• No results found

… naar de informatisering van de supportopdrachten

In document 75 jaar RVA (pagina 188-191)

In 1972 werd een IBM 360 aangekocht voor de au-tomatisering van de betaalverrichtingen en de re-alisatie van statistische tellingen. Die grote ma-chine beschikte over 64 KB RAM-geheugen en de besturing werd georganiseerd tussen twee delen:

het “batch”-gedeelte;

het “teleprocessing”-gedeelte dat wordt gebruikt voor de verbindingen met de subregionale te-werkstellingsdiensten om de lokaal ingevoerde gegevens betreffende de werkaanbiedingen en –aanvragen te centraliseren met statistische doeleinden.

Elke STD beschikte over een terminal en het ging om telefonische verbindingen tussen elke STD en het HB.

In het begin van de jaren ’80 werd die configuratie vervangen door een IBM 370 waarmee enkele tien-tallen terminals, naast die van de STD’s, met het HB verbonden waren. Die werd op zijn beurt in 1990 vervangen door een IBM 4381, en tot slot, in 1999, door een IBM S90 Multiprise.

Sinds de reorganisatie van de Rijksdienst in 1989 waren er geen terminals meer op afstand. Vanaf midden de jaren ’90 maakten de terminals van het HB geleidelijk aan plaats voor pc’s.

In 2010 worden de meeste toepassingen ofwel niet meer gebruikt, ofwel zijn ze gemigreerd. De main-frameconfiguratie IBM zal worden vervangen door een verzameling Windows- en Linuxservers.

Informatisering van de werkloosheids-verzekering

Vanaf 1987 vond het grote gecentraliseerde infor-matiseringsproject van de werkloosheidsdiensten plaats: installatie van mainframes Unisys in het HB, plaatsing van terminals in de WB’s, verbindin-gen via magneetbanden en later via telecommuni-catie tussen het HB en de vier UI’s.

Er waren twee mainframes: een A10 (verbonden met de WB’s in Wallonië) en een A12 (verbonden met de WB’s in Vlaanderen en dat van Brussel).

Het ging in feite om toestellen van Burroughs maar tijdens de overheidsopdracht voor de aan-koop fusioneerden Burroughs en Sperry tot Unisys.

Op basis van de eerste schattingen werd een schijf van 15 GB geïnstalleerd, waarvan gedacht werd dat ze voor lange tijd zou volstaan om de databank

“werkloosheid” op te slaan.

28 gehuurde lijnen verbonden de WB’s met het HB via een stervormig netwerk (lijnen aan 9 600 bps of 14 400 bps, afhankelijk van de situatie). Om de kosten te drukken werden de twee kleinste WB’s enkel indirect met het HB verbonden, namelijk via naburige WB’s.

De terminals werden geleidelijk aan geïnstalleerd, WB per WB. Toen in 1990 de plaatsing in alle WB’s rond was, stonden er alles bij elkaar 1 000 stuks in de WB’s.

In 1988 werd een klein A4-mainframe toegevoegd om de ontwikkeling te vergemakkelijken. Dat werd in 1990 vervangen door een A6 omdat het ontoe-reikend was geworden.

In 1991 verving een mainframe A16 met twee par-tities de A10 en de A12. Die laatste kreeg een an-dere bestemming, namelijk de verwezenlijking van het project Statistieken.

In 1993 verving een robot met cartridges de syste-men met magneetbanden om reservekopieën te maken (meer dan 300 banden voor een volledige kopie, net vóór die verrichting). Die robot werd vervolgens gemoderniseerd (DLT). Daarna werd hij

188

Evolutie Evolutie

189 188

Evolutie Evolutie

189

IBM 360, een eerste stap in de informatisering ...

190

Evolutie Evolutie

191 190

Evolutie Evolutie

191

vervangen door een jukebox met optische schijven en kreeg hij een nieuwe functie: het archiveren van de oude dossiers van de databank.

Daarna kreeg de A16 meer vermogen en werd hij vervangen door een Clearpath 6800. Ook die Clearpath 6800 kreeg meer vermogen in 2002 en in 2006 kwam een Libra 585 in zijn plaats. De A12 werd vervangen door een Clearpath 5800 maar werd nog wel ingezet voor de tests van de over-gang naar het jaar 2000.

De A6 werd vervangen door een A11, vervolgens door de “gedowngrade” A16, daarna door een CS7201 en tot slot, in 2006, door een Libra 300.

Het schijvenpark werd gemoderniseerd op maat van de evoluties van de markt en werd geleidelijk aan uitgebreid tot zijn huidige capaciteit van 2,5 TB.

In 1995 en 1996 werd het netwerk van gehuurde lijnen tussen het HB en de WB’s vervangen door een netwerk van verbindingen aan 1 Gbps met ap-paratuur voor gegevenscompressie. Dat werd ver-sterkt met een hulpnetwerk van ISDN-verbindin-gen. Vanaf toen werd het netwerk ook gebruikt voor de verbindingen HB-WB van de nieuwe syste-men van het aanvullende informatiseringsproject van de WB’s.

In 1996 werd een eerste verbinding gelegd tussen de mainframeconfiguratie van de Rijksdienst en het netwerk van de KSZ. Vervolgens werd die ver-binding vervangen door een verver-binding via het extranet van de sociale zekerheid.

De terminals, die toen al verouderd waren, werden in 1996 vervangen door andere terminals.

Het aantal terminals bleef stijgen tot in 2001, tot meer dan 1 400 in de WB’s en 200 in het HB.

Uiteindelijk werden ze vervangen door pc’s.

Diversificatie

Eveneens vanaf 1987:

in de WB’s werden departementale mini-pc’s van het type Wang geïnstalleerd, voor de ondersteu-ning van tekstverwerking en de opvolging van de terugvorderingen van niet-verschuldigde be-dragen; meer dan 220 Wang-werkposten wer-den in de WB’s geïnstalleerd;

in het HB werden verschillende systemen in gebruik genomen (Wang, Kienzle, Olivetti, McIntosh, …) in verschillende directies, voor tekst-verwerking en voor verschillende boekhoudkun-dige activiteiten; er kwamen tientallen pc’s bij, die autonoom werkten of die met elkaar verbon-den waren via departementale netwerken die losstonden van elkaar (pas vanaf midden de ja-ren ’90 werd het aantal werkposten van het HB geleidelijk aan “gerationaliseerd”, en pas rond 2000 konden de lokale netwerken in het HB worden geuniformiseerd).

190

Evolutie Evolutie

191 190

Evolutie Evolutie

191

In document 75 jaar RVA (pagina 188-191)