• No results found

Indexdelict en openstaande strafduur (n=29)

In document De onvindbaren | Yvette Schoenmakers (pagina 85-88)

Inschrijving woonadres

3.2 Indexdelict en openstaande strafduur (n=29)

In het voorgaande hoofdstuk hebben we voor de totale populatie OPS-gesig- naleerden beschreven wat voor soort delicten zij gepleegd hebben. De voort- vluchtigen die zijn aangehouden door de teams EVA en ROG vormen een bijzondere subpopulatie. Om meer zicht te krijgen op het type delinquent in deze groep, zijn we nagegaan wat voor soort indexdelict zij gepleegd heb- ben. Ook is nagegaan in hoeverre de aangehouden voortvluchtigen verdacht zijn geweest van nieuwe delicten tijdens hun signalering. Helaas waren er onvoldoende betrouwbare gegevens beschikbaar om uitspraken te kunnen doen over hun delictgeschiedenis (antecedenten) voorafgaand aan het index- delict.

3.2.1 Type indexdelict

Van de 29 aangehouden gesignaleerden is in de dossiers nagegaan wat voor soort delict het indexdelict is (zie tabel 3.1). Voor dit delict zijn zij onherroepe- lijk veroordeeld tot een vrijheidsstraf, waaraan zij zich vervolgens hebben ont- trokken.

Uit tabel 3.1 is af te lezen dat de meeste gesignaleerden zijn veroordeeld tot detentie voor een vermogensdelict (n=12). Het betreft vermogensmis- drijven als woninginbraak, auto-inbraak, diefstal met afpersing, diefstal in vereniging en winkeldiefstal, maar ook oplichting en verduistering in dienst- betrekking. In vier gevallen was er sprake van oplichting of verduistering, waaronder één oplichting in combinatie met deelname aan een criminele organisatie en overtreding van de Opiumwet. Onder de vermogensdelin-

Voortvluchtig zijn

Tabel 3.1: Type indexdelicten naar aantal personen (n=29)

Delictcategorieën N

Vermogensdelicten 12

Geweldsdelicten 8

Vermogen met geweld 4

Opiumwetdelicten 3

WWM 1

Openbareordedelicten 1

Zedendelicten 0

quenten bevinden zich acht veelplegers (volgens de landelijke definitie van het WODC114).

Op de tweede plaats volgen de geweldsmisdrijven (n=8). Het gaat daarbij om ernstige geweldsmisdrijven, waaronder vijf keer (poging tot) doodslag en zware mishandeling. Wanneer vermogen met geweld (n=4, onder andere over- vallen en straatroof) als geweldsdelict wordt opgevat, is het aantal geweldplegers hoger. Dan hebben in totaal twaalf personen een gewelddadig indexdelict.115

Na vermogensmisdrijven met geweld volgen Opiumwetdelicten (n=3). In alle drie de gevallen gaat het om drugshandel. Bij een van de voortvluchtigen, een vrouwelijke gesignaleerde, werden harddrugs, een vuurwapen en munitie aangetroffen in een loods die zij met haar partners huurde.

In tabel 3.1 is af te lezen dat één persoon een overtreding van de Wet wapens en munitie (WWM) als indexdelict heeft; het gaat om bezit van en handel in wapens en munitie. Echter, vijf andere personen hebben een delict gepleegd waarbij secundair de WWM overtreden wordt. Zo zijn alle veroordeelden voor drugshandel (primair Opiumwet) secundair veroordeeld voor bezit van en/of handel in wapens en munitie. Ook kunnen straatroof of diefstal met geweld in vereniging gepaard gaan met bezit van en/of handel in wapens en munitie (gewapende overvallen).

De rechter heeft voor alle indexdelicten bij elkaar genomen een totale bruto strafduur van 478 maanden opgelegd en één ISD-maatregel.116De gemiddelde

strafduur in het vonnis is zeventien maanden (de persoon met de ISD-maatre- gel is buiten beschouwing gelaten). De lichtste straf is 240 uur werkstraf voor verduistering in dienstverband. De zwaarste straf is 8,5 jaar (102 maanden) voor meerdere gewapende overvallen.

Politiekunde 82 | De onvindbaren

86

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 114 Landelijke definitie veelpleger uit de Monitor veelplegers van het WODC: een persoon van achttien jaar of ouder die in

zijn/haar gehele criminele carrière meer dan tien processen-verbaal heeft gekregen, waarvan tenminste één in het peiljaar (Tollenaar & Van der Laan, 2013).

115 Daar moet tegenover worden gesteld dat in sommige classificaties vermogen met geweld wordt ingedeeld bij vermogensmis- drijven. In dit onderzoek hebben we de categorie apart benoemd, om inhoudelijk een nauwkeuriger beeld te krijgen van het type delictplegers.

3.2.2 Openstaande strafduur

Ook voor de aangehouden PAPOS- en OPS-gesignaleerden is in de systemen nagegaan hoeveel dagen openstaande strafduur zij hebben. De 29 dossiers zijn goed voor een totaal van 6.386 dagen aan openstaande detentie (netto strafduur). Omgerekend is dit een gemiddelde openstaande strafduur van 220 dagen per gesignaleerde (ongeveer 7 maanden). De kortste openstaande strafduur was 80 dagen; de langste was 31 maanden (918 dagen, voor doodslag).117

Hoewel we niet rechtstreeks met de OPS-populatie kunnen vergelijken, springen de geweldsmisdrijven er bij de bijzondere groep aangehouden voort- vluchtigen uit en lijkt de openstaande strafduur hoog. Bij deze groep gaat het gemiddeld om 220 dagen openstaande straf (bij de OPS-populatie gemiddeld 80 dagen; de helft van de OPS-populatie had 60 dagen openstaande strafduur of minder). De reden voor deze afwijking kan waarschijnlijk worden gezocht in de prioritering van de rechercheteams EVA en ROG. Zoals gezegd, sporen deze teams alleen personen op die een straf open hebben staan van minimaal 60 (EVA) of 90 (ROG) dagen en richten zij zich ook op PAPOS-gesignaleerden die nog in de werkvoorraad van de politiebasisteams vallen, maar vanwege de ernst van het delict of andere redenen door deze rechercheteams opgepakt worden (zie verder paragraaf 5.3.2 voor het toewijzen van zaken). Ook zachte onttrek- kingen kunnen met een arrestatiebevel aan deze teams toegeschreven worden.

3.2.3 Resumé

Het indexdelict van de gearresteerde voortvluchtigen is het vaakst een vermo- gensdelict zonder geweld. Geweldsdelicten komen op de tweede plaats, waar- onder (poging tot) doodslag en zware mishandeling. Inclusief vermogen met geweld komt een gewelddadig delict net zo vaak voor als een vermogensdelict. Drugsdelicten komen op de derde plaats, altijd in combinatie met een overtre- ding van de WWM. De gemiddelde openstaande strafduur van 220 dagen lijkt hoog.

Voortvluchtig zijn

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 117 Ook de politie heeft in de systemen toegang tot de netto strafduur (zoals verstrekt door het CJIB). Wanneer over de openstaan- de strafduur wordt gesproken, heeft dit dus geen betrekking op de nog resterende uit te zitten straf (restant netto strafduur).

In document De onvindbaren | Yvette Schoenmakers (pagina 85-88)