• No results found

4.2 Maatschappij

4.2.2 Maatschappelijke stromingen en groeperingen

In het algemeen vormden de laatste paar decennia van de twintigste eeuw een tijd van de- institutionalisering, van vrijheid en autonomie, van mensenrechtenbewegingen. Deel van deze ontwikkeling in de normen en waarden van de samenleving was het sluiten van psychiatrische klinieken en het regelen van lokale maatschappelijke zorg: de patiënt kon voortaan in zijn of haar eigen omgeving behandeld worden en zo enige autonomie behouden.256 In België ging

deze periode gepaard met kritiek op de uitvoering van het interneringsbeleid. Bijvoorbeeld de 250 Gröning en Rieber-Mohn, 109. 251 Gröning en Rieber-Mohn, 115 en 119. 252 Gröning en Rieber-Mohn, 108 – 111. 253 Gröning en Rieber-Mohn, 122 – 124. 254 Gröning en Rieber-Mohn, 128. 255 Bal en Koenraadt, 240. 256 Nedopil.

80 clausule in de wet, die maakte dat bij ruimtegebrek internering plaats mocht vinden in gevangenissen in plaats van klinieken, werd bekritiseerd.257 Deze beweging heeft echter niet

aantoonbaar geleid tot veranderingen in de Belgische interneringspraktijk of -wetgeving. In tegendeel lijkt er in de Belgische interneringspraktijk weinig ruimte te bestaan voor de autonomie van Tbs’ers. Zo hebben wetenschappers en journalisten in de Belgische wetgeving voor de bescherming van persoonsgegevens relatief veel mogelijkheden gekregen om van de bepalingen uit die wet af te wijken. Daarnaast worden de interneringsdossiers in België alleen opgemaakt voor volledig ontoerekeningsvatbare geesteszieke criminelen, en toch is het besluit voor bewaren genomen. Tenslotte is het in België relatief gemakkelijk om inzage in niet- openbare archiefstukken, zoals de Belgische Tbs-dossiers, te verkrijgen. Dit kan geïnterpreteerd worden als een beweging richting journalistieke en wetenschappelijke vrijheid, en richting transparantie wat aansluit op wat een burgerrechtenbeweging nodig heeft, maar niet op waar zij indertijd voor hebben gestaan.

In Duitsland wordt deze periode van autonomie en de-institutionalisering opgevolgd door een radicale ommekeer in gedachtegoed. Economisch mindere tijden hebben daar geleid tot een stijging van minachting jegens minderheden, waaronder ook geesteszieke criminelen kunnen worden geteld.258 In de media kregen misdaden waar Tbs’ers bij betrokken waren grootschalige aandacht, waardoor het idee ontstond dat deze groep criminelen een groot maatschappelijk probleem vormden. In werkelijkheid daalde het aantal misdaden in deze periode juist. Toch werd de verandering in moraal aangegrepen door de Duitse politiek om enkele harde wetten tegen criminaliteit in het algemeen en geesteszieke criminelen in het bijzonder in te stellen. Onder andere de regel dat de Duitse Tbs alleen voor onbeperkte tijd opgelegd mag worden, stamt uit deze periode. Daarnaast werden wetten ingesteld die het lastiger maakten om Tbs’ers na hun behandeling vrij te laten. Ook werd er een wet in het leven geroepen die het mogelijk maakte om een niet-geesteszieke crimineel preventief op te sluiten, zo lang diens gevaar voor de samenleving maar groot genoeg werd bevonden.259 Het is vanuit

deze beweging in de samenleving dan ook niet verwonderlijk dat in het Duitse Tbs systeem veiligheid lange tijd voorrang heeft gehad op de rechten van het individu. Enkel door de invloed

257 Vandevelde et al., 72.

258 Steinböck, 489. 259 Steinböck, 490.

81 van Europa is ingesteld dat des te langer de maatregel voortduurt, des te meer de rechten van het individu alsnog prioriteit moeten krijgen.260

Andere ontwikkelingen en trends in de maatschappij hebben te maken met de opkomst of de mondigheid van bepaalde groepen in de samenleving. Zo bestaat er sinds de jaren 60 een beweging onder psychiatrische patiënten en hun naasten die geestesziekte meer bespreekbaar willen maken. Deel van het doorbreken van de stilte rondom geestesziektes is het terug laten komen van deze groep minderheden in de archieven. Tbs-dossiers zijn een van de documenten waarin ook de stem van deze groep buiten de samenleving in voor komt. Juist in de verslagen van behandelingen zit de stem van de patiënt verweven, niet in- bijvoorbeeld- openbare documentatie betreffende de organisatie van Tbs. Hoewel de openbaarheid van Tbs-dossiers grotendeels beperkt wordt om patiënten te beschermen, hindert dit ook de belichting van hun kant van het verhaal.261 De praktijk van het vernietigen van medische gegevens of het wel bewaren maar niet ontsluiten van Tbs-dossiers vergroot daardoor de maatschappelijke buitensluiting van deze groep. Juist Tbs’ers, die hun behandeling nog op een gesloten plek ondervinden waar het grote publiek amper weet van heeft, kunnen gebaat zijn bij meer kennisgeving over hun ziekte, hun behandeling en hun ontwikkeling via het inzichtelijk maken van hun documentatie.262 Uit de studie van Noorwegen blijkt dat er wel degelijk stappen te zetten zijn om patiënten meer zeggenschap te geven over wat er met hun documenten gebeurt. Uit het toegangsbeleid van Duitsland blijkt dat dit ook op heel praktisch niveau toegepast kan worden, naast het abstracte archiveringsniveau van Noorwegen. Een combinatie van die twee zou een interessante manier kunnen zijn om Tbs’ers de mogelijkheid te geven via hun dossiers een stem in de samenleving te vinden. Geen van de bestudeerde landen heeft op dit moment echter dit punt al bereikt.

Een andere groep die van invloed is op het beleid, of zou kunnen zijn, zijn de medische professionals. Enerzijds zijn zij gebaat bij grote medische geheimhoudingsplicht, omdat zij zo effectiever kunnen behandelen. Aan de andere kant hebben zij de gezondheids-gerelateerde informatie uit Tbs-dossiers nodig om hun vakgebied verder te kunnen ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan een onderzoek naar lange termijn effecten van bepaalde behandelingen of

260 Hoeve, Blaauw en van Hjalmar, 24. 261 Dong, 388.

82 bepaald medicijngebruik.263 Dit is niet meer te onderzoeken als alle medische gegevens uit Tbs-dossiers worden gehaald, en ook niet als deze dossiers vernietigd worden. Terwijl de waarde van dergelijke gegevens niet onderschat moet worden: er zijn al verschillende onderzoeken geweest naar de lange termijn effecten van medicijnen, bijvoorbeeld, die dramatische gevolgen bleken te hebben voor het nageslacht van de behandelde patiënten.264 Voor de ontwikkeling van forensische psychiatrie naar optimale behandelingen en misschien ooit daadwerkelijke genezing van Tbs’ers moeten gegevens toegankelijk en niet- geanonimiseerd bewaard worden. Noorwegen heeft hier een mooie middenweg in kunnen vinden, door datasystemen aan te leggen voor de medische gegevens van patiënten. Dit is echter nog niet volledig bruikbaar voor het eerder genoemde onderzoek, omdat in deze systemen gegevens worden geanonimiseerd, maar het is wel een effectieve methode om zowel medisch onderzoek te bevorderen door de nodige gegevens toegankelijk te bewaren, zonder daarbij de vertrouwelijkheid van medische gegevens te schaden.

Naast medische gevolgen kan het niet openbaar maken van Tbs-dossiers gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van overheden en van machtige instanties zoals psychiatrische instellingen. Wanpraktijken kunnen moeilijk aan de kaak worden gesteld als documenten langdurig niet in kunnen worden gezien of wanneer zij zelfs worden vernietigd.265 Tbs klinieken en forensische ziekenhuizen zijn hele gesloten plaatsen waar het publiek niet gemakkelijk bij kan komen, waardoor eventuele wandaden niet gemakkelijk kunnen worden ontdekt.266 Door de stigmatisering wordt daarnaast het woord van een ex-Tbs’er niet snel

geloofd. Eenieder die op zoek wil gaan naar bewijs om dergelijke beschuldigingen kracht bij te zetten heeft, zoals het inzagebeleid momenteel geregeld is, alleen in Duitsland en Noorwegen kans op inzage in de benodigde Tbs-dossiers. Zo kunnen journalisten die wel geloof hechten aan de verhalen van Tbs’ers in die landen door middel van toestemming van de Tbs’er in kwestie relatief gemakkelijk bij het archief terecht voor inzage van het desbetreffende dossier. Dit is in het huidige beleid in Nederland en België niet het geval.

263 F.E. van Leeuwen en J.H. Schornagel, “Bewaren of vernietigen? Het belang van het dossier voor de patiënt van

gisteren en morgen,” Nederlands Tijdschrift van de Geneeskunde 145 (10, 2001): 458.

264 Leeuwen en Schornagel, 459 en Wiersma en Hutter, 453 – 455.

265 Susan Chimonas, Frederica Stahl en David J. Rothman, “Exposing conflict of interest in psychiatry; Does

transparency matter?” International Journal of Law and Psychiatry 35 (2012): 490 – 495.

83 Tenslotte zijn natuurlijk ook de wetenschappers een belangengroep die veranderingen ten aanzien van het beleid teweeg kunnen brengen. Zij hebben echter het voordeel dat hun zichtpunt in de archiefwereld relatief vaak al uitgesproken wordt zonder dat zij daar actief voor hoeven te lobbyen. Denk bijvoorbeeld aan het onderzoeksrapport Over tien jaar over gisteren, die het Nederlandse bewaar- en toegangsbeleid van Tbs-dossiers moest gaan evalueren nadat de Raad van Cultuur meermalen erop had gewezen dat de vernietiging van Tbs-dossiers niet voldoende aansloot bij wetenschappelijke belangen.267 Tbs-dossiers zijn niet alleen relevant voor medische

wetenschappers. Zij geven een beeld in sociale structuren, maatschappelijke ontwikkelingen, heersende normen en waarden, sociale regels en menselijke interactie. De Tbs-dossiers zijn daardoor zeer relevant voor het onder aandacht brengen van verschillende culturele en sociale aspecten. Daarnaast zijn deze dossiers de manier om de gestigmatiseerde groep geesteszieke criminelen een stem te geven in de geschiedschrijving van de toekomst. Via onderzoek kan het collectieve geheugen aangaande Tbs en Tbs’ers worden beïnvloed, gesteund op bewijs in plaats van publieke opinie.268 Het is interessant om te zien dat de waarde van Tbs-dossiers in Nederland recentelijk pas vast is gesteld, terwijl in de andere drie onderzochte landen geen enkele blijk is gevonden van twijfel of de dossiers überhaupt wel bewaard zouden moeten worden.

4.3 Conclusie

Wat er in de maatschappij verandert of in andere wetgevingen is vastgelegd heeft invloed op hoe Tbs als systeem en Tbs beleid vorm krijgt. Achter het bepalen van het beleid zit namelijk een afweging die door verschillende factoren ofwel de ene kant ofwel de andere kant op gemaakt kan worden. Publieke opinie heeft met name effect gehad op hoe Tbs als systeem werd vormgegeven, met een duidelijke tendens naar strengere regels en een prioriteit voor veiligheid nadat gebeurtenissen zoals recidive misdaden hebben plaatsgevonden. Ook kan dit leiden tot een evaluatie van het systeem, zoals in Noorwegen het geval is geweest. Veranderingen in publieke opinie of maatschappelijke stromingen zoals de beweging van de-institutionalisering kunnen leiden tot andere afwegingen in welke belangen het sterkst vertegenwoordigd moeten worden in het beleid. Dit is onder andere naar voren gekomen in het Duitse beleid, waar zowel de publieke tendens van veiligheid als prioriteit als de maatschappelijke norm van autonomie

267 Zie de inleiding en paragraaf 1.1. 268 Dong, 394 - 396.

84 voor psychiatrische patiënten in het systeem en in het toegangsbeleid terecht is gekomen. In Noorwegen is daarentegen in de manier van documenteren sterk rekening gehouden met de belangen van wetenschappers, maar intussen ook met de rechten van Tbs’ers door het invoeren van geanonimiseerde gezondheidssystemen- alleen toegankelijk voor medici en wetenschappers. De Nederlandse beoogde veranderingen in het bewaarbeleid laten zien dat ook daar de wetenschappelijke belangen overhand beginnen te krijgen in het bepalen van het beleid. In België is het minst gebleken dat maatschappelijke stromingen of de mondigheid van belangengroepen effect hebben gehad op het beleid. Zelfs na een beweging tot meer autonomie voor patiënten en een misdaad die geleid heeft tot een roep naar strengere regels is het beleid amper veranderd in voordeel van een van beide richtingen.

Als verklaring voor het beleid is tevens gebleken dat de wetten ten aanzien van de bescherming van persoonsgegevens duidelijk terugkomen in het bewaarbeleid van Tbs- dossiers: onder voorwaarden worden de dossiers bewaard (behalve in Nederland) ondanks dat daar persoonlijke gegevens in zitten. Dit bewaren wordt mede mogelijk gemaakt door de AVG, waarin verwerkingsuitzonderingen voor archivering zijn vastgelegd. In alle landen zijn uitzonderingen op het verwerken van persoonsgegevens gemaakt ter bevordering van wetenschappelijk onderzoek, wat weergave heeft gevonden in het toegangsbeleid. Niet alles kan echter puur vanuit deze wetgeving verklaard worden, zoals blijkt uit de Duitsland casus. Het medisch beroepsgeheim, en bijbehorende wetten over de rechten van patiënten vindt met name weergave in het toegangsbeleid van de vier onderzochte landen. Het beperken van de openbaarheid van de dossiers houdt namelijk de vertrouwelijkheid van de gegevens tot op zekere hoogte in stand. Bij de creatie van de documenten, wordt verder alleen in Nederland rekening gehouden met het documenteren van vertrouwelijke medische gegevens. In Duitsland worden alle behandelingsgegevens opgenomen in de te archiveren dossiers en in Noorwegen zijn de dossiers zelfs expliciet patiëntendossiers terwijl zij toch worden gearchiveerd. De Belgische Tbs-dossiers bewandelen een soort middenweg, waarbij niet expliciet wettelijk is vastgelegd dat er medische gegevens in vastgelegd dienen te worden, maar waarbij dit ook niet verboden is. Echter stelt de Belgische wetgeving dat vertrouwelijke gegevens gedeeld moeten worden met de rechtbank. Voor Tbs’ers is de vertrouwelijkheid van hun medische gegevens daardoor in de basis al een twijfelachtig begrip. Het hoeft daardoor naar Belgische maatstaven niet gezien te worden als een overtreding van het medisch beroepsgeheim als dergelijke gegevens ook in de Tbs-dossiers worden opgenomen.

85

Conclusie

Dit onderzoek had als doel om het Nederlandse bewaar- en toegangsbeleid ten aanzien van Tbs- dossiers in internationaal perspectief te plaatsen, door dit beleid te vergelijken met het beleid in België, Duitsland en Noorwegen. Het onderzoek is in vier fasen verricht, welke zijn vastgelegd in de vier aparte hoofdstukken.

In het eerste hoofdstuk zijn de verschillende praktijken betreffende de omgang met geesteszieke criminelen vergeleken, gevat onder de term Tbs-systemen. België, Duistland en Noorwegen zijn voor dit onderzoek geselecteerd vanwege de vergelijkbaarheid van hun Tbs- systemen, waardoor het niet verwonderlijk is dat uit dit hoofdstuk naar voren is gekomen dat hun systemen in de basis gelijk waren aan het Nederlandse Tbs. In alle vier de landen is Tbs (of equivalent daarvan) een strafrechtelijke maatregel die opgelegd kan worden op geesteszieke criminelen die (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard vanwege hun geestesziekte. Daarnaast houdt de maatregel overal professionele behandeling in en wordt het nergens gezien als straf maar juist als methode om recidive te voorkomen. Er zijn ook enkele verschillen gevonden tussen de Tbs-systemen. Zo kan er in Nederland en Duitsland wel een straf opgelegd worden naast de Tbs-maatregel bij gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid. Een ander verschil is dat de maatregel alleen in België en Duitsland altijd voor onbeperkte duur wordt opgelegd. Ten derde is de toezichthoudende en de uitvoerende instantie in ieder land verschillend geregeld. Een laatste opmerkelijk verschil is dat alleen in Duitsland de zelfbeschikking van de Tbs’ers zo groot is dat zij behandeling mogen weigeren.

Hoofdstuk twee behandelde de vraag wat er in ieder land onder het begrip Tbs-dossier kon worden geplaatst, waarbij tevens dieper ingegaan werd op de inhoud van die dossiers. De dossiers waar uiteindelijk het bewaar- en toegangsbeleid van is onderzocht waren het Nederlandse verpleegdedossier, het Belgische interneringsdossier, het Duitse Vollzugsplan en het Noorse pasientjournal. Alle vier de dossiers zijn gericht op het vastleggen van gegevens over individuele Tbs’ers en bevatten ook informatie over de uitvoerende kant van de maatregel. Inhoudelijk is het Noorse pasientjournal het meest afwijkend van de andere dossiers, aangezien dit in essentie een medisch dossier is. In de andere drie landen bevatten de Tbs-dossiers ook informatie over de strafrechtelijke kant van de maatregel. In Nederland worden medische

86 gegevens zonder direct verband met de Tbs-behandeling zelfs volledig buiten het Tbs-dossier gehouden.

Het bewaar- en het toegangsbeleid van de vier landen stond centraal in het derde hoofdstuk. Ten aanzien van de kwestie bewaren of vernietigen bleek daaruit dat alleen in Nederland vernietiging serieus genoeg overwogen is om het voor te stellen in een conceptselectielijst. In de andere drie landen is volledig voor het bewaren van de Tbs-dossiers gekozen, al worden in Duitsland wel enkele delen van het dossier (potentieel) vernietigd. Ten aanzien van het verlenen van toegang was het beleid in de vier landen redelijk vergelijkbaar: er wordt gewerkt met een openbaarheidsbeperking om toegang tot gevoelige dossiers te beperken. Wetenschappelijke belangen zijn daarnaast in alle landen een grond waarop inzage verkregen kan worden in de niet-openbare Tbs-dossiers. Anders is dat men in Duitsland en Noorwegen ook via de standaard procedure op andere grond dan wetenschappelijk belang inzage kan bedingen. De termijn waarop de openbaarheid is beperkt, verschilt ook per land. Duitsland is hierin het uniekst, aangezien de beperking daar niet als algemene bepaling is geregeld, maar per dossier wordt bekeken.

In het vierde hoofdstuk is uiteindelijk gekeken naar mogelijke verklaringen achter de gevonden verschillen in beleidsvoering. Daar is uit voortgekomen maatschappelijke factoren met name invloed hebben gehad op de vormgeving van de Tbs-systemen, niet het bijbehorende beleid. Zo zorgen veranderingen in publieke opinie na recidive zaken ervoor dat strenger opgetreden wordt tegen geesteszieke criminelen. De opkomst van belangengroepen binnen de maatschappij heeft wel effect op het beleid. Daarbij hebben tot nu toe met name de medici en wetenschappers voorrang gekregen, aangezien hun belangen het sterkst vertegenwoordigd worden in het geldende beleid. Andere wetgevingen hebben tevens invloed gehad op het gekozen beleid. Privacy is de primaire reden voor het beperken van openbaarheid in het toegangsbeleid van de Tbs-dossiers. In geen van de landen is privacy echter een reden geweest om over te gaan op vernietiging van de dossiers. Het medisch beroepsgeheim zou een centrale factor kunnen zijn geweest in het bepalen van het beleid. In Nederland, België en Duitsland worden echter alsnog medische gegevens opgenomen in het Tbs-dossier. Wel worden in Nederland en Duitsland de medische gegevens die niet in verband staan met de Tbs- behandeling uiteindelijk vernietigd. In Noorwegen werkt men weer anders: medische gegevens worden daar ook geanonimiseerd opgenomen in een database voor gezondheidsinformatie. Daarnaast kan een Noorse Tbs’er aangeven dat diens dossier niet overgebracht mag worden naar een archiefinstelling. Op die manier wordt met toestemming gewerkt, op basis waarvan

87 medische vertrouwelijkheid kan komen te vervallen- en daardoor is er wel degelijk rekening gehouden met het beroepsgeheim in het Noorse beleid.

De vergelijking van het Nederlandse beleid met het Belgische, Duitse en Noorse beleid heeft geleid tot interessante inzichten voor specifiek het Nederlandse beleid. Het gegeven dat in geen van de andere landen privacy of medisch beroepsgeheim reden is geweest om de dossiers te vernietigen, kan reden zijn om opnieuw te evalueren of vernietiging wel echt de juiste optie is. Daarnaast laat Duitsland zien dat er ook nog een middenweg mogelijk is, namelijk het vernietigen van bepaalde documenten uit de Tbs-dossiers. Het in kaart brengen van ontwikkelingen in het buitenland heeft tevens als voordeel dat men in Nederland beter kan inschatten wat de gevolgen van vergelijkbare ontwikkelingen voor hen zullen zijn. Zo heeft de verscherping van het systeem na 1996 in België en Duitsland recentelijk geleidt tot mensenrechtenkwesties, wat ook in Nederland zou kunnen gebeuren als daar 2018 hetzelfde gevolg gaat hebben. Kortom kan deze blik op het buitenland gebruikt worden om met een nieuwe, meer geïnformeerde bril naar binnenlandse ontwikkelingen te kijken.

De vergelijking tussen het systeem en beleid op internationaal niveau heeft met name