• No results found

Leraar: uitvoerder van door anderen bedachte taken of een zelfstandige professional?

leerplan/-ontwikkeling

10 Leraar: uitvoerder van door anderen bedachte taken of een zelfstandige professional?

• de leraar is een uitvoerder van door anderen bedachte taken55; hoe de

leraar in concrete welomschreven situaties het beste kan handelen, kan dankzij wetenschappelijk onderzoek “hifi” en “evidence based” worden vastgesteld; goed toegerust en geschoold is de leraar een scherp gesle- pen instrument van politiek, bestuur en wetenschap

vs.

• de leraar is een zelfstandige professional, die—binnen de grenzen die door politiek en bestuur worden gesteld—de professie van leraar zelfstandig uitoefent en daarbij handelt in het belang van de concrete praktische situatie, daarbij professioneel gebruik makend van weten- schappelijke resultaten en technieken

5.5

Over conversatie

Het zoeken naar maatschappelijke consensus over de curriculum rationele vertoont wel enige gelijkenis met het zoeken naar waarheid in de weten- schap, —beide zijn in ieder geval ongelijk aan het zoeken naar waarheid in levensbeschouwelijk, wereldbeschouwelijk of ideologisch verband. Het wetenschappelijke waarheidsbegrip is lang gedomineerd geweest door de zogenaamde correspondentietheorie, kort uitgedrukt als adaequatio intel- lectus et rei56: het verstand wordt beschouwd als een spiegel van de werke-

lijkheid; het komt er dan op aan de werkelijkheid zo getrouw mogelijk te weerspiegelen. Maar hoe weet je nu zeker dat die afspiegeling juist is? «Our certainty will be a matter of conversation between persons, rather than a matter of interaction with nonhuman reality (Rorty 1979 p. 157)». Bij het zoeken naar overeenstemming over de curriculum rationale is er eveneens geen waarheid buiten de conversatie. Overeenstemming bereiken betekent niet de blauwdruk ter hand nemen, ontworpen door een hogere macht, maar werken met de schetsen die we zelf hebben gemaakt (cf. Kaplan 1998 p. 310).

Overeenstemming bereiken op de rotonde van het leerplan is een kwes- tie van sociale praktijk, van conversatie tussen personen, —die elkaar op de rotonde tegenkomen en die daar eerder door wellevendheid dan door een gemeenschappelijk doel met elkaar zijn verbonden (cf. Rorty 1979 p. 318).

55 dat was indertijd de opvatting in het rapport dat bekend stond als “Lochem III” en dat toen- tertijd allerwegen werd bekritiseerd; (Rapport van de werkgroep belast met het ontwerpen van

een opleiding tot onderwijsgevende in het basisonderwijs voor 4- tot 12-jarigen, Staatsuitgeverij,

De samenleving is pluraal, bestaat uit mensen met conflicterende, concur- rerende en tegenstrijdige levens- en wereldbeschouwingen. Het gevolg daarvan is dat zij zeer verschillend denken over het onderwijs dat zij voor hun kinderen het beste achten, of—in het geval van (bijna) volwassen leer- lingen—voor zichzelf het beste vinden, of—in de positie van het bedrijfs- leven—wat men voor de economie het beste onderwijs vindt. Er zit niet veel anders op dan dat we op zoek gaan naar de ‘overlappende consensus’ (Rawls, zie verderop) over wat goed onderwijs inhoudt en welke gevolgen dat heeft voor het leerplan. Dat vergt conversatie57: formeel en informeel,

wetenschappelijk, literair of poëtisch, verbaal of beeldend|kunstzinnig, expliciet en stilzwijgend, en ook Kaffeeklatsch en roddel. Dat vraagt het schrijven, publiceren en lezen van teksten (via boeken, tijdschriften, kranten en via elektronische middelen), argumentatie, staven van feiten, voorstel- len voor en verslagen van onderzoek. Daar komt van alles bij kijken: status, gezag en macht, al dan niet aandacht en erkenning krijgen. Conversatie kan zich afspelen in de geordende context van bijvoorbeeld vakverenigingen, beroepsverenigingen, politieke partijen, verzuilde organisaties, werkgevers- verbanden, vakbonden, pedagogische verenigingen, tegenbewegingen. Er zijn sociale omgangsvormen, geïnstitutionaliseerde gelegenheden, ge- woontes, tradities, anekdotes, reputaties, roem, helden, blaam, antihelden, geschreven en ongeschreven spelregels, codes, provocaties, sociale wen- selijkheden en onwenselijkheden, er speelt politieke correctheid, sociale uitsluiting, er zijn (valse) beschuldigingen, trucs, modes en hypes. Kortom, het is een hele hijs in de conversatie te komen, er aan deel te nemen, in de conversatie te blijven, de conversatie zinnig op gang te houden. Conversa- tie is vloeibaar en voorzover er grenzen zijn, zijn die vaag en verward.

Conversatie speelt zich vaak af in min of meer ongeordende kringen. Zo zou men de lezers van nrc handelsblad, De Volkskrant en De Telegraaf kunnen zien als verschillende kringen, die elkaar overigens kunnen overlap- pen. Aan de conversatie over een onderwerp waaraan alleen De Volkskrant aandacht besteedt, of over de stukjes van een bepaalde Vk-columnist, nemen lezers van alleen nrc h en De Telegraaf niet deel. Wie nooit naar Pauw & Witteman kijkt of nooit naar Knevel (met of zonder Van den Brink), plaatst zichzelf buiten bepaalde conversaties. Er vormen zich kringen en netwerken via blogs, via Hyves, via mSn, via LinkedIn, via Twitter, via wetenschappelijke conferenties, via recepties, via party’s. Soms zijn kringen voor iedereen gemakkelijk toegankelijk, soms openen ze zich langzaam en met moeite,

57 cf. Klamer (2007 chapter 2); vele van de illustraties die Klamer geeft voor economie als conversatie («Economy is a Conversation or Better, a Bunch of Conversations») zijn hier veralgemeend

soms zijn ze gesloten voor wie niet aan bepaalde voorwaarden voldoet, soms zijn ze besloten en moet je ervoor worden gevraagd, ze kunnen zelfs geheim zijn.

5.5.1 Commissive space

Anthony Kelly (2006 p. 111f) introduceerde de notie ‘commissive space’, zijn- de «a commitment to act in accordance with certain background assump- tions». Hij stelt dat «science as it is enacted socially» betrekking heeft op zekere onderstellingen die gespecialiseerde conversatie in een peergroup mogelijk maken. Zonder conversatie zouden onderzoeksmethodologische proposities in boeken en artikelen slechts inkt op papier zijn.

Ook in het leerplandebat treft men commissive spaces aan, conversatie- kringen die bepaalde uitgangspunten—a set of commitments—met elkaar delen. Heeft men bijvoorbeeld in één of meer van de hiervoor genoemde dilemma’s een bindende keuze gemaakt, dan is op basis van zulk com- mitment constructieve samenwerking mogelijk en kan men bijvoorbeeld voorstellen ontwikkelen en ontwerpopdrachten uitzetten. Problematisch wordt het dan echter te veralgemenen, dat wil hier zeggen de voorstellen en ontwerpen toepasselijk verklaren buiten de eigen kring. Maar een school of een groep van scholen of een team van leraren, kan zich bekennen tot bepaalde uitgangspunten en zich zo succesvol profileren.

5.5.2 Conversatie als verzamelterm

Wij zullen alle interactieve uitingen over het leerplan—zoals gesprek, debat, discussie, gedachtewisseling, overleg, dialoog, deliberatie, communicatie, beraadslaging—hier alle vatten onder de term ‘conversatie’.

Wie opvattingen ten beste geeft, bijvoorbeeld over de curriculum rationa- le, hoe het onderliggend leerplan eruit zou moeten zien, of over wat de kern is van de inhoud die alle leerlingen zich—ongeacht hun achtergrond—eigen zouden moeten maken, of over welke didactische aanpak gewenst is en over het recht van ouders om te kiezen voor de didactische aanpak van hun eigen voorkeur, enzovoorts, zit midden in de conversatie. Dat besef is niet per se een onverdeeld genoegen: het eenvoudig gelijk waarvan men overtuigd is, dreigt allicht ten onder te gaan in de kakofonie van gelijk die bij conversatie kan optreden. Toch heeft deze kakofonie een rol bij het zoeken naar overlap- pende consensus, omdat in de concurrentie van meningen duidelijk moet worden waar sprake is van onwankelbare overtuigingen, waarop men in principe een democratisch recht kan doen gelden, en op welke punten over- eenstemming mogelijk is, het zij in inhoudelijke -, het zij in procedurele zin.

Aan het einde van de lijn staat de parlementaire besluitvorming, die de kwestie for the time being vastlegt. In het geval van de curriculum rationale, lijkt het essentieel dat in de formele besluitvorming—bij gewone of twee- derde meerderheid—de rechten van minderheden worden gerespecteerd. Bovendien lijkt het aangewezen om in het parlementaire eindoordeel zich rekenschap te geven van de hele conversatie en niet alleen acht te slaan op het gerationaliseerde extract daarvan.

Conversatie is beweeglijk, men zou kunnen zeggen dialectisch: • formele besluitvorming bevriest de conversatie op een bepaald punt • dan wordt er overeenkomstig de genomen besluitvorming gewerkt • vervolgens duiken niet voorziene problemen op, veranderen de maat-

schappelijke en wetenschappelijke inzichten; zo ontdooit de conversa- tie

• de conversatie op dit punt komt weer in alle hevigheid op gang, …en • wordt op een nieuw punt bevroren, enzovoort enzoverder.

5.5.3 Parrèsia in de polder