• No results found

Eerlijk zeggen waar je staat

In document God houdt niet van vrijzinnigheid (pagina 77-80)

Trouw, 08-07-1997

Het Sociaal en Cultureel Planbureau krijgt billenkoek. Al twee keer eer-der heeft het scp grote commotie veroorzaakt met oneer-derzoeken naar de secularisatie in Nederland. Met name het eerste onderzoek, uit 1994, veroorzaakte een lawine van commentaren. Ongeveer 50 procent van de ondervraagden stelde niet in God te geloven. Maar het lijkt erop dat de randgelovigen nu een tegenoffensief hebben ingesteld. In Trouw van 25 juni komt een keur aan auralezers, hypnotherapeuten en kabbalisten aan het woord, evenals enkele christenen die het niet zo zeker meer we-ten.

De kritiek op het scp is van tweeërlei aard. Allereerst is er de kritiek van de Leidse politicoloog en jurist Gerard Visscher op de non-respons.

Visscher is de schrik van de Nederlandse politicologie. Heeft men net zijn kiezersonderzoek keurig in kaart gebracht, dan komt Visscher langs, die vertelt dat er allemaal niets van deugt. Is de visie van de niet-respondenten wel verwerkt? Nee, want die hebben niet gerespondeerd. Onderzoek waardeloos.

De andere kritiek stamt van wat ik maar de randgelovigen noem. Zij ‘kunnen niets’ (Kuitert) met het soort vragen dat het scp stelt. En inder-daad, dat zijn vragen die verwijzen naar tamelijk duidelijk omlijnde geloofsposities, zoals die overigens wel duizenden jaren zijn hooggehou-den. God, hemel, hel, vagevuur, bidden – allemaal betrekkelijk duidelij-ke zaduidelij-ken. Maar duidelij-kennelijk niet voor Kuitert. Hij zegt: ‘Voor wie geen fun-damentalist is, maar de bijbel van grote waarde voor kerk, cultuur en eigen leven acht, is er geen ruimte.’ Een zin die te denken geeft. Moeten we hieruit begrijpen dat wie wel onbevangen ‘iets kan’ met begrippen als god, hemel, hel, vagevuur en bidden een ‘fundamentalist’ is? Ik vrees het wel. Mevrouw Matze van de Meeberg ‘kan op verschillende vragen dui-delijk antwoord geven’, schrijft zij in een ingezonden brief in Trouw (2 juli 1997). Gelooft zij in het leven na de dood? Ja. De hemel? Ja. De hel? De duivel? Ja. Hebben Adam en Eva bestaan? Ja. Is de bijbel het woord van God? Ja. Heeft het zin om te bidden? Ja. Zij schrijft zelfs dit allemaal ‘zeker te weten’.

Helemaal fout volgens het perspectief van onze randgelovigen! Zij is een fundamentalist. Zij acht die bijbel niet alleen van ‘grote waarde’, maar zij gelooft er ook in. Hoewel ik zelf op bovengenoemde vragen al-lemaal ‘nee’ antwoord, sta ik aan de kant van mevrouw Matze van de Meeberg tegenover die gelovige en halfgelovige critici van het scp. Al die protesten tegen de vragen van het scp die christenen duizenden ja-ren gewoon hebben begrepen, die mevrouw Matze van de Meeberg be-grijpt en die ik ook begrijp, komen niet zo authentiek over.

Het is prima dat de Haagse geestelijke J.F. Goud de agnostische posi-tie onderschrijft, omdat hij van God ‘geen toetsbaar weten’ mogelijk acht. Maar hij moet dan ook accepteren dat het scp hem bij de seculie-ren turft. Het mooiste vond ik nog Wolf van den Hoek, die op een vraag over bidden antwoordt: ‘Wat is bidden? Ook een atheïst kan een schiet-gebedje doen, omdat het ontspant.’

Ten slotte Kuitert. Wie de bijbel van grote waarde voor kerk, cultuur en eigen leven acht, is geen gelovige en al helemaal geen christen, maar iemand die niet heeft zitten slapen tijdens de geschiedenisles. Voor de mensen die de bijbel deze waarde toekennen, is dan ook ‘alle ruimte’,

maar hun aantal is volkomen irrelevant voor een enquête over seculari-satie. Zo’n vraag is interessant in een onderzoek naar de hoeveelheid on-geletterden die in Nederland rondloopt. Kuitert zal dit allemaal wel ‘fundamentalistisch’ noemen. Ik noem het gewoon je verstand gebrui-ken en eerlijk zeggen waar je staat.

Het doen van uitspraken over de aard van het christelijk geloof door ie-mand die zelf geen christen is, roept altijd veel reacties op in de trant van: ‘En wie ben jij dan wel dat je meent te kunnen vertellen wat ik zou moe-ten geloven?’ Vaak wordt dan ook de ‘hooggeleerdheid’ van de criticus aangevoerd om zijn betweterigheid te beklemtonen. Zo schrijft H. Zanting uit Leiden: ‘De hooggeleerde heer Paul Cliteur kent namelijk de kenmer-ken waaraan je een echte gelovige christen kunt herkenmer-kennen: Die horen “ja” te zeggen op het soort vragen dat het Sociaal en Cultureel Planbu-reau stelde.’ De heer Zanting was daar niet toe in staat en ook niet toe be-reid. Ook wordt mij verweten dat ik mij niet heb verdiept in zo’n complex fenomeen als geloof. Wat ik erover zeg is ‘arrogant’ en zelfs ‘beledigend’. Het is ook ‘typisch de taal van fundamentalisten’ (Trouw, 17 juli 1997).

Dit verwijt zal nog heel veel gemaakt worden. Als je meent dat een ge-loofspositie door middel van bepaalde kenmerken valt af te bakenen van een andere geloofspositie ben je een fundamentalist. Als alternatief wordt vaak voorgesteld ‘Je bent wat je zelf vindt dat je bent’. Dus als je jezelf christen wilt noemen, welaan, dan ben je christen. Als je jezelf als moslim wilt beschouwen, welaan, dan ben je moslim. Ik vind dat grote onzin. Stel dat iemand zegt: ‘Ik geloof niet in het bestaan van God en een Zoon heeft hij ook niet. De figuur die bekend staat als ‘Jezus Christus’ heeft nooit be-staan. Ik verafschuw bovendien de christelijke zedelijke voorschriften. Maar ik ben wel een christen, want ik beschouw mijzelf als zodanig.’ Dat is naar mijn idee manifeste onzin. Er zijn bepaalde criteria om uit te ma-ken of iemand een Amerikaan is of een socialist of een beoefenaar van de golfsport. En zo zijn er ook criteria om uit te maken of iemand een chris-ten is of een moslim. Natuurlijk, je kunt van mening verschillen over de aard van die criteria, maar ze moeten wel bestaan. Als die criteria niet be-staan en alles wordt overgelaten aan de persoonlijke beleving van mensen is elke vorm van communicatie over geloofsposities onzin geworden. Als ik met deze positie een ‘fundamentalist’ ben geworden dan ben ik graag een fundamentalist. Volgens mij is dan trouwens elke wetenschapper een fun-damentalist.

In document God houdt niet van vrijzinnigheid (pagina 77-80)