this debate was to a large extent the fact that Norwegian criminal law uses a ‘medical model’ for the definition of criminal insanity.”81

Op 22 juli 2011 vonden in Noorwegen twee terroristische aanvallen plaats, die velen het leven hebben gekost. De dader overleefde zijn daden en arrestatie, waardoor de gebeurtenissen van 22 juli uiteindelijk zijn uitgemond in een grote rechtszaak. Het veroorzaakte naast publieke onrust en veel droefenis ook dat mensen vraagtekens begonnen te plaatsen bij hoe er in Noorwegen strafrechtelijk om werd gegaan met geesteszieke criminelen: de dader werd oorspronkelijk ontoerekeningsvatbaar verklaard, maar dit besluit is later teruggedraaid.82

Anders dan in Nederland, komt een misdadiger in Noorwegen in aanmerking voor opgelegde behandeling wanneer diegene een geestesziekte heeft, dit staat bekend als het zogenaamde medisch model. Er hoeft alleen aangetoond te worden dat de misdadiger symptomen van diens geestesziekte ervaarde op het moment dat de misdaad werd gepleegd. Er

79 Edworthy, Sampson en Völlm, 21 – 23 en Müller-Isberner et al., 472. 80 Konrad en Lau, 238.

Behandeling is niet verplicht gemaakt omdat het voor sommige patiënten al voldoende is om aan de voorwaarde van het bezoeken van een behandelaar te voldoen. Door behandeling niet verplicht te stellen is ruimte gemaakt om verschillen tussen individuen te kunnen accommoderen.

81 Linda Gröning en Georg Fredrik Rieber-Mohn, “NOU 2014:10 – Proposal for new rules regarding criminal

insanity and related issues, Norway post-22 July,” Bergen Journal of Criminal Law and Criminal Justice 3, (1, 2015), 109.

82 Tot het terugdraaien van het ontoerekeningsvatbaarheidsoordeel werd besloten door een nieuw team van experts,

dat werd ingeschakeld voor een second opinion te geven. De kwestie is uitvoerig in de media aan bod gekomen, onder andere ook in Nederland.

Malou van Hintum, “Waarom Anders Breivik toerekeningsvatbaar was,” Trouw (31 maart 2019):

www.trouw.nl (geraadpleegd op 5 mei 2019) en Hans Klis, “Breivik toerekeningsvatbaar en schuldig – in principe 21 jaar cel,” NRC (24 augustus 2012): www.nrc.nl (geraadpleegd op 5 mei 2019).

(28)

28 hoeft niet te worden aangetoond dat deze geestesziekte ook het beoordelingsvermogen of de keuzevrijheid van de misdadiger in kwestie heeft beïnvloed, of dat de gepleegde misdaad anderszins (deels) het gevolg is geweest van de gediagnosticeerde geestesziekte. 83

1.4.1 Voorwaarden

Anders dan in Nederland, België en Duitsland, kent Noorwegen geen wettelijke definitie van de term geestesziekte. In plaats daarvan kennen zij verschillende geestelijke staten, waaronder krankzinnigheid,84 verminderde bewustzijn (eventueel door dronkenschap of drugsgebruik) en

gebrekkige geestelijke ontwikkeling.85 Wanneer een van deze geestelijke staten is aangetoond, kan de rechter daar verschillende speciale sancties voor opleggen. Krankzinnigheid is de enige die leidt tot verplichte geestelijke zorg in een inrichting. Dit is ook de enige speciale sanctie die niet in combinatie met een gevangenisstraf kan worden opgelegd.86

Andere criteria die Noorwegen kent voor het opleggen van de speciale sanctie van verplichte medische behandeling zijn vergelijkbaar met de andere besproken landen. Ook in Noorwegen moet aan worden getoond dat de verdachte inderdaad de misdaad heeft gepleegd. Daarnaast moet er ook in Noorwegen sprake van zijn dat de geesteszieke crimineel een gevaar vormt voor de samenleving. In het algemeen geldt dit gevaar met name wanneer een zwaar misdrijf is gepleegd, waarbij een zeker risico bestaat dat de dader een vergelijkbare misdaad gaat plegen bij directe vrijlating. In de wet staat vastgelegd welke soort misdaad wordt gezien als zware misdaad. Een andere mogelijkheid is dat de misdaad minder zwaar van aard was, maar de kans op recidive uitzonderlijk groot is.87

1.4.2 Het systeem

De rechter is ook in Noorwegen degene die speciale sancties op kan leggen. Om vast te stellen of er inderdaad sprake is van ontoerekeningsvatbaarheid, moet de verdachte worden onderzocht

83 Gröning en Rieber-Mohn, 112.

84 Psychose in de wetgeving- wat een specifieke medische situatie inhoudt. Dat is ook de reden waarom de

aanwezigheid van symptomen op het moment van de misdaad expliciet moet worden aangetoond; wat in de medische wereld bekend staat als psychose, is een staat die in het algemeen tijdelijk van aard is.

85 Bal en Koenraadt, 223. 86 Bal en Koenraadt, 227.

(29)

29 door in ieder geval twee psychiaters. Tenminste één van hen is verplicht diens conclusies tijdens de rechtszaak te presenteren.88 De taak van de twee deskundigen is niet alleen het vaststellen of

er sprake is van geestesziekte; zij moeten hun bevindingen ook toetsen aan de wetgeving aangaande ontoerekeningsvatbaarheid.89 Wat zij allemaal mee mogen nemen in hun beoordeling en bijbehorende rapportage is niet wettelijk vastgelegd. Mede hierdoor hebben de experts in de rechtbank een machtige, bepalende positie- een positie die sinds 22 juli 2011 net als het medisch model ter discussie is komen te staan.90

Wanneer de speciale sanctie is opgelegd, is het de Openbare Aanklager die de precieze lengte van de behandeling vaststelt. Daarbij moet de aanklager zich houden aan het maximum van vijf jaar dat staat voor deze speciale sanctie van verplichte behandeling. Het ministerie van Justitie is degene die daarna bepaalt of de termijn verlengd moet worden, een verlenging van vijf tot tien jaar is mogelijk, en wanneer er overgegaan kan worden op vrijlating.91 Daarnaast kan er ieder jaar een aanvraag ingediend worden, door de geesteszieke crimineel of diens naasten, voor een evaluatie over het eventueel opheffen van de sanctie.92

1.4.3 Het behandelen

De verplichte geestelijke zorg vindt plaats in een van de drie speciaal daarvoor opgerichte maximaal beveiligde inrichtingen. In deze inrichtingen worden ook gevangenen ondergebracht die tijdens hun gevangenschap geestelijke zorg nodig bleken te hebben; Noorse gevangenissen hebben geen eigen psychiatrische afdelingen waar vergelijkbare zorg kan worden verleend.93 Er is nog één andere plaatsingsmogelijkheid, namelijk op een van twintig speciale afdelingen

88 Bal en Koenraadt, 238.

89 Gröning en Rieber-Mohn, 115. 90 Gröning en Rieber-Mohn, 120. 91 Bal en Koenraadt, 240.

92 Georg Høyer, Derek Eaves en William Enwright, “Approaches towards insanity acquittees; Comments on recent

or proposed amendments to the criminal codes of Canada and Norway,” International Journal of Law and

Psychiatry 18, (1, 1995), 76.

93 Jan Stang et al., “Patients admitted to a maximum security forensic psychiatric unit in Norway; A case file

analysis of demographic, psychosocial, clinical and criminal characteristics,” International Journal of Forensic

(30)

30 van regionale psychiatrische instellingen. In diezelfde inrichtingen worden ook patiënten behandeld die via een civiele procedure gedwongen zijn opgenomen.94

Het is wettelijk mogelijk gemaakt om te behandelen, zelfs als de geesteszieke crimineel in kwestie tegenwerkt. Dergelijke praktijken moeten echter wel gepast worden binnen bestaande medische en sociale wetgeving, waarin geen rekening wordt gehouden met wat voor de behandeling van deze groep gevaarlijke geesteszieke criminelen nodig is.95 Het staat de

inrichting ook vrij om andere keuzes te maken wat betreft de behandeling en beveiliging. Na drie weken is het bijvoorbeeld niet meer verplicht om de geesteszieke crimineel in de zwaarbeveiligde inrichting te houden. Vanuit de inrichting kan er dan gekozen worden voor mildere vormen van behandeling, waaronder het plaatsen van de geesteszieke crimineel op een afdeling met minder beveiliging of meer mogelijkheden voor zelfstandig functioneren. De rechtbank kan tijdens het opleggen van de speciale sanctie geen voorwaarden stellen aan de beveiliging of behandeling dat plaatsvind na die initiële drie weken.96

1.5 Conclusie

Zoals is gebleken in dit hoofdstuk, zijn er in de basis veel overeenkomsten te vinden tussen het Nederlandse Tbs en vergelijkbare praktijken in België, Duitsland en Noorwegen. In alle onderzochte landen worden geesteszieke criminelen (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaar verklaard als zij geestesziek waren op het moment van hun misdrijf. Alleen de rechter is bevoegd om iemand ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Om te bepalen of dit nodig is, mag in alle vier de landen tenminste één deskundige om advies worden gevraagd. Hoewel de duur van de Tbs en Tbs vergelijkbare praktijken in de vier landen verschilt, is het overal mogelijk om ofwel de duur van de maatregel te verkorten, ofwel deze te verlengen. Een laatste belangrijke overeenkomst is dat de praktijken in alle vier de landen behandeling in een gesloten instelling of afdeling inhoudt, die speciaal voor de forensische psychiatrie is aangewezen. De behandeling is onderdeel van de vier praktijken omdat op die manier getracht wordt het gevaar dat geesteszieke criminelen vormen voor de samenleving te verminderen. Een van de opmerkelijkste verschillen die naar voren is gekomen in dit hoofdstuk, is dat België als enige een eensporig systeem heeft. Ook in Noorwegen kan bij ontoerekeningsvatbaarheid door

94 Bal en Koenraadt, 234. 95 Gröning en Rieber-Mohn, 126. 96 Gröning en Rieber-Mohn, 128.

(31)

31 geestesziekte alleen voor de maatregel worden gekozen, maar andere vormen van ontoerekeningsvatbaarheid hebben wel de mogelijkheid voor een gecombineerde straf. Een ander opmerkelijk en algemeen verschil is dat in ieder land een andere organisatie verantwoordelijk is voor het toezicht op de inrichtingen.

(32)

32

2

Tbs-dossiers en equivalenten

Om het vergelijken van bewaar- en toegangsbeleid van Tbs-dossiers mogelijk te maken, is het van belang een beeld te krijgen van welke dossiers geschaard kunnen worden onder het begrip Tbs-dossiers. Alleen door vast te stellen welke dossiers er in ieder land worden opgemaakt met betrekking tot het omgaan met geesteszieke criminelen, kan worden bepaald welke van deze dossiers overeenkwamen met het Nederlandse Tbs-dossier, en waarvan dus ook het bewaar en toegangsbeleid uitgezocht dient te worden. Het is van belang om er hierbij wel van bewust te zijn dat de betekenis van de term ‘Tbs-dossier’ variabel is; er bestaat- ook in Nederland- geen officieel Tbs-dossier, alleen verschillende dossiers en documenten die opgesteld worden in de context van het uitvoeren van de Tbs-maatregel. Ook in dit onderzoek is het dus van belang voor ogen te houden dat er verschillende interpretaties mogelijk zijn voor wat een Tbs-dossier nu precies inhoud. Wat er met de term ‘Tbs-dossier’ in dit onderzoek bedoeld wordt, is een verzameling van informatie in een of meerdere officiële documenten, opgesteld als onderdeel van de uitvoering van een Tbs-maatregel of een buitenlandse variant daarvan. Het dossier dient gericht te zijn op het beschrijven van de situatie van één individuele Terbeschikkinggestelde, niet het systeem of de instelling als geheel. Tenslotte moet er benadrukt worden dat de term ‘dossier’ hint naar het bestaan van een papieren verzamelmap van allerlei officiële documenten- dit is niet wat er binnen dit onderzoek met de term wordt bedoeld. Het gaat hier in essentie niet om een verzameling van papieren documenten, maar om wat er over de uitvoering wordt gedocumenteerd. Elektronische documentatie of documentatie in één document is daarbij niet uitgesloten. Doordat de vorm van het Tbs-dossier variabel is, was het van groot belang om in dit onderzoek de focus te richten op de inhoud van de dossiers. Vanwege de privacy gevoeligheid van de tijdens het uitvoeren van de maatregel gegenereerde individuele gegevens, is daarbij niet gekeken naar de inhoud van bestaande dossiers. In plaats daarvan is de focus gelegd op de wettelijke vereisten van de inhoud van deze dossiers, om zo alsnog een beeld te kunnen vormen van wat deze- in officiële termen- zou moeten bevatten. De volgende onderzoeksvraag vat het doel van dit hoofdstuk samen:

Wat wordt er gedocumenteerd binnen de context van Tbs of Tbs vergelijkbare praktijken en welke documentatievorm kan er, inhoudelijk gezien, aangemerkt worden als Tbs-dossier?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In hoofdstuk 4.3 worden de geregistreerde kenmerken van de groep 'ernstige recidivisten' beschreven en wordt bezien in hoe- verre deze afwijken van kenmerken

Wel of geen toepassing van proefverlof blijkt veel meer verschil in (ernstige) recidive met zich mee te brengen dan het al dan niet bestaan van consensus tussen behan- delaars

De instroom is meer dan de behandelduur van belang voor het voorspellen van de uiteindelijke vraag naar tbs en in die zin zou het concentreren van de onderzoeksinspanningen op

In opdracht van het ministerie van Justitie heeft Regioplan voor het WODC onderzocht in hoeverre de penitentiaire inrichtingen geschikt te maken zijn voor de

Twee projecten bieden plaats aan longstay-patiënten, PI Vught en Overmaze. Een verschil tussen PI Vught en de andere projectlocaties is dat in Vught de tbs-afdelingen aparte

De bruikbaarheid van de procedures voor het Nederlandse stelsel wordt afgewogen tegen de uitkomsten van de voorgaande onderzoeksvragen. Dat wil zeggen, hoe zijn de ervaringen in

08 Voor een deel van de kenmerken geldt dat deze niet door alle klinieken of niet door alle klinieken structureel worden geregistreerd zoals geformuleerd in de vragenlijst.. Het

78 Voor een deel van de kenmerken geldt dat deze niet door alle klinieken of niet door alle klinieken structureel worden geregistreerd zoals geformuleerd in de vragenlijst.. Het