• No results found

Matiging van de onbillijke gevolgen van koude uitsluiting

In document K OUDE UITSLUITING (pagina 143-153)

4.2. Oplossingen voor de vermogensrechtelijke problemen na scheiding van in koude uitsluiting gehuwde partners: een scheiding van in koude uitsluiting gehuwde partners: een

4.2.1.4. Matiging van de onbillijke gevolgen van koude uitsluiting

Met betrekking tot de matiging van de onbillijke gevolgen van scheiding van goederen kunnen de onderzochte landen in drie groepen worden ingedeeld.

 Groep 1: mechanisme van beperkte bescherming vooraf, zonder correctiemechanisme achteraf:

o Waarborgen vooraf via verplichte tussenkomst van een notaris of andere bevoegde ambtenaar;

o Geen billijkheidscorrectie achteraf.

26 In Slovenië is een wetvoorstel aanhangig die het maken van huwelijkse voorwaarden mogelijk maakt.

27 E. Weiss, O. Szeibert- Erdös, ‘Hungarian Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, Http://www.ceflonline.net/Reports/pdf3/Hungary.pdf, p. 6.

28 B. Feinberg, B. Smyth, ‘Binding Pre-Nuptial Agreements in Australia: The First Year’, 16 International Journal of Law Policy and the Family, 2002, p. 134.

29 B. Atwood, ‘Ten years later: lingering concerns about the Uniform Premarital Agreement Act’, 19 Journal of Legislation, 1993, p. 127.

 Groep 2: mechanisme van beperkte bescherming vooraf + een beperkte mogelijkheid van correctie achteraf:

o Vooraf: geen waarborgen of beperkte waarborgen via tussenkomst van een notaris of een juridische adviseur;

o Beperkte mogelijkheid van rechterlijke billijkheidscorrectie achteraf.

 Groep 3: mechanisme van uitgebreide bescherming vooraf + een ruime mogelijkheid van correctie achteraf:

o Extra waarborgen vooraf:

 Onafhankelijke voorlichting voor beide partijen;  Disclosure van de vermogensrechtelijke situatie van de

partijen;

o Ruime mogelijkheid van rechterlijke billijkheidscorrectie achteraf.

4.2.1.4a. Groep 1

Deze groep omvat België, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Italië, Malta, Moldavië, Oostenrijk, Polen, Portugal, Servië; Slowakije, Spanje en Tsjechië.

Waarborgen vooraf

In België, Frankrijk, Italië, Malta, Moldavië,30Oostenrijk, Polen, Slowakije, Spanje en Tsjechië is voor huwelijkse voorwaarden de notariële vorm voorgeschreven.31 In Griekenland is een onderhands document voldoende. In Portugal hebben partijen de keuze tussen een notaris en de ambtenaar van de burgerlijke stand (art. 1710 Portugees BW). In Italië kan een alternatief regime worden gekozen door tussenkomst van de notaris of een andere bevoegde ambtenaar van de staat.32 In Servië is vooralsnog rechterlijke homologatie vereist (art. 188 Huwelijk- en Familierelatiewet).33 In Denemarken volstaat een schriftelijke vorm, gevolgd door de registratie in het register van huwelijkse afspraken (personbogen) (§ 35 Act on the Legal Effects of Marriage34). In de landen waar de notariële tussenkomst is voorgeschreven, krijgen partijen gezamenlijk een algemene voorlichting van de notaris; in Servië wordt deze voorlichting door de rechter gegeven.35 Afzonderlijke voorlichting is nergens voorgeschreven.

30 Art. 28 (3) Family Act of Moldavië, aangenomen op 26 oktober 2000 in werking per 26 april 2001.

31 Zie het antwoord op vraag 193 van de CEFL Questionnaire betreffende vormvoorschriften voor huwelijkse voorwaarden, in: K. Boele-Woelki, B. Braat, I. Curry-Sumner (eds.), Property Relations Between Spouses, European Family Law in Action, vol IV, Antwerpen, Intersentia, 2009, p. 1151-1160.

32 Zie het antwoord voor Italië op de vraag 193 van de CEFL Questionnaire betreffende vormvoorschriften voor huwelijkse voorwaarden, ibid, p. 1157.

33 Zodra in Servië de Wet op Notariaat wordt aangenomen wordt deze functie naar verwachting overgedragen aan de notaris. M. Draškić ‘Financing the Romance: Marriage Contract in the Serbian Family Act’, in: B. Verschraegen (ed.) Family Finances, Jan Sramek Verlag, Wenen, 2009, p. 391.

34 1995 lovbekendtgørelse om ægteskabets retsvirkninger.

35 M. Draškić, G. Kovaček Stanić, ‘The New Family Act of Serbia’, in: A. Bainham, (ed.), The International Survey of Family Law, Jordan Publishing, Bristol, 2006, p. 365.

Geen correctie achteraf

In deze groep landen geldt het beginsel ‘contract is contract’ onverkort ook voor huwelijkse voorwaarden. Huwelijkse voorwaarden kunnen alleen worden

aangetast op basis van de algemene regels van het contractenrecht, zoals wils- en vormgebreken, onvoorziene omstandigheden en misbruik van omstandigheden. Wetgeving en rechtspraak voorzien niet in een speciaal correctiemechanisme dat de eventuele onbillijke gevolgen van koude uitsluiting zou kunnen matigen.

4.2.1.4b. Groep 2

Deze groep omvat de Scandinavische landen: Finland, Noorwegen en Zweden, alsmede landen zo uiteenlopend als Duitsland, Zwitserland, Hongarije, Rusland, Litouwen en Oekraïne.

Waarborgen vooraf

Wat de waarborgen vooraf betreft, vertoont deze groep landen een wisselend beeld. In de landen die tot de civil law-traditie behoren, is de notariële vorm in de regel verplicht. Dit geldt onder meer voor Duitsland (§ 1410 BGB), Rusland (art. 42 (2) Familiewetboek), Litouwen (3.103 BW) en Oekraïne (art. 94 Familiewet-boek). Alleen in Hongarije is een onderhandse akte voldoende, mits ondertekend door een juridisch adviseur (§ 27 para 3 Familiewet). In deze landen krijgen de partijen gezamenlijk een algemene voorlichting, voorafgaande aan het aangaan van de huwelijkse voorwaarden. Afzonderlijke voorlichting is nergens voorge-schreven.

De Scandinavische landen schrijven noch notariële tussenkomst noch enige andere vorm van deskundige bijstand voor. Het aangaan van huwelijkse voorwaarden geschiedt in deze landen zonder enige (voorgeschreven) vorm van voorlichting van partijen omtrent de gevolgen van de door hen gemaakte keuzes. De registratie van huwelijkse voorwaarden in de daartoe bestemde registers (in Noorwegen en Zweden gecombineerd met ondertekening door twee getuigen) is slechts vereist omwille van de rechtszekerheid en derdenbescherming.36

Beperkte correctie achteraf

In deze landen vormt het beginsel ‘contract is contract’ het uitgangspunt in geschillen over de aantasting van huwelijkse voorwaarden. Toch is de afgelopen decennia binnen deze groep het besef gegroeid dat huwelijkse voorwaarden in belangrijke mate van gewone burgerlijke overeenkomsten verschillen, en dat de contractsvrijheid niet zover zou moeten strekken dat huwelijkse voorwaarden ook onaantastbaar blijven als ze tot evident onbillijke gevolgen leiden. Op grond hiervan zijn in wetgeving en rechtspraak verschillende mogelijkheden gecreëerd om eventuele onbillijke gevolgen van koude uitsluiting aan te pakken. Gemeen-schappelijk voor deze landen is dus dat de huwelijkse voorwaarden inhoudende

36 Zie antwoord op de vraag 193 van de CEFL Questionnaire betreffende vormvoorschriften voor huwelijkse voorwaarden, in: K. Boele-Woelki, B. Braat, I. Curry-Sumner (eds.), Property Relations Between Spouses, European Family Law in Action, vol IV, Antwerpen, Intersentia, 2009, p. 1151-1160.

koude uitsluiting in beginsel geldig zijn, maar dat de rechter deze in uitzonder-lijke gevallen van grove onbillijkheid opzij kan zetten of vernietigen.

In Finland is het wettelijke regime de uitgestelde gemeenschap van goederen. De echtgenoten mogen in huwelijkse voorwaarden voor een koude uitsluiting kiezen (§ 130 e.v. Huwelijkswet avioliittolaki/äktenskapslag). § 103 van de Huwelijkswet geeft de rechter de mogelijkheid om de uit de huwelijkse voorwaarden voortvloeiende verdeling aan te passen.37 Volgens het eerste lid van § 103 mag de rechter tot een dergelijke aanpassing overgaan als verdeling zonder aanpassing tot een onredelijk resultaat zou leiden, of aan een van de echtgenoten een ongerechtvaardigd financieel voordeel zou verschaffen. Daarbij wordt bijzonder gewicht toegekend aan de duur van het huwelijk, de verdeling van de huishoudelijke activiteiten en de activiteiten die tot opbouw en besparing van het vermogen hebben geleid, alsmede andere factoren betreffende de finan-ciële situatie van de echtgenoten.38 In het kader van deze aanpassing heeft de rechter de mogelijkheid om ook de gescheiden vermogens geheel of gedeeltelijk als huwelijksvermogen te beschouwen (§ 103 b (2)). Het vermogen verkregen door schenking of erfenis kan echter nooit als huwelijksvermogen worden aangemerkt.39

Ook in Noorwegen is het wettelijke regime de uitgestelde gemeenschap van goederen (§ 56 Huwelijkswet), en kunnen echtgenoten in hun huwelijkse voorwaarden voor koude uitsluiting kiezen (§ 22-43 Huwelijkswet). § 46 van de Huwelijkswet geeft de rechter een mogelijkheid tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van huwelijkse voorwaarden die voor een van de echtgenoten een onbillijk effect sorteren. In plaats van vernietiging kan de rechter de benadeelde echtgenoot een geldelijke compensatie toekennen.40 In de praktijk wordt deze regel zeer restrictief geïnterpreteerd en wordt er zelden een beroep op gedaan.41

In Zweden is het wettelijke regime eveneens de uitgestelde gemeenschap van goederen. Ook hier kunnen echtgenoten door middel van huwelijkse voor-waarden voor gescheiden vermogens kiezen. De mogelijkheid van een rechter-lijke billijkheidscorrectie van huwelijkse voorwaarden is geïntroduceerd in 1987, toen het huidige Huwelijkswetboek (Äktenskapsbalken) werd aangenomen. Daarvoor konden huwelijkse voorwaarden slechts op basis van de regels van het algemene contractenrecht worden aangetast.42 Art. 13 § 3 van het Huwelijks-wetboek geeft de rechter de bevoegdheid om huwelijkse voorwaarden opzij te zetten of aan te passen:

37 K. Kurki-Suonio, ‘Finish Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, http://www.ceflonline.net/Reports/pdf3/Finland.pdf, p. 30.

38 Ibid, p. 31.

39 Ibid.

40 T. Sverdrup, ‘Norwegian Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, Http://www.ceflonline.net/Reports/pdf3/Norway.pdf, p. 40.

41 Norwegian Supreme Court Reports, 1999, p. 718 and 2006, p. 833.

42 M. Jänterä-Jareborg, M. Brattström, K. Walleng, ‘Swedish Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, http://www.ceflonline.net/ Reports/pdf3/Sweden.pdf, p. 37.

“if a term of marital property agreement is unreasonable in view of the subject matter of the agreement, the circumstances when it was drawn up, circumstances subsequently arising and the overall circumstances.”43

In de travaux préparatoires van het Huwelijkswetboek van 1987 werd aangegeven dat rechters de bepalingen van art. 13 § 3 terughoudend moeten toepassen.44 De rechtspraak heeft deze aanbeveling opgevolgd, zodat een beroep op dit artikel als een laatste remedie wordt beschouwd.45

Het wettelijk regime in Duitsland is dat van de gemeenschap van

aanwinsten (Zugewinngemeinschaft) § 1363 (1) BGB. De echtgenoten mogen in huwelijkse voorwaarden voor een koude uitsluiting (Gütertrennung) kiezen. De mogelijkheid om de gevolgen van deze contractuele koude uitsluiting te

corrigeren is niet op de wet gebaseerd, maar door de rechtspraak gecreëerd. In 2001 heeft het Bundesverfassungsgericht een baanbrekende beslissing genomen, die opriep tot rechterlijke toetsing (revisie) van huwelijkse voorwaarden, de contractsvrijheid ten spijt.46 Het Bundesgerichtshof heeft daarna de maatstaven voor een dergelijke revisie aangegeven.47 Op grond daarvan staat het de partijen in beginsel nog steeds vrij om contractueel af te wijken van de wettelijke

bepalingen betreffende de partneralimentatie,48 het wettelijke stelsel van

gemeenschap van aanwinsten, en de pensioenenverevening. De contractsvrijheid mag er echter niet toe leiden dat de beschermende strekking van de wettelijke bepalingen wordt ondermijnd door huwelijkse voorwaarden die een van de echtgenoten opzadelen met een onaanvaardbare, evident eenzijdige verdeling van lasten.49 Volgens de rechtspraak van het Bundesgerichtshof weegt een eenzijdige verdeling van lasten zwaarder wanneer deze een inbreuk vormt op een zogenaamd ‘kerngebied’ (Kernbereich) van de wettelijke regeling van vermogensrechtelijke gevolgen van de scheiding.50 Om de inhoud van dit

‘kerngebied’ te bepalen, heeft het Bundesgerichtshof een rangorde opgesteld van wettelijke bepalingen betreffende de vermogensrechtelijke gevolgen van

scheiding. In deze rangorde heeft partneralimentatie in verband met de zorg voor kinderen de hoogste rang. Daarna volgen alimentatie bij ouderdom en ziekte en pensioenenverevening. Een niveau lager bevinden zich de alimentatie ten behoeve van beroeps(her)opleiding en ter aanvulling van inkomsten die niet

43 Ibid.

44 Governmental Bill, Prop 1986/87:1 (Äktenskapsbal m.m.,) p. 193-194.

45 M. Jänterä-Jareborg, M. Brattström K. Wallenga, ‘Swedish Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, http://www.ceflonline.net/ Reports/pdf3/Sweden.pdf, p. 37.

46 196 BVerfG, 06.02.2001, FamRZ, 2001, 343, 346.

47 BGH, 11.02.2004, FamRZ, 2004, 601; BGH, 06.10.2004, FamRZ, 2005, 26; BGH, 12.01.2005, FamRZ, 2005, 691; BGH 25.05.2005, FamRZ, 2005, 1449.

48 In Duitsland mogen de echtgenoten de partneralimentatie zowel in huwelijkse voorwaarden als in een overeenkomst gesloten tijdens het huwelijk of in het kader van de echtscheiding in beginsel uitsluiten, omdat de algemene bepaling van § 1614 I (die contractuele uitsluiting van toekomstige alimentatie verbiedt) niet van toepassing is op partneralimentatie na de scheiding. D. Martiny, ‘German Country Report concerning the CEFL Questionnaire on Grounds for Divorce and Maintenance Between Former Spouses’, 2002,

http://www.ceflonline.net/Reports/pdf/Germany02.pdf, p. 52.

49 D. Martiny, N. Dethloff, ‘German Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, Http://www.ceflonline.net/Reports/pdf3/Germany.pdf, p. 46.

voldoende zijn om in het eigen onderhoud te voorzien. Het wettelijke huwelijks-vermogensregime van verdeling van aanwinsten heeft de laagste rang.51 Dit betekent dat echtgenoten het meest beperkt zijn in hun vrijheid om partner-alimentatie in verband met de zorg voor kinderen contractueel uit te sluiten, en het minst beperkt in hun vrijheid om de verdeling van aanwinsten uit te sluiten. Aan de hand van deze rangorde onderwerpt de rechter de huwelijkse voorwaar-den aan twee toetsen: een ‘effectiviteitstoets’ en een ‘performance check’.

Ten eerste kijkt de rechter of er sprake is van een onaanvaardbare, evident eenzijdige verdeling van lasten. Daarvoor voert hij aan de hand van § 238 (1) BGB een zogenaamde effectiviteitstoets (Wirksamkeitskontrolle) uit. Daarbij wordt gekeken of deze eenzijdige verdeling van lasten zover gaat dat deze strijdig is met de goede zeden.52

Als de huwelijkse voorwaarden de effectiviteitstoets hebben doorstaan, worden ze vervolgens aan de hand van § 242 BGB aan een zogenaamde

‘performance check’ (Ausübungskontrolle) onderworpen. In dit kader kijkt de rechter of, en zo ja in hoeverre, één echtgenoot misbruik van bevoegdheid maakt, als hij/zij zich beroept op de contractuele uitsluiting van bepaalde wettelijke bepalingen, bij wijze van verweer tegen de eis van de andere echtgenoot om die wettelijke bepalingen, ondanks de huwelijkse voorwaarden, toch toe te passen. Als de rechter tot een dergelijk misbruik concludeert, moet hij de huwelijkse voorwaarden (gedeeltelijk) opzijzetten en de uitgesloten wettelijke bepalingen op een evenwichtige wijze toepassen, gelet op de gerechtvaardigde belangen van beide echtgenoten.53 Doordat de uitsluiting van de gemeenschap van aanwinsten de laagste plaats in de rangorde van het Bundesgerichtshof inneemt, komen de huwelijkse voorwaarden inhoudende koude uitsluiting in het algemeen

ongeschonden door de rechterlijke revisie.54

Ook in Zwitserland is het wettelijke regime de gemeenschap van

aanwinsten. De echtgenoten kunnen contractueel voor koude uitsluiting kiezen (art. 182 § 2 BW). Art. 165 van het Zwitserse BW voorziet in de mogelijkheid van een compensatie ten gunste van de echtgenoot die een uitzonderlijke bijdrage heeft geleverd aan de huishouding of aan de professionele activiteiten van de andere echtgenoot. Daarbij valt te denken aan een uitzonderlijk grote bijdrage in de vorm van huishoudelijke arbeid, de zorg voor kinderen of het onbetaald werken in het bedrijf of de praktijk van de andere echtgenoot. Bij de toekenning van deze compensatie maakt de rechter een vergelijking van de financiële situaties van beide echtgenoten. Daarbij kijkt de rechter zowel naar voordelen die door de uitzonderlijke bijdrage zijn ontstaan voor de ene echtgenoot als naar de voor- en nadelen die zijn ontstaan voor de andere echtgenoot. Aldus kan bijvoorbeeld een hogere levensstandaard als een voordeel worden beschouwd, en gemiste carrièremogelijkheden als een nadeel. De compensatie wordt geba-seerd op deze vergelijking van voor- en nadelen en niet op de ‘marktwaarde’ van

51 BGH, 11.02.2004, NJW, 2004, 930, 934. Zie: D. Martiny, N. Dethloff, ‘German Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, (2008), p. 47.

52 Ibid, p. 47.

53 BGH, 11.02.2004, NJW, 2004, 930, 935. D. Martiny, N. Dethloff, ‘German Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’ (2008), p. 47.

54 BGH, 28.03.2007, FamRZ, 2007, 1310, 1311. Zie: D. Martiny, N. Dethloff, ‘German Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’ (20080, p. 47.

de uitzonderlijke bijdrage, berekend aan de hand van de salarislasten die voor soortgelijke arbeid aan een derde zou zijn betaald.55

Een andere mogelijkheid om de onbillijke gevolgen van koude uitsluiting te matigen is door Zwitserse rechtspraak gecreëerd op het gebied van alimen-tatie. Het Bundesgericht heeft een uitspraak van een kantonnaal gerecht

bevestigd waarin een vrouw een hogere alimentatie toegekend kreeg omdat de keuze voor koude uitsluiting aan deze vrouw, die voor het kind en de

huishouding had gezorgd, alle financiële vruchten van het huwelijk had ontnomen, terwijl de man een aanzienlijk vermogen had.56

In Hongarije is het wettelijke regime de beperkte gemeenschap van goederen. De echtgenoten mogen in hun huwelijkse voorwaarden voor een koude uitsluiting kiezen (§ 27 (2) Familiewet). De Hongaarse familiewetgeving bevindt zich op dit moment in een overgangsfase. Er wordt al 12 jaar aan een nieuw BW gewerkt. Op dit moment zijn de huwelijkse voorwaarden vrij beknopt geregeld in de Familiewet; in het nieuwe BW wordt daar veel meer aandacht aan gegeven.57 De mogelijkheid van een billijkheidscorrectie is momenteel

onderwerp van discussie.58 Het is niet geheel duidelijk of partijen zich in een geschil over huwelijkse voorwaarden op de redelijkheid en billijkheid kunnen beroepen.59 In één geval staat vast dat de rechter huwelijkse voorwaarden inhoudende koude uitsluiting opzij kan zetten. Dat is het geval wanneer de echtgenoten zijn overeengekomen dat één van hen de gezinswoning, die eigendom is van de andere echtgenoot, zonder enige compensatie zal verlaten, hetgeen de rechten van een minderjarig kind om die woning te gebruiken zou aantasten.60

Ook in Oekraïne is het wettelijk regime de beperkte gemeenschap van goederen (art. 60 (1) Familiewetboek). De wet staat echtgenoten toe om contrac-tueel voor koude uitsluiting te kiezen (art. 93 (1) en 97 (5) Familiewetboek). Een echtgenoot kan de rechter om wijziging van huwelijkse voorwaarden vragen als zijn/haar belangen of de belangen van de minderjarige of afhankelijke

gehandicapte meerderjarige kinderen dat vergen (art. 100 (3) BW), alsmede op basis van andere gewichtige reden (art. 102 (1) BW).

In Litouwen is het wettelijke regime eveneens de beperkte gemeenschap van goederen. Art 3.104 BW staat de echtgenoten toe om door middel van huwelijkse voorwaarden voor koude uitsluiting te kiezen. Krachtens art. 3.105 BW is de rechter bevoegd om huwelijkse voorwaarden geheel of gedeeltelijk te

55 I. Schwenzer, A.-F. Bock, ‘Swiss Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, http://www.ceflonline.net/Reports/pdf3/

Switzerland.pdf, p. 35.

56Bundesgericht, 29.10.2001, 5P.268/2001, Die Praxis des Familienrechts, 2002, p. 369 et seq., consideration 4.c).

57 E. Weiss, O. Szeibert- Erdös, ‘Hungarian Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, Http://www.ceflonline.net/Reports/pdf3/Hungary.pdf, p. 5-6.

58 Ibid, p. 23 en 25.

59 Ibid, p. 23.

vernietigen als deze de gelijkheid van de echtgenoten op ernstige wijze schenden of extreem ongunstig voor een van hen zijn.61

Het wettelijk regime in Rusland is de beperkte gemeenschap van goede-ren (art. 256 (1) BW; art. 33 (1) Familiewetboek). De echtgenoten kunnen in hun huwelijkse voorwaarden voor koude uitsluiting kiezen (art. 42 (1) Familiewet-boek). De Russische wet geeft de rechter de nogal vergaande bevoegdheid om huwelijkse voorwaarden aan te tasten. Art. 44 (2) Familiewetboek bevat een open norm die de rechter de bevoegdheid geeft om op verzoek van een van de echtgenoten de huwelijkse voorwaarden te vernietigen, als deze de echtgenoot in een extreem ongunstige positie brengen. Of een van de echtgenoten in een

extreem ongunstige positie wordt gebracht, wordt vastgesteld naar het moment van het sluiten van de huwelijkse voorwaarden. In de literatuur is wel de zorg geuit dat deze bepaling zo ruim zou worden geïnterpreteerd dat geen enkele huwelijkse voorwaarde nog stand zou houden.62 Empirische gegevens over de toepassing van deze norm in de rechtspraak sinds de inwerkingtreding van het Familiewetboek in 1995 ontbreken echter. Het Russische Oppergerechtshof heeft tot dusver geen algemene richtlijnen over de interpretatie van de bedoelde norm gegeven.63 Wel heeft het Hof in een van zijn richtlijnen aangegeven dat van een extreem ongunstige situatie sprake kan zijn, wanneer een van de echtgeno-ten ‘de rechechtgeno-ten verliest op alle vermogen verkregen door de echtgenoechtgeno-ten tijdens het huwelijk’.64

4.2.1.4c. Groep 3

Deze groep omvat de common law-landen: Australië, Nieuw-Zeeland en de staten van de VS met ‘common law property’-stelsels.

Verplichte voorlichting van partijen

Gebruikelijke voorwaarden voor de geldigheid van huwelijkse voorwaarden in de common law-landen zijn: (1) volledige disclosure van de vermogensrechtelijke situatie van partijen, en (2) een onafhankelijke voorlichting van elk van de

partijen afzonderlijk over de aard en de gevolgen van de huwelijkse voorwaar-den. Anders dan de civil law-landen kennen de common law-landen echter geen (Latijns) notariaat. Het voorschrijven van de notariële vorm voor huwelijkse voorwaarden is derhalve niet aan de orde. Evenmin is rechterlijke homologatie voorgeschreven. De noodzakelijke voorlichting geschiedt door onafhankelijke

61 V. Mikelenas, ‘Lithuanian Report concerning the CEFL Questionnaire on Property Relations Between Spouses’, 2008, http://www.ceflonline.net/Reports/pdf3/Lithuania.pdf, p. 21.

62 Maksimovich, L., Брачный договор в российском праве, (Huwelijkse voorwaarden in het Russische recht),Moscow, Os’-89, 2003, p. 131.

63 Algemene aanwijzingen worden in Rusland gegeven in de Richtlijnen van het Opperste Gerechthof. Deze richtlijnen zijn geen beslissingen in concrete zaken, meer algemene regels geformuleerd door de Plenaire vergadering van het Hof. Ze zijn geen wetten in materiële zin, maar dienen als richtlijnen voor de lagere rechtspraak.

64 Richtlijn van de Plenaire Vergadering van het Opperste Gerechtshof van de Russische Federatie No. 15 van 5 november 1998 Betreffende de toepassing door rechters van de wetgeving tijdens de

In document K OUDE UITSLUITING (pagina 143-153)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN