• No results found

K ARAKTERISTIEKEN VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

H OOFDSTUK 2 D E TOEPASSING VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

3. K ARAKTERISTIEKEN VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

A.

Inleiding

Steeds meer slachtoffers doen een beroep op het aansprakelijkheidsrecht. Het wordt ze echter in het aansprakelijkheidsrecht in beginsel niet makkelijk gemaakt: in het aansprakelijkheidsrecht gaat het niet alleen om vergoeding. Niet ieder slachtoffer zal vergoeding vinden in het aansprakelijkheidsrecht. Slachtoffers zullen een grond voor verplaatsing moeten aangeven. Men heeft niet zonder meer recht op vergoeding. Uiteindelijk zal men zelfs vrij hoge drempels moeten slechten, voordat men met recht vergoeding krijgt toegewezen24.

B.

De hoge drempels van het aansprakelijkheidsrecht

Wat houden deze drempels in? Wanneer heeft de gelaedeerde recht op vergoeding van zijn schade? In het huidige recht dient zich een drietal typen van aansprakelijkheid aan25. Buiten het geval van (1) toerekenbaar onrechtmatig handelen kan aansprakelijkheid worden gegrond op (2) een aansprakelijkheid voor andermans onrechtmatig gedrag of (3) een aansprakelijkheid voor zaken. In dit kader is sprake van een ontwikkeling van 'schuld' naar 'risico' die niet alleen heeft geleid tot invoering en uitbreiding van de laatste twee vormen van aansprakelijkheid, maar die ook heeft geleid tot een uitbreiding van de aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig gedrag26. Zie ook nog hierna.

C.

Drie typen van aansprakelijkheid; gemene deler

Het slachtoffer kan derhalve een drietal verschillende typen van aansprakelijkheid in stelling brengen die echter gemeen hebben dat, of het nu om schuld- of risicoaansprakelijkheid gaat, steeds enig tekortschieten van personen of zaken in het geding is27. Dit tekortkomingaspect is evident bij de aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig gedrag, doch ook heel duidelijk bij de aansprakelijkheid voor andermans onrechtmatig gedrag. Aansprakelijkheid van de een, veronderstelt daarbij aansprakelijkheid op basis van onrechtmatige daad van de ander, de handelende persoon. Ook bij de aansprakelijkheden voor zaken kan het beeld van de tekortkoming goed worden gebruikt. Zo is voor verschillende aansprakelijkheden gebrekkigheid van de zaak vereist (art. 6:173, 174, 185 BW) en zo is bij diverse aansprakelijkheden in het kader van de verweermogelijkheden een koppeling gemaakt met de persoonlijke aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (tenzij-formule, (art. 6:173, 174, 179 BW); art. 6:178 BW).

24. Wij laten hier de feitelijke/sociale drempels als kosten en moeite en toegankelijkheid van de rechtshulp buiten beschouwing en beperken ons tot de meer inhoudelijke juridische drempels.

25. Zie Nieuwenhuis, in (Nieuw) BW en personenschade, LSA-1992, 1 e.v.

26. Zie uitgebreid Van Maanen, G., Spier, J. en Sterk, C.H.W.M. in Raaijmakers e.a. (red.), Aansprakelijkheden, 1990, 65 e.v. 27. Zie Hartlief, T., Ieder draagt zijn eigen schade, Deventer, Kluwer, 1997, nrs. 22 e.v.

Uiteraard bestaan er evidente verschillen tussen de genoemde typen aansprakelijkheid. In de regel is het ook beter op de verschillen te wijzen. In dit kader echter zouden wij het gemeenschappelijke willen benadrukken: bij toepassing van ieder type van aansprakelijkheid, of het nu 'schuld'- of 'risicoaansprakelijkheid betreft, valt in verreweg de meeste gevallen uiteindelijk enig tekortschieten als aanknopingspunt voor aansprakelijkheid aan te wijzen. Anders gezegd, in ons recht bestaat eigenlijk nauwelijks aansprakelijkheid zonder dat van enig tekortschieten sprake is. Hiermee is niet gezegd dat tekortschieten steeds voorwaarde voor aansprakelijkheid is. Ook in die gevallen waarin dat inderdaad niet nodig is, gaat het in de regel echter wel om situaties die in de sleutel van enig tekortschieten van personen of zaken kunnen worden gezet.

Deze 'tekortkoming' is niet het enige vereiste voor aansprakelijkheid. Van belang is verder de causale relatie met de schade. De schade moet op de tekortkoming zijn terug te voeren. Min of meer complementair is de regel dat schade die de gelaedeerde zelf veroorzaakt, althans schade die aan de gelaedeerde zelf kan worden toegerekend, als 'eigen schuld' voor zijn rekening dient te blijven (art. 6:101 BW).

D.

Hoge beloning

Met de eigen schuld is ook meteen een belangrijke uitzondering genoemd op het uitgangspunt van volledige vergoeding dat zo kenmerkend is voor het aansprakelijkheidsrecht. Wie in de prijzen van het aansprakelijkheidsrecht valt, krijgt in beginsel zijn volledige vermogensschade vergoed en onder voorwaarden ook nog vergoeding van immateriële schade.

De gelaedeerde heeft recht op een hoge beloning, wanneer hij de relatief hoge drempels heeft geslecht: hij krijgt volledige vergoeding van zijn schade wanneer er (1) een causale relatie is te leggen met (2) een aanknopingspunt in het aansprakelijkheidsrecht: 'een tekortkoming'. Is de schade echter mede een gevolg van (3) 'eigen schuld' dan blijft de schade in beginsel in zoverre voor rekening van het slachtoffer28. Dat is uiteraard anders indien en voor zover hij een ander vergoedingsmechanisme in stelling kan brengen. In veel gevallen kan dat ook.

Buiten het aansprakelijkheidsrecht zijn er twee andere belangrijke vergoedingssystemen: dat van de private verzekeringen voor eigen schade en dat van de sociale zekerheid, waaronder voor deze gelegenheid ook de sociale verzekeringen en de loondoorbetalingverplichting van de werkgever worden begrepen(29). Deze twee stelsels verschillen op belangrijke punten van het aansprakelijkheidsrecht.

In een stelsel van private schadeverzekering (first party-verzekering) verkrijgt men tegen betaling van premie een recht op uitkering voor het geval zich een bepaalde (onzekere) gebeurtenis voordoet. Dit stelsel verschilt van dat van het aansprakelijkheidsrecht. Zo is niet steeds sprake van volledige vergoeding: men heeft soms bijvoorbeeld slechts recht op betaling van een vooraf overeengekomen bedrag. Verder staat de verzekering in beginsel neutraal tegenover de oorzaak van het intreden van de gebeurtenis en doet 'eigen schuld' van de uitkeringsgerechtigde in beginsel niet ter zake.

Het stelsel van sociale zekerheid ligt als vergoedingssysteem veel dichter bij dat van de private schadeverzekering dan dat van het aansprakelijkheidsrecht. In de kern is sociale zekerheid een publieke first party-verzekering. Evenals bij private verzekering is sprake van een laagdrempelig systeem: men

28. Hierbij zij overigens direct toegegeven dat het technisch gezien gaat om een verweermiddel voor de aansprakelijke persoon: hij zal moeten aangeven dat er van eigen schuld sprake is. Vgl. de kritiek van Dommering-van Rongen, "Boekbespreking", NTBR 1998, 153 op het beeld van de drempel.

heeft recht op een uitkering, in beginsel ongeacht de oorzaak van de ziekte of de arbeidsongeschiktheid. Ook 'eigen schuld' van de uitkeringsgerechtigde heeft in beginsel geen gevolgen voor het recht op uitkering. Een zeer belangrijk verschil heeft betrekking op de vergoedingsomvang. Waar in het aansprakelijkheidsrecht volledige vergoeding vooropstaat, gaat het in de sociale zekerheid eigenlijk per definitie om een in tijd en omvang beperkte vergoeding.