• No results found

Jammer dat ie dood is, hè?

In document God houdt niet van vrijzinnigheid (pagina 140-143)

Algemeen Dagblad, 04-12-2002

Ik was laatst voor een conferentie in kasteel Oud-Poelgeest in Oegstgeest. Tijdens de pauze maakte ik een wandelingetje door het park toen een man op zijn brommer voorbijkwam met aan het stuur een paar plastic zakken met oude kranten. Kennelijk haalde hij die op om wat bij te ver-dienen. Hij stopte, knikte mij vriendelijk toe, keek me indringend aan, en zei: ‘Ja, ik ken u wel, van de tv, he?’ Ik knikte. Hij zette zijn brommer af en maakte zich gereed voor een praatje. ‘Jammer dat ie dood dood is,

hè?’ zei de man. Natuurlijk wist ik onmiddellijk wie hij bedoelde. Een paar dagen later gaf ik een lezing voor het studium generale in Leiden over mijn boek Moderne Papoea’s. Dilemma’s van een

multicul-turele samenleving. Na afloop van mijn lezing vroeg een vrouwelijke

be-zoeker of ik mijn boek wilde signeren. Dat wilde ik wel. Enigszins on-wennig schreef ik: ‘Voor Dolly, 11 november 2002’. Toen ik het boek teruggaf, keek zij mij aan en vroeg: ‘Wat vond u van Pim Fortuyn?’ Al-tijd een delicaat onderwerp natuurlijk, maar ik zei: ‘Ik vond dat hij een paar interessante opvattingen had.’ Dat was duidelijk het gewenste ant-woord. Ook deze mevrouw vond het ‘jammer dat ie dood is’. Maar zij vertelde mij nog iets nieuws. Na afloop van een lezing van Pim Fortuyn had zij gevraagd wat hij van Paul Cliteur vond. Pim had gezegd: ‘Nou nee, dát is zo’n conservatieve man.’

De reden waarom ik deze anekdotes vertel, is dat het ons duidelijk maakt hoe slecht de reputatie van conservatisme is in dit land. Zelfs voor Pim Fortuyn, wiens wereldbeeld toch onmiskenbaar conservatieve trek-ken heeft, was de term ‘conservatisme’ trek-kennelijk taboe. Nederland is in dit opzicht uitzonderlijk. In Engeland heeft men een ‘Conservative Par-ty’. De uitspraak ‘Thatcher, nou nee, dat is zo’n conservatieve vrouw’ zou bij een Britse gesprekspartner niet de indruk oproepen dat een ar-gument tegen Thatcher geformuleerd was. Ook in de Verenigde Staten bestaat een beweging van ‘Neoconservatives’, zeer invloedrijk zelfs. Achter het presidentschap van Ronald Reagan zaten een paar aanzien-lijk conservatieve denkers, en hetzelfde is het geval met George Bush. Alleen in Nederland kun je beter van diefstal worden beschuldigd dan van conservatisme, zoals een katholiek politicus een halve eeuw gele-den eens heeft opgemerkt.

We leven in een tijd van globalisering. Dat betekent: specifiek Neder-landse folklore moet plaatsmaken voor een internationale oriëntatie. Dan ligt het in de verwachting dat er ook in Nederland vroeg of laat zo’n conservatieve beweging zal ontstaan. Een begin van de omslag is dat een deel van de lpf verder wil onder de naam Conservatieven.nl, maar ook dat in Den Haag een conservatieve denktank actief is onder de naam Edmund Burke Stichting. Edmund Burke is de schrijver van

Reflections on the Revolution in France (1790), de bijbel van het

conser-vatisme.

Vooral die stichting lijkt mij belangrijk. Ik verwacht dat ook in Neder-land het conservatisme een factor van betekenis zal worden. Daar is ook alle reden toe. Men kan eigenlijk wel zeggen dat de Europese cultuur

op dit moment meer te winnen heeft bij een terugkeer naar haar zuive-re grondslagen dan bij een verdezuive-re ontwikkeling in de richting waarin het sinds de jaren zestig gegaan is. Heel in het algemeen kan men zeg-gen dat het huis van de democratische rechtsstaat in verval verkeert. De belangrijkste vraag is of we een volkomen decadentie nog kunnen ke-ren. De West-Europese cultuur heeft veel gemeen met de nadagen van het Romeinse Rijk.

1 In het parlement zetelt een autistische elite die weinig contact heeft met de samenleving die zij zegt te vertegenwoordigen. Im-mers, als blijkens onderzoek 40 procent van de bevolking aangeeft te willen nadenken over de doodstraf, schreeuwt de politieke elite moord en brand dat daarvan geen sprake mag zijn. Duidelijk een verval van de democratische gedachte.

2 De vierde macht, het ambtenarenapparaat, heeft zo veel invloed op het beleidsproces dat ‘onze vertegenwoordigers’, de ministers, worden gezien als een ‘incident in het leven van een ambtenaar’. Opnieuw een groot democratisch gat.

3 Als aan de Europese Unie zelf de eisen zouden worden gesteld die worden gehanteerd voor lidmaatschap van lidstaten, zou deze zak-ken met een vette onvoldoende.

4 De doorwerking van het verdragsrecht in de nationale rechtsorde maakt democratische besluitvorming in nationaal verband bijna onmogelijk. Rechters hebben de beleidsvorming bijna helemaal overgenomen van democratisch gekozen volksvertegenwoordigers. De vraag is niet: hoe moeten we verder, maar: kunnen we nog te-rug? Daarmee wil ik niet zeggen dat vroeger alles beter was, maar wel dat onze centrale instellingen als democratie en rechtsstaat zich in een geperverteerde richting hebben ontwikkeld. En dan geldt: terug naar de bronnen. Volgens mij is dát conservatisme. Ik geloof niet dat een karakter als dat van Fortuyn het lang zou heb-ben uitgehouden in de Nederlandse politiek, maar een cultuur-omslag heeft hij wel bereikt. Daarom hebben Dolly en die man op de brommer gelijk: het is jammer dat ie dood is. En dat van dat conservatisme zou ik hem wel eens hebben uitgelegd. Als hij nu meeleest, dan snapt hij het ook.

In document God houdt niet van vrijzinnigheid (pagina 140-143)