• No results found

Evolutie van de uitgaven

In document 75 jaar RVA (pagina 114-118)

In volgend overzicht wordt de evolutie van de uit­

gaven van de RVA weergegeven sinds 1980:

12 10 8 6 4 2

0 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010

(raming)

Werkloosheid 1 Brugpensioenen Loopbaanonderbreking en tijdskrediet

Dienstencheques Tewerkgestelde werklozen Tewerkstellingsprogramma’s 2 Betaald educatief verlof

Diversen 3 Beheerskosten UI

Beheerskosten RVA (en PWA)

Volledige werkloosheid, tijdelijke werkloosheid, activeringsuitkeringen en andere uitkeringen Derde arbeidscircuit, bijzonder tijdelijk kader, gesubsidieerde contractuelen, …

Wisselkoerstoeslag, premies aan grensarbeiders, outplacement, …

1�

2�

3�

2010

Rubrieken 1980 1985 1990 1995 2000 2005 (raming)

Werkloosheid 1 1 725 819 3 067 566 3 120 794 4 273 422 4 507 320 6 376 731 7 539 755 Brugpensioenen 459 483 1 023 542 1 202 227 1 294 636 1 162 762 1 254 915 1 585 255 Loopbaanonderbreking

en tijdskrediet 0 1 284 125 833 132 028 235 705 552 341 785 531

Dienstencheques 0 0 0 0 1 762 239 142 1 171 416

Tewerkgestelde

werklozen 292 943 321 776 11 745 94 0 0 0

Tewerkstellings­

programma’s 2 318 174 639 312 41 012 7 221 2 655 17 260 45 775

Betaald educatief verlof 0 0 0 0 0 60 000 90 846

Diversen 3 30 165 31 704 23 971 33 198 24 849 87 369 241 503

Beheerskosten UI 51 727 83 106 92 439 124 001 135 018 162 300 209 554 Beheerskosten RVA (en PWA) 76 513 118 163 107 596 142 482 169 639 225 511 265 775

waarvan PWA 0 0 0 8 832 23 868 33 689 32 350

Totale uitgaven 2 954 824 5 286 453 4 725 617 6 007 082 6 239 710 8 975 569 11 935 410

Evolutie 100 % 179 % 160 % 203 % 211 % 304 % 404 %

Totale uitgaven

(in prijzen 1980) 2 954 824 3 902 478 3 207 085 3 626 220 3 525 825 4 586 077 5 550 949

Evolutie 100 % 132 % 109 % 123 % 119 % 155 % 188 %

(in duizend EUR) Evolutie van de uitgaven (in miljard EUR)

114

Evolutie Evolutie

115 114

Evolutie Evolutie

115

Hieruit blijkt dat de uitgaven van de RVA over een periode van dertig jaar verviervoudigd zijn. In prijzen van 1980 uitgedrukt zijn de uitgaven van de RVA bijna verdubbeld.

Het aandeel van de RVA­uitgaven in het bruto bin­

nenlands product kende volgende evolutie:

De belangrijkste rubriek betreft natuurlijk de werk­

loosheidsuitkeringen, die momenteel 63 % van de uitgaven van de RVA vertegenwoordigen (tegeno­

ver 58 % in 1980). Deze begrotingsrubriek bestond in de jaren ’80 enkel uit volledige werkloosheid en gedeeltelijke (of tijdelijke) werkloosheid. Vanaf 1998 werden de activeringsuitkeringen (doorstromings­

programma’s, dienstenplan, ACTIVA, …) hieraan toegevoegd als nieuwe groep.

In 2001 ontstond een nieuwe groep van andere uitkeringen, zoals bv. de jeugdvakantie, de senior­

vakantie en de onthaalouders.

Werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, werklozen in beroepsopleiding, werklozen die studies volgen en werklozen met andere vrijstellingen, vrijwillig deeltijdsen, …

Vrijgestelden omwille van PWA­activiteiten, doorstromings­

programma’s, opleidingsmaatregelen, Sine, ACTIVA, … Onthaalouders, seniorvakantiegeld, jeugdvakantiegeld, … 1�

2�

3�

5 4 3 2 1 0

1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010

(raming)

3,3 4,3

2,8 2,9

2,5 3,0 3,4 Aandeel RVA in BBP (in %)

100 80 60 40 20 0

1985 1990 1995 2000 2005 2010

(raming)

Volledige werkloosheid 1 Tijdelijke werkloosheid Activeringsuitkeringen 2 Andere uitkeringen3 Samenstelling van de werkloosheidsuitkeringen (in %)

116

De brugpensioenen ontstonden in 1975 met de in­

voering van het stelsel van conventioneel brug­

pensioen voor de afgedankte werknemers van ten minste 60 jaar. In 1976 werd het wettelijk brug­

pensioen ingevoerd, dat werd toegekend op ver­

zoek van de oudere werknemers. Dit stelsel werd na 1982 niet meer verlengd. Het halftijds brug­

pensioen wordt toegekend sinds 1993 en is geen groot succes geworden. De totale uitgaven voor brugpensioen zijn sinds 1980 meer dan verdrie­

voudigd.

Via de herstelwet van 1985 werd het stelsel van loopbaanonderbreking ingevoerd. In 1995 werd dit uitgebreid met specifieke loopbaanonderbrekingen voor o.a. palliatieve zorgen en ouderschapsverlof.

Vanaf 2002 werd dit stelsel voor de privésector ver­

vangen door het stelsel van tijdskrediet. Momenteel bedraagt het aandeel van loopbaanonderbreking en tijdskrediet 6,6 % van de totale uitgaven van de RVA.

Het stelsel van dienstencheques ging effectief van start in de tweede helft van 2003, met per dien­

stencheque een financiële tegemoetkoming van het gewest en van de RVA. Vanaf 2004 wordt de financiële tegemoetkoming integraal ten laste ge­

nomen door de RVA. In 2006 werd het stelsel van de dienstencheques uitgebreid met moederschaps­

hulp voor vrouwelijke zelfstandigen. De uitgaven voor dienstencheques zijn exponentieel toegeno­

men tot momenteel 9,8 % van de totale uitgaven van de RVA.

Een andere maatregel die zich tot alle uitkerings­

gerechtigde werklozen richtte, was de tewerkstel­

ling van werklozen door de openbare besturen, door de onderwijsinstellingen of sommige andere instellingen en vzw’s. In de jaren 1985­1986 bevon­

den de uitgaven voor tewerkgestelde werklozen zich op hun hoogtepunt. Nadien werd deze maat­

regel afgebouwd en door de wet van 20 februari 1990 op het enig statuut vervangen door een stel­

sel van gesubsidieerde contractuelen.

De toename van de werkloosheid in de jaren ze­

ventig heeft de Staat ertoe verplicht op een dwin­

gende wijze tussen te komen op de arbeidsmarkt door de oprichting van tijdelijke arbeidsplaatsen via een programma tot opslorping van de werkloos­

heid. Zo bood de stage van jongeren een mogelijk­

heid inzake tewerkstelling voor deze jongeren.

Vanaf 1978 werd het Bijzonder tijdelijk kader op­

gericht voor het beantwoorden van collectieve be­

hoeften waaraan nog niet voldaan werd. Ten slotte had het programma tot bevordering van de werk­

gelegenheid in de niet­commerciële sector (het Derde arbeidscircuit) vanaf 1982 tot doel de lang­

durige werkloosheid, van tenminste 2 jaar, op te vangen. Bij de splitsing van de RVA in 1989 werden deze programma’s tot opslorping van de werkloos­

heid overgenomen door de gewestinstellingen.

Het betaald educatief verlof bestaat al sinds 1985 bij de FOD WASO. Vanaf 2001 werd de RVA belast met de terugbetalingen van de door de werkgevers ingediende schuldvorderingen inzake betaald edu­

catief verlof.

De rubriek diverse uitgaven is vooral in de jaren 2000 sterk toegenomen ingevolge de toekenning van nieuwe specifieke opdrachten aan de RVA:

Jaar Specifieke opdrachten

2001 Financiering sector jaarlijkse vakantie 2003 Tussenkomst projecten

startbaanovereenkomsten 2004 Tussenkomst werking DISPO

van de gewesten

2004 Tussenkomst outplacement 2005 Tussenkomst sociale economie 2007 Tussenkomst start­ en stagebonus 2007 Tussenkomst opleidingsfonds

dienstencheques

2009 Tussenkomst verlet pleegzorg

116

Evolutie Evolutie

117 116

Evolutie Evolutie

117

Behalve voormelde uitgaven inzake de werkloos­

heidsverzekering werden de statutaire taken van de RVA aangevuld met enkele specifieke vergoedingen.

Het belang van deze activiteiten neemt jaar na jaar af. Nieuwe rechthebbenden worden niet meer toe­

gelaten tot deze vergoedingscategorieën zodat de globale uitgaven dit jaar slechts 12 % bedragen van hetgeen 30 jaar geleden werd uitgegeven.

(in duizend EUR) 2010

Rubrieken 1980 1985 1990 1995 2000 2005 (raming)

Wisselkoerstoeslag 15 954 18 384 10 696 5 481 2 553 1 551 889

Bejaarde grensarbeiders 0 745 829 478 243 196 85

Compensatievergoeding

grensarbeiders Nederland 0 0 0 0 4 586 0 0

Compensatievergoeding

grensarbeiders Frankrijk 0 0 0 0 942 770 890

Totale uitgaven 15 954 19 129 11 525 5 959 8 324 2 517 1 864

Evolutie 100 % 120 % 72 % 37 % 52 % 16 % 12 %

Bovenop de statutaire opdrachten werden in de loop der jaren aan de Rijksdienst nog een aantal extra­statutaire opdrachten toevertrouwd. Dit zijn opdrachten die de RVA uitvoert voor rekening van derden. Sommige van deze uitgavencategorieën (aanvullende vergoeding textiel en forfaitaire­ en wachtvergoeding textiel, hier samen voorgesteld als “vergoeding texiel”) die voor rekening van der­

den werden uitgevoerd, zijn ondertussen uitge­

doofd. De belangrijke fluctuatie die tussen de vijf­

jaarlijkse cijfers te zien is, wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de evolutie van de bouwvergoe­

dingen. Deze uitgaven worden behalve door eco­

nomische factoren ook nog beïnvloed door weers­

omstandigheden.

(in duizend EUR)

Rubrieken 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2009

Vergoeding bouw 101 750 31 544 8 404 29 921 22 410 26 100 31 055

Vergoeding textiel 0 14 706 8 679 2 479 216 0 0

Totale uitgaven 101 750 46 251 17 082 32 400 22 625 26 100 31 055

Evolutie 100 % 45 % 17 % 32 % 22 % 26 % 31 %

20 000 15 000 10 000 5 000 0

1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010

(raming)

Wisselkoerstoeslag Bejaarde grensarbeiders

Compensatievergoeding grensarbeiders Nederland Compensatievergoeding grensarbeiders Frankrijk Evolutie van de uitgaven (in duizend EUR)

118

Evolutie Evolutie

119 118

Evolutie Evolutie

119

In document 75 jaar RVA (pagina 114-118)