• No results found

De mediatie- en moderatieanalyses, en de combinatie van die twee, conditionele procesanalyses (in hoofdstuk 10), doe ik in SPSS, met gebruikmaking van een speciaal macro: PROCESS. Het gaat om PROCESS versie 3.1 van Andrew Hayes, zoals beschreven in zijn boek Introduction to Mediation, Moderation, and Condi-

tional Process Analysis; A Regression-Based Approach (Second Edition) (Hayes,

2018). Deze op regressieanalyses gebaseerde techniek is vergelijkbaar met SEM, maar PROCESS levert direct bruikbare output over indirecte relaties die met SEM lastiger te verkrijgen is of extra (handmatige) berekeningen vergt. Zie Hayes, Mon- toya en Rockwood (2017) voor een vergelijking tussen mediatie- en moderatie analyses met PROCESS en met SEM. Het gebruiksgemak van PROCESS in combi- natie met een aanzienlijk kleinere kans op fouten geeft voor mij de doorslag om voor deze SPSS-macro te kiezen. Qua resultaten maakt de keus voor de ene of de andere techniek geen verschil.

Enquête 2016

Om mijn onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden heb ik een uitvoerige enquête uitgezet onder de inwoners van de zes Drechtstedengemeenten19: Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, en Zwijndrecht. Daar- voor maakte ik gebruik van de bewonerspanels die het Onderzoekcentrum Drecht- steden (OCD) voor de zes gemeenten heeft aangelegd. Het panel van Zwijndrecht is ook gebruikt voor het onderzoek uit 2014; zie hoofdstuk 4. De deelnemers aan de

19 Sinds 1 januari 2018 zijn er zeven Drechtstedengemeenten. Op die datum trad Hardinxveld-Gies- sendam tot de gemeenschappelijke regeling toe. Mijn onderzoek viel nog in de periode van zes deelnemende gemeenten.

Methoden en data onderzoek 2016

panels hebben in eerdere onderzoeken van het OCD aangegeven bereid te zijn om zo nu en dan deel te nemen aan enquêtes, waarvoor ze per e-mail worden benaderd. Ook konden potentiële deelnemers reageren op oproepen in de krant en zich in- schrijven op inloopavonden van sommige gemeenten. Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie over het bewonerspanel en met name de toets waaruit blijkt dat het al dan niet meedoen aan het panel geen relatie heeft met het vertrouwen dat men in de gemeente heeft.

De enquête is op 12 mei 2016 uitgezet door middel van een e-mail aan de leden van de zes bewonerspanels (zie voor de tekst van de e-mail en voor de vragenlijst Appendix C). De mail bevatte een uitnodiging tot deelname aan het onderzoek en een link naar de webenquête. Respondenten konden het invullen op ieder gewenst moment onderbreken en later hervatten. Na een week ontvingen de panelleden een reminder. Op 2 juni 2016, dus drie weken na de eerste mail, ging de enquête offline.

Het onderzoek vindt onder de inwoners van meerdere gemeenten plaats om verschillen in vertrouwen tussen gemeenten te kunnen analyseren. De keus voor de zes Drechtstedengemeenten is deels op praktische gronden gebaseerd: alle zes gemeenten hebben een door het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) beheerd bewonerspanel. Daardoor kon mijn enquête in één keer via het OCD onder alle leden van deze panels worden uitgezet. Bijkomend voordeel: qua kosten maakte het uitzetten onder één of zes gemeenten geen verschil. Omdat alle panels op vergelijkbare wijze tot stand zijn gekomen en in gelijke mate bekend zijn met soort- gelijke onderzoeken, wordt de kans op bepaalde vertekeningen in de resultaten kleiner. Het feit dat alle deelnemers in een geografisch redelijk beperkt gebied wonen (de bebouwing van de gemeenten loopt nagenoeg in elkaar over) maakt mogelijk de kans op het vinden van verschillen tussen de gemeenten kleiner (bij- voorbeeld als gevolg van een vergelijkbare bestuurscultuur in de sterk samenwer- kende gemeenten), maar rechtvaardigt anderzijds ook het samenvoegen van de data tot één bestand voor een groot deel van de analyses. Met name het gebruiken van Structural Equation Modeling (SEM) vergt grote databestanden. De enige praktisch gesproken realistische mogelijkheid om tot die aantallen te komen is het gebruiken van data uit meerdere gemeenten. Omdat het de bedoeling is algemeen geldige relaties te toetsen is het geen bezwaar (en eerder een voordeel) dat de data uit meerdere gemeenten afkomstig zijn. Eventuele eigenaardigheden van bepaalde gemeenten spelen zo een minder prominente rol.

Toekomstig onderzoek met bestanden uit meer geografisch verspreide ge- meenten moet leren of dat grotere verschillen tussen de gemeenten aan het licht brengt en of de resultaten van het huidige onderzoek generaliseren naar andere landsdelen. Omdat ik, afgezien van de analyse van verschillen tussen de Drecht-

Hoofdstuk 6

stedengemeenten (wat maar een klein deel van het onderzoek uitmaakt), vooral relaties tussen variabelen onderzoek en niet kijk naar absolute niveaus van ver- trouwen, verwacht ik dat het generaliseren geen probleem zal blijken te zijn.

Een korte schets om een indruk te geven van de regio:

De Drechtsteden in de oude samenstelling vormen een aaneengesloten stede- lijk gebied aan de zuidrand van de Randstad, tussen Rotterdam en Breda, met in totaal ruim 270.000 inwoners. Als geheel zouden de Drechtsteden de vijfde stad van het land zijn, qua inwonertal tussen Utrecht en Eindhoven in. Dor- drecht vormt het centrum van de Drechtsteden, met bijna 120.000 inwoners. De omliggende gemeenten zijn een stuk kleiner, van Zwijndrecht met ongeveer 44.500 inwoners als grootste tot Alblasserdam met 20.000 als kleinste. De groei van de Drechtsteden komt door natuurlijke aanwas: er vestigen zich evenveel mensen als er vertrekken. Van de bevolking heeft 78% geen migratie-achter- grond, 13% een niet-westerse en 9% een westerse. De verhouding tussen de drie groepen verschilt per gemeente: Dordrecht heeft de meeste inwoners met een migratie-achtergrond, 18% niet-westers en 11% westers, gevolgd door Zwijnd- recht (13% en 8%), Papendrecht (9% en 8%), Sliedrecht (9% en 5%), Hen- drik-Ido-Ambacht (8% en 6%) en Alblasserdam (7% en 7%). (Cijfers: 2017, OCD, www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl).

De rivieren Beneden-Merwede, de Noord en de Oude Maas komen samen in het hart van de regio bij het drierivierenpunt. De maritieme sector speelt een belangrijke rol in het gebied, met bijvoorbeeld een sterke maritieme maakin- dustrie.

De gemeenten werken nauw samen in de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden en hebben hun ondersteunende diensten (ICT, P&O, Financiële administratie, Facilitaire zaken, Inkoop, etc.) in één organisatie, Service Cen- trum Drechtsteden, ondergebracht. Er is één Sociale Dienst voor de hele regio Drechtsteden, één Onderzoekcentrum, en een gemeenschappelijke belasting- dienst voor vijf van de zes gemeenten. Ook beleidsmatig werken de gemeenten samen. Daarnaast koestert iedere gemeente de eigen identiteit en voert de daarmee samenhangende taken zelfstandig uit. Wat nou de goede balans is tussen regionale samenwerking enerzijds en lokaal beleid en lokale taakuit- voering anderzijds is een regelmatig terugkerend punt van discussie tussen de gemeenten.

Methoden en data onderzoek 2016